Gebruiksaanwijzing voor afwasautomaten Lees beslist de gebruiksaanwijzing en de montage-instructies voordat u uw afwasautomaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat. T M.-Nr.
Inhoudsopgave Inhoudsopgave Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Het apparaat in één oogopslag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Veiligheidsinstructies en waarschuwingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoudsopgave Bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Reinigingsmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Het doseren van reinigingsmiddel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Het kiezen van een programma. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Het inschakelen van de afwasautomaat . . . . . . .
Algemeen Algemeen Het apparaat in één oogopslag 1 Bovenste sproeiarm (niet zichtbaar) 8 Vier stelvoeten 2 Besteklade (afhankelijk van het model) 9 Zeefcombinatie 3 Bovenrek 4 Watertoevoer voor de middelste sproeiarm 11 Tweevaksdoseerbakje voor reinigingsmiddel 5 Middelste sproeiarm 12 Reservoir voor naspoelmiddel (met keuzeknop) 6 Waterhardheidsschakelaar 13 Typeplaatje 7 Onderste sproeiarm 4 10 Reservoir voor regenereerzout
Algemeen Bedieningspaneel 14 I-Aan-/0-Uit - toets 15 Controlelampjes voor het programmaverloop 16 Start - toets 17 Programmakeuzeschakelaar 18 Controlelampjes voor watertoevoer en waterafvoer, zout en naspoelmiddel 19 Kinderbeveiliging 20 Deuropener 21 Uitblaasopening van de droogventilator 5
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Deze afwasautomaat voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsbepalingen. Door ondeskundig gebruik kunnen personen echter letsel oplopen en kan er materiële schade ontstaan. Lees deze gebruiksaanwijzing daarom eerst aandachtig door voordat u dit apparaat in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt daarmee schade aan uw apparaat. Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Een afwasautomaat die beschadigd is kan uw veiligheid in gevaar brengen. Stel het apparaat meteen buiten werking als het beschadigd is en neem contact op met uw leverancier of met de Technische Dienst van Miele Nederland B.V. De kunststof behuizing van de Waterproofventielen bevat een elektrisch onderdeel. Dompel de behuizing niet in vloeistof! In de watertoevoerslang bevinden zich spanningsvoerende delen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Wees extra voorzichtig met apparaten met vrijliggend verwarmingselement Zorg ervoor dat u een vrijliggend verwarmingselement tijdens een programma-onderbreking of direct na afloop van een afwasprogramma niet aanraakt. U kunt zich daaraan verbranden. Kunststof servies kan smelten of vlam vatten wanneer het met het verwarmingselement in aanraking komt. Plaats kunststof servies daarom altijd in het bovenrek wanneer u niet zeker weet of het hittebestendig is.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Het Miele-Waterproofsysteem biedt een betrouwbare bescherming tegen waterschade, maar wel op de volgende voorwaarden: – Het apparaat moet volgens de voorschriften geïnstalleerd zijn. – Als er duidelijk sprake is van schade moet het apparaat worden gerepareerd, resp. moeten onderdelen worden vervangen. – De kraan moet bij langere afwezigheid (bijv. vakantie) worden dichtgedraaid.
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu Het wegdoen van het verpakkingsmateriaal De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Gekozen is voor verpakkingsmateriaal dat niet schadelijk is voor het milieu, op verantwoorde wijze kan worden afgedankt en dus voor hergebruik geschikt is. Hergebruik van het verpakkingsmateriaal vermindert de afvalproductie en het gebruik van grondstoffen. De vakhandelaar neemt de verpakking terug.
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt Wat u voor het eerste gebruik nodig heeft: – ca. 2 l water; – ca. 2 kg regenereerzout; – reinigingsmiddel voor huishoudafwasautomaten; – naspoelmiddel voor huishoudafwasautomaten. Iedere afwasautomaat wordt in de fabriek op zijn werking getest. Als gevolg van deze tests blijft er water in het apparaat achter. Dit water betekent niet dat het apparaat eerder door een andere consument is gebruikt.
