Operating instructions

● BEDIENINGSINSTRUCTIES ●
Du-6
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Indien u deze punten heeft gecontroleerd maar de airconditioner nog niet
juist functioneert, gebruik de airconditioner dan niet meer en raadpleeg
uw leverancier.
Symptoom Uitleg en controlepunten
Binnenunit
De unit kan niet worden bediend. • Is de netschakelaar aangezet?
• Is de stekker in het stopcontact gestoken?
Is de ON-timer ingesteld? Blz. 5
De horizontale schoep beweegt
niet.
• Zijn de horizontale en verticale schoep op de juiste
manier geïnstalleerd?
• Is de ventilatorafscherming vervormd?
• Als de netschakelaar ingeschakeld is, worden de
horizontale schoepen in ongeveer een minuut in de
originele stand teruggezet. Nadat het terugzetten
voltooid is, wordt de normale werkingsstand van
de horizontale schoepen hervat. Ditzelfde gebeurt
ook in de werkingsstand voor noodkoeling.
Na het opnieuw inschakelen werkt
de unit ongeveer 3 minuten niet.
• Dit gebeurt op aangeven van de microprocessor ter
bescherming van de unit. Wacht even.
Er komt damp uit de luchtuitlaat
van de binnenunit.
• De koele lucht uit de unit zorgt ervoor dat vocht in de
lucht binnen de ruimte snel afkoelt en in dampvorm
overgaat.
De zwenkfunctie van de HORI-
ZONTALE SCHOEP stopt even en
start daarna weer.
• Hierdoor gaat de zwenkfunctie van de HORIZON-
TALE SCHOEP weer normaal werken.
Tijdens de werking verandert de
luchtstroomrichting.
De richting van de horizontale
schoep kan niet worden aangepast
met de afstandsbediening.
• Als de unit in de stand COOL of DRY werkt en dat
0,5 tot 1 uur lang doet met de lucht naar beneden ge-
richt, dan wordt de luchtstroomrichting automatisch
in de horizontale positie gezet om te voorkomen dat
water condenseert en naar beneden drupt.
• Indien tijdens verwarmen de temperatuur van de
luchtstroom te laag is of het apparaat aan het
ontdooien is, dan wordt de horizontale schoep
automatisch in horizontale positie gezet.
In de bedrijfsstand verwarmen
wordt de werking ongeveer 10
minuten lang gestopt.
• De buitenunit wordt ontdooid.
Dit is in 10 minuten voltooid; wacht daarom even.
(Wanneer de buitentemperatuur te laag is en de
vochtigheid te hoog, wordt ijs gevormd.)
De unit start automatisch wanneer
de netspanning wordt ingescha-
keld, zonder een signaal te ontvan-
gen van de afstandsbediening.
• Deze modellen zijn uitgerust met een functie
voor automatisch opnieuw starten. Wanneer de
netspanning uitgeschakeld wordt zonder de unit
met de afstandsbediening uit te zetten en vervol-
gens de netspanning weer wordt ingeschakeld,
dan start de unit automatisch opnieuw in de
stand die met de afstandsbediening was inge-
steld toen de stroomtoevoer werd onderbroken.
RaadpleegAutomatische herstartfunctie
Blz. 4 .
Als de kamertemperatuur in de
stand COOL/DRY de ingestelde
kamertemperatuur bijna bereikt,
dan stopt de buitenunit waarna
de binnenunit op lange snelheid
werkt.
• Als de kamertemperatuur afwijkt van de ingestelde
temperatuur, dan gaat de binnenventilator draaien
volgens de instellingen van de afstandsbediening.
De binnenunit verkleurt na verloop
van tijd.
• Hoewel plastic geel verkleurt onder invloed van
factoren als ultraviolet licht en temperatuur, heeft
deze verkleuring geen effect op de werking van het
product.
Multisysteemfunctie
De binnenunit die niet in werking
is, wordt warm en er is een geluid
dat lijkt op stromend water, in de
unit te horen.
• Door een binnenunit die niet in werking is, blijft toch
een kleine hoeveelheid koelmiddel stromen.
Als de stand verwarmen wordt
geselecteerd, zal de unit niet direct
met verwarmen beginnen.
• Als het verwarmen wordt gestart tijdens het ont-
dooien van van de buitenunit, dan duurt het enkele
minuten (max. 10 minuten) voordat er warme lucht
uit de unit wordt geblazen.
Buitenunit
De ventilator van de buitenunit
draait niet, ook al is de compressor
in werking. Als de ventilator begint
te draaien, stopt hij snel weer.
• Als de buitentemperatuur tijdens het koelen erg
laag is, werkt de ventilator met tussenpozen om
voldoende koelwerking te verkrijgen.
De buitenunit lekt water. • Tijdens COOL en DRY worden leidingen en hun
koppelingen afgekoeld, waardoor op hun buitenkant
condens kan ontstaan.
