Gebruiksaanwijzing voor afwasautomaten Lees beslist de gebruiksaanwijzing en de montage-instructies voordat u uw afwasautomaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat. nl - NL M.-Nr.
Inhoud Beschrijving van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Het apparaat in één oogopslag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Veiligheidsinstructies en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu . . . . . . . . .
Inhoud Het kiezen van een programma . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32 Het starten van het programma . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32 Weergave programmaverloop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32 Einde van het programma . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33 Het uitschakelen van de afwasautomaat . . . . . . . . . . . . .
Beschrijving van het apparaat Het apparaat in één oogopslag a Bovenste sproeiarm (niet zichtbaar) b Besteklade (afhankelijk van het model) c Bovenrek d Middelste sproeiarm e Luchttoevoer voor het drogen (afhankelijk van het model) f Onderste sproeiarm 4 g Zeefcombinatie h Typeplaatje i Kinderbeveiliging in de deurgreep (niet zichtbaar) j Reservoir voor naspoelmiddel k Tweevaksdoseerbakje voor reinigingsmiddel l Reservoir voor regenereerzout
Beschrijving van het apparaat Bedieningspaneel a Programma's met controlelampjes b Programmatoets c Start/Stop - toets met controlelampje d Controlelampjes voor watertoevoer en waterafvoer, naspoelmiddel en zout e Controlelampjes voor het programmaverloop f K - toets (Aan/Uit - toets) 5
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Deze afwasautomaat voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsbepalingen. Door ondeskundig gebruik kunnen personen echter letsel oplopen en kan er materiële schade ontstaan. Lees deze gebruiksaanwijzing daarom eerst aandachtig door voordat u dit apparaat in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt daarmee schade aan uw automaat. Bewaar deze gebruiksaanwijzing en geef deze door aan een eventuele volgende eigenaar van het apparaat.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Technische veiligheid ~ Controleer vóórdat het apparaat wordt geplaatst, of het zichtbaar beschadigd is. Is dat het geval, neem het dan in geen geval in gebruik. Een afwasautomaat die beschadigd is kan uw veiligheid in gevaar brengen. ~ De afwasautomaat mag alleen via een 3-polige stekker met randaarde op het elektriciteitsnet worden aangesloten. De stekker mag niet worden afgeknipt en niet vast aangesloten.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ De kunststof behuizing van de Waterproofventielen bevat een elektrisch onderdeel. Zorg ervoor dat de behuizing niet nat wordt! ~ In de watertoevoerslang bevinden zich spanningsvoerende delen. De slang mag daarom niet worden doorgeknipt. ~ Het Miele-Waterproofsysteem biedt een betrouwbare bescherming tegen waterschade, maar wel op de volgende voorwaarden: – De afwasautomaat moet volgens de voorschriften geïnstalleerd zijn.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Plaatsing Juist gebruik ~ Neem bij plaatsing en aansluiting van de afwasautomaat de instructies in het montageschema in acht. ~ Gebruik geen oplosmiddelen in de ~ De afwasautomaat moet waterpas worden geplaatst. ~ Adem geen poedervormige reini- ~ Onder of in te bouwen afwasautomaten mogen omwille van de stabiliteit uitsluitend worden geplaatst onder een doorlopend werkblad dat is vastgeschroefd aan de kasten die ernaast staan.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ Doseer geen poedervormig of vloeibaar reinigingsmiddel in het reservoir voor het regenereerzout, want dan gaat de ontharder kapot. ~ Gebruik uitsluitend het speciale grofkorrelige regenereerzout of andere zuivere ingedampte zouten. Gebruik in geen geval andere soorten zout, bijv. keukenzout of strooizout. Deze soorten zout bevatten soms niet in water op te lossen deeltjes die een nadelig effect kunnen hebben op de werking van de ontharder.
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu Het wegdoen van het verpakkingsmateriaal De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen omdat dit het milieu relatief weinig belast en kan worden hergebruikt.
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu Economisch afwassen Deze afwasautomaat werkt uiterst water- en energiebesparend. U kunt nog spaarzamer te werk gaan, indien u de volgende adviezen opvolgt: ^ Het is mogelijk om de afwasautomaat op warm water aan te sluiten. Bijzonder geschikt is een warmwateraansluiting bij een energetisch gunstige warmwaterbereiding, bijv. zonne-energie met circulatieleiding.