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt Het openen van de deur Kinderbeveiliging Aan de voorkant van het bovenrek hangt een gele sleutel voor de kinderbeveiliging. Haal deze sleutel eraf voordat u de afwasautomaat in gebruik neemt en berg de sleutel buiten de automaat veilig op. Pak de greep. Trek de greep naar voren. Wanneer de deur wordt geopend terwijl de afwasautomaat in gebruik is, worden alle functies automatisch onderbroken. Het sluiten van de deur Schuif de rekken naar binnen.
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt Waterontharder Om goede reinigingsresultaten te bereiken heeft de afwasautomaat zacht (kalkarm) water nodig. Bij hard water ontstaat er witte kalkaanslag op het vaatwerk en op de wanden van de spoelruimte. Leidingwater met een waterhardheid van 4° dH (0,7 mmol/l) en hoger moet daarom worden onthard. Daar wordt in de ingebouwde waterontharder automatisch voor gezorgd.
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt Het programmeren en instellen van de waterontharder U moet met de programmakeuzeschakelaar de hardheid van uw leidingwater programmeren. De waterhardheidsschakelaar in de spoelruimte moet u daarna ook nog eens instellen conform de hardheid van uw leidingwater. Het programmeren van de hardheid van uw leidingwater Schakel de afwasautomaat met de I-Aan-/0-Uit - toets uit. Draai de programmakeuzeschakelaar op "Einde/Reset".
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt Druk de Start - toets in. Het controlelampje "Start" brandt. Draai de programmakeuzeschakelaar op "Einde / Reset". Schakel de afwasautomaat met de I-Aan-/0-Uit - toets uit. De geprogrammeerde leidingwaterhardheid is nu opgeslagen. Het instellen van de waterhardheidsschakelaar Stel de waterhardheidsschakelaar in de spoelruimte precies volgens de volgende tabel in.
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt Het controleren van de geprogrammeerde hardheid van uw leidingwater Schakel de afwasautomaat met behulp van de I-Aan/0-Uit - toets uit. Draai de programmakeuzeschakelaar op "Einde/Reset". Druk op de Start - toets, houd deze ingedrukt en schakel de afwasautomaat tegelijk met behulp van de I-Aan-/0-Uit - toets in. Laat de Start - toets binnen 2 seconden weer los. Het controlelampje "Zout" knippert.
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt Het doseren van regenereerzout Als u het zoutreservoir voor de eerste keer met regenereerzout wilt vullen, vul het dan eerst met ca. 2 l water. Zo kan het zout oplossen. Nadat u de afwasautomaat in gebruik hebt genomen zit er altijd genoeg water in het reservoir. Haal het onderrek uit de spoelruimte en draai de dop van het zoutreservoir open. Vul het zoutreservoir voordat u het apparaat voor de eerste keer gebruikt met ca. 2 l water.
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt Controlelampje "Zout" Attentie Zolang het controlelampje "Zout" in het bedieningspaneel niet brandt, zit er nog genoeg zout in het reservoir. Het controlelampje "Zout" gaat ook branden wanneer er geen regenereerzout in het reservoir zit daar de hardheid van uw leidingwater onder de 4 °dH ligt.
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt Naspoelmiddel Het doseren van naspoelmiddel Naspoelmiddel is nodig om ervoor te zorgen dat het water tijdens het drogen als een film van het vaatwerk afloopt en het vaatwerk na het spoelen droogt zonder dat het vlekken gaat vertonen. Het naspoelmiddel wordt in het reservoir voor naspoelmiddel gedoseerd en bij het naspoelen in de ingestelde hoeveelheid automatisch toegevoegd.
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt Controlelampje "Naspoelmiddel" Zolang het controlelampje "Naspoelmiddel" in het bedieningspaneel niet brandt, zit er nog genoeg naspoelmiddel in het reservoir. Doseer zoveel naspoelmiddel totdat het in het zeefje in de vulopening zichtbaar is. In het naspoelmiddelreservoir kan ca. 130 ml. Sluit het klepje en wel zo dat het duidelijk vastklikt. Is het klepje niet goed gesloten dan kan er tijdens het spoelen water in het naspoelmiddelreservoir lopen.
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt Het instellen van de hoeveelheid te doseren naspoelmiddel De te doseren hoeveelheid naspoelmiddel is met behulp van de keuzeknop instelbaar. Men kan kiezen tussen 6 standen. Vanuit de fabriek is de keuzeknop (zie pijl) op stand 3 ingesteld. Er wordt dan per programma ca. 3 ml naspoelmiddel verbruikt. Deze stand wordt geadviseerd. Vertoont het vaatwerk vlekken: zet de keuzeknop dan op een hogere stand.
