Gebruiks- en montage-aanwijzing voor de koelkast K 2319 S Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat. M M.-Nr.
Inhoud Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Veiligheidsinstructies en waarschuwingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Het besparen van energie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Het in- en uitschakelen van de koelkast . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoud Nuttige tips . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 Geluiden en de oorzaken ervan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 Technische Dienst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 Tips voor het plaatsen van het apparaat .
Algemeen a Plateaus d Boter- en kaasvak b Gootje voor het dooiwater en afvoeropening voor het dooiwater e Eierrekje c Groenten- en fruitladen f Deurvakken g Temperatuurregelaar en binnenverliching met lichtcontactschakelaar h Fleshouder 4
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu Het verpakkingsmateriaal Het afdanken van het apparaat De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Afgedankte elektrische en elektronische apparaten bevatten meestal nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die nodig zijn geweest om de apparaten goed en veilig te laten functioneren. Wanneer u uw oude apparaat bij het gewone huisafval doet, kunnen deze stoffen mens en milieu schaden.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Technische veiligheid Deze koelkast voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsmaatregelen. Door ondeskundig gebruik kunnen personen echter letsel oplopen en kan er materiële schade ontstaan. Lees deze gebruiksaanwijzing daarom eerst aandachtig door voordat u dit apparaat voor het eerst gebruikt. Hierin vindt u belangrijke instructies met betrekking tot de inbouw, de veiligheid, het gebruik en het onderhoud van het apparaat.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Hoe meer koelmiddel een koelkast bevat, des te groter moet het vertrek zijn waarin de koelkast wordt opgesteld. Wanneer het vertrek te klein is kan zich bij een eventuele lek een brandbaar mengsel van gas en lucht vormen. Per 8 g koelmiddel moet het vertrek minstens 1 m3 groot zijn. De hoeveelheid koelmiddel die de koelkast bevat staat op het typeplaatje in de binnenkant van het apparaat.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Gebruik Bewaar geen stoffen in de koelkast die drijfgassen of andere verstuivingsmiddelen bevatten. Wanneer de thermostaat wordt ingeschakeld kunnen vonken ontstaan. Deze kunnen licht ontvlambare producten tot explosie brengen. Gebruik geen elektrische apparaten in dit apparaat, bijv. voor het maken van ijs. Doet u dat wel, kunnen er vonken ontstaan en bestaat er gevaar voor een explosie.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Gebruik voor het ontdooien en reinigen van de koelkast nooit een stoomreiniger. Stoom kan in aanraking komen met delen van het apparaat die onder spanning staan en zo kortsluiting veroorzaken. Wanneer de veiligheidsinstructies niet worden opgevolgd kan de fabrikant niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade die daar eventueel het gevolg van is.
Het besparen van energie Normaal energieverbruik Plaatsing van het apparaat In ruimten waar kan worden geventileerd Te hoog energieverbruik In gesloten ruimten waar niet kan worden geventileerd Op een plaats waar de zon niet di- Op een plaats waar de zon direct rect op kan schijnen op kan schijnen Niet naast een warmtebron (verwarming, fornuis) Naast een warmtebron (verwarming, fornuis) Bij een kamertemperatuur van ca.
Het besparen van energie Ontdooien Normaal energieverbruik Te hoog energieverbruik Ontdooi het diepvriesgedeelte wanneer er een ijslaag van 1 cm in zit. Een ijslaag in het diepvriesgedeelte bemoeilijkt het invriezen en bewaren van producten in dit gedeelte. Daardoor stijgt het stroomverbruik.
Het in- en uitschakelen van de koelkast Voor het eerste gebruik Bij langere afwezigheid ^ Reinig de binnenkant van de koelkast en de toebehoren. Gebruik daarvoor lauwwarm water met een beetje reinigingsmiddel. Wanneer u de koelkast vrij lange tijd niet gebruikt, doe dan het volgende. ^ Wrijf daarna alles met een doek droog. Laat het apparaat nadat u het hebt geplaatst eerst ca. 1/2 tot 1 uur staan voordat u het aansluit. Dat is zeer belangrijk voor een goede werking van de koelkast.