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt Het openen van de deur Kinderbeveiliging ^ Pak de deur bij de deurgreep en druk het deurslot naar boven. Met de kinderbeveiliging kunt u voorkomen dat kinderen de deur van de wasautomaat opendoen. Wanneer de deur wordt geopend terwijl de afwasautomaat in gebruik is, worden alle functies automatisch onderbroken. Het sluiten van de deur ^ Schuif de rekken naar binnen. ^ Schuif het schuifje onder de deurgreep naar rechts om de deur te vergrendelen.
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt Waterontharder Om goede reinigingsresultaten te bereiken heeft de afwasautomaat zacht (kalkarm) water nodig. Bij hard water ontstaat er witte kalkaanslag op het vaatwerk en op de wanden van de spoelruimte. Water met een waterhardheid van 4 °dH (0,7 mmol/l) moet daarom worden onthard. Daar wordt in de ingebouwde waterontharder automatisch voor gezorgd. Bedenk: – De waterontharder heeft daarvoor wel regenereerzout nodig.
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt Het programmeren van de waterhardheid Bij het programmeren gaan iedere keer nadat u op een toets hebt gedrukt weer andere controlelampjes knipperen en branden. Voor de programmering zijn echter alleen die controlelampjes van belang die in de volgende stappen worden genoemd. U kunt het programmeren altijd zonder problemen afbreken en van voren af aan beginnen, wanneer u de afwasautomaat met de K - toets uitschakelt.
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt Het controleren van de geprogrammeerde waterhardheid ^ Schakel de afwasautomaat met de K - toets uit. ^ Druk op de Start/Stop - toets, blijf erop drukken en schakel tegelijk de afwasautomaat met de K - toets in. Blijf daarbij minstens 4 seconden op de Start/Stop - toets drukken totdat het controlelampje "Start/Stop" gaat branden. ^ Druk 2x op de programmatoets. Het controlelampje "Spoelen" knippert in dat ritme dat hoort bij de ingestelde waterhardheid.
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt Voor het eerste gebruik hebt u nodig: – ca. 1 l water; – ca. 1 kg regenereerzout; – reinigingsmiddel voor huishoudafwasautomaten; – naspoelmiddel voor huishoudafwasautomaten. Iedere afwasautomaat wordt in de fabriek op zijn werking getest. Als gevolg van deze tests blijft er water in het apparaat achter. Dit betekent niet dat het apparaat eerder door een andere consument is gebruikt.
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt ^ Haal het onderrek uit de spoelruimte en draai de dop van het zoutreservoir open. Iedere keer wanneer u de dop van het zoutreservoir opendraait loopt er water of zout over de rand van het reservoir. Draai de dop er daarom alleen maar af om zout bij te vullen. ^ Vul het zoutreservoir voordat u het apparaat voor de eerste keer gebruikt met ca. 1 l water.
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt Naspoelmiddel Naspoelmiddel is nodig om ervoor te zorgen dat het water tijdens het drogen als een film van het vaatwerk afloopt en het vaatwerk na het spoelen droogt zonder dat het vlekken gaat vertonen. Het doseren van naspoelmiddel Het naspoelmiddel wordt in het reservoir voor naspoelmiddel gedoseerd en bij het naspoelen in de ingestelde hoeveelheid automatisch toegevoegd.
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt Controlelampje voor het naspoelmiddel Wanneer het controlelampje "Naspoelmiddel" in het bedieningspaneel gaat branden zit er nog een reserve in voor 2 - 3 afwasbeurten. ^ Vul op tijd naspoelmiddel bij. ^ Doseer zoveel naspoelmiddel totdat het in het zeefje in de vulopening zichtbaar is. In het naspoelmiddelreservoir kan ca. 110 ml. ^ Sluit het klepje en wel zo dat het duidelijk vastklikt.
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt Het instellen van de dosering van het naspoelmiddel De dosering van het naspoelmiddel is instelbaar in hoeveelheden van ca. 0-6 ml. Vanuit de fabriek is een hoeveelheid van ca. 3 ml naspoelmiddel ingesteld. Deze hoeveelheid wordt geadviseerd. Voor een optimaal reinigingsresultaat kunt u de dosering aanpassen.