Het inruimen van serviesgoed en bestek Het inruimen van serviesgoed en bestek Waar u bij het inruimen van serviesgoed en bestek op moet letten Verwijder de ergste etensresten van het vaatwerk. Het is niet nodig om het vaatwerk van te voren onder stromend water af te spoelen! Was vaatwerk met as, zand, was, smeervet of verf niet in de afwasautomaat. As wordt niet opgelost, maar in de spoelruimte verdeeld. Door was, smeervet en verf raakt de afwasautomaat beschadigd.
Het inruimen van serviesgoed en bestek Voorbeelden van het inruimen Kopjesrek Bovenrek Klap het kopjesrek omhoog om hoog serviesgoed te kunnen inruimen. Plaats in het bovenrek klein, licht en teer serviesgoed zoals kopjes, schoteltjes, glazen en dessertschaaltjes. U kunt er ook een plat steelpannetje in plaatsen. Leg erg lang bestek zoals soeplepels, pollepels en lange messen dwars aan de voorkant van het bovenrek.
Het inruimen van serviesgoed en bestek Het verstellen van het bovenrek (afhankelijk van het model) Om in het boven- of onderrek meer plaats te krijgen voor hoger serviesgoed kunt u het bovenrek in hoogte verstellen. U kunt kiezen tussen 3 standen met een verschil van telkens ca. 2 cm. U kunt het bovenrek ook schuin plaatsen, nl. met één kant hoog en met één kant laag. Let er echter op dat u het rek zonder problemen in de spoelruimte kan schuiven. Afhankelijk van de stand van het bovenrek kunt u bijv.
Het inruimen van serviesgoed en bestek Onderrek Hoogte-indicator Plaats in het onderrek groot en zwaar serviesgoed zoals borden, platte schotels, potten en schalen. U kunt ook ontbijtbordjes of schoteltjes in het onderrek zetten. Plaats geen dun en fijn glaswerk in het onderrek, want daarvoor is een aparte inzet of een apart onderrek noodzakelijk. Met de beugel aan het bovenrek kunt u zien hoe hoog het serviesgoed in het onderrek mag zijn, zonder dat de middelste sproeiarm daar tegenaan komt.
Het inruimen van serviesgoed en bestek Fleshouder (afhankelijk van het model) Bestek Met de fleshouder kunt u smal serviesgoed zoals melk- of babyflessen afwassen. U kunt de fleshouder op de wit gemarkeerde plaatsen in het onderrek plaatsen. Plaats de houder niet in het midden of in de hoeken, want het water kan dan niet in de binnenkant van de fles komen en de fles wordt zo niet goed schoon.
Het inruimen van serviesgoed en bestek Lepelhouders voor de bestekkorf Met de bijgevoegde houders kunt u sterk vervuilde lepels, bijv. eetlepels en groentenlepels afwassen. Doordat de lepels in deze houders apart worden opgehangen liggen ze niet op elkaar en kan het water er beter bij. Plaats de lepels in de houders met de grepen beneden. Laat tussen de lepels telkens een plaats vrij. Plaats als dat nodig is een houder aan de voorkant en een houder aan de achterkant van de bestekkorf.
Het inruimen van serviesgoed en bestek Afwasautomaat met besteklade (SC) Wanneer u messen, vorken en lepels apart in de besteklade legt, kunt u ze er na het afwasprogramma makkelijker uithalen en opbergen. Leg de messen met de snijkanten en de vorken met de tanden tussen de opstaande kammen. Leg de lepels daarentegen met de grepen tussen de opstaande kammen. Leg de lepels met de grepen tussen de opstaande kammen.
Het inruimen van serviesgoed en bestek Serviesgoed en bestek die niet geschikt zijn voor de afwasautomaat – Serviesgoed en bestek die óf helemaal óf voor een deel uit hout bestaan drogen uit en worden lelijk. Bovendien houdt de lijm niet in de afwasautomaat. Het gevolg daarvan is dat houten grepen los kunnen raken. – Kunstvoorwerpen, antieke vazen of glazen met decoraties zijn niet bestand tegen de afwasautomaat. – Voorwerpen van niet hittebestendig kunststof kunnen vervormen.
