Gebruiksaanwijzing Afwasautomaten Lees absoluut de gebruiksaanwijzing en de montage-instructies op de montageschets voordat u uw afwasautomaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u vermijdt schade aan het toestel. nl-BE HG05 M.-Nr.
Inhoud Beschrijving van het toestel.................................................................................. 5 Het toestel in één oogopslag................................................................................... 5 Bedieningspaneel.................................................................................................... 6 Opmerkingen omtrent uw veiligheid.................................................................... 7 Een bijdrage aan de bescherming van het milieu.........
Inhoud Display................................................................................................................... Energiebeheer........................................................................................................ Einde van het programma...................................................................................... Uitschakelen..........................................................................................................
Inhoud Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren................................................................ 77 Elektrische aansluiting........................................................................................ 79 Wateraansluiting.................................................................................................. 80 Het Waterproof System van Miele......................................................................... 80 Watertoevoer................................................
Beschrijving van het toestel Het toestel in één oogopslag a Bovenste sproeiarm (niet zichtbaar) g Zeefcombinatie b Besteklade (afhankelijk van het mo‐ del) h Typeplaatje c Bovenste korf d Middelste sproeiarm i Reservoir voor naspoelmiddel j Tweevaksdoseerbakje voor reini‐ gingsmiddel e Luchttoevoer voor het drogen (afhan‐ k Reservoir voor regenereerzout kelijk van het model) f Onderste sproeiarm 5
Beschrijving van het toestel Bedieningspaneel a Programmakeuze e Toets (Kort) met controlelampje b Display f Toets (Startuitstel) met controle‐ lampje c Controlelampjes Toevoer/Afvoer, Na‐ spoelmiddel en Zout g Programmakeuzetoets d Toets Start met controlelampje h Toets (aan/uit) In deze gebruiksaanwijzing worden meerdere afwasautomaatmodellen beschre‐ ven. Deze hebben verschillende hoogten.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid Deze afwasautomaat voldoet aan de voorgeschreven veiligheids‐ voorschriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers ech‐ ter letsel oplopen en kan er schade optreden aan het toestel. Lees de montage-instructies op de montageschets en de ge‐ bruiksaanwijzing daarom aandachtig door voordat u deze afwas‐ automaat plaatst en in gebruik neemt. U vindt er belangrijke op‐ merkingen omtrent inbouw, veiligheid, gebruik en onderhoud.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid Juist gebruik Deze afwasautomaat is bedoeld voor gebruik in het huishouden en in gelijkaardige omgevingen. Deze afwasautomaat is niet bestemd voor gebruik buiten. Gebruik de afwasautomaat uitsluitend in huishoudelijke context voor het afwassen van huishoudelijk vaatwerk. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid Kinderen in het huishouden Kinderen jonger dan acht jaar moeten uit de buurt van de afwas‐ automaat worden gehouden, tenzij ze constant in het oog worden gehouden. Kinderen vanaf acht jaar mogen de afwasautomaat zonder toe‐ zicht bedienen, maar alleen wanneer de bediening van de afwasau‐ tomaat zo uitgelegd is aan hen dat ze het toestel veilig kunnen be‐ dienen. Kinderen moeten de eventuele gevaren van een foutieve be‐ diening kunnen beseffen en begrijpen.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid Technische veiligheid Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of her‐ stellingswerken kunnen er voor de gebruiker aanzienlijke gevaren ontstaan. Installatie-, onderhouds- of herstellingswerken mogen al‐ leen door vakmensen worden uitgevoerd die door Miele erkend zijn. Een beschadigde afwasautomaat kan uw veiligheid in gevaar brengen. Controleer of het toestel zichtbaar beschadigd is. Een be‐ schadigde afwasautomaat mag u nooit in gebruik nemen.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid De afwasautomaat mag niet onder een kookvlak worden geïnstal‐ leerd. Een kookvlak straalt voor een deel hoge temperaturen af waardoor de afwasautomaat beschadigd zou kunnen raken. Om de‐ zelfde reden mag de afwasautomaat niet direct naast warmteprodu‐ cerende toestellen worden geplaatst die niet standaard tot de keu‐ kenuitrusting behoren (bijv. open vuren voor verwarmingsdoeleinden e.d.).
