Gebruiks- en montage-aanwijzing voor de koelkasten K 9212 i K 9214 iF K 9412 i K 9414 iF Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat. M M.-Nr.
Inhoud Beschrijving van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Na te bestellen accessoire . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Flesplateau . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Veiligheidsinstructies en waarschuwingen . . . . . . . . . . . .
Inhoud Het invriezen en bewaren van verse levensmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 Waar u daarbij op moet letten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 Het verpakken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26 Vóórdat u de verse levensmiddelen in het diepvriesvak legt . . . . . . . . . . . . . . 26 Het inruimen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Beschrijving van het apparaat a Temperatuuraanduiding koelzone b Superkoeling - toets en controlelampje 4 c Aan/Uit - schakelaar en temperatuurregelaar
Beschrijving van het apparaat a Diepvriesvak * e Boter- en kaasvak b Plateaus f Deurvak voor eieren c Gootje voor het dooiwater en afvoeropening voor het dooiwater g Deurvakken d Groente- en fruitladen h Binnenverlichting i Deurvak voor flessen j Fleshouder * * Afhankelijk van het model 5
Beschrijving van het apparaat Na te bestellen accessoire Flesplateau (afhankelijk van het model) Dit plateau is verkrijgbaar bij de afdeling Onderdelen van Miele Nederland B.V. of bij de vakhandel.
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu Het verpakkingsmateriaal Het afdanken van het apparaat De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Afgedankte elektrische en elektronische apparaten bevatten meestal nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die nodig zijn geweest om de apparaten goed en veilig te laten functioneren. Wanneer u uw oude apparaat bij het gewone huisafval doet, kunnen deze stoffen mens en milieu schaden.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Efficiënt gebruik Deze koelkast voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsmaatregelen. Door ondeskundig gebruik kunnen personen echter letsel oplopen en kan er materiële schade ontstaan. Lees deze gebruiksaanwijzing daarom eerst aandachtig door voordat u dit apparaat voor het eerst gebruikt. Hierin vindt u belangrijke instructies met betrekking tot de inbouw, de veiligheid, het gebruik en het onderhoud van het apparaat.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Technische veiligheid Controleer vóórdat de koelkast wordt geplaatst, of het apparaat zichtbaar beschadigd is. Een beschadigde koelkast mag niet worden geplaatst en niet in gebruik genomen. Deze koelkast bevat het koelmiddel isobutaan (R600a). Dit is een natuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Wanneer dit apparaat op een nietstationaire locatie (bijv. op een boot of in een camper) moet worden geplaatst, mag het uitsluitend door een vakman / vakvrouw worden ingebouwd en aangesloten. Hierbij moet aan alle voorwaarden voor een veilig gebruik worden voldaan. Installatie- en onderhoudswerkzaamheden als ook reparaties mogen alleen door erkende vakmensen worden uitgevoerd.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Plaats dranken met een hoog alcoholpercentage alleen rechtop en altijd goed gesloten in de koelkast in verband met explosiegevaar. Bewaar geen blikjes en flessen in het vriesvak die koolzuurhoudende dranken bevatten of vloeistoffen die kunnen bevriezen. De blikjes en flessen kunnen in dat geval uit elkaar springen, u zou zich kunnen verwonden en er zou schade kunnen ontstaan.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen De koelkast is geconstrueerd voor een bepaalde klimaatklasse. Een klimaatklasse is een kamertemperatuurbereik waarbinnen de temperatuur zich moet bewegen en waar deze niet boven of onder mag liggen. De klimaatklasse van uw koelkast staat aangegeven op het typeplaatje aan de binnenkant van uw apparaat. Een te lage temperatuur heeft tot gevolg dat de koelkast voor langere tijd afslaat zodat het apparaat de vereiste temperatuur niet kan aanhouden.
Het besparen van energie Normaal energieverbruik Plaatsing van het apparaat In ruimten waar kan worden geventileerd Te hoog energieverbruik In gesloten ruimten waar niet kan worden geventileerd Op een plaats waar de zon niet di- Op een plaats waar de zon direct rect op kan schijnen op kan schijnen Niet naast een warmtebron (verwarming, fornuis) Naast een warmtebron (verwarming, fornuis) Bij een kamertemperatuur van ca.
