Nefit houdt Nederland war m Installatie-instructie VR-Toestellen
21014 25 24 23 Nefit EcomLine VRC 24VS 26 27 22 221013 8 6 7 21 20 11 1 Nefit EcomLine VRC 24V 12 19 17 18 16 15 13 14 5 2 4 3 10 9
1. Frame 2. Warmtewisselaar 3. Ventilator 4. Rookgasverzamelkast 5. Stralingsplaat 6. Aanvoerpijp c.v. 22 mm 7. Temperatuur-/ drukmeter 8. Diagnose 9. Meetpunt verbrandingsgasafvoer 10. Meetpunt luchttoevoer 11. UBA Universele Brander Automaat 12. Gasleiding 1/2” 13. Manyfold 14. Brander 15. Meetnippel branderdruk 16. Gasregelblok 17. Modulerende spoel 18. Circulatiepomp 19. Drukverschilschakelaar 20. Aanvoer sensor (NTC) 21. Aansluitdoos kamerthermostaat 22. Trekonderbreker 23. T.T.B. 24.
VOORWOORD 819033 819015 Als Nederlandse fabrikant van cv-toestellen is Nefit er veel aan gelegen toestellen te produceren die zo zuinig en zo schoon mogelijk functioneren. Alle Nefit VR-toestellen hebben daarom een "Lage NOx" uitstoot. Bovendien is de Nefit EcomLine VRC een volledig modulerende toestel. Dit houdt in dat het toestel zich voortdurend aanpast aan de warmtevraag van de woning.
INHOUDSOPGAVE 1. 1.1 INSTALLEREN Installeren algemeen 1.1.1 Plaatsingsmogelijkheden 1.1.2 Voorschriften 1.1.3 Montage Luchttoevoer en rookgasafvoer 1.2.1 Luchttoevoer en rookgasafvoer bij gesloten opstelling 1.2.2 Luchttoevoer en rookgasafvoer bij open opstelling 1.2.3 Aansluiting op CLV-systeem 1.2.4 Vorstbeveiliging 1.2.5 Rookgasafvoer en luchttoevoerberekeningen CV- en sanitairwatercircuit 1.3.1 cv-watercircuit 1.3.2 Tapwatercircuit 1.3.3 Pompschakeling Elektrische aansluitingen 1.4.
1. INSTALLEREN 1.1 Installeren algemeen 1.1.1 Plaatsingsmogelijkheden Om vast te stellen of installatie van een Nefit EcomLine VRC toestel in een bepaalde ruimte mogelijk is, moet u rekening houden met de volgende aspecten: 1. Er is een wandcontactdoos aanwezig of kan aangelegd worden. 2. De afmetingen van het toestel en de benodigde ruimte voor de rookgasafvoer vormen geen belemmering in de beschikbare ruimte. Houd rekening met een goede bereikbaarheid van de voorzijde van het toestel.
1. INSTALLEREN 1.1.2 Voorschriften U dient er als installateur voor te zorgen dat de gehele installatie voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften zoals die zijn opgenomen in NEN 3028 (Veiligheidseisen voor centrale verwarmingsinstallaties). De installatie moet tevens voldoen aan de geldende GAVO , NEN 1078 (Voorschriften voor aardgasinstallaties) en NEN 2757 (Toevoer verbrandingslucht en afvoer van rook van verbrandingstoestellen). Het toestel is reeds uitgevoerd met een randaarde steker.
1. INSTALLEREN 1.2 Luchttoevoer en rookgasafvoer De Nefit EcomLine VRC-toestellen worden geleverd in 2 uitvoeringen. De VRC 24 V is een zgn. gesloten toestel; de verbrandingslucht wordt van buiten aangezogen en de rookgassen naar buiten afgevoerd d.m.v. een ingebouwde ventilator. De VRC 24 VS is een zgn. open toestel; de verbrandingslucht wordt betrokken uit de opstellingsruimte, de rookgassen worden d.m.v. thermische trek afgevoerd. 1.2.
1. INSTALLEREN 1.2.5 Rookgasafvoer en luchttoevoer berekeningen. Algemeen De maximale leidinglengte voor de luchttoevoer en rookgasafvoer wordt bepaald door de totale weerstand die in de leidingen voorkomt (en eventueel de concentrische doorvoer) en door de beschikbare druk van de ventilator. Voor de Nefit EcomLine VRC toestellen is een druk beschikbaar van de ventilator van 100 Pa. Totale weerstand.
1. INSTALLEREN Rookgasafvoerleiding De weerstand ( grafiek 5 en 6, blz 12 ). Bepaal de weerstand van de rookgasafvoerleiding. Hierbij dient rekening gehouden te worden met de hoogst te verwachten omgevingstemperatuur van de leiding, de lengte van de leiding en de diameter van de leiding. Voor de lengte van de rookgasafvoerleiding geldt een bocht van 90º als 1,5 meter leiding en een bocht van 45º als 0,75 meter leiding. Weerstand doorvoer ( tabel 1 ) blz.