Opmerkingen omtrent uw veiligheid Het ingebouwde Waterproof System biedt een betrouwbare be‐ scherming tegen waterschade, maar alleen als aan de volgende voorwaarden is voldaan: – Het toestel moet volgens de voorschriften geïnstalleerd zijn. – Wanneer er duidelijk sprake is van schade, moet de afwasauto‐ maat worden hersteld of moeten de desbetreffende onderdelen worden vervangen. – De waterkraan moet bij lange afwezigheid (bijv. vakantie) worden dichtgedraaid.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid Wanneer de aansluitkabel beschadigd is, moet deze door een speciale aansluitkabel van hetzelfde type worden vervangen (ver‐ krijgbaar via de dienst Onderdelen en toebehoren van Miele). Om veiligheidsredenen mag de aansluitkabel alleen door een door Miele erkende vakman of vakvrouw of door de dienst Herstellingen aan huis van Miele worden vervangen.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid Deskundige plaatsing Neem bij het plaatsen en aansluiten van de afwasautomaat de montage-instructies op de montageschets in acht. Wees voorzichtig vóór en tijdens het plaatsen en installe‐ ren van de afwasautomaat. U loopt gevaar om u te verwon‐ den/snijden aan bepaalde metalen onderdelen. Draag be‐ schermende handschoenen. Om een perfecte werking te garanderen, moet u de afwasauto‐ maat waterpas plaatsen.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid Veilig gebruik Gebruik geen oplosmiddelen in de spoelruimte. Gevaar voor ex‐ plosies! Adem geen poedervormige reinigingsmiddelen in! Slik geen reini‐ gingsmiddelen in! Reinigingsmiddelen kunnen brandwonden in neus, mond en keel veroorzaken. Ga direct naar de dokter wanneer u een reinigingsmiddel hebt ingeademd of ingeslikt. U kunt u verwonden aan de geopende deur van de afwasauto‐ maat of u eraan stoten. Laat de deur niet onnodig openstaan.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid Gebruik uitsluitend speciaal grofkorrelig regenereerzout of ander zout dat speciaal is ontwikkeld voor afwasautomaten. Gebruik in geen geval andere soorten zout. Deze bevatten mogelijk bestandde‐ len die niet oplosbaar zijn in water en die een storing in de werking van de waterontharder veroorzaken.
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu Het wegdoen van het verpak‐ kingsmateriaal De verpakking beschermt het toestel tegen transportschade. Er werd voor milieuvriendelijk en recycleerbaar ver‐ pakkingsmateriaal gekozen.
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu Spaarzaam afwassen Deze afwasautomaat werkt uiterst wa‐ ter- en energiebesparend. U kunt nóg spaarzamer te werk gaan als u de volgende tips in acht neemt: – Benut de volledige capaciteit van de korven zonder de afwasautomaat te overladen. Zo wast u het efficiëntst af. – Kies een afwasprogramma dat past bij het soort vaatwerk en de mate waarin het vuil is. – Gebruik het programma ECO om energie te besparen.
Toestel voor het eerst in gebruik nemen Deur openen Deur sluiten Schuif de korven naar binnen. Druk de deur dicht. Zorg ervoor dat de deur vastklikt. Gevaar voor klemming! Steek uw handen niet tussen het toestel en de sluitende deur. Kinderbeveiliging Met de kinderbeveiliging kunt u voorko‐ men dat kinderen de deur van de af‐ wasautomaat openen. Pak de deur bij de deurgreep en trek aan de deurgreep om de deur te ope‐ nen.
Toestel voor het eerst in gebruik nemen Waterontharder Om goede afwasresultaten te bereiken, heeft de afwasautomaat zacht (kalkarm) water nodig. Bij hard water ontstaat er witte kalkaanslag op het vaatwerk en op de wanden van de spoelruimte. Water met een waterhardheid van 4 °d (0,7 mmol/l) en hoger moet daarom worden onthard. Daar wordt in de inge‐ bouwde waterontharder automatisch voor gezorgd. De waterontharder is ge‐ schikt voor een waterhardheid tot 70 °d (12,6 mmol/l).
Toestel voor het eerst in gebruik nemen Waterhardheid weergeven en instel‐ len Schakel de afwasautomaat uit met de toets als het toestel nog ingescha‐ keld is. Hou de toets Start ingedrukt en scha‐ kel tegelijkertijd de afwasautomaat in met de toets . Hou de toets Start minstens 4 secon‐ den ingedrukt, totdat het controle‐ lampje Start aangaat. De ingestelde waarde wordt weergege‐ ven in de cijfers achter de op het dis‐ play (zie tabel). Op het display wordt weergege‐ ven.
Toestel voor het eerst in gebruik nemen 22 °d mmol/l °f Display °d mmol/l °f Display 1 0,2 2 1 21 3,8 38 21 2 0,4 4 2 22 4,0 40 22 3 0,5 5 3 23 4,1 41 23 4 0,7 7 4 24 4,3 43 24 5 0,9 9 5 25 4,5 45 25 6 1,1 11 6 26 4,7 47 26 7 1,3 13 7 27 4,9 49 27 8 1,4 14 8 28 5,0 50 28 9 1,6 16 9 29 5,2 52 29 10 1,8 18 10 30 5,4 54 30 11 2,0 20 11 31 5,6 56 31 12 2,2 22 12 32 5,8 58 32 13 2,3 23 13 33 5,9 59 33
Toestel voor het eerst in gebruik nemen Wat u nodig hebt om het toe‐ stel voor het eerst in gebruik te nemen: – ca. 2 l water, – ca. 2 kg regenereerzout, – reinigingsmiddel voor huishoudelijke afwasautomaten, – naspoelmiddel voor huishoudelijke afwasautomaten. Elke afwasautomaat wordt in de fa‐ briek op zijn werking getest. Als ge‐ volg van deze tests blijft er water in het toestel achter. Dat betekent niet dat het toestel eerder door een andere consument is gebruikt.
