Gebruiksaanwijzing Reinigings- en desinfectieautomaat G 7862 Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat. nl - NL M.-Nr.
Inhoud Veiligheidsinstructies en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Op het apparaat aangebrachte symbolen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Bestemming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Een bijdrage aan de bescherming van het milieu. . . . . . . . . .
Inhoud Weergave programmaverloop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37 Programma-einde . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37 Uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 Programma afbreken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 Programmeerfuncties . . . . . . . . . . .
Inhoud Service . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64 Plaatsing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65 Plaatsing onder een werkblad . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65 Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67 Wateraansluiting . . . . . .
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Dit apparaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Bij ondeskundig gebruik echter kunnen personen letsel oplopen en kan er materiële schade ontstaan. Lees de gebruiksaanwijzing daarom aandachtig door voordat u het apparaat voor het eerst gebruikt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het apparaat. Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ Wees voorzichtig in de omgang met proceschemicaliën (reinigings- en neutralisatiemiddelen, reinigingsversterkers, naspoelmiddelen, etc.)! Dit zijn vaak bijtende en irriterende stoffen. Neem de geldende veiligheidsvoorschriften in acht. Draag een veiligheidsbril en handschoenen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Neem de volgende aanwijzingen in acht om de kwaliteit te waarborgen bij de behandeling van medische producten. U vermijdt daarmee risico's voor de patiënten, alsmede schade aan apparaat en spoelgoed! ~ Indien het apparaat gebruikt is voor ontsmettingen die van overheidswege zijn voorgeschreven, moeten bij reparatie of vervanging de dampcondensator, de verbindingen van de dampcondensator met de spoelruimte en de afvoer van het apparaat worden gedesinfecteerd.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ Om schade te voorkomen aan de automaat en de gebruikte toebehoren (door inwerking van proceschemicaliën, verontreinigingen en de wisselwerking tussen deze stoffen) dient u de aanwijzingen uit het hoofdstuk "Chemische procestechniek" in acht te nemen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Gebruik van toebehoren Het afdanken van het apparaat ~ Voor speciale toepassingen mogen alleen Miele-hulpapparaten worden aangesloten. Informeer bij Miele naar de mogelijkheden. ~ Houdt u er rekening mee dat het apparaat door bloed of andere lichaamsvloeistoffen gecontamineerd kan zijn. Decontamineer het apparaat daarom voordat u het wegdoet. Verwijder met het oog op de veiligheid en het milieu alle resten proceschemicaliën.
Bestemming Met deze reinigings- en desinfectieautomaat kunt u voor hergebruik bedoelde medische producten reinigen, spoelen en desinfecteren (thermisch dan wel chemo-thermisch). Houdt u zich daarbij ook aan de aanwijzingen van de fabrikanten van de medische producten (EN ISO 17664).
Algemeen a Aan/Uit-toets I-0 b Deuropener a c Tijddisplay/display d Wisseltoets ß voor het weergeven van: - de bereikte temperatuur - de cumulatieve tijd - het actieve spoelblok e Toets "Drogen 0" met controlelampje f Starttoets 6 met controlelampje g Programmaverloop: k Regenereren I Voorspoelen l Reinigen H Spoelen / Naspoelen c Drogen r Programma-einde h Controlelampjes: p / 6 Watertoevoer / -afvoer k Regenereerzout w Neutralisatiemiddel H Naspoelmiddel 8 DOS Optische interface voor Miele; bij aangeslo
Algemeen a Aansluiting voor DOS-module K 60 voor vloeibaar reinigingsmiddel (achterkant) f Duo-reservoirs voor naspoel- of neutralisatiemiddel (met doseerinstelling) b Inspectiepaneel g Niveau-indicatoren voor naspoel- of neutralisatiemiddel c Zeefcombinatie Achterkant: d Zoutreservoir (voor regenereerzout) – Interfacestekker RS 232 (optie) e Doseerbakje voor poedervormige reinigingsmiddelen 12
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu Het verpakkingsmateriaal Het afdanken van het apparaat De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen met het oog op een zo gering mogelijke belasting van het milieu en de mogelijkheden voor recycling. Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten vaak nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die voor het functioneren en de veiligheid van het apparaat nodig waren.
