Operation Manual

NE-18
Bekijken van videobeelden (vervolg)
C. Projecteren van beelden
Voorbereiding:
Verwijder de lensdop.
Schakel de stroom van de aangesloten videoapparatuur in.
VIDEO toets
S-VIDEO toets
p, q, t en u toetsen
HDMI toets
ON ( I ) toets
COMPONENT toets
POWER toets
POWER indicator
STATUS indicator
VIDEO/ u toets
HDMI / COMPUTER / t toets
Controleer dat de POWER indicator rood oplicht.
Werd de projector de laatste keer uitgeschakeld voordat de lamp voldoende was afgekoeld, dan begint de
ventilator mogelijk te draaien en de POWER toets werkt niet nadat u de stekker weer in het stopcontact heeft
gestoken. (De STATUS indicator knippert groen.) Nadat de ventilator is gestopt, moet u op de POWER toets
drukken om de stroom in te schakelen waarbij de POWER indicator oplicht.
Druk op de POWER toets van de projector of op de ON ( I ) toets van de afstandsbediening.
Het duurt mogelijk een minuut eer de lamp gaat branden.
De lamp zal onder bepaalde omstandigheden niet gaan branden. Wacht in dat geval een paar minuten en
probeer het opnieuw.
Bedek de lens niet met de lensdop wanneer de lamp brandt.
Nadat u op de POWER toets heeft gedrukt, kan het beeld flikkeren voordat de lamp stabiel wordt. Dit is geen
storing aan het product.
Ongeacht de instelling van LAMP MODE, wordt de lampmodus STANDARD standaard geactiveerd telkens
wanneer de projector wordt ingeschakeld. Als de instelling voor LAMP MODE is ingesteld op LOW, verandert de
lampmodus ongeveer één minuut na inschakeling van STANDARD in LOW.
Als u op de POWER-toets drukt, begint de projector met opwarmen. Tijdens het opwarmen kunnen beelden te
donker zijn en kunt u geen opdrachten geven.
Als de STATUS-indicator rood knippert, betekent dit dat de lamp binnenkort aan vervanging toe is. Vervang de
lamp indien de STATUS-indicator rood knippert. (Zie bladzijde 44.)
Stel scherp door aan de focusring te draaien.
Kies een ingangsbron.
Druk op de VIDEO of HDMI/COMPUTER toets van de projector of de VIDEO, S-VIDEO, COMPONENT of HDMI
toets van de afstandsbediening, in overeenstemming met de gebruikte aansluiting.
Door iedere druk op de VIDEO toets van de projector wordt afwisselend VIDEO, S-VIDEO en COMPONENT als
ingangsbron gekozen.
Door iedere druk op de HDMI/COMPUTER-toets van de projector wordt afwisselend COMPUTER en HDMI als
ingangsbron gekozen.
De projector selecteert automatisch het juiste signaalformaat. (Het signaalformaat dat is geselecteerd, wordt in
het INFORMATION menu getoond.)
U kunt geen andere ingangsbron selecteren terwijl het menu wordt geprojecteerd. Het duurt mogelijk even eer
een beeld op het scherm wordt getoond.
Het duurt mogelijk even eer een beeld op het scherm wordt getoond. Dit is afhankelijk van het type
ingangssignaal en duidt dus niet op een defect.
Bepaalde beelden worden mogelijk beter getoond wanneer u de aspectratio verandert. (Zie bladzijde 20.)
Als deze projector is aangesloten op een HDMI-apparaat dat HDCP ondersteunt, zoals een DVD-speler,
kan het soms voorkomen dat het beeld niet goed wordt weergegeven wanneer naar zo’n ingangsbron wordt
overgeschakeld. Schakel op dergelijke momenten over naar een andere ingangsbron en daarna weer terug naar
het HDMI-apparaat.
Indien u COMPONENT als bron kiest, kunnen de beelden die van de computer komen mogelijk flikkeren. Druk
in dat geval op de toets t of u op de afstandsbediening om het flikkeren te verminderen. (Fijnafstelling)
1.
2.
3.
4.