Toestel voor het eerst in gebruik nemen Zoutreservoir vullen met zout Belangrijk! Wanneer u het zoutreser‐ voir voor de eerste keer met regene‐ reerzout wilt vullen, vul het dan eerst met ca. 2 l water. Zo kan het zout oplossen. Nadat u de afwasautomaat voor het eerst in gebruik hebt genomen, zit er altijd genoeg water in het zoutreser‐ voir. Haal de onderste korf uit de spoel‐ ruimte en draai de dop van het zout‐ reservoir open.
Toestel voor het eerst in gebruik nemen Controlelampje voor het bijvullen van zout Vul na afloop van een programma zout bij wanneer het controlelampje Zout brandt. Gevaar voor corrosie! Start na het vullen van het zoutreser‐ voir met zout altijd het programma Snel in combinatie met de program‐ maoptie Kort, zonder vaatwerk, zo‐ dat eventueel gemorste zoutresten kunnen worden verdund en daarna weggepompt. Het is mogelijk dat het controlelampje nog korte tijd blijft branden nadat u zout hebt bijgevuld.
Toestel voor het eerst in gebruik nemen Naspoelmiddel Naspoelmiddel is nodig om ervoor te zorgen dat het water tijdens het drogen als een film van het vaatwerk afloopt en dat het vaatwerk na het afwassen ge‐ makkelijker droogt. Het naspoelmiddel wordt in het na‐ spoelmiddelreservoir gegoten en bij het naspoelen in de ingestelde dosering automatisch toegevoegd. Gebruikt u uitsluitend combinatierei‐ nigingsmiddelen, dan hoeft u het na‐ spoelmiddelreservoir niet met na‐ spoelmiddel te vullen.
Toestel voor het eerst in gebruik nemen Controlelampje voor het bijvullen van naspoelmiddel Wanneer het controlelampje Naspoel‐ middel op het bedieningspaneel aan‐ gaat, is er nog genoeg naspoelmiddel voor 2 tot 3 afwasbeurten. Vul op tijd naspoelmiddel bij. Vul het naspoelmiddelreservoir totdat het naspoelmiddel in de vulopening zichtbaar is. In het naspoelmiddelreservoir kan ca. 110 ml. Sluit het klepje wel zo dat het duide‐ lijk vastklikt.
Toestel voor het eerst in gebruik nemen Naspoelmiddeldosering instellen Voor een optimaal resultaat kunt u de naspoelmiddeldosering aanpassen. De dosering is instelbaar in hoeveelhe‐ den van ca. 0-6 ml. In de fabriek is een naspoelmiddeldosering van ca. 3 ml in‐ gesteld. Deze naspoelmiddeldosering is aan te raden. De daadwerkelijke naspoelmiddeldose‐ ring kan door de automatische aanpas‐ sing van het programma Automatic ho‐ ger zijn dan de ingestelde waarde.
Vaatwerk en bestek in de afwasautomaat plaatsen Waar u bij het vullen van de af‐ wasautomaat op moet letten Verwijder de ergste etensresten van het vaatwerk. Het is niet nodig om het vaatwerk voor‐ af onder stromend water af te spoelen! Was vaatwerk met as, zand, was, smeervet of verf niet af in de af‐ wasautomaat. De afwasautomaat zou beschadigd raken door deze stoffen. U kunt elk stuk vaatwerk in principe overal in de korven plaatsen.
Vaatwerk en bestek in de afwasautomaat plaatsen Vaatwerk en bestek die niet geschikt zijn voor de afwasautomaat – Vaatwerk en bestek die óf helemaal óf voor een deel uit hout bestaan drogen uit en worden lelijk. Boven‐ dien houdt de lijm niet in de afwasau‐ tomaat. Het gevolg daarvan is dat houten grepen los kunnen raken. – Kunstvoorwerpen, waardevolle vazen of glazen met decoraties zijn niet vaatwasserbestendig. – Voorwerpen van niet-hittebestendige kunststof kunnen vervormen.
Vaatwerk en bestek in de afwasautomaat plaatsen Bovenste korf Neem voor het plaatsen van vaatwerk en bestek in de afwasautomaat ook de rubriek "Vaatwerk en bestek in de afwasautomaat plaatsen, Voorbeelden van plaatsing" in acht. Gebruik de afwasautomaat om veiligheidsredenen niet zonder bo‐ venste en onderste korf, behalve in het programma Zonder bovenrek (in‐ dien aanwezig). Plaats in de bovenste korf klein, licht en delicaat vaatwerk zoals schotel‐ tjes, kopjes, glazen, dessertschaaltjes enz.