Het openen en sluiten van de deur Elektrische deurvergrendeling Het apparaat is voorzien van een elektrische deurvergrendeling. U kunt de deur alleen openen als: ^ het apparaat elektrisch is aangesloten en ^ de Aan/Uit-toets I-0 op "Aan" is gezet. Deur openen a ^ Druk de deuropener tot de aanslag in, pak tegelijk de greep vast en open de deur.
Waterontharder Voor een optimaal reinigingsresultaat moet de automaat kunnen beschikken over zacht (kalkarm) water. Bij hard water ontstaan er witte afzettingen op het spoelgoed en de wanden van de spoelruimte. Water met een hardheid van meer dan 4 °d (0,7 mmol/l) moet dan ook worden onthard. Dit gebeurt automatisch in de ingebouwde ontharder. – De waterontharder werkt met regenereerzout. – De automaat moet nauwkeurig worden ingesteld op de waterhardheid in uw regio.
Waterontharder Tabel instelling waterontharder 16 °d mmol/l °f Instelling °d mmol/l °f Instelling 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 0,2 0,4 0,5 0,7 0,9 1,1 1,3 1,4 1,6 1,8 2,0 2,2 2,3 2,5 2,7 2,9 3,1 3,2 3,4 3,6 3,8 4,0 4,1 4,3 4,5 4,7 4,9 5,0 5,2 5,4 5,6 5,8 5,9 6,1 6,3 6,5 6,7 6,8 7,0 2 4 5 7 9 11 13 14 16 18 20 22 23 25 27 29 31 32 34 36 38 40 41 43 45 47 49 50 52 54 56 58 59 61 63 65 67 68 70 0 *) 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Waterontharder Zoutreservoir vullen ^ Haal het onderrek uit de automaat. Gebruik uitsluitend speciaal grofkorrelig regenereerzout met een korrelgrootte van ca. 1-4 mm, zoals Broxomatic of Sunzout. Gebruik in geen geval andere soorten zout zoals keukenzout of strooizout! Deze zouten kunnen niet-oplosbare deeltjes bevatten die een schadelijk effect kunnen hebben op de ontharder. ^ Draai de afsluitdop van het reservoir. Als u het zoutreservoir voor de eerste keer vult, moet u het reservoir eerst met ca.
Waterontharder Controlelampje "Zout bijvullen" ^ Verwijder eventuele zoutresten van de schroefdraad en de dichting van het zoutreservoir. ^ Zet de afsluitdop er weer op en draai de dop goed vast. ^ Kies direct daarna het programma AFSPOELEN D. Zo wordt de overgelopen zoutoplossing verdund en weggespoeld. Als het programma D na de programmastart pas na enkele minuten begint, is er niet sprake van een storing. De waterontharder wordt dan eerst geregenereerd.
Toepassingsmogelijkheden Deze automaat kan van twee rekken worden voorzien (een onderrek en een bovenrek). Afhankelijk van de te reinigen en desinfecteren voorwerpen kunt u deze rekken van verschillende inzetten voorzien of vervangen door andere speciale rekken. Gebruik rekken en inzetten die geschikt zijn voor de toepassing. Op de volgende bladzijden vindt u diverse voorbeelden en informatie over de toepassingsmogelijkheden.
Toepassingsmogelijkheden Spoelgoed inruimen – Zet het spoelgoed zo in de rekken dat het aan alle kanten door het water kan worden bereikt. Alleen dan kan het goed schoon worden. – Plaats het spoelgoed zo dat de delen elkaar niet afdekken. – Instrumenten met holle ruimten moeten ook van binnen volledig kunnen worden doorgespoeld. – Voor het inruimen van instrumenten met nauwe, lange holle ruimten in c.q.
Toepassingsmogelijkheden Verende watertoevoeradapter De verende watertoevoeradapter van de rekken en injectorwagens moet bij het inschuiven in de automaat goed aansluiten. Daarom moet de adapter 4-5 mm hoger zijn ingesteld dan de watertoevoer in de automaat. Is dat niet het geval, dan kunt u de adapter als volgt verstellen: Hoogte-instelling bij een bovenrek Het bovenrek kan op 3 standen worden ingesteld met telkens 2 cm hoogteverschil.
Toepassingsmogelijkheden Algemeen OK-schoenen (OS) De opslagtijd tot aan de behandeling moet zo kort mogelijk zijn. OK-schoenen van polyurethaan en/of inlegzolen worden chemo-thermisch op 60 °C gereinigd en gedesinfecteerd. Een thermisch desinfectieprogramma is mogelijk als de fabrikant aangeeft dat het materiaal daartegen bestand is. De desinfectie dient bij voorkeur thermisch te gebeuren.