Het besparen van energie Ontdooien 14 Normaal energieverbruik Te hoog energieverbruik Ontdooi het diepvriesgedeelte wanneer er een ijslaag van 1 cm in zit. Een ijslaag in het diepvriesgedeelte bemoeilijkt het invriezen en bewaren van producten in dit gedeelte. Daardoor stijgt het stroomverbruik.
Het in- en uitschakelen van de koelkast Voor het eerste gebruik De roestvrijstalen lijsten op de plateaus en de deurvakken zijn voorzien van een folie die dient ter bescherming van het apparaat tijdens het transport. ^ Reinig de binnenkant van de koelkast en de toebehoren. Gebruik daarvoor lauwwarm water met een beetje reinigingsmiddel. ^ Wrijf daarna alles met een doek droog. ^ Trek de folie van de roestvrijstalen lijsten af. Laat het apparaat nadat u het hebt geplaatst eerst ca.
De juiste temperatuur Het is voor de houdbaarheid van de levensmiddelen zeer belangrijk dat de juiste temperatuur wordt ingesteld. Door micro-organismen bederven de levensmiddelen erg snel. De temperatuur beïnvloedt de snelheid waarmee de micro-organismen groeien. Hoe lager de temperatuur, des te langer het duurt voordat de levensmiddelen bederven. Wanneer u voor het bewaren van levensmiddelen de juiste temperatuur instelt kunt u daarmee bederf voorkomen of vertragen.
De juiste temperatuur Het instellen van de temperatuur De temperatuur voor de koelzone kunt u instellen met behulp van de temperatuurregelaar. Hoe hoger resp. lager de temperatuur in de koelzone is, des te hoger resp. lager is de temperatuur in het diepvriesvak. Temperatuuraanduiding De temperatuuraanduiding op het bedieningspaneel geeft altijd de gewenste temperatuur aan. Wanneer u bijv.
De functie "Superkoeling" Het gebruik van de superkoeling Met behulp van de functie "Superkoeling" daalt de temperatuur in de koelzone zeer snel tot de koudste waarde. Deze hangt van de kamertemperatuur af. Het gebruik van de superkoeling is vooral dan aan te raden, wanneer u grote hoeveelheden verse levensmiddelen of drank opslaat en snel wilt laten afkoelen. Het inschakelen van de superkoeling Het uitschakelen van de superkoeling De superkoeling wordt automatisch na ca. 6 uur uitgeschakeld.
Het inruimen, koelen en bewaren van levensmiddelen Gedeelten met verschillende temperaturen Door de natuurlijke luchtcirculatie ontstaan er in de koelzone gedeelten met verschillende temperaturen. Maak daar bij het inruimen van de levensmiddelen gebruik van. De koude, zware lucht zakt in het onderste gedeelte van het apparaat. Koelste gedeelte in de koelzone Het koelste gedeelte in de koelzone bevindt zich direct boven de groente- en fruitladen.
Het inruimen, koelen en bewaren van levensmiddelen Voor het apparaat ongeschikte levensmiddelen Levensmiddelen afdekken of niet? Niet alle levensmiddelen zijn geschikt om in de koelzone te worden bewaard. Hiertoe behoren: Bewaar levensmiddelen alleen afgedekt of verpakt. Zo voorkomt u dat er levensmiddelenluchtjes vrijkomen en op andere levensmiddelen worden overgedragen. Tevens voorkomt u dat de levensmiddelen uitdrogen en dat mogelijk aanwezige bacteriën zich verspreiden.
Het inruimen, koelen en bewaren van levensmiddelen – Voorbeelden van groenten en fruit die erg gevoelig reageren op gassen van andere groente- en fruitsoorten: Broccoli, bloemkool, spruitjes, kiwi’s, mango’s, honingmeloen, appels, abrikozen, komkommers, tomaten, peren, nectarines en perziken. Voorbeeld: Appels en broccoli kunnen niet samen in één lade worden opgeslagen, omdat appels veel natuurlijk gas afscheiden en broccoli op dit soort gas zeer gevoelig reageert.