Bediening Bediening Reinigingsmiddelen Gebruik uitsluitend reinigingsmiddelen voor huishoudafwasautomaten. Er zijn op het moment drie soorten reinigingsmiddelen in de handel: 1. Fosfaathoudend en chloorhoudend 2. Fosfaathoudend en chloorvrij U kunt poedervormige of vloeibare reinigingsmiddelen of reinigingstabletten gebruiken. Doseer poedervormige of vloeibare reinigingsmiddelen in de reinigingsmiddelvakjes.
Bediening Chloorvrije reinigingsmiddelen hebben een geringere blekende werking op natuurlijke kleurstoffen dan chloorhoudende, wat er bijv. toe kan leiden dat vaatwerk nog aanslag van theeresten vertoont of dat kunststof vaatwerk verkleurt. Deze verschijnselen worden uitsluitend veroorzaakt door het reinigingsmiddel en niet door de werking van de afwasautomaat.
Bediening Doseerhulp In vakje I kan maximaal 20 m en in vakje II kan maximaal 70 ml reinigingsmiddel. In vakje II zijn markeringen aangebracht om het doseren makkelijker te maken: 20, 25, 30. Wanneer de deur 90° geopend is geven deze streepjes in ml aan hoeveel reinigingsmiddel er ongeveer in zit. Open het klepje van het reinigingsmiddeldoseerbakje door het knopje opzij te drukken. Na afloop van een afwasprogramma is het klepje van het reinigingsmiddelbakje altijd geopend.
Bediening Betrieb Het kiezen van een programma Laat de keuze voor een programma steeds afhangen van het soort vaatwerk en de mate waarin dat is vervuild. In de meeste gevallen zult u het programma "Normaal", één van de programma’s "Universeel" of het programma "Universeel extra" kiezen. Deze programma’s zijn optimaal berekend voor de dagelijkse afwas. In het programma-overzicht aan het einde van deze gebruiksaanwijzing zijn de programma’s beschreven en de toepassingsmogelijkheden ervan.
Bediening Het inschakelen van de afwasautomaat Controleer of de sproeiarmen vrij kunnen draaien en niet worden geblokkeerd. Sluit de deur van de afwasautomaat. Draai de waterkraan open indien deze nog gesloten is. Druk de I-Aan-/0-Uit - toets (14) in. Het controlelampje "Start" (16) brandt. Het starten van een programma Neem bij het kiezen van een programma het programma-overzicht aan het einde van de gebruiksaanwijzing in acht.
Bediening Controlelampjes voor het programmaverloop (15) Het uitschakelen van de afwasautomaat Het controlelampje "Spoelen" brandt in de programmafases "Voorspoelen", "Reinigen", "Tussenspoelen" en "Naspoelen". Schakel de automaat na afloop van het programma uit en wel door Het controlelampje "Drogen" brandt in de programmafase "Drogen". Het controlelampje "Einde" brandt na afloop van het programma.
Bediening Het onderbreken van het programma Het afwasprogramma wordt onderbroken, zodra u de deur opendoet. Wanneer u de deur weer dichtdoet, gaat het programma daar verder, waar het is onderbroken. Wanneer het water in de afwasautomaat heet is, loopt u het risico om zich te verbranden. Als u de deur beslist moet openen, doe dat dan zeer voorzichtig. Laat de deur voordat u die weer sluit ca. 20 seconden op een kier staan, zodat de temperatuur zich in de spoelruimte kan verdelen.
Bediening Het uitruimen van de afwasautomaat Heet serviesgoed breekt snel! Laat het serviesgoed daarom na het uitschakelen van de automaat zo lang in de afwasautomaat afkoelen, totdat u het goed kunt vastpakken. Wanneer u de deur na het uitschakelen van de automaat helemaal opent, koelt het vaatwerk sneller af. Ruim eerst het onderrek, dan het bovenrek en tenslotte de besteklade uit, wanneer deze aanwezig is.