Toepassingsmogelijkheden KNO E 373 E 417 Voor oortrechters en oor- en neusspecula. Geschikt voor boven- en onderrekken. ^ Plaats de specula geopend in de inzet, zodat het water alle vlakken kan bereiken. Voor KNO-instrumenten, bijvoorbeeld oortrechters. Geschikt voor bovenrekken. De dunne chroomlaag in oortrechters kan zeer gevoelig zijn voor neutralisatiemiddelen.
Toepassingsmogelijkheden GYN Eendelige specula: ^ Plaats de specula geopend tussen de spijlen van de inzet. Tweedelige specula: ^ Plaats de onderste delen in de smalle vakken van de inzet (op de afbeelding links). ^ Plaats de bovenste delen in de brede vakken van de inzet (op de afbeelding rechts). E 416 Voor gynaecologische specula. Belaad de inzet zoals afgebeeld. 24 Plaats de specula telkens tussen twee spijlen, zodat ze niet met elkaar in aanraking komen of elkaar afdekken.
Toepassingsmogelijkheden ,Wegens het verwondingsgevaar bij dubbelzijdig spitse instrumenten of bij het rechtop inruimen van instrumenten met omhoog gerichte sondes moet de belading van achteren naar voren plaatsvinden. Bij het leegruimen dient u van voren naar achteren te werken. Bovenrek / injector O 177/1 De linker kant is voorzien van een rooster en 28 inspuiters (in siliconen houders) voor holle instrumenten. De inspuiters dienen voor de directe inspuiting.
Chemische procestechniek Algemene aanwijzingen Probleem/effect Maatregel Als elastomeren (dichtingen en slangen) en kunststoffen in de automaat beschadigd raken, kan dit onder meer het opzwellen, krimpen, verharden en poreus worden van de materialen tot gevolg hebben en kan er scheurvorming optreden. De onderdelen functioneren niet meer goed en er zal meestal lekkage ontstaan. – Zoek de oorzaken en neem deze weg.
Chemische procestechniek Aangesloten proceschemicaliën Probleem/effect Maatregel De inhoudstoffen van de proceschemi- – Gebruik alleen door Miele aanbevolen proceschemicaliën. caliën hebben een grote invloed op de levensduur en functionaliteit (capaciteit) – Controleer het doseersysteem regelvan de doseersystemen. De doseersysmatig visueel op beschadigingen. temen (doseerslangen en pomp) zijn – Controleer regelmatig de capaciteit over het algemeen voor een bepaald van het doseersysteem.
Chemische procestechniek Aangesloten proceschemicaliën Probleem/effect Maatregel De volgende proceschemicaliën kun– De procesparameters van het reinigingsprogramma (doseertemperanen ernstige schuimvorming tot gevolg tuur, concentratie, etc.) moeten zo hebben: worden ingesteld dat het gehele pro– tensidehoudende reinigingsmiddelen ces schuimarm/-vrij is. en naspoelmiddelen. – Neem de aanwijzingen van de fabri– emulgators. kant van de proceschemicaliën in De schuimvorming kan optreden: acht.
Chemische procestechniek Ingebrachte verontreinigingen Probleem/effect Maatregel De volgende stoffen kunnen bij het rei- – Spoel het spoelgoed van tevoren nigen en spoelen overmatige schuimgoed met water uit c.q. af. vorming veroorzaken: – Kies een reinigingsprogramma met een of meermaals kort voorspoelen – behandelingsmiddelen (zoals desinmet koud of warm water. fectiemiddelen), afwasmiddelen, etc. – algemeen schuimende stoffen, zoals tensiden.
Dosering proceschemicaliën ,Gebruik alleen speciale proceschemicaliën voor reinigings- en desinfectieautomaten en neem de aanwijzingen van de betreffende fabrikanten in acht. Let beslist op de aanwijzingen van de fabrikanten over toxicologisch onbedenkelijke resthoeveelheden. ,Vul de reservoirs uitsluitend met neutralisatiemiddel voor reinigingsen desinfectieautomaten. Doe er nooit reinigingsmiddel in. De reservoirs kunnen anders onherstelbaar beschadigd raken. ^ Open de deur (horizontaal).