Vaatwerk en bestek in de afwasautomaat plaatsen Ga als volgt te werk om de bovenste korf naar boven toe te verstellen: Trek de korf naar boven totdat deze vastklikt. Afwasautomaat met besteklade (model/toesteltype: zie typeplaatje) Ga als volgt te werk om de bovenste korf naar onderen toe te verstellen: Stand van de boven‐ ste korf Trek de hendels aan de zijkanten van de korf naar boven. Stel de gewenste positie in en laat de hendels weer vastklikken.
Vaatwerk en bestek in de afwasautomaat plaatsen Onderste korf Neem voor het plaatsen van vaatwerk en bestek in de afwasautomaat ook de rubriek "Vaatwerk en bestek in de afwasautomaat plaatsen, Voorbeelden van plaatsing" in acht. Plaats in de onderste korf groot en zwaar vaatwerk zoals borden, platte schotels, kookpotten, schalen enz. U kunt ook glazen, kopjes, dessert‐ bordjes, kommetjes voor ontbijtgra‐ nen en schoteltjes in de onderste korf plaatsen.
Vaatwerk en bestek in de afwasautomaat plaatsen Neerklapbare spikes (afhankelijk van het model) In de voorste spike-rijen kunt u borden, soepborden, platte schotels, schalen en schoteltjes plaatsen. U kunt de spike-rijen neerklappen om meer ruimte te krijgen voor grote stuk‐ ken vaatwerk, bijv. kookpotten, pannen en schalen. Druk de gele hendel naar beneden en klap de spike-rijen neer .
Vaatwerk en bestek in de afwasautomaat plaatsen Bestek 3D-besteklade (afhankelijk van het mo‐ del) Neem voor het plaatsen van vaatwerk en bestek in de afwasautomaat ook de rubriek "Vaatwerk en bestek in de afwasautomaat plaatsen, Voorbeelden van plaatsing" in acht. Plaats het bestek in de besteklade. Wanneer u messen, vorken en lepels als aparte groepen in de besteklade legt, kunt u ze er na afloop van het pro‐ gramma gemakkelijker uithalen.
Vaatwerk en bestek in de afwasautomaat plaatsen Bestekkorf (afhankelijk van het model) U kunt de bestekkorf op elke willekeu‐ rige plaats op de voorste spike-rijen van de onderste korf plaatsen. Plaats de bestekhouder indien nodig op de bestekkorf. Plaats bestek zo in de vakken van de bestekkorf dat de snijkanten van de messen en de punten van vorken be‐ neden zitten. Dat is veiliger.
Vaatwerk en bestek in de afwasautomaat plaatsen Voorbeelden van plaatsing Afwasautomaat met besteklade Bovenste korf Onderste korf 37
Vaatwerk en bestek in de afwasautomaat plaatsen Besteklade Sterk vervuild vaatwerk 38
Vaatwerk en bestek in de afwasautomaat plaatsen Afwasautomaat met bestekkorf Bovenste korf Onderste korf 39
Vaatwerk en bestek in de afwasautomaat plaatsen Bestekkorf Sterk vervuild vaatwerk 40
Bediening Reinigingsmiddel Gebruik uitsluitend reinigings‐ middelen voor huishoudelijke afwas‐ automaten. Soorten reinigingsmiddelen Moderne reinigingsmiddelen bevatten veel werkstoffen. De belangrijkste zijn: – Complexvormers binden de hard‐ heidvormende magnesium- en cal‐ ciumionen in het water en voorkomen daardoor kalkafzetting. – Alkaliteit is nodig om aangekoekt vuil los te weken. – Enzymen breken zetmeel af en los‐ sen eiwit op. – Bleekmiddel op basis van zuurstof verwijdert kleurvlekken (bijv.
Bediening Reinigingsmiddeldosering Neem bij het doseren van reinigings‐ middel de aanwijzingen in acht die vermeld staan op de verpakking van het reinigingsmiddel. Tenzij anders vermeld, doseert u een reinigingstablet of, volgens de mate waarin het vaatwerk vuil is, 20 tot 30 ml in vakje II. Wanneer het vaatwerk erg vuil is, kunt u een kleine hoeveel‐ heid extra reinigingsmiddel in vakje I doen.
Bediening Reinigingsmiddel doseren Druk op de openingstoets. Het klepje van het doseerbakje voor het reini‐ gingsmiddel springt open. Na afloop van een programma is het klepje van het doseerbakje voor het rei‐ nigingsmiddel altijd geopend. Doseer het reinigingsmiddel in de vakjes en sluit het klepje van het do‐ seerbakje voor het reinigingsmiddel. Sluit ook de verpakking van het reini‐ gingsmiddel. Het middel zou anders kunnen gaan klonteren.
Bediening Inschakelen Programma kiezen Controleer dat de sproeiarmen vrij kunnen draaien en niet worden ge‐ blokkeerd. Laat de keuze voor een programma af‐ hangen van het soort vaatwerk en de mate waarin het vuil is. Sluit de deur. In de rubriek "Programmaoverzicht" zijn de programma's beschreven en de toepassingen ervan. Draai de waterkraan open als deze nog dichtgedraaid is. Schakel de afwasautomaat in met de toets .