Het inruimen van serviesgoed en bestek Waar u bij het inruimen van serviesgoed en bestek op moet letten ^ Verwijder de ergste etensresten van het vaatwerk. Het is niet nodig om het vaatwerk van te voren onder stromend water af te spoelen! ,Was vaatwerk met as, zand, was, smeervet of verf niet in de afwasautomaat. Deze stoffen beschadigen de afwasautomaat. U kunt ieder stuk servies in principe overal in de rekken inruimen. Neem daar echter de volgende tips bij in acht.
Het inruimen van serviesgoed en bestek Serviesgoed en bestek die niet geschikt zijn voor de afwasautomaat – Serviesgoed en bestek die óf helemaal óf voor een deel uit hout bestaan drogen uit en worden lelijk. Bovendien houdt de lijm niet in de afwasautomaat. Het gevolg daarvan is dat houten grepen los kunnen raken. – Kunstvoorwerpen, antieke vazen of glazen met decoraties zijn niet bestand tegen de afwasautomaat. – Voorwerpen van niet hittebestendig kunststof kunnen vervormen.
Het inruimen van serviesgoed en bestek Bovenrek Kopjesrek ,Gebruik de afwasautomaat om veiligheidsredenen niet zonder boven- en onderrek. ^ Klap het kopjesrek om hoog servies goed te kunnen inruimen. ^ Plaats in het bovenrek klein, licht en teer serviesgoed zoals glazen, kopjes, schoteltjes en dessertschaaltjes. U kunt er ook een plat pannetje in plaatsen.
Het inruimen van serviesgoed en bestek Het verstellen van het bovenrek Om in het boven- of onderrek meer plaats te krijgen voor hoger serviesgoed kunt u het bovenrek in hoogte verstellen. U kunt kiezen tussen 3 standen met een verschil van telkens ca. 2 cm. Wanneer water in holle gedeelten blijft liggen, kunt u het bovenrek beter schuin plaatsen, nl. met één kant hoog en met één kant laag. Het water stroomt dan gemakkelijker weg.
Het inruimen van serviesgoed en bestek Onderrek Omklapbare spijlen De spijlen aan de voorkant kunt u omklappen om meer ruimte te krijgen voor grote stukken serviesgoed, bijv. potten, pannen en schalen. ^ Plaats in het onderrek groot en zwaar serviesgoed zoals borden, platte schotels, pannen en schalen. U kunt ook schoteltjes, ontbijt- en dessertbordjes in het onderrek zetten. 26 ^ Druk de gele hendels naar beneden a zodat de rijen spijlen omklappen b.
Het inruimen van serviesgoed en bestek Uitneembaar inzetrek met spijlen Fleshouder (afhankelijk van het model) U kunt het inzetrek met spijlen uit het apparaat halen om meer ruimte te krijgen voor groter serviesgoed, bijv. een platte pan. Op de fleshouder kunt u smal serviesgoed plaatsen zoals een melk- of babyfles. Het verwijderen van het inzetrek a ^ Trek het inzetrek aan de handgreep naar boven.
Het inruimen van serviesgoed en bestek Bestek Besteklade (afhankelijk van het model) ^ Plaats het bestek in de besteklade zoals op het plaatje. Wanneer u messen, vorken en lepels als aparte groepen in de besteklade legt, kunt u ze er na het afwasprogramma makkelijker uithalen en opbergen. Leg de lepels met de grepen tussen de opstaande kammen en de lepelbladen tussen de getande kammen, zodat ook de laatste waterdruppel er zonder problemen af kan lopen.
Bediening Reinigingsmiddelen ,Gebruik uitsluitend reinigingsmiddelen voor huishoudafwasautomaten. Verschillende werkstoffen Moderne reinigingsmiddelen bevatten vele werkstoffen. De belangrijkste: – Fosfaat. Dit onthardt het water en voorkomt daarmee kalkaanslag. – Alkalische stoffen. Deze zijn nodig voor het weken van aangekoekt vuil. – Enzymen. Deze verminderen zetmeel en lossen eiwit op. – Bleekmiddel op zuurstofbasis. Dit verwijdert kleurige vlekken zoals thee-, koffie- en ketchupvlekken.
