Operation Manual

49
Verhelpen van storingen
Storing Oorzaak Oplossing
De controle-indicatie
van de accu op de be-
dieningsmodule licht
niet op na het inscha-
kelen.
De accuzekering is de-
fect of is niet juist ge-
plaatst.
Defecte zekering ver-
wisselen resp. contac-
ten schoonmaken en
correct insteken.
S t e k k e r v e r b i n d i n g
voor stroomvoeding
zonder contact.
Stekkerverbindingen
controleren.
Accu controlelamp
knippert na inschake-
len.
Een van de aandrijfmo-
toren of beide zijn op
Vrijloop geschakeld.
De omschakelhendel
Rijden/Vrijloop aan
beide kanten op Rijden
zwenken.
Stekkerverbinding aan
een van de aandrijvin-
gen zonder contact.
Stekkerverbindingen
controleren.
Storing in de electro-
nica.
Door dealer laten her-
stellen. (Vrijloop)
Omschakelhendel in
positie rijstand.
Niet uitgevoerde sto-
ringen.
Zie onder < Storingsdi-
agnose > in de bedie-
ningshandleiding voor
de bedieningsmodule.
Verlichting niet actief. LED-lamp defect. Door de dealer laten
onderhouden resp. ver-
wisselen.
Verlichting of rijelek-
tronica is defect.
Door de dealer laten
onderhouden resp. ver-
wisselen.