Het indelen van de binnenruimte Plateaus De plateaus kunt u in hoogte verstellen zodat er producten van verschillende hoogte kunnen worden neergezet / neergelegd. ^ Til het plateau iets op. ^ Trek het iets naar voren. ^ Til het met de uitsparing over de plateauribben heen. ^ Verplaats het naar boven of naar beneden. De opstaande rand die aan de achterkant zit moet naar boven wijzen, zodat de levensmiddelen niet met de achterwand in aanraking kunnen komen en eraan vastvriezen.
Het indelen van de binnenruimte Fleshouder (Afhankelijk van het model) De fleshouder kunt u naar rechts of links verschuiven. Daardoor staan de flessen steviger als u de deur van het apparaat opent en sluit. Wanneer u de fleshouder wilt schoonmaken adviseren wij u deze er helemaal uit te halen. ^ Schuif de rand aan de voorkant van de fleshouder naar boven en klik de fleshouder eruit.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Het gebruik van het diepvriesvak (afhankelijk van het model) Gebruik het diepvriesvak voor – het bewaren van diepvriesproducten; – het invriezen en bewaren van kleine hoeveelheden verse levensmiddelen; – het bereiden van ijsblokjes en ijs. Er kan maximaal 2 kg per 24 uur worden ingevroren.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Wat gebeurt er bij het invriezen van verse levensmiddelen? Het invriezen en bewaren van verse levensmiddelen Verse levensmiddelen moeten zo snel mogelijk tot in de kern worden ingevroren. Alleen zo blijven voedingswaarde, vitaminen, vorm en smaak behouden. Gebruik voor het invriezen alleen verse levensmiddelen waar geen rotte plekken in zitten! Hoe langzamer de levensmiddelen invriezen, des meer vocht komt er uit iedere cel vrij.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen – Kruid en zout verse levensmiddelen en geblancheerde groente vóór het invriezen niet. Kruid en zout reeds bereide gerechten voor het invriezen slechts licht. Sommige kruiden veranderen de smaakintensiteit van de gerechten. – Laat warme gerechten en dranken eerst buiten de koelkast afkoelen. Doet u dat niet dan beginnen reeds ingevroren levensmiddelen te ontdooien en wordt er meer stroom verbruikt dan nodig is.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Het ontdooien van ingevroren producten Het bereiden van ijsblokjes Dat kunt u doen – in de magnetron; – in de oven bij het verwarmingssysteem "Hetelucht" of "Ontdooien"; – bij kamertemperatuur; – in de koelzone (de koude die daarbij vrijkomt kan voor het koelen van de levensmiddelen worden gebruikt); ^ Vul het bakje voor ijsblokjes voor driekwart met water. ^ Zet het bakje op de bodem van het diepvriesvak.
Het ontdooien van de koelkast Het ontdooien van de koelzone Terwijl de koelkast in werking is, kunnen zich aan de achterwand van de koelzone rijp en waterpareltjes vormen. Deze hoeft u niet te verwijderen, want de koelzone wordt automatisch ontdooid. Het ontdooien van het diepvriesvak (Afhankelijk van het model) Het diepvriesvak ontdooit niet automatisch, daar de ingevroren levensmiddelen niet mogen ontdooien.
Het ontdooien van de koelkast Het ontdooien Handel het ontdooien zo snel mogelijk af. Hoe langer de ingevroren producten bij kamertemperatuur worden bewaard, des te korter ze houdbaar zijn. ^ Schakel het apparaat uit. ^ Trek de stekker uit het apparaat. ^ Laat de deur van het diepvriesvak open. Na het ontdooien ^ Neem het dooiwater met een spons op. ^ Reinig het apparaat en droog het. Er mag geen reinigingswater in de afvoeropening voor het dooiwater terechtkomen. ^ Steek de stekker in het stopcontact.