Dosering proceschemicaliën ^ Schroef de afsluitdoppen er weer op en verwijder eventueel gemorst neutralisatiemiddel. Dosering neutralisatiemiddel instellen Controlelampje "Neutralisatiemiddel bijvullen" ^ Vul de reservoirs met neutralisatiemiddel als het controlelampje w oplicht. U kunt de doseerknoppen in de beide vulopeningen instellen op een stand tussen 1 en 6. Dat komt overeen met 1 - 6 ml. De standaardinstelling is 5 ml per doseerautomaat. Dat komt overeen met een totale hoeveelheid van 10 ml.
Dosering proceschemicaliën Naspoelmiddel doseren (optie) ^ Open de deur (horizontaal). De naspoelmiddeldosering tijdens het programmablok "Naspoelen" moet door Miele worden geactiveerd. Als de naspoelmiddeldosering geactiveerd is, vervalt de neutralisatiemiddeldosering tijdens het programmablok "Spoelen". Naspoelmiddel zorgt ervoor dat het water als een film van het spoelgoed afloopt waardoor het sneller droogt. Het naspoelmiddel (bijvoorbeeld Mielclear) moet in beide reservoirs worden gevuld.
Dosering proceschemicaliën Controlelampje "Naspoelmiddel bijvullen" Dosering naspoelmiddel instellen ^ Vul de reservoirs met naspoelmiddel als het controlelampje H oplicht. U kunt de doseerknoppen in de beide vulopeningen instellen op een stand tussen 1 en 6. Dat komt overeen met 1 - 6 ml. De standaardinstelling is 2 ml per doseerautomaat. Dat komt overeen met een totale hoeveelheid van 4 ml. Als het spoelgoed vlekken vertoont, ^ kiest u een hogere stand.
Dosering proceschemicaliën Reinigingsmiddel doseren ,Gebruik uitsluitend reinigingsmiddelen voor reinigings- en desinfectieautomaten. Gebruik geen reinigingsmiddelen voor huishoudafwasautomaten! De automaat kan door Miele worden voorzien van een DOS-module K 60 (DOS 1, doseerpomp voor vloeibare reinigingsmiddelen). De DOS-module wordt extern aangesloten. Voor het ontluchten van het doseersysteem en het instellen van de doseerhoeveelheid zie het hoofdstuk "Programmeerfuncties".
Dosering proceschemicaliën Bij de keuze van het reinigingsmiddel moet, ook uit milieu-overwegingen, met de volgende criteria rekening worden gehouden: ^ Welke alkaliteit is nodig voor het oplossen van het reinigingsprobleem? ^ Is voor pigmentverwijdering actieve chloor nodig voor desinfectie of oxidatie? ^ Zijn speciaal voor dispersie en emulgatie tensiden nodig? ^ Druk de afsluitknop van het klepje naar voren. Het klepje springt dan open. Na een spoelprogramma is het klepje al geopend.
Bediening Inschakelen ^ Sluit de deur. ^ Draai de waterkranen open. ^ Druk op de toets I-0. Als de programmaschakelaar op f staat, licht in het display een punt op. Programma starten Laat de keuze van het programma steeds afhangen van het te reinigen spoelgoed en de mate van verontreiniging. In het programma-overzicht achter in deze gebruiksaanwijzing worden de verschillende programma's en hun toepassingsmogelijkheden beschreven.
Bediening Tijdens het programma kunt u heen en weer schakelen tussen de weergaven: – bereikte temperatuur, – cumulatieve tijd en – actief spoelblok: 1 = Voorspoelen 1 2 = Voorspoelen 2 3 = Reinigen 1 4 = Reinigen 2 5 = Chemische desinfectie * 6 = Spoelen 1 7 = Spoelen 2 8 = Spoelen 3 9 = Spoelen 4 10 = Naspoelen 1 11 = Naspoelen 2 13 = Drogen ^ Druk op de toets ß om heen en weer te schakelen tussen de weergaven.
Bediening Uitschakelen ^ Druk op de toets I-0 en laat deze terugspringen. Vanwege de elektrische deurvergrendeling kunt u de deur alleen openen als de toets I-0 op "Aan" staat (zie "Het openen en sluiten van de deur"). Programma afbreken Een gestart programma mag alleen in noodgevallen worden onderbroken, bijvoorbeeld wanneer de inhoud erg rammelt. Voor de kwalificatie van het reinigingsresultaat moet het programma vóór de desinfectiefase worden afgebroken (volgens EN ISO 15883-1).