De juiste temperatuur Het is voor de houdbaarheid van de levensmiddelen zeer belangrijk dat de juiste temperatuur wordt ingesteld. Door micro-organismen bederven de levensmiddelen erg snel. De temperatuur beïnvloedt de snelheid waarmee de micro-organismen groeien. Hoe lager de temperatuur, des te langer het duurt voordat de levensmiddelen bederven. Wanneer u voor het bewaren van levensmiddelen de juiste temperatuur instelt kunt u daarmee bederf voorkomen of vertragen.
De juiste temperatuur Het instellen van de temperatuur De temperatuur kunt u instellen met behulp van de temperatuurregelaar. ^ Draai de regelaar vanuit stand "0" op één van de standen tussen 1 en 7. Hoe hoger de stand aan de temperatuurregelaar, des te lager de temperatuur in het apparaat. Wij adviseren één van de middelste standen.
Het inruimen, koelen en bewaren van levensmiddelen Gedeelten met verschillende temperaturen Door de natuurlijke luchtcirculatie ontstaan er in de koelzone gedeelten met verschillende temperaturen. Maak daar bij het inruimen van de levensmiddelen gebruik van. De koude, zware lucht zakt in het onderste gedeelte van het apparaat. Koelste gedeelte in de koelzone Het koelste gedeelte in de koelzone bevindt zich direct boven de groenten- en fruitladen.
Het inruimen, koelen en bewaren van levensmiddelen Voor het apparaat ongeschikte levensmiddelen Niet alle levensmiddelen zijn geschikt om in de koelzone te worden bewaard. Hiertoe behoren: – Koudegevoelig fruit en koudegevoelige groenten zoals bananen, avocado’s, papaja’s, passievruchten, aubergines, paprika, tomaten en komkommers – Fruit dat nog niet rijp is – Aardappels Groenten en fruit Groenten en fruit kunnen echter onverpakt in de groenten- en fruitladen worden bewaard.
Het indelen van de binnenruimte Plateaus Deurvakken De plateaus kunt u in hoogte verstellen zodat er producten van verschillende hoogte kunnen worden neergezet / neergelegd. ^ Schuif de deurvakken naar boven en haal ze eruit. ^ Trek het plateau naar voren totdat u weerstand voelt, til het aan de voorkant op en haal het eruit. ^ Zet het plateau met de achterkant naar boven op de gewenste plek, haal de voorkant omhoog en schuif het plateau naar binnen.
Het automatisch ontdooien van de koelkast Terwijl de koelkast in werking is, kunnen zich aan de achterwand van de koelruimte rijp en waterpareltjes vormen. Deze hoeft u niet te verwijderen, want de koelruimte wordt automatisch ontdooid. Het dooiwater loopt via het gootje voor het dooiwater en via de afvoeropening voor het dooiwater in het verdampingssysteem aan de achterkant van het apparaat. Let erop dat het dooiwater altijd ongehinderd weg kan lopen.
Het reinigen van de koelkast Het reinigen van de buitenkant, de binnenruimte en de toebehoren Gebruik nooit zand-, soda-, zuur- of schuurmiddelhoudende reinigingsmiddelen of chemische oplosmiddelen. Ongeschikt zijn ook zogenaamde "schuurmiddelvrije" schuurmiddelen, daar deze doffe plekken veroorzaken. ^ Reinig de buitenkant, de binnenruimte en de toebehoren van de koelkast minstens één keer in de maand. Let erop dat er geen water in de temperatuurregelaar of in de verlichting terechtkomt.
Het reinigen van de koelkast Het reinigen van de deurdichting Behandel de deurdichting niet met olie of vet. Doet u dat wel, dan wordt de deurdichting in de loop van de tijd poreus. ^ Reinig de deurdichting regelmatig alleen met helder water en wrijf deze daarna met een doek grondig droog. Het reinigen van het metalen rooster aan de achterkant Het metalen rooster aan de achterkant van het apparaat (warmtewisselaar) moet minstens eenmaal in het jaar van stof worden ontdaan.
Nuttige tips Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd. Gebeurt dit niet dan kan de gebruiker grote risico’s lopen. – u de deur van de koelkast vaak open en dicht heeft gedaan; – de deur van de koelkast goed sluit. . . . de binnenverlichting in de koelzone niet meer functioneert? Een aantal storingen kunt u echter zelf verhelpen. ^ Controleer of Wat moet u doen, wanneer . . . – de temperatuurregelaar op een andere stand staat dan op "0". . . .
