Operation Manual

NE-24
Bekijken van computerbeelden (vervolg)
Stel de positie van de projector in zodat de projector en het scherm loodrecht ten opzichte van elkaar zijn. (Zie
bladzijde 10.)
Indien de projector niet loodrecht op het scherm kan worden geplaatst, moet u de projectiehoek instellen. (Zie
bladzijde 12.)
Pas de beeldgrootte aan door aan de zoomring te draaien.
Pas, indien nodig, de scherpstelling aan en zoom opnieuw.
Stoppen van het projecteren:
Druk op de POWER toets van de projector of op de OFF ( ) toets van de afstandsbediening.
Er wordt een bevestigingsbericht getoond.
Laat de projector een tijdje met rust of druk op de MENU knop om de procedure te annuleren.
Druk op de POWER toets van de projector of op de OFF ( ) toets van de afstandsbediening.
De lamp gaat uit en de projector gaat in de stand-by stand. In de stand-by stand knippert de STATUS indicator
groen.
10
. Wacht ongeveer 90 seconden.
Gedurende deze periode van 90 seconden in de stand-by modus draait zowel de ventilator voor de luchttoevoer
als de luchtafzuiging om de lamp te koelen.
Om veiligheidsredenen kan de lamp na het het uitzetten 1 minuut lang niet aangezet worden. Verder duurt het
nog 1 minuut voordat de STATUS indicator uitgaat. Als u de projector weer aan wilt zetten, wacht dan totdat de
indicator uitgaat en druk daarna op de POWER toets.
De luchtuitlaatventilatoren draaien sneller naarmate de temperatuur rond de projector stijgt.
Trek de stekker van het netsnoer niet uit het stopcontact terwijl de STATUS indicator nog knippert. Het na
gebruik direct ontkoppelen van het netsnoer kan problemen veroorzaken.
De ventilator produceert tijdens het afkoelen een nogal hard geluid. Dit duidt niet op een defect.
11
. Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
De POWER indicator gaat uit.
Wanneer u per ongeluk de stekker uit het stopcontact haalt terwijl nog niet alle ventilatoren stilstaan of terwijl
de lamp nog brandt, laat de projector dan 10 minuten afkoelen in uitgeschakelde toestand. Druk daarna op de
POWER toets om de lamp weer aan te doen. Mocht de lamp niet meteen aan gaan, druk dan nog eens twee of
drie keer op de POWER toets. Als de lamp nog steeds niet aan gaat, vervang hem dan.
Plaats de lensdop ter bescherming tegen stof weer op de lens.
AUTO POSITION toets
Indien het beeld van de computer niet in de juiste positie wordt getoond, moet u de volgende handelingen uitvoeren.
Toon een helder beeld (bijvoorbeeld als volledige schermweergave van de prullenbak).
Schakel de screensaver uit, indien geactiveerd.
Druk op de AUTO POSITION toets.
De projector maakt automatisch de optimale instellingen voor het ingangssignaal.
Indien het beeld na herhaaldelijk drukken op de AUTO POSITION toets nog niet in de juiste positie wordt
getoond, moet u de instellingen in het SIGNAL menu veranderen zodat de beelden wel juist kunnen worden
getoond. (Zie bladzijde 34.)
Het beeld is mogelijk nog niet in de juiste positie indien u deze procedure met een donker beeld heeft uitgevoerd.
1.
2.
3.
Indien verbonden met een notebook computer:
Beelden worden onder bepaalde omstandigheden niet geprojecteerd indien u de projector met een notebook computer
heeft verbonden. U moet de computer in dat geval zodanig instellen dat deze signalen extern kan uitvoeren. De
procedure voor het instellen verschilt afhankelijk van het type computer dat u heeft. Zie derhalve de gebruiksaanwijzing
van uw computer.
Voorbeeld voor het instellen van externe uitvoer
Druk op de [Fn] toets en tegelijkertijd op een van de [F1] t/m [F12] toetsen. (De te gebruiken toets is afhankelijk van
het type computer dat u heeft.)
De resolutie instellen
Als de resolutie van de computer niet overeenkomt met die van de projector, kunnen de geprojecteerde beelden
vaag worden weergegeven. Zorg ervoor dat beide apparaten dezelfde resolutie hebben (zie bladzijde 46).
Raadpleeg de computerfabrikant of de gebruiksaanwijzing van de computer voor informatie over het wijzigen van de
uitgangsresolutie van de computer.
6.
7.
8.
9.