Bediening Programma starten Display Druk op de toets Start. Voordat een programma start, ver‐ schijnt op het display de duur van het gekozen programma in uren en minu‐ ten. Tijdens het programmaverloop ver‐ schijnt de resttijd en deze wordt weer‐ gegeven tot aan het einde van het pro‐ gramma. Het programma start. Het controlelampje Start brandt. Wanneer u een programma moet af‐ breken, doe dat dan alleen in de eerste minuten.
Bediening Energiebeheer Einde van het programma Tien minuten nadat u het laatst op een toets hebt gedrukt of na afloop van een programma schakelt de afwasautomaat vanzelf uit om energie te besparen (zie rubriek "Programmaopties, Optimalise‐ ring standby"). Wanneer op het display . wordt weergegeven, is het programma beëin‐ digd. Om de afwasautomaat weer in te schakelen, drukt u op de toets .
Bediening Uitschakelen Na afloop van het programma: U kunt de afwasautomaat op elk mo‐ ment uitschakelen met de toets . Schakelt u de afwasautomaat uit terwijl een programma bezig is, dan wordt het programma afgebroken. Ook een startuitsteltijd (FlexiTimer) die bezig is met aftellen, kunt u op die ma‐ nier afbreken. Draai veiligheidshalve de waterkraan dicht wanneer de afwasautomaat langere tijd niet wordt gebruikt, bijv. wanneer u op reis gaat.
Bediening Programma onderbreken Van programma wisselen Het programma wordt onderbroken zo‐ dra u de deur opent. Zodra u de deur weer sluit, gaat het programma na enkele seconden daar verder waar het is onderbroken. Is het klepje van het doseerbakje voor het reinigingsmiddel al geo‐ pend, wissel dan niet meer van pro‐ gramma.
Programmaopties Kort De optie "Kort" verkort de duur van de programma's waarvoor de optie be‐ schikbaar is. Het verbruik stijgt om een optimaal af‐ wasresultaat te bereiken. Schakel de afwasautomaat in met de toets . DosControl (Doseringscontro‐ le) Voor een optimaal afwasresultaat past de afwasautomaat het programmaver‐ loop automatisch aan aan het soort rei‐ nigingsmiddel dat u gebruikt. Afhanke‐ lijk van het programma kunnen de duur en het energieverbruik daardoor lichtjes wijzigen.
Programmaopties Controlelampjes voor het bij‐ vullen van zout en naspoelmid‐ del uitschakelen Als u steeds combinatiereinigingsmid‐ delen gebruikt en de controlelampjes voor het bijvullen van zout en naspoel‐ middel u storen, kunt u deze controle‐ lampjes uitschakelen. De werking van de doseringscontrole (DosControl) wordt daardoor niet beïnvloed. Schakel de afwasautomaat uit met de toets als het toestel nog ingescha‐ keld is.
Programmaopties Startuitstel U kunt de starttijd van een programma instellen, bijv. om gebruik te maken van het nachttarief. Daartoe kunt u de start van het programma tussen 30 minuten en 24 uur uitstellen. Bij een startuitstel tussen 30 minuten en 9 uur 30 minuten wordt de tijd ingesteld in stappen van 30 minuten. Een hogere startuitsteltijd wordt in stappen van 1 uur ingesteld. Bij het gebruik van het startuitstel moet u ervoor zorgen dat het do‐ seerbakje voor het reinigingsmiddel droog is.
Programmaopties Als Optimalisering standby ingescha‐ keld is (zie rubriek "Programmaopties, Optimalisering standby"), wordt het display na enkele minuten uitgescha‐ keld. Alleen het controlelampje Start knippert langzaam. Om het display weer gedurende en‐ kele minuten in te schakelen, drukt u op een willekeurige toets. De tijd wordt tot aan de start van het programma op het display afgeteld: bo‐ ven de 10 uur in stappen van uren en onder de 10 uur in stappen van minu‐ ten.
Programmaopties Automatic aanpassen Memory U kunt het programma Automatic aan‐ passen om erg hardnekkig vuil te ver‐ wijderen wanneer het vaatwerk globaal gezien niet erg vuil is. Met de optie "Memory" zorgt u ervoor dat het toestel het laatst gekozen pro‐ gramma onthoudt. Wanneer u na afloop van een program‐ ma de afwasautomaat uit- en weer in‐ schakelt of de deur opent en weer sluit, kiest het toestel automatisch direct het laatst gekozen programma in plaats van het programma ECO.
Programmaopties Optimalisering standby Druk 8 keer op de toets . In de fabriek is de optie "Optimalisering standby" ingeschakeld. Het controlelampje knippert 8 keer kort. Daardoor schakelt de afwasautomaat vanzelf uit enkele minuten nadat u het laatst op een toets hebt gedrukt of na afloop van een programma. Het toestel doet dat om energie te besparen.