Bediening Het doseren van reinigingsmiddel ^ Neem bij het doseren de aanwijzingen op de verpakking in acht. ^ Wanneer er niet iets anders op de verpakking staat, doseer dan één tab of - afhankelijk van de vuilgraad - 20 tot 30 ml in vakje II. Is het vaatwerk sterk vervuild, doseer dan ook nog eens een geringe hoeveelheid reinigingsmiddel in vakje I. Zie hoofdstuk "Programma-overzicht". ^ Gebruik bij het programma "Snel" geen tabletten. De tabletten lossen bij dit programma niet helemaal op.
Bediening Doseerhulp In vakje I kan maximaal 10 ml en in vakje II kan maximaal 50 ml reinigingsmiddel. In vakje II zijn markeringen aangebracht om het doseren makkelijker te maken: 20, 30. Wanneer de deur 90° geopend is geven deze streepjes in ml aan hoeveel reinigingsmiddel er ongeveer in zit. ^ Open het reinigingsmiddeldoseerbakje door op de toets te drukken. Na afloop van een afwasprogramma is het reinigingsmiddelbakje altijd geopend.
Bediening Het inschakelen van de afwasautomaat ^ Controleer of de sproeiarmen vrij kunnen draaien en niet worden geblokkeerd. Het starten van het programma ^ Kies met de programmatoets het gewenste programma. Het controlelampje van het gekozen programma gaat branden. ^ Sluit de deur van de afwasautomaat. ^ Druk op de Start/Stop - toets. ^ Draai de waterkraan open indien deze nog gesloten is. Het programma start. ^ Druk op de K - toets.
Bediening Einde van het programma Wanneer in het programmaverloop het controlelampje "Einde" brandt, is het programma beëindigd. U kunt de afwasautomaat nu openen en het vaatwerk eruit halen. ,Om beschadigingen aan kwetsbare werkbladen door waterdamp te voorkomen kunt u de deur na afloop van een programma het beste óf helemaal opendoen óf gesloten houden totdat u het vaatwerk uit de automaat haalt. Laat de deur in ieder geval niet op een kier staan.
Bediening Het onderbreken van het programma Wisseling van programma Het programma wordt onderbroken, zodra u de deur opendoet. Is het klepje van het reinigingsmiddeldoseerbakje al geopend, wissel dan niet meer van programma. Wanneer u de deur weer dichtdoet, gaat het programma na een paar seconden daar verder, waar het is onderbroken. Wanneer een programma al is gestart, kunt u als volgt van programma wisselen. ,Wanneer het water in de afwas- ^ Druk minstens één seconde lang op de Start/Stop - toets.
Bediening Extra functie Fabrieksinstellingen Wanneer u de fabrieksinstellingen hebt veranderd maar deze weer terug wilt hebben, doe dan het volgende. ^ Schakel de afwasautomaat met de K - toets uit. ^ Druk op de Start/Stop - toets, blijf daar minstens 4 seconden op drukken totdat het controlelampje "Start/Stop" gaat branden en schakel tegelijk de afwasautomaat met de K - toets in. Gaat het lampje "Start/Stop" niet branden, begin dan nog eens van voren af aan. ^ Druk 12 x op de programmatoets.
Reiniging en onderhoud Controleer regelmatig - ongeveer 2 tot 3 keer per jaar - de algehele toestand van uw afwasautomaat. De kans op storingen is daardoor geringer. ,Alle oppervlakken zijn gevoelig voor krassen. Ze kunnen allemaal verkleuren of veranderen, wanneer ze met ongeschikte reinigingsmiddelen in aanraking komen. Het reinigen van de spoelruimte Wanneer u altijd de juiste hoeveelheid reinigingsmiddel gebruikt houdt u daarmee automatisch de spoelruimte schoon.
Reiniging en onderhoud Het reinigen van de zeefcombinatie in de spoelruimte Op de bodem van de spoelruimte bevindt zich een zeefcombinatie. Deze houdt het ergste vuil tegen dat in het afwaswater zit. Op deze manier wordt voorkomen dat het vuil in het circulatiesysteem en via de sproeiarmen weer in de spoelruimte terechtkomt. ,Zonder zeefcombinatie mag niet worden afgewassen! De combinatie kan in de loop van de tijd door het vuil verstopt raken.