Programmeerfuncties Documenteer elke aanpassing van de standaardinstellingen. Dit kan handig zijn bij een eventueel bezoek van een technicus van Miele. Noteer de verandering in het daarvoor bestemde vakje. Algemene aanwijzingen: – Niet gedefinieerde posities worden als een liggend streepje ( - ) in het display weergegeven. – Als de programmaschakelaar op f staat, kunt u het programmeerniveau opvragen. Het niveau wordt telkens als volgt weergegeven: E...
Programmeerfuncties Dosering met DOS 1 Concentratie instellen De concentratie hoeft alleen voor vloeibare reinigingsmiddelen te worden ingesteld. Stel de dosering (concentratie) in volgens de aanwijzingen van de fabrikant van het reinigingsmiddel en in overeenstemming met de toepassing. Bij dosering van poedervormig reinigingsmiddel via het doseerbakje in de deur mag de waarde niet worden veranderd. Handeling Weergave / resultaat ^ Druk op de toets 0 totdat in het display E02 E02 verschijnt.
Programmeerfuncties Zoemer U kunt de zoemer voor de volgende functies programmeren: – om het programma-einde aan te geven (continu signaal), – om foutmeldingen aan te geven (signaal in secondenritme), – om een monsterneming aan te geven (3 x kort in afwisseling met 2 seconden pauze). Monsterneming is alleen mogelijk na programmering door Miele.
Programmeerfuncties Programmaparameters wijzigen U kunt de reinigingsprogramma's A, E en varioTD aan specifieke eisen aanpassen. Hiertoe kunt u de temperatuur en de temperatuurstop (inwerktijd) in de programmablokken "Reinigen 1" en "Naspoelen 2" veranderen. De standaardinstellingen voor de temperatuur en de temperatuurstop in de afzonderlijke programmablokken vindt u in het programma-overzicht achter in deze gebruiksaanwijzing.
Programmeerfuncties Temperatuurstop veranderen Handeling Weergave / resultaat ^ Druk zo vaak op de toets 0 of houd deze ingeE10 voor Reinigen 1 drukt, totdat het niveau van het te wijzigen program- E26 voor Naspoelen 2 mablok in het display verschijnt. ^ Zet de programmaschakelaar op het te veranderen programma, bijvoorbeeld E. min _ 1 ^ Druk zo vaak op de toets ß of houd deze toets ingedrukt totdat de gewenste waarde verschijnt, bijvoorbeeld 10.
Programmeerfuncties Tijd en datum instellen In de Novotronic-besturing worden ook de datum en de dagtijd bijgehouden. Deze gegevens worden afgedrukt als u een protocol uitprint. De datum en de tijd zijn instelbaar, zodat bijvoorbeeld van zomer- naar wintertijd kan worden gewisseld.
Seriële interface (optie) Voor de overdracht van gegevens van de Novotronic-besturing naar een protocolprinter is de automaat voorzien van een interfacestekker. De printerkabel kunt u bij Miele bestellen. De seriële interface is RS 232-compatibel. U kunt verschillende printers met een Epson-compatibele tekenset gebruiken. Een lijst met geschikte printers is verkrijgbaar bij Miele.
Onderhoudsmaatregelen Onderhoud In het kader van het onderhoud: Bij deze automaat moet na 1000 bedrijfsuren of minimaal eens per jaar periodiek onderhoud worden uitgevoerd. Dit onderhoud dient door Miele te worden uitgevoerd.
Onderhoudsmaatregelen Procesvalidatie Routinecontroles De exploitant dient veilig te stellen dat de reinigings- en desinfectieprocédés correct worden uitgevoerd. In sommige landen gelden hiervoor ook nationale wetten, verordeningen of aanbevelingen. Voor Duitsland zijn dit onder meer MPBetreibV, de RKI-richtlijnen en de validatierichtlijnen DGKH, DGSV en AKI. Voor Nederland zijn dit onder meer de richtlijnen die opgenomen zijn in de bundel "Steriliseren en steriliteit".