Programmaopties Fabrieksinstellingen Druk 19 keer op de toets . U kunt alle instellingen resetten om de waarden te herstellen die in de fabriek zijn ingesteld. Het controlelampje knippert 1 keer lang en 9 keer kort. Schakel de afwasautomaat uit met de toets als het toestel nog ingescha‐ keld is. Hou de toets Start ingedrukt en scha‐ kel tegelijkertijd de afwasautomaat in met de toets . Hou de toets Start minstens 4 secon‐ den ingedrukt, totdat het controle‐ lampje Start aangaat.
Programmaoverzicht Programma Programmaverloop Voorspoelen Reinigen Tussen‐ spoelen °C 44 ECO 1) Automatic Naspoelen Drogen °C X 58 X Variabel programmaverloop, sensorgestuurde aanpassing aan de hoeveelheid vaatwerk en de etensresten Indien nodig 47-55 Indien nodig 65 X Normaal 55 °C X 55 X 68 X Intensief 75 °C 2x 75 X 68 X Speciaal X 44 X 68 X 40 X 45 X Snel 40 °C 1) Dit programma is voor de reiniging van normaal vervuild vaatwerk het efficiëntst qua energie- en wate
Programmaoverzicht Verbruik 2) Stroom 2) Duur 2) Water Koud water Warm water 15 °C Liter Koud water Warm water 55 °C 15 °C 55 °C kWh kWh u:min u:min 0,94 3) / 0,93 4) 0,59 3) / 0,58 4) 9,9 3:21 3:11 0,85 5) -1,35 6) 0,65 5) -0,90 6) 6,5 3) -16,0 4) 1:30-2:50 1:25-2:40 1,25 0,85 14,0 2:03 1:51 1,60 1,10 15,0 2:58 2:44 1,05 0,60 13,5 1:57 1:46 0,65 0,25 11,0 0:46 0:35 De opgegeven waarden zijn volgens EN 50242 berekend.
Programmaoverzicht Soort vaatwerk Gemengd nietdelicaat vaatwerk Soort etensresten Alle typisch huishoudelijke etensresten Programmaeigenschappen Variabel, sensorgestuurd verloop Ingekort verloop Korte programmaduur Temperatuurgevoelige glazen en vaatwerk van kunststof Recente etensresten die gemakkelijk loskomen Ingekort verloop Verloop met GlassCare Ingekort verloop Gemengd vaatwerk Water- en energiebesparend verloop Normale etensresten die lichtjes aangekoekt zijn Gemiddelde programmawaarden Ingek
Programmaoverzicht Programma Automatic Reinigingsmiddel Vakje I 2) Vakje II 2) - 25 ml of 1 tablet - 20 ml of 1 tablet 3) - 20 ml of 1 tablet - 25 ml of 1 tablet - 25 ml of 1 tablet 10 ml 25 ml of 1 tablet + Kort Snel 40 °C + Kort Speciaal + Kort ECO + Kort Normaal 55 °C + Kort Intensief 75 °C 2) 3) Zie rubriek "Reinigingsmiddel". Het is mogelijk dat bepaalde tabletten niet volledig oplossen.
Reiniging en onderhoud Controleer regelmatig (ongeveer om de 4 tot 6 maanden) heel uw afwas‐ automaat. De kans op storingen is daardoor kleiner. Alle oppervlakken zijn gevoelig voor krassen. Alle oppervlakken kunnen verkleuren of wijzigingen ondergaan wanneer ze in contact komen met ongeschikte reinigingsmiddelen. Spoelruimte reinigen Wanneer u altijd de juiste hoeveelheid reinigingsmiddel gebruikt, houdt u daarmee automatisch de spoelruimte schoon. Wanneer zich echter toch bijv.
Reiniging en onderhoud Front van het toestel reinigen Als vuil er langere tijd op inwerkt, kan het soms niet meer worden ver‐ wijderd en kunnen de oppervlakken verkleuren of wijzigingen ondergaan. Vuil verwijdert u het best direct. Reinig het front van het toestel met een schone sponsdoek, handafwas‐ middel en warm water. Wrijf het front vervolgens droog met een zachte doek. U kunt om te reinigen ook een scho‐ ne vochtige microvezeldoek zonder reinigingsmiddel gebruiken.
Reiniging en onderhoud Zeefcombinatie in de spoel‐ ruimte controleren Zeefcombinatie reinigen Schakel de afwasautomaat uit. Op de bodem van de spoelruimte be‐ vindt zich een zeefcombinatie. Deze zeefcombinatie houdt het ergste vuil te‐ gen dat in het afwaswater zit. Zo wordt voorkomen dat het vuil eerst in het cir‐ culatiesysteem en vervolgens via de sproeiarmen weer in de spoelruimte te‐ rechtkomt.
Reiniging en onderhoud Om de binnenkant van het tuitvormige gedeelte van de zeefcombinatie te kun‐ nen reinigen, moet u het eerst openen: Plaats de zeefcombinatie zo terug dat deze plat tegen de bodem van de spoelruimte aanligt. Doe dat door de greepjes naar elkaar toe te drukken (zie pijlen) en het klepje open te klappen . Vergrendel vervolgens de zeefcombi‐ natie door de greep van achteren naar voren te draaien, totdat de pijl‐ tjes naar elkaar toe wijzen.