Reiniging en onderhoud Om de binnenkant van het tuitvormige gedeelte van de zeefcombinatie te kunnen reinigen moet u het eerst openen. ^ Plaats de zeefcombinatie zo terug, dat ze plat tegen de bodem van de spoelruimte aanligt. ^ Doe dat door de greepjes van het klepje naar elkaar toe te drukken (zie pijlen) a en het klepje open te klappen b.
Reiniging en onderhoud Het reinigen van de sproeiarmen ^ Trek het onderrek naar buiten. Het is mogelijk dat er etensresten vast gaat zitten in de sproeikoppen en de lagering van de sproeiarmen. Controleer de sproeiarmen derhalve regelmatig - ongeveer 2 tot 3 keer per jaar. ^ Schakel de afwasautomaat eerst uit. Verwijder de sproeiarmen als volgt: ^ Trek (indien aanwezig) de besteklade naar buiten. ^ Druk de bovenste sproeiarm omhoog, zodat de tanden in elkaar grijpen en schroef de sproeiarm er af.
Nuttige tips De meeste problemen die zich bij het dagelijkse gebruik voordoen kunt u zelf oplossen. Doordat u dan geen beroep hoeft te doen op onze technici, bespaart u tijd en kosten! Het nu volgende overzicht kan u helpen om de oorzaken van een probleem te vinden en uit de wereld te helpen. Vergeet echter niet: ,Reparaties mogen uitsluitend door vakmensen worden uitgevoerd. Door ondeskundige reparaties kan de gebruiker grote risico's lopen.
Nuttige tips Probleem Mogelijke oorzaak De controlelampjes Er kan sprake zijn van voor de programmafa- een technische storing. ses "Spoelen", "Drogen" en "Einde" zijn tegelijk aan het knipperen. Het is ook mogelijk dat de afvoerpomp loopt terwijl de deur nog open is. Het Waterproof-systeem heeft gereageerd. Oplossing – Schakel de afwasautomaat met de K - toets uit. – Wacht een paar seconden. – Schakel de afwasautomaat in. – Kies met de programmatoets het gewenste programma.
Nuttige tips Storingen in de watertoevoer/waterafvoer Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Het controlelampje De kraan is nog dicht. Draai de kraan helemaal open. "Toevoer/Afvoer" begint afwisselend te knipperen en te branden. Schakel eerst de afwasautomaat De afwasautomaat stopt met afwassen. met de K - toets uit. Het controlelampje Storing in de water– Draai de kraan helemaal open. "Toevoer/Afvoer" be- toevoer. – Reinig het zeefje in de watergint te knipperen. toevoer.
Nuttige tips Algemene problemen met de afwasautomaat Probleem In het reinigingsmiddeldoseerbakje zijn na het afwasprogramma resten reinigingsmiddel achtergebleven. Mogelijke oorzaak Oplossing Het reinigingsmiddeldoseerbakje was nog vochtig toen het middel werd gedoseerd. Zorg er bij het doseren van het reinigingsmiddel voor dat het bakje droog is. Het klepje van het reinigingsmiddeldoseerbakje gaat niet goed dicht.
Nuttige tips Vreemde geluiden Probleem Oorzaak Er is in de spoelruimte Een sproeiarm slaat tegen een kleppend geluid te een stuk servies aan. horen. Oplossing Onderbreek het programma en verplaats het stuk servies dat de sproeiarm in de weg zit. Er is in de spoelruimte Stukken servies zijn aan Onderbreek het programma en plaats de stukken een klepperend geluid het klepperen. te horen servies zo stevig dat ze niet meer klepperen.
Nuttige tips Een tegenvallend afwasresultaat Probleem Het vaatwerk is niet schoon. Oorzaak Het vaatwerk is niet goed geplaatst. De waterstralen konden er niet bij. Het programma is niet krachtig genoeg. Oplossing Neem de aanwijzingen in het hoofdstuk: "Het inruimen van serviesgoed en bestek" in acht. Kies een krachtiger programma. Zie hoofdstuk: "Programmaoverzicht". Er is te weinig reinigingsmid- Gebruik meer reinigingsmiddel gedoseerd. del of ga over op een ander reinigingsproduct.