Het reinigen van de koelkast Vòòr het reinigen Gebruik nooit zand-, soda- , zuur- of schuurmiddelhoudende reinigingsmiddelen of chemische oplosmiddelen. Ongeschikt zijn ook zogenaamde "schuurmiddelvrije" schuurmiddelen, daar deze doffe plekken veroorzaken. ^ Schakel het apparaat uit door de Aan/Uit - schakelaar op "0" te draaien. Let erop dat er geen water in de Aan/Uit - schakelaar of in de verlichting terechtkomt. ^ Ontdooi het diepvriesvak indien aanwezig.
Het reinigen van de koelkast Het reinigen van de binnenruimte en de toebehoren Het reinigen van de luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen ^ Reinig de binnenruimte en de toebehoren van de koelkast minstens één keer in de maand. ^ Reinig de luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen regelmatig met een kwast of een stofzuiger. ^ Gebruik daarvoor lauwwarm water met wat reinigingsmiddel. Wanneer zich stof ophoopt wordt er onnodig energie verbruikt.
Nuttige tips Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd. Gebeurt dit niet, dan kan de gebruiker grote risico’s lopen. Een aantal storingen kunt u echter zelf verhelpen. Wat moet u doen, wanneer . . . . . . de koelkast het niet doet? ^ Controleer of: – de Aan/Uit - schakelaar op een andere stand staat dan op "0"; – de stekker stevig in het stopcontact zit; – de hoofdschakelaar van de elektrische huisinstallatie is ingeschakeld.
Nuttige tips . . . de ingevroren producten beginnen te ontdooien, doordat het in het diepvriesvak te warm is? ^ Controleer of de kamertemperatuur onder de klimaatklasse van het apparaat ligt. Is dat het geval, ^ verhoog dan de kamertemperatuur. Wanneer de kamertemperatuur te laag is, slaat de koelkast minder vaak aan. Dat kan tot gevolg hebben dat het in het vriesvak te warm wordt en dat de ingevroren producten beginnen te ontdooien. . . .
Nuttige tips ^ Draai het nieuwe gloeilampje erin. Let er daarbij op dat de borgschijf a goed zit. ^ Zet de lampafdekking er aan de achterkant weer in en klik de afdekking aan de zijkanten vast. . . . de bodem van de koelzone nat is? De afvoeropening voor het dooiwater is verstopt. ^ Reinig het gootje en de afvoeropening voor het dooiwater. Kunt u een storing ook met bovengenoemde tips niet verhelpen, neem dan contact op met de afdeling Klantcontacten van Miele Nederland B.V.
Geluiden en de oorzaken ervan Vaak voorkomende geluiden Waar komen deze geluiden vandaan? Brrrrr... Dit brommende geluid komt van de motor (compressor). Wanneer de motor aanslaat klinkt dit geluid nog iets sterker. Blubb, blubb.... Deze klotsende, gorgelende of snorrende geluiden komen van de koelvloeistof die door de leidingen stroomt. Klik.... Dit klikkende geluid is altijd te horen wanneer de thermostaat de motor in- of uitschakelt. Sssrrrrr....
Afdeling Klantcontacten Neem bij storingen die u niet zelf kunt verhelpen contact op met – uw Miele-handelaar of – met de afdeling Klantcontacten van Miele Nederland B.V. De telefoonnummers van diverse afdelingen en het adres van Miele Nederland B.V. vindt u op de achterzijde van deze gebruiksaanwijzing. Geef bij het inschakelen van de afdeling Klantcontacten altijd het type en het nummer van het apparaat door. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje in de binnenruimte van het apparaat.
Elektrische aansluiting Dit apparaat mag alleen door een erkend elektricien op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Dit apparaat is voorzien van een aansluitkabel en een stekker met randaarde, geschikt voor aansluiting op 50 Hz 220 - 240 V. Dit apparaat mag uitsluitend worden aangesloten op een contactdoos met randaarde. Met verlengsnoeren kan een veilig gebruik van het apparaat namelijk niet worden gewaarborgd in verband met het gevaar voor oververhitting.
Montage-instructies Luchttoevoer en luchtafvoer Een apparaat dat niet is ingebouwd kan kantelen! Plaats van opstelling Kies geen plaats direct naast een fornuis, een verwarming of in de buurt van een raam waar de zon direct door heen kan schijnen. Hoe hoger de omgevingstemperatuur is, des te langer het apparaat staat te ronken en des te hoger het stroomverbruik is. Geschikt is een droge ruimte waar kan worden geventileerd. Klimaatklasse Het apparaat is geconstrueerd voor een bepaalde klimaatklasse.