• Tijdens verwarmen kan condenswater op de warm-
tewisselaar ontstaan en naar beneden druppen.
• Tijdens verwarmen zorgt de ontdooifunctie ervoor
dat ijs op de buitenunit smelt en als water naar
beneden drupt.
Er komt witte rook uit de buitenunit. Tijdens verwarmen ontstaat door het ontdooien
stoom, die op witte rook lijkt.
Afstandsbediening
Het display van de afstandsbedie-
ning is niet zichtbaar of is vaag.
De binnenunit reageert niet op het
signaal van de afstandsbediening.
• Zijn de batterijen leeg? Blz. 3
• Zijn de polen (+, -) van de batterijen verwisseld?
Blz. 3
• Wordt er op toetsen van de afstandsbediening van
andere elektrische apparaten gedrukt?
Symptoom Uitleg en controlepunten
Koelt of verwarmt niet
De airconditioner koelt of ver-
warmt niet voldoende.
• Is de juiste temperatuur ingesteld? Blz. 4
Is de juiste ventilatorsnelheid ingesteld? Verhoog de
ventilatorsnelheid.
Blz. 4
• Zijn de filters schoon? Blz. 5
• Is de ventilator of de warmtewisselaar van de bin-
nenunit schoon?
• Wordt de luchtinlaat of -uitlaat van de binnen- of
buitenunit geblokkeerd?
• Staat er een raam of deur open?
De ruimte wordt niet voldoende
gekoeld.
• Als u in een ruimte een ventilator of gasfornuis
gebruikt, wordt het koelsysteem zwaarder belast.
Hierdoor kan het koelend vermogen mogelijk onvol-
doende zijn.
• Als de buitentemperatuur erg hoog is, kan het koe-
lend vermogen mogelijk niet voldoende zijn.
De ruimte wordt niet voldoende
verwarmd.
• Als de buitentemperatuur erg laag is, kan de verwar-
mingscapaciteit mogelijk niet voldoende zijn.
In de bedrijfsstand verwarmen
wordt de lucht niet snel uitge-
blazen.
• Wacht even totdat de airconditioner gereed is om
warme lucht uit te blazen.
Luchtstroom
De lucht uit de binnenunit ruikt
vreemd.
• Zijn de fi lters schoon? Blz. 5
• Is de ventilator of de warmtewisselaar van de bin-
nenunit schoon?
• De airconditioner kan geuren opnemen van muren,
vloerkleden, meubilair, kleding e.d. en deze samen
met de lucht uitblazen.
Geluid
Een krakend geluid is te horen. • Dit geluid ontstaat doordat onderdelen zoals het
voorpaneel uitzetten en krimpen vanwege tempera-
tuursveranderingen.
U hoort een "borrelend" geluid. Dit geluid hoort u wanneer bij het inschakelen van
afzuiging of ventilator buitenlucht wordt aangezogen
via de afvoerslang, waardoor water dat zich in de
afvoerslang bevindt naar buiten spuit.
U hoort dit geluid ook wanneer buitenlucht in de
afvoerslang wordt geblazen door sterke wind.
De binnenunit maakt mechani-
sche geluiden.
• Dit geluid ontstaat wanneer de ventilator of de com-
pressor wordt in- of uitgeschakeld.
Het stromen van water is te
horen.
• Dit geluid ontstaat wanneer er koelmiddel of gecon-
denseerd water in de airconditioner stroomt.
Soms is een sissend geluid te
horen.
• Dit geluid ontstaat wanneer de stroming van het
koelmiddel door de airconditioner verandert.
Zet in de volgende gevallen de airconditioner uit en raadpleeg uw leve-
rancier.
Wanneer water uit de binnenunit lekt of druppelt.
Wanneer de bovenste bedieningsindicator knippert.
Opmerking:
2 tot 4 keer: Controleer de binnenkant van het binnenunitpaneel aan de
hand van de informatie uit TROUBLESHOOTING (PROBLEMEN OPLOS-
SEN) m.b.t. het BEDRADINGSSCHEMA.
5 tot 7 keer: Controleer de werking van de elektrische kast van de buiten-
unit aan de hand van de informatie uit TROUBLESHOOTING (PROBLE-
MEN OPLOSSEN).
Wanneer de netschakelaar vaak uit gaat.
De signalen van de afstandsbediening worden mogelijk niet goed ontvangen
in een ruimte waar TL-verlichting (bijv. van het invertertype) wordt gebruikt.
De werking van de airconditioner stoort de radio- en tv-ontvangst. Voor het
betreffende apparaat kan een antenneversterker nodig zijn.
Wanneer er een abnormaal geluid te horen is.
JG79A778H01_nl.indd 6 2013/01/10 (木) 午後 2:53:19