Nuttige tips Probleem Oorzaak Oplossing Het vaatwerk wordt niet droog of er zitten vlekken op glazen en bestek. Er zit geen naspoelmiddel meer in het daarvoor bestemde reservoir of er is te weinig naspoelmiddel gedoseerd. Vul het reservoir of doseer meer naspoelmiddel. Zie hoofdstuk: "Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt". Het vaatwerk is er te vroeg uitgehaald. Haal het vaatwerk er later uit. Zie hoofdstuk: "Bediening".
Nuttige tips Probleem Oorzaak Oplossing Glazen zijn bruin of blauw uitgeslagen. De aanslag kan er niet vanaf worden geveegd. Glazen worden dof en verkleuren. De aanslag is niet te verwijderen. Het reinigingsmiddel bevat Ga direct over op een anstoffen die zich op de gla- der reinigingsmiddel. zen hebben afgezet. De schade aan de glazen De glazen kunnen niet in de afwasautomaat worden is onherroepelijk. afgewassen. Koop glazen die wel geschikt zijn voor de afwasautomaat.
Het verhelpen van storingen Het reinigen van het zeefje in de schroefkoppeling van de watertoevoer Om de watertoevoerslang tegen verontreinigingen in het water te beschermen is in de schroefkoppeling een zeefje ingebouwd. Wanneer het zeefje vuil is dan loopt er te weinig water in de spoelruimte. ,De kunststof behuizing van de Waterproofventielen bevat een elektrisch onderdeel. Dompel dit niet in vloeistof.
Het verhelpen van storingen Het reinigen van de afvoerpomp en de terugslagklep Is het water na afloop van een programma niet uit de spoelruimte gepompt, dan kan dat verschillende oorzaken hebben. Het is mogelijk dat de afvoer door vetaanslag verstopt is geraakt. Om vetaanslag te voorkomen kunt u de afvoer het beste 1 x per 2 maanden met een machinereiniger behandelen. Hoe u dat moet doen kunt u op de verpakking lezen.
Het verhelpen van storingen Onder de terugslagklep bevindt zich de afvoerpomp (zie pijl). ^ Verwijder alle voorwerpen die de afvoerpomp blokkeren. Let erop dat glassplinters bijzonder moeilijk zijn te zien. Draai ter controle het loopwiel van de afvoerpomp met de hand. Het loopwiel draait niet soepel, maar schoksgewijs. ^ Zet de terugslagklep weer zorgvuldig op zijn plaats en laat de klep vastklikken.
Afdeling Klantcontacten Reparaties Voor testinstituten ^ Mocht u een opgetreden storing ondanks bovenstaande tips niet zelf kunnen verhelpen, neem dan contact op met: In de brochure "Instructies voor vergelijkende tests" kunt u informatie vinden over vergelijkende tests en geluidsmetingen. – de Miele-vakhandel of Wanneer u deze brochure wilt hebben, vraag dan de meest actuele versie per E-mail aan bij: – de afdeling Klantcontacten van Miele Nederland B.V.
Programma-overzicht Vaatwerk Gemengd vaatwerk dat tegen een stootje kan Etensresten Eigenschappen van het programma Alle soorten etensresten die in een huishouden voorkomen Variabel, sensorgestuurd programmaverloop Verse etensresten die nog niet zijn aangekoekt Korte programmaduur Temperatuurgevoelig glas en kunststof Gemengd vaatwerk Gemiddelde programmawaarden Gebruikelijke, licht opgedroogde etensresten Potten, pannen, sterk porselein en bestek Alle soorten vaatwerk 1) 52 Water- en energiebe
Programma-overzicht Programma Reinigingsmiddelen Vakje I 2) Vakje II 2) 25 ml Automatic 55-65° - of 1 tab Snel 40°C - 25 ml of 1 tab 3) 25 ml Licht vervuild 50°C - of 1 tab 25 ml Energie Spaar - of 1 tab 2) 3) Intensief 75°C 10 ml 25 ml of 1 tab Voorspoelen - - Zie hoofdstuk: "Reinigingsmiddelen". Het is mogelijk dat er wel eens een tab niet helemaal goed oplost.