Montage-instructies Voordat u het apparaat inbouwt ^ Haal de opvulstrip, de afdichtingsband en andere toebehoren uit het apparaat of van de achterwand van het apparaat. ^ Verwijder in geen geval de afstandhouder van de achterwand van het apparaat. ^ Verwijder de kabelhouder van de achterwand van het apparaat. Deze zorgt voor de noodzakelijke afstand tussen de achterwand van het apparaat en de muur. ^ Controleer of de onderdelen aan de achterwand van het apparaat nergens tegenaan kunnen komen.
Inbouwmaten [mm] 8 ³ 200 £ 2100 ³3 cm 2 ³5 50 568 A 560- ³ 200 cm2 Hoogte van de inbouwkast [mm] A K 9212 i, K 9214 iF 874 - 890 K 9412 i, K 9414 iF 1220 - 1236 40
Het veranderen van de draairichting van de deur De koelkast wordt geleverd met een rechtsscharnierende deur. Moet de deur linksscharnierend zijn, verander dan de draairichting van de deur. Voor het veranderen van de draairichting van de deur hebt u verschillende maten Torx-schroevendraaiers, als ook een sleufschroevendraaier nodig. Deur van de koelkast ^ Open de deur van het apparaat. ^ Trek de onderste lagerbout e er samen met schijfje f uit en zet ze er aan de andere kant weer aan.
Het veranderen van de draairichting van de deur Deur van het diepvriesvak ^ Klap afdekking a aan de lagersteun naar beneden. ^ Schroef lagersteun b eraf en verwijder de deur van vriesvak c samen met de lagersteun. ^ Schroef sluiting d eraf. ^ Draai sluiting d 180 ° en schroef deze er aan de andere kant weer aan. ^ Zet de deur van diepvriesvak c er aan de bovenkant weer in e en schroef lagersteun b vast. ^ Klap de afdekking aan lagersteun a weer dicht. ^ Sluit de vrijgekomen gaten met de stopjes f af.
Het inbouwen van het apparaat Alle stappen bij de montage worden gedemonstreerd met een apparaat met een rechtsscharnierende deur. Hebt u een apparaat met linksscharnierende deur, houd daar dan bij de montage rekening mee. Voordat u het apparaat inbouwt Inbouw in een scheidingswand Wanneer het apparaat in een scheidingswand wordt ingebouwd, moet de achterkant van de inbouwkast op de plek worden afgedekt waar het apparaat moet komen. Het stellen van de inbouwkast ^ Schuif de opvulplaat a in de houder.
Het inbouwen van het apparaat Het inbouwen van het apparaat ^ Stel het apparaat aan beide kanten in de hoogte met behulp van stelschroef f. ^ Druk afdichtingsband g nu in de spleet tussen apparaat en meubelwand en wel aan de kant waar de deur wordt geopend. Begin daarbij van onderen. ^ Snijd de band vlak onder bevestigingshaak b af. ^ Verwijder afdekking a. ^ Maak bevestigingshaak b met de schroeven c (4,8 x 16 mm) vast. ^ Schuif het apparaat in de inbouwkast.
Het inbouwen van het apparaat Het bevestigen van het apparaat en het monteren van de meubeldeur ^ Let erop dat alle schroeven goed worden vastgedraaid. Opvulplaat k mag niet uitsteken. Is dat wel het geval, ^ verschuif de plaat dan zo dat hij parallel loopt met de bovenkant van het meubel. ^ Klap de zijkant van bevestigingshaak b in. ^ Klik afdekking a er weer op en sluit alle gaten met de stopjes l en m af.
Het inbouwen van het apparaat ^ Sluit eventuele vrijgekomen gaten in de deur van het apparaat met de bijgevoegde stopjes r af. Dit is belangrijk voor een duurzame isolatie.
Wijzigingen voorbehouden / 0207 K 9212 i, K 9214 iF, K 9412 i, K 9414 iF M.-Nr.