Onderhoudsmaatregelen Zeven in de spoelruimte reinigen Grove zeef reinigen De zeven op de bodem van de spoelruimte voorkomen dat grove verontreinigingen in het circulatiesysteem terechtkomen. De zeven kunnen door dergelijke verontreinigingen verstopt raken. Controleer de zeven daarom dagelijks en reinig deze indien dat nodig is. ,Zonder de zeven mag de automaat niet worden gebruikt! ,Pas op voor glassplinters, naal- den en dergelijke! ^ Druk de opstaande lipjes iets samen.
Onderhoudsmaatregelen Vlakke zeef en microfilter reinigen ^ Verwijder de grove zeef. ^ Verwijder ook de fijne zeef (tussen de grove zeef en het microfilter). ^ Haal het microfilter nu tegelijk met de vlakke zeef uit de automaat. ^ Reinig de zeven. ^ Pak het microfilter aan beide lipjes vast en draai het los door het twee keer linksom te draaien. ^ Plaats de zeefcombinatie in omgekeerde volgorde weer terug. De vlakke zeef moet strak op de bodem van de spoelruimte aansluiten.
Onderhoudsmaatregelen Sproeiarmen reinigen ^ Schroef de bovenste sproeiarm eraf. Het kan voorkomen dat de sproeikoppen van de sproeiarmen verstopt raken. Controleer de sproeiarmen dan ook dagelijks. ^ Verwijder de onderste sproeiarm nadat u de kartelmoer heeft losgedraaid. ^ Druk eventuele verontreinigingen in de sproeikoppen met een spits voorwerp naar binnen en spoel ze vervolgens onder stromend water weg. Daartoe moet u de sproeiarmen eerst als volgt verwijderen: ^ Verwijder de ingeschoven rekken.
Onderhoudsmaatregelen Bedieningspaneel reinigen ^ Reinig het bedieningspaneel alleen met een vochtige doek of gebruik een normaal reinigingsmiddel voor glas of kunststof. Gebruik voor het desinfecteren een geschikt desinfectiemiddel. ,Gebruik geen schuurmiddelen en geen allesreinigers! Deze kunnen door hun chemische samenstelling het kunststof oppervlak beschadigen.
Onderhoudsmaatregelen Rekken en inzetten Om veilig te stellen dat de rekken en inzetten goed functioneren, moet u deze dagelijks controleren. Bij de automaat wordt een checklist geleverd.
Nuttige tips Het volgende overzicht helpt u de oorzaken van een probleem te vinden en het probleem te verhelpen. Houdt u daarbij rekening met het volgende: ,Reparaties mogen uitsluitend door Miele worden uitgevoerd. Ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen voor u een groot gevaar opleveren. Mocht zich een foutmelding voor het eerst voordoen, controleer dan of deze foutmelding het gevolg is van een eventuele foutieve bediening. U voorkomt zo een onnodig bezoek van een technicus.
Nuttige tips Storing Oplossing Voordat u de storing verhelpt, doet u het volgende: – Zet de programmaschakelaar op f (de foutmelding verdwijnt). – Schakel de automaat uit met de toets I-0. Foutmelding: Fdo: Vul het reservoir of verHet reservoir voor vloeibaar vang het door een vol reservoir. reinigingsmiddel is leeg. Na afloop: – Schakelt u de automaat in. – Start u het programma opnieuw.
Nuttige tips Storing Oorzaak Oplossing Voordat u de storing verhelpt, doet u het volgende: – Zet de programmaschakelaar op f (de foutmelding verdwijnt). – Schakel de automaat uit met de toets I-0. Foutmelding: Fdo: Vul het reservoir of verHet voorraadreservoir voor vang het door een vol reneutralisatiemiddel is leeg. servoir. Na afloop: – Schakelt u de automaat in. – Start u het programma opnieuw.
Nuttige tips Storing Oorzaak Oplossing Het controlelampje k knippert. Er moet regenereerzout Vul het reservoir met zout. worden bijgevuld. De ontharder kon niet worden geregenereerd. Voordat u de storing verEnkele minuten na de programmastart kniphelpt, doet u het volgende: pert het controlelampje – Zet de programmaschap / 6. Het programma kelaar op f (de foutis afgebroken. melding verdwijnt). – Schakel de automaat uit met de toets I-0. Foutmelding: F..E: – Draai de waterkraan helemaal open.