Nuttige tips . . . de bodem van de koelzone nat is? De afvoeropening voor het dooiwater is verstopt. ^ Reinig het gootje en de afvoeropening voor het dooiwater. Kunt u een storing ook met bovengenoemde tips niet verhelpen, roep dan de hulp in van de Technische Dienst. Open de koelkastdeur als het mogelijk is niet vóórdat de storing is verholpen. Op deze manier houdt u het koudeverlies zo gering mogelijk.
Geluiden en de oorzaken ervan Heel normale geluiden Waar komen deze geluiden vandaan? Brrrrr... Dit brommende geluid komt van de motor (compressor). Wanneer de motor aanslaat klinkt dit geluid nog iets sterker. Blubb, blubb.... Deze klotsende, gorgelende of snorrende geluiden komen van de koelvloeistof die door de leidingen stroomt. Klik.... Dit klikkende geluid is altijd te horen wanneer de thermostaat de motor in- of uitschakelt. Sssrrrrr....
Technische Dienst Neem bij storingen die u niet zelf kunt verhelpen contact op met – uw Miele-handelaar of – met de Technische Dienst van Miele Nederland B.V. De telefoonnummers van diverse afdelingen en het adres van Miele Nederland B.V. vindt u op de achterzijde van deze gebruiksaanwijzing. Geef bij het inschakelen van de Technische Dienst altijd het type en het nummer van het apparaat door. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje in de binnenruimte van het apparaat.
Elektrische aansluiting Dit apparaat mag alleen door een erkend elektricien op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Dit apparaat is voorzien van een aansluitkabel en een stekker met randaarde, geschikt voor aansluiting op 50 Hz 220 - 240 V. Dit apparaat mag uitsluitend worden aangesloten op een contactdoos met randaarde. Het is het beste wanneer de contactdoos zich naast het apparaat bevindt en u er gemakkelijk bij kunt.
Tips voor het plaatsen van het apparaat Klimaatklasse Zet geen apparaten op uw koelapparaat die warmte afgeven, zoals broodroosters of magnetrons. Doet u dat wel dan wordt er onnodig veel energie verbruikt. Plaats modellen zonder zijwandverwarming niet direct naast een ander koelapparaat. Doet u dat wel, kan er condenswater ontstaan met alle schadelijke gevolgen van dien.
Tips voor het plaatsen van het apparaat Het bevestigen van de handgreep Het stellen van het apparaat Wanneer u de draairichting van de deur niet hoeft te veranderen, kunt u de handgreep aanbrengen. ^ Stel het apparaat stevig en waterpas via de stelvoeten met de bijgevoegde steeksleutel. ^ Schroef de handgreep a met de schroeven b in de deurgaten vast. ^ Schuif de afdekkapjes c er op en zorg ervoor dat ze goed vastklikken.
Het veranderen van de draairichting van de deur De koelkast wordt geleverd met een rechtsscharnierende deur. Moet de deur linksscharnierend zijn, verander dan de draairichting van de deur. Deur van de koelkast ^ Haal de stop e uit het deurscharnierblok en zet hem er aan de andere kant weer in. ^ Haal de stopjes f eruit en schroef de deurgreep g eraf. Zet de deurgreep en de stopjes er aan de andere kant weer aan. ^ Verwijder de deursteun h door deze goed vast te pakken en met kracht opzij te drukken.
Het onderbouwen van het apparaat Het apparaat kunt u onder het werkblad schuiven. Eerst moet u echter het tafelblad van het apparaat verwijderen: ^ Draai de schroeven a aan de achterkant van het apparaat eruit. ^ Til het tafelblad aan de achterkant omhoog en verwijder het. Voor de luchttoevoer en luchtafvoer aan de achterwand van het apparaat is het zeer belangrijk dat er in het werkblad een ventilatieopening van minstens 140 cm2 zit.
Wijzigingen voorbehouden / 3105 K 2212 S, K 2212 S-1, K 2318 S, K 2319 S M.-Nr.