Reiniging en onderhoud Reiniging en onderhoud Controleer regelmatig - ongeveer 2 tot 3 keer per jaar - de algehele toestand van uw afwasautomaat. De kans op storingen is daardoor geringer. Zonder zeven mag niet worden afgewassen! Het reinigen van de zeven in de spoelruimte Op de bodem van de spoelruimte bevindt zich een zeefcombinatie. Deze zeefcombinatie houdt het ergste vuil tegen dat in het afwaswater zit.
Reiniging en onderhoud Om de binnenkant van het tuitvormige gedeelte van de zeefcombinatie te reinigen moet u de sluiting opendoen. Plaats de zeefcombinatie zo terug, dat ze plat tegen de bodem van de spoelruimte aanligt. Doe dat door de gele vergrendeling naar achteren te trekken. Vergrendel de zeefcombinatie door de greep van rechts naar links te draaien. Reinig alle delen met een afwasborstel onder stromend water. Doe daarna de sluiting dicht. De vergrendeling moet daarbij vastklikken.
Reiniging en onderhoud Het reinigen van de sproeiarmen Trek het onderrek naar buiten. Het is mogelijk dat er etensresten vast gaat zitten in de sproeikoppen en de lagering van de sproeiarmen. Controleer de sproeiarmen derhalve regelmatig - ongeveer 2 tot 3 keer per jaar. Schakel de afwasautomaat eerst uit. Verwijder de sproeiarmen als volgt: Trek (indien aanwezig) de besteklade naar buiten. Druk de bovenste sproeiarm omhoog, zodat de tanden in elkaar grijpen en schroef de sproeiarm er af.
Reiniging en onderhoud Het reinigen van de spoelruimte Wanneer u altijd de juiste hoeveelheid reinigingsmiddel gebruikt houdt u daarmee automatisch de spoelruimte schoon. Wanneer zich echter toch kalk of vet heeft afgezet, kunt u deze aanslag met een speciaal reinigingsmiddel verwijderen. Deze speciale reinigingsmiddelen zijn in de handel te verkrijgen. Het reinigen van de deurdichting en de deur Neem de deurdichtingen regelmatig met een vochtige doek af en verwijder de etensresten.
Nuttige tips Nuttige tips De meeste problemen die zich bij het dagelijkse gebruik voordoen kunt u zelf oplossen. Doordat u dan geen beroep hoeft te doen op de Technische Dienst, bespaart u tijd en kosten! Het nu volgende overzicht kan u helpen om de oorzaken van een probleem te vinden en uit de wereld te helpen. Vergeet echter niet: Reparaties mogen uitsluitend door vakmensen worden uitgevoerd. Door ondeskundige reparaties kan de gebruiker grote risico’s lopen.
Nuttige tips Probleem Mogelijke oorzaak Het controlelampje "Watertoevoer / Waterafvoer" knippert en de automaat stopt met afwassen. Probleem bij de watertoevoer Probleem bij de waterafvoer Misschien zit er water in de spoelruimte. Oplossing Voordat u het probleem gaat oplossen: – Draai de programmakeuzeschakelaar op "Einde / Reset". – Schakel de afwasautomaat met de I-Aan-/ O-Uit - toets uit. – Draai de kraan helemaal open. – Controleer het zeefje in de watertoevoer en reinig het indien nodig.
Nuttige tips Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing De controlelampjes "Einde" en "Start" knipperen tegelijk. Er kan sprake zijn van een technische storing. Er is in de spoelruimte een kleppend geluid te horen. De sproeiarm slaat tegen een stuk servies aan. Er is in de spoelruimte een klepperend geluid te horen. In de spoelruimte zijn er stukken serviesgoed aan het klepperen. – Draai de keuzeschakelaar op "Einde / Reset". – Schakel de afwasautomaat met de I-Aan-/ 0-Uit - toets uit.
Nuttige tips Probleem Mogelijke oorzaak Terwijl de automaat werkt hoort u een fluitend geluid. De glijringdichting van de circulatiepomp fluit enige tijd. De oorzaak kan het reinigingsmiddel zijn. Er is in de waterleiding een kleppend geluid te horen. Het vaatwerk wordt niet droog of er zitten vlekken op de glazen en het bestek. Het vaatwerk is niet schoon. Oplossing Is geen probleem. Probeer een ander reinigingsmiddel. Houdt het fluiten niet op, neem dan contact op met de Technische Dienst.
