Operation Manual

Een vrieskast die niet is ingebouwd
kan kantelen!
Plaats van opstelling
Kies geen plaats direct naast een for
-
nuis of naast een apparaat dat hitte af
-
geeft of in de buurt van een raam waar
de zon direct door heen kan schijnen.
Hoe hoger de omgevingstemperatuur
is, des te langer de vrieskast staat te
ronken en des te hoger het stroomver
-
bruik is.
Geschikt is een droge ruimte waar kan
worden geventileerd.
Klimaatklasse
De vrieskast is geconstrueerd voor een
bepaalde klimaatklasse. Een klimaat-
klasse is een kamertemperatuurbereik
waarbinnen de kamertemperatuur zich
moet bewegen en waar deze niet bo-
ven of onder mag liggen.
De klimaatklasse van uw vrieskast staat
aangegeven op het typeplaatje aan de
binnenkant van uw apparaat.
Klimaatklasse Kamertemperatuur
SN, N
ST
T
tot +32 °C
tot +38 °C
tot +43 °C
Met een minimum kamertemperatuur
van + 5 °C werken de apparaten gega
-
randeerd zonder problemen.
Side-by-side inbouw
Wanneer de vrieskast naast een koel
-
kast moet worden ingebouwd
(side-by-side inbouw), moet de vries
-
kast altijd (van voren gezien) rechts
naast de koelkast worden ingebouwd.
In de linker zijwand van de vrieskast
bevindt zich namelijk een verwar-
mingselement dat voorkomt dat zich
tussen de apparaten condenswater
vormt.
Luchttoevoer en luchtafvoer
De lucht aan de achterwand van de
vrieskast wordt warm. Voor een goede
koeling van het apparaat is het zeer be
-
langrijk dat de inbouwkast zo gecon
-
strueerd is dat de warme lucht via de
voorkant wordt afgevoerd en niet via de
achterkant ontsnapt. Daartoe moet de
achterzijde met een meubelwand afge-
sloten zijn en de zijwanden en het werk-
blad vlak tegen de keukenwand aanlig-
gen. Maak voor de stekker slechts een
klein gat.
De lucht wordt via de sokkel van de
vrieskast toe- en afgevoerd.
De luchttoevoer- en luchtafvoerope-
ningen mogen daarom niet worden
afgedekt of geblokkeerd.
Bovendien moeten ze regelmatig
stofvrij worden gemaakt.
Voordat u het apparaat
inbouwt
^
Verwijder de kabelhouder van de
achterwand van het apparaat.
^
Controleer of de onderdelen aan de
achterwand van het apparaat ner
-
gens tegenaan kunnen komen. Buig
ze zo nodig de andere kant op.
Montage-instructies
32