Programma-overzicht Programma Programmaverloop Voorspoelen Automatic Reinigen °C Tussenspoelen 1 2 Naspoelen °C Drogen Variabel programmaverloop; sensorgestuurde aanpassing aan hoeveelheid vaatwerk en etensresten Indien nodig 55-65 Indien nodig 65 X Snel 40 °C 40 X 45 X Licht vervuild 50 °C 50 X 65 X 45 X 60 X 75 X 65 X Energie Spaar Intensief 75 °C X Voorspoelen X 54
Programma-overzicht Verbruik 1) Energie Duur 1) Water Water koud 15 °C kWh Water warm 55 °C kWh Liter Water koud 15 °C h:min Water warm 55 °C h:min 0,80-1,30 0,55-0,70 11-18 1:40-2:35 1:25-2:15 0,50 0,20 11 0:38 0:32 0,90 0,65 11 1:30 1:20 0,80 0,50 11 2:54 2:45 1,30 0,80 15 2:37 2:25 0,02 0,02 4 0:13 0:13 1) De genoemde waarden zijn volgens EN 50242 berekend.
Na te bestellen accessoires Voor een nog efficiënter gebruik van de afwasautomaat Om uw apparaat nog beter op uw individuele wensen af te stemmen en om het apparaat nog beter aan speciale inbouwsituaties aan te passen kunt u bij uw Miele-vakhandelaar of bij de afdeling Onderdelen van Miele Nederland B.V. extra accessoires krijgen. Het is mogelijk dat sommige accessoires al tot de standaarduitrusting behoren; dit hangt van het model af. U wilt... dan hebt u nodig... ...flessen apart afwassen, bijv.
Elektrische aansluiting De afwasautomaat mag alleen door een erkend installateur op het elektriciteitsnet worden aangesloten. De afwasautomaat is standaard voorzien van een aansluitkabel met stekker met beschermingscontact (randaarde), geschikt voor aansluiting op een stopcontact met beschermingscontact (randaarde). Technische gegevens zie typeplaatje aan de rechter zijkant van de deur. ,De afwasautomaat mag uitslui- tend worden aangesloten op een huisinstallatie die volgens NEN 1010 is geïnstalleerd.
Wateraansluiting Het waterbeveiligingssysteem van Miele Miele garandeert, dat het Miele-waterbeveiligingssysteem gedurende de hele levensduur van de afwasautomaat een algehele bescherming tegen waterschade biedt. ,Sluit om schade aan het appa- raat te voorkomen de afwasautomaat alleen op een volledig ontlucht buisleidingnet aan. Watertoevoer ,Het water in de afwasautomaat is geen drinkwater. – De afwasautomaat mag worden aangesloten op koud of warm water tot max. 60 °C.
Wateraansluiting Waterafvoer Beluchting van de waterafvoer – In de afvoer van de afwasautomaat bevindt zich een terugslagklep, zodat er geen vuil water via de afvoerslang in de automaat terug kan stromen. Ligt de waterafvoeraansluiting op de plaats van opstelling dieper dan de geleiding voor de wieltjes van het onderrek in de deur, moet de waterafvoer worden belucht. Gebeurt dat niet, dan kan het water tijdens een programma door de werking van de zuighevel uit de spoelruimte stromen.
Technische gegevens Hoogte vrijstaand apparaat 84,5 cm (verstelbaar + 3,5 cm) Hoogte inbouwapparaat 80,5 cm (verstelbaar + 6,5 cm) Hoogte van de inbouwnis Vanaf 80,5 cm (+ 6,5 cm) Breedte 44,8 cm Breedte van de inbouwnis 45 cm Diepte vrijstaand apparaat inbouwapparaat 60 cm 57 cm Gewicht Max. 50 kg Spanning 230 V Aansluitwaarde 2200 W Zekering 10 A Keurmerk KEMA Waterdruk 30 - 1000 kPa (0,3 - 10 bar) Warmwateraansluiting Max. 60 °C Opvoerhoogte Max. 1 m Afpomplengte Max.
Wijzigingen voorbehouden / G1102 / 0409 M.-Nr.