Nuttige tips Probleem Mogelijke oorzaak Het vaatwerk is niet schoon. Het programma is niet krachtig genoeg. Er zit nog thee of lippenstift op het servies. 46 Oplossing Kies een krachtiger programma. Zie: "Programma-overzicht" aan het einde van deze gebruiksaanwijzing. Er is te weinig reinigings- Gebruik meer reinigingsmiddel gedoseerd. middel. Zie hoofdstuk: "Bediening". De sproeiarmen zijn door Plaats het servies anders te hoog serviesgoed ge- en draai de sproeiarmen blokkeerd geweest.
Nuttige tips Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Het serviesgoed en be- Er is te weinig naspoelstek zijn wit uitgeslagen. middel gedoseerd. Glazen zijn wit geworden. Aanslag is te verwijdeEr zit geen zout in het ren. zoutreservoir. Doseer meer naspoelmiddel. Zie hoofdstuk: "Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt". Doseer regenereerzout. Zie hoofdstuk: "Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt’.
Nuttige tips Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Kunststof stukken vaatwerk zijn verkleurd. Gebruik een grotere hoeveelheid reinigingsmiddel of een chloorhoudend reinigingsmiddel. Zie hoofdstuk: "Bediening". Vaatwerk dat al verkleurd is krijgt zijn oorspronkelijke kleur niet terug. Zet de dop er recht op en draai hem goed dicht. Het klepje van het reinigingsmiddeldoseerbakje gaat niet goed dicht. Mogelijke oorzaak daarvan zijn natuurlijke kleurstoffen in bijv. wortels, tomaten en ketchup.
Het verhelpen van storingen Het verhelpen van storingen Het reinigen van het zeefje in de schroefkoppeling van de watertoevoer Om de watertoevoerslang tegen verontreinigingen in het leidingwater te beschermen is in de schroefkoppeling een zeefje ingebouwd. Wanneer het zeefje vuil is dan loopt er te weinig water in de spoelruimte. Zie paragraaf: "Het controleren van de waterstand". De kunststof behuizing van de Waterproofventielen bevat een elektrisch onderdeel. Dompel dit niet in vloeistof.
Het verhelpen van storingen Het controleren van de waterstand Wanneer de waterdruk (bij het aftappunt) lager is dan 1,0 bar, stroomt er te weinig water in de spoelruimte en worden het servies en het bestek niet schoon. Controleer of er genoeg water in de spoelruimte stroomt. Draai de waterkaan helemaal open. Laat het programma "Voorspoelen" zonder vaatwerk helemaal aflopen, zodat de waterwegen vollopen. Start het programma "Voorspoelen" opnieuw. Doe na ca.
Het verhelpen van storingen Het verhogen van de waterstand Wanneer de waterdruk lager is dan 1,0 bar, stroomt er te weinig water in de spoelruimte. Zie paragraaf: "Het controleren van de waterstand". In dit geval moet u de waterstand verhogen. Dat doet u als volgt: Draai de programmakeuzeschakelaar op "Spaar 45°". – Wanneer het controlelampje "Start" niet brandt dan is de waterstand normaal. – Wanneer het controlelampje "Start" wel brandt dan is de waterstand verhoogd.
Het verhelpen van storingen Het reinigen van de afvoerpomp en de terugslagklep Is het water na afloop van een programma niet afgepompt, dan kan dat verschillende oorzaken hebben. Het is mogelijk dat de afvoer door vetaanslag verstopt is geraakt. Om vetaanslag te voorkomen kunt u de afvoer het beste 1 x per 2 maanden met een machinereiniger behandelen. Hoe u dat moet doen kunt u op de verpakking lezen. Een andere mogelijkheid is dat bepaalde voorwerpen de afvoerpomp of de terugslagklep blokkeren.
Het verhelpen van storingen Til de terugslagklep omhoog, verwijder de klep en spoel hem onder stromend water goed af. Verwijder alle voorwerpen die de terugslagklep blokkeren. Onder de terugslagklep bevindt zich de afvoerpomp (zie pijl). Verwijder alle voorwerpen die de afvoerpomp blokkeren. Let erop dat glassplinters bijzonder moeilijk zijn te zien. Draai daartoe het loopwiel van de afvoerpomp met de hand. Zet de terugslagklep weer zorgvuldig op zijn plaats en sluit de afsluitbeugel.
