Operation Manual

74
x
Opmerkingen:
• De beide standen voor korte afstanden leiden tot uit-
lichtzones op verschillende afstanden. In de 0° stand
dient u er, bijv. met proefopnamen, voor te zorgen dat
er geen schaduwvorming door het objectief is.
• Door indirect flitsen met de 90° stand wordt het onder-
werp zachter uitgelicht en wordt uitgesproken scha-
duwvorming verzacht. Bovendien wordt het natuurlijke
lichtverval van de voor- naar de achtergrond afge-
zwakt.
• Let er bij het kantelen van de flitserromp op dat deze
in de 90° stand vastklikt, zodat er geen direct licht van
de reflector op het onderwerp kan vallen.
• Om kleurzwemen in de opnamen voorkomen, moet
het reflecterende oppervlak kleurneutraal of wit zijn.
6.2 De ingebouwde groothoekdiffusor /
televoorzetschijf gebruiken
De groothoekdiffusor en de televoorzetschijf veranderen
de richtingskarakteristiek van de flitser. De groothoek-
diffusor zoomt in, zodat zelfs opnames met een brand-
puntsafstand tot 24mm
1)
gelijkmatig kunnen worden
verlicht.
Hierdoor wordt het richtgetal en daarmee ook het bereik
gereduceerd. De televoorzetschijf bundelt daarentegen
de lichtkegel voor brandpuntsafstanden van 85mm
1)
en meer, verhoogt het richtgetal, waardoor het bereik
toeneemt.
1) De brandpuntsafstanden gebaseerd op het kleinbeeldformaat
Groothoekdiffusor
De ingebouwde groothoekdiffusor is, wanneer hij niet in
gebruik is, in de flitserbehuizing onder het reflectie-
scherm geschoven.
• Trek de diffuser verticaal uit de flitserbehuizing en laat
hem omklappen op het reflectiescherm van de flitser.
De diffuser wordt door veerkracht in de juiste stand
gehouden.
• Ga om hem te verwijderen in omgekeerde volgorde te
werk