Nuttige tips Storing Oorzaak Het programma is afgebroken. Het controlelampje p / 6 knippert. Foutmelding: F..A: Er is een probleem met de waterafvoer. Oplossing Voordat u de storing verhelpt, doet u het volgende: – Zet de programmaschakelaar op f (de foutmelding verdwijnt). – Schakel de automaat uit met de toets I-0. – Reinig de zeefcombinatie in de spoelruimte. – Reinig de afvoerpomp. – Reinig de terugslagklep. – Verwijder een eventuele knik of een hoog geplaatste lus in de afvoerslang.
Nuttige tips Storing Oplossing Doseer het reinigingsmiddel alleen als het reservoir droog is. Spoelgoed heeft het klepje Ruim het spoelgoed zo in van het reservoir in de dat het klepje van het redeur geblokkeerd. servoir geopend kan worden. Verwijder de reinigingsHet klepje van het reini- Resten reinigingsmiddel gingsmiddelreservoir blokkeren de vergrende- middelresten. kan niet worden geslo- ling. ten. In het reservoir voor reinigingsmiddel (in de deur) kleven na een programma nog resten reinigingsmiddel.
Nuttige tips Storing Oorzaak De instrumenten verto- Het chloridegehalte van nen sporen van corro- het water is te hoog. sie. Op het spoelgoed bevinden zich witte afzettingen. Vliegroest of roest van buitenaf is in de spoelruimte terechtgekomen door: – een te hoog ijzergehalte van het water. – meegereinigde roestende instrumenten. De afsluitdop van het reservoir voor regenereerzout zit niet goed vast. De ontharder is op een te lage waarde geprogrammeerd. Oplossing Laat een wateranalyse uitvoeren.
Nuttige tips Storing Oorzaak Het spoelgoed vertoont Het via de demi-wateraansluiting toegevoerde water vlekken. is niet voldoende onthard. Het reinigingsresultaat De rekken en inzetten zijn is onvoldoende. onjuist beladen of zitten te vol. Het gebruikte reinigingsmiddel is niet geschikt voor de verontreiniging. Oplossing Vervang eventueel de demineralisatiepatroon van de Aquapurificator. Ruim het spoelgoed correct in. Laad de rekken en inzetten niet te vol.
Storingen verhelpen Thermoschakelaar Deze automaat is voorzien van een thermische beveiliging die de verwarming bij oververhitting uitschakelt. Oververhitting kan ontstaan als bijvoorbeeld grote voorwerpen de verwarmingselementen afdekken of als de zeven in de spoelruimte verstopt zijn. Bij de foutmeldingen F01 - F03, F18, F19 (het water in de spoelruimte wordt niet verhit; het programmaverloop duurt te lang) gaat u als volgt te werk: ^ Verhelp het probleem. ^ Verwijder het inspectiepaneel.
Storingen verhelpen Afvoerpomp en terugslagklep reinigen Onder de terugslagklep bevindt zich de afvoerpomp (zie pijl). Als het spoelwater aan het einde van een programma niet volledig is afgepompt, kan dit eraan liggen dat de afvoerpomp of de terugslagklep door voorwerpen wordt geblokkeerd. Deze kunnen eenvoudig worden verwijderd. ^ Haal de zeefcombinatie uit de spoelruimte. ^ Controleer voordat u de terugslagklep terugplaatst of voorwerpen de afvoerpomp blokkeren.
Storingen verhelpen Zeefjes in de watertoevoer reinigen Zeefcombinatie reinigen Ter bescherming van de watertoevoerklep zijn in de schroefkoppeling zeefjes ingebouwd (zie afbeelding). Als de zeefjes vuil zijn, moeten ze worden gereinigd, omdat er anders te weinig water in de automaat stroomt. ^ Draai de waterkraan dicht en schroef de toevoerslang los. ^ Maak het apparaat spanningsvrij.
Service ,Dit apparaat mag alleen door Miele in gebruik worden genomen, alsmede onderhouden en gerepareerd. Door ondeskundig onderhoud en ondeskundige reparaties kunnen voor de gebruiker grote risico's ontstaan. Als u een storing niet met de aanwijzingen uit deze gebruiksaanwijzing kunt verhelpen, neem dan contact op met Miele. De gegevens van Miele vindt u op de achterzijde van deze gebruiksaanwijzing. ^ Voor een goede en vlotte afhandeling moet Miele het type en serienummer van uw apparaat weten.