Technische Dienst Technische Dienst Reparaties Mocht u een opgetreden storing ondanks bovenstaande tips niet zelf kunnen verhelpen, neem dan contact op met: – de Miele-vakhandel of – de Technische Dienst van Miele Nederland B.V. Het adres en diverse telefoonnummers vindt u op de achterzijde van deze gebruiksaanwijzing. Programma-actualisering Reinigingsmiddelen, afwasgewoonten en afwasvoorschriften zullen in de toekomst veranderingen ondergaan.
Extra toebehoren Extra toebehoren Voor een nog efficiënter gebruik van de afwasautomaat Wanneer u ... hebt u nodig ... ... flessen wilt afwassen, bijv. melk- of babyflessen ... een fleshouder ... wijnglazen met een lange steel wilt afwassen ... een inzet voor glazen die in het bovenrek wordt geplaatst .... grote borden wilt afwassen .... een inzet voor borden met een doorsnede van max. 32 cm.
Instructies voor vergelijkende onderzoeken Instructies voor vergelijkende onderzoeken Onderzoeksnorm: EN 50242 / IEC 704 Standaardprogramma Spaar 45 ° voor vergelijkende onderzoeken (energie-etiket): Tip: Wanneer het programma "Universeel Extra 55°" voor normaal vervuild vaatwerk wordt gebruikt, zijn de reinigings- en droogresultaten beter, duurt het programma korter maar wordt er meer energie verbruikt.
Instructies voor vergelijkende onderzoeken Afwasautomaat met bestekkorf Lepelhouders voor bestekkorf: Bovenrek Plaats de twee bijgevoegde lepelhouders op de bestekkorf. Zie hoofdstuk: "Het inruimen van serviesgoed en bestek". Plaats in iedere houder zes eetlepels.
Instructies voor vergelijkende onderzoeken Afwasautomaat met besteklade Bovenrek Besteklade 58 Onderrek
Transport Transport Let wanneer u de afwasautomaat wilt transporteren, bijv. bij een verhuizing, op het volgende: – Ruim de afwasautomaat uit. – Maak alle losse onderdelen vast, bijv. slangen, kabels en bestekkorf. – Transporteer de afwasautomaat rechtop. Alleen in uitzonderingsgevallen mag de automaat op zijn rug worden getransporteerd. De afwasautomaat mag niet op zijn kant of op de deur liggend worden getransporteerd, omdat er dan resten water uit kunnen lopen.
Programma-overzicht Programma-overzicht Programma Toepassing Reinigingsmiddel chloorvrij 1) Vakje II (Reinigen) chloorhoudend 2) Vakje I (Voorspoelen) Vakje II (Reinigen) Universeel 55 ° Voor normaal vervuild vaatwerk 100 % 20 % 80 % Universeel extra 55 ° Als Universeel 55°, maar met een langere reinigingstijd voor normaal vervuild vaatwerk met ingedroogde etensresten Bijzonder geschikt voor chloorvrije reinigingsresten Als Universeel 55 °, maar met een verhoogde reinigingstemperatuur voor ingedr
Programma-overzicht Programmaverloop Verbruik Stroom Reinigen Tussen2. 1. spoelen VoorVoorspoelen spoelen X X X X Duur kWh Water Minuten (ca.
Technische gegevens Technische gegevens Model afwasautomaat Hoogte vrijstaande afwasautomaat Hoogte inbouwafwasautomaat Breedte Breedte van de inbouwnis Diepte Diepte bij geopende deur Gewicht: Vrijstaande afwasautomaat Vrijstaande afwasautomaat SC# Onderbouwafwasautomaat Onderbouwafwasautomaat SC# Inbouwafwasautomaat Inbouwafwasautomaat SC# Spanning Aansluitwaarde Zekering Keurmerk Waterdruk Warmwateraansluiting Opvoerhoogte Afpomplengte Aansluitkabel Beladingscapaciteit G 640 - G 649 85 cm (verstelbaar +
Wijzigingen voorbehouden/ (G648/G649) / 000 0600 Dit papier bestaat uit 100% chloorvrij gebleekte cellulose en is dus minder belastend voor het milieu.