Reiniging en onderhoud Sproeiarmen reinigen Het is mogelijk dat er etensresten vast gaan zitten in de sproeikoppen en de lagering van de sproeiarmen. Contro‐ leer de sproeiarmen daarom regelmatig (ongeveer om de 4 tot 6 maanden). Schakel de afwasautomaat uit. Verwijder de sproeiarmen als volgt: Trek (indien aanwezig) de besteklade naar buiten. Druk de bovenste sproeiarm om‐ hoog zodat de tanden in elkaar grijpen en schroef de sproeiarm af.
Wat gedaan als ... De meeste storingen en problemen die zich bij het dagelijkse gebruik kunnen voordoen, kunt u zelf verhelpen. In heel wat gevallen bespaart u tijd en kosten doordat u dan geen beroep hoeft te doen op de dienst Herstellingen aan huis van Miele. De volgende tabellen kunnen u helpen om de oorzaken van bepaalde storingen en problemen te vinden en deze te verhelpen.
Wat gedaan als ... Probleem Oorzaak en oplossing De controlelampjes Toevoer/Afvoer en Na‐ spoelmiddel knipperen tegelijkertijd. Op het display wordt het storingsnummer weergegeven. Er kan sprake zijn van een technische storing. Schakel de afwasautomaat uit met de toets . Schakel de afwasautomaat na enkele seconden weer in. Kies het gewenste programma. Druk op de toets Start. Knipperen de controlelampjes opnieuw, dan is er sprake van een technische storing.
Wat gedaan als ... Storingen in de watertoevoer Probleem Oorzaak en oplossing Het controlelampje Toe‐ De waterkraan is nog dichtgedraaid. voer/Afvoer knippert en Draai de waterkraan helemaal open. brandt vervolgens con‐ tinu. Het knipperen en continu branden wisse‐ len elkaar af De afwasautomaat stopt met afwassen. Het controlelampje Toe‐ voer/Afvoer knippert. Op het display wordt het storingsnummer of weergegeven. Voordat u de storing verhelpt: Schakel de afwasautomaat uit met de toets .
Wat gedaan als ... Algemene problemen met de afwasautomaat Probleem Oorzaak en oplossing De controlelampjes en het display zijn donker. De afwasautomaat schakelt automatisch uit om ener‐ gie te besparen. Schakel de afwasautomaat weer in met de toets . In het doseerbakje voor Het doseerbakje voor het reinigingsmiddel was nog het reinigingsmiddel vochtig toen het reinigingsmiddel werd gedoseerd.
Wat gedaan als ... Geluiden Probleem Oorzaak en oplossing Kloppend geluid in de spoelruimte Een sproeiarm slaat tegen vaatwerk. Onderbreek het programma en verplaats het vaat‐ werk dat in de weg zit van de sproeiarmen. Klapperend geluid in de Het vaatwerk in de spoelruimte beweegt. spoelruimte Onderbreek het programma en zet het vaatwerk goed vast. Er bevindt zich iets in de afvoerpomp (bijv. een ker‐ senpit).
Wat gedaan als ... Onbevredigend resultaat Probleem Oorzaak en oplossing Het vaatwerk is niet schoon. Het vaatwerk werd niet juist geplaatst. Neem de opmerkingen in acht die vermeld staan in de rubriek "Vaatwerk en bestek in de afwasau‐ tomaat plaatsen". Het programma was te zwak. Kies een sterker programma (zie rubriek "Program‐ maoverzicht"). Het gaat om hardnekkig vuil terwijl het vaatwerk glo‐ baal gezien niet erg vuil was (bijv. theeresten).
Wat gedaan als ... Probleem Oorzaak en oplossing Het vaatwerk wordt niet De naspoelmiddeldosering is te laag of het naspoel‐ droog of glazen en be‐ middelreservoir is leeg. stek vertonen vlekken. Vul het naspoelmiddelreservoir met naspoelmid‐ del, verhoog de dosering of kies bij de volgende vulling een ander naspoelmiddel (zie rubriek "Toe‐ stel voor het eerst in gebruik nemen, Naspoelmid‐ del"). Het vaatwerk werd te vroeg uit het toestel gehaald.
Wat gedaan als ... Probleem Oorzaak en oplossing Kunststofonderdelen zijn verkleurd. Natuurlijke kleurstoffen, bijv. uit wortels, tomaten of ketchup, kunnen hiervan de oorzaak zijn. De hoeveel‐ heid reinigingsmiddel of de bleekwerking van het rei‐ nigingsmiddel was te gering voor natuurlijke kleur‐ stoffen. Gebruik meer reinigingsmiddel (zie rubriek "Bedie‐ ning, Reinigingsmiddel"). Reeds verkleurde onderdelen krijgen de oorspron‐ kelijke kleur niet terug. Er is witte neerslag op het vaatwerk.