Plaatsing Plaatsing onder een werkblad Gebruik de bijgevoegde installatietekening! ,In de directe omgeving van de automaat mag uitsluitend geschikt meubilair voor professioneel gebruik worden geplaatst. Andere meubels kunnen door de condens beschadigd raken. Bij plaatsing onder een doorlopend werkblad moet u het machinedeksel als volgt verwijderen: ^ Open de deur. De automaat moet stabiel en waterpas worden opgesteld.
Plaatsing Automaat stellen en vastschroeven Beschermplaat voor het werkblad Om de stabiliteit te waarborgen, moet het apparaat na het stellen aan het werkblad worden vastgeschroefd. Afhankelijk van de onderbouwsituatie moet eventueel een beschermplaat worden gemonteerd. U kunt deze bij Miele bestellen. ^ Open de deur. De onderkant van het werkblad wordt door deze plaat beschermd tegen beschadigingen door waterdamp.
Elektrische aansluiting ,Alle werkzaamheden die de elektrische aansluiting betreffen, mogen alleen door een erkend elektricien worden uitgevoerd. – De elektrische installatie moet volgens de geldende voorschriften zijn geïnstalleerd. – De aansluiting op de contactdoos dient aan alle voorschriften te voldoen. De contactdoos moet ook na de plaatsing van het apparaat toegankelijk zijn. Bij reparaties of onderhoudswerkzaamheden kan dan eenvoudig een veiligheidscontrole worden uitgevoerd.
Wateraansluiting Watertoevoer aansluiten ,Het water in de automaat is geen drinkwater! – De automaat moet volgens de voorschriften van het waterleidingbedrijf worden aangesloten. – Het gebruikte water moet minimaal van drinkwaterkwaliteit zijn (volgens de Europese drinkwaternorm). Een hoog ijzergehalte kan corrosie op het spoelgoed en aan het apparaat veroorzaken. Bij een chloridegehalte van meer dan 100 mg/l in het huishoudwater neemt het corrosiegevaar voor het spoelgoed aanzienlijk toe.
Wateraansluiting ,De toevoerslangen mogen niet worden beschadigd of ingekort (zie afbeelding).
Wateraansluiting Waterafvoer aansluiten – De afvoer van de automaat is voorzien van een terugslagklep, zodat afvoerwater niet naar de machine kan terugstromen. – Het apparaat kan het beste op een apart afvoersysteem worden aangesloten. Als dat niet mogelijk is, adviseren wij de automaat aan te sluiten op een sifon met twee kamers. De opvoerhoogte moet liggen tussen 0,3 en 1 m, gemeten vanaf de onderkant van het apparaat.
Technische gegevens Hoogte met deksel Hoogte zonder deksel 85 cm 82 cm Breedte 60 cm Diepte Diepte bij geopende deur 60 cm 120 cm Nettogewicht 70 kg Spanning, aansluitwaarde, zekering zie typeplaatje Aansluitsnoer ca. 1,8 m Watertemperatuur: Koud water Warmwateraansluiting max. 20 °C max. 70 °C Statische waterdruk max.
Programma-overzicht Programma Toepassing A LANG Voor het reinigen en thermisch desinfecteren op 93 °C met een temperatuurstop van 3 minuten (landspecifieke normen dienen in acht te worden genomen). Voor zeer grove verontreinigingen. z GEMIDDELD Voor het reinigen en thermisch desinfecteren op 93 °C met een temperatuurstop van 3 minuten (landspecifieke normen dienen in acht te worden genomen). Voor normale verontreinigingen.
Programma-overzicht Programmaverloop Voorspoelen 1 2 KW KW KW KW KW Reinigen 1 2 Spoelen 1 2 WW DOS 1 65°C 3 min WW DOS 3 WW DOS 1 65°C 1 min WW DOS 3 3 Spoelen 4 Naspoelen* 1 2 Drogen (aanvullende functie) WW (X) 93°C 3 min WW (X) 93°C 3 min WW WW DOS 1 65°C 1 min (X) 93°C 3 min WW WW DOS 1 60°C 3 min WW (X) 65°C 1 min KW KW KW KW DOS 1 55°C 5 min WW DOS 3 KW DOS 1 55°C 5 min WW DOS 3 WW WW (X) 83°C 10 min WW WW (X) 93°C 5 min DOS 1 = dosering reinigingsmiddel vanaf
Wijzigingen voorbehouden / productiedatum: 07.01.2010 0366 M.-Nr.