Wat gedaan als ... Probleem Oorzaak en oplossing Bestekonderdelen ver‐ tonen roestsporen. De desbetreffende bestekonderdelen zijn onvoldoen‐ de roestbestendig. Geen storing! Koop bestek dat vaatwasserbestendig is. Nadat u het zoutreservoir met regenereerzout hebt gevuld, werd geen programma gestart. Zoutresten zijn in het normale afwasproces terechtgekomen. Start na het vullen van het zoutreservoir met zout altijd het programma Snel in combinatie met de programmaoptie Kort, zonder vaatwerk.
Storingen verhelpen Filter in de watertoevoer reini‐ gen Ter bescherming van de watertoevoers‐ lang zit er in de schroefkoppeling (war‐ tel) een filter. Is die vuil, dan loopt er te weinig water in de spoelruimte. Het kunststofomhulsel van de wateraansluiting bevat een elektrisch onderdeel. Dompel het omhulsel dus niet in vloeistof.
Storingen verhelpen Afvoerpomp en terugslagklep reinigen Verwijder alle voorwerpen die de te‐ rugslagklep blokkeren. Als er zich water in de spoelruimte be‐ vindt na afloop van een programma, betekent dit dat het niet is wegge‐ pompt. Mogelijk wordt de afvoerpomp of de terugslagklep geblokkeerd door voorwerpen. Deze kunt u gemakkelijk verwijderen. Ontkoppel de afwasautomaat van het elektriciteitsnet. Daartoe schakelt u de afwasautomaat uit en trekt u de stekker uit het stopcontact.
Dienst Herstellingen aan huis van Miele Herstellingen Voor testinstituten Neem bij storingen of problemen die u niet zelf kunt verhelpen, contact op met: In de brochure met vergelijkende tests vindt u alle vereiste informatie over vergelijkende tests en geluidsme‐ tingen. Aarzel niet om deze up-to-date brochu‐ re aan te vragen door een e-mail te stu‐ ren naar: – uw Miele-handelaar of – de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren Voor deze afwasautomaat zijn afwas-, reinigings- en onderhoudsmiddelen ver‐ krijgbaar als mits toeslag verkrijgbaar toebehoren. Al deze producten zijn afgestemd op de Miele-toestellen. U kunt deze producten en tal van ande‐ re interessante producten bestellen via de Miele Online Shop (www.mieleshop.com). U kunt ze ook verkrijgen bij uw Mielehandelaar of via de dienst Onderdelen en toehoren van Miele.
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren Onderhoud van het toestel Toebehoren Er zijn reinigings- en onderhoudspro‐ ducten van Miele verkrijgbaar om uw Miele-afwasautomaat optimaal te on‐ derhouden. Het is mogelijk dat bepaald toebehoren al tot de standaarduitrusting van uw toestel behoort. Dit hangt af van het model.
Elektrische aansluiting De afwasautomaat is standaard voor‐ zien van een aansluitkabel met stekker voor aansluiting op een stopcontact met aarding. De afwasautomaat moet zo wor‐ den geplaatst dat het stopcontact vrij toegankelijk blijft. Gebruik om veiligheidsredenen geen verlengka‐ bel. Het gebruik van een verlengka‐ bel verhoogt bijv. het gevaar voor brand door oververhitting.
Wateraansluiting Het Waterproof System van Miele Bij vakkundige installatie geeft Miele de garantie dat het Waterproof System (WPS) een grondige bescherming tegen waterschade biedt tijdens de hele le‐ vensduur van de afwasautomaat. Watertoevoer Het water in de afwasautomaat is geen drinkwater! – De afwasautomaat mag worden aan‐ gesloten op koud of warm water tot maximaal 60 °C. Wanneer u beschikt over energiebe‐ sparende warmwaterbereiding, bijv.
Wateraansluiting Waterafvoer – In de afvoer van de afwasautomaat bevindt zich een terugslagklep, zodat er geen vuil water via de afvoerslang in de afwasautomaat terug kan stro‐ men. – De afwasautomaat is voorzien van een flexibele afvoerslang van ca. 1,5 m met een diameter van 22 mm bin‐ nenwerks. – De afvoerslang kan met nog een slang en met een verbindingsstuk worden verlengd.
Technische gegevens Model afwasautomaat Normaal XXL Hoogte vrijstaand toestel 84,5 cm (verstelbaar + 6,5 cm) - Hoogte inbouwtoestel 80,5 cm (verstelbaar + 6,5 cm) 84,5 cm (verstelbaar + 6,5 cm) Hoogte van de inbouwnis Vanaf 80,5 cm (+ 6,5 cm) Vanaf 84,5 cm (+ 6,5 cm) Breedte 59,8 cm 59,8 cm Breedte van de inbouwnis 60 cm 60 cm Diepte vrijstaand toestel 60 cm - Diepte inbouwtoestel 57 cm 57 cm Gewicht Max. 64 kg Max.
G 6100 / G 6105 nl-BE M.-Nr.