1. INSTALLEREN Voorbeeld 1 A: luchttoevoerleiding : leidinglengte van 9,5 meter, 2 bochten 90º, 1 bocht 45º. Gewenste leidingdiameter: 80 mm B: rookgasafvoerleiding : leidinglengte 9,5 meter, 2 bochten 90º, 1 bocht 45º. Gewenste leidingdiameter: 80 mm Geen condensaat bij minimaal 15º C omgevingstemperatuur C: dakdoorvoerset : dakdoorvoer middels verticale concentrische dakdoorvoer L = 1225 mm, volgens afbeelding. De leidingen zijn weggewerkt in een leidingschacht. Uitwerking: 1.
1. INSTALLEREN Grafieken maximale droge afvoerlengte. Grafiek 1. leiding enkelwandig dunwandig aluminium. Grafiek 2. leiding dubbelwandig of geïsoleerd dunwandig aluminium. Grafiek 3. leiding dikwandig aluminium 1,5 -2 mm Grafiek 4. leiding dikwandig aluminium 1,5-2 mm geïsoleerd met minimaal 25 mm dik isolatie materiaal.
1. INSTALLEREN Grafieken maximale weerstand rookgasafvoerleiding ( belasting 100 % ). Grafiek 5. leiding dunwandig aluminium enkelwandig dubbelwandig of geïsoleerd Grafiek 6. leiding dikwandig aluminium ongeïsoleerd geïsoleerd Grafiek maximale weerstand luchttoevoerleiding. ( belasting 100 % ) Grafiek 7. leiding metaal en kunststof; de diameters zijn inwendig aangegeven.
1. INSTALLEREN Weerstand van concentrische horizontale en verticale doorvoeren. 719118 De beschikbare weerstand van 100 Pa voor de toe- en afvoerleiding dient verminderd te worden met de uit de tabel gevonden weerstand. Tabel 1 Conc. lengte L [mm] 500 700 1000 1225 1500 1750 1950 2160 Weerstand [Pa] 0 1,5 3 5 6 7,5 9 10 Tabel 2 (Droge lengte factor Fc.) Conc.
1. INSTALLEREN Droge lengte rookgasafvoerleiding aangesloten op een concentrische muurdoorvoer met verlengde rookgasafvoer ( balkon ). Geldt niet voor uitvoering met dubbelwandige afvoerleiding. 719119 De droge lengte van de rookgasafvoerleiding is afhankelijk van de lengte “ B “ onder het balkon en de concentrische lengte “ L “ en andersom. In grafiek 8 wordt aan de hand van de lengte “ B “ en de concentrische lengte “ L “ de correctiefactor Fcd bepaald.
1. INSTALLEREN Droge lengte rookgasafvoerleiding aangesloten op concentrische dakdoorvoer met verlengde rookgasafvoer. ( SFB systeem ) Geldt niet voor uitvoering met dubbelwandige afvoerleiding. De droge lengte van de rookgasafvoerleiding is afhankelijk van de lengte “B” en de concentrische lengte “L” en andersom. In grafiek 9 wordt aan de hand van de lengte “B” en de concentrische lengte “L” de correctiefactor Fcb bepaald.
1 INSTALLEREN Minimale isolatielengte voor dikwandig rookgasafvoerleiding 80 mm. In grafiek 4 ( blz.11 ), is de droge lengte opgegeven voor een volledig geïsoleerde afvoerleiding. Afhankelijk van de benodigde droge lengte is het mogelijk om de leiding gedeeltelijk te isoleren. Zie voorbeelden 1, 2 en 3. 719121 Grafiek 10. Minimale isolatie voor dikwandig 80 mm.
1. INSTALLEREN 1.3 Fig. 1.3.1.1 Plaatsing aansluitingen cv-, sanitair- en gas-leidingen cv- en sanitairwatercircuit 1.3.1 cv-watercircuit De aansluitingen voor retour- en aanvoerleiding van het cv-circuit bevinden zich aan de onderzijde van het toestel (zie fig. 1.3.1.1). Het is aan te bevelen het toestel aan het leidingnet te koppelen d.m.v. afsluiters. Sluit de leidingen spanningsvrij aan.
1. INSTALLEREN Bij toepassing van dit toestel in een vloerverwarmingssysteem dient één van de volgende maatregelen genomen te worden. 1. Alleen vloerverwarming. Tussen de aanvoer en retour dient een by-pass te worden gemonteerd. De aansluiting van de by-pass op de aanvoer dient tussen toestel en de circulatiepomp van het vloerverwarmingssysteem te geschieden. 2. Vloerverwarming en radiatoren. Hierbij dient een radiator zodanig ingesteld te worden, dat deze niet dichtgedraaid kan worden.
1. INSTALLEREN Fig. 1.3.2.1 Aansluitingen cv-, tapwater- en gas-leidingen 1 2 3 4 5 1 Aanvoer cv 2 Heetwater 3 Gas 4 Koudwater 5 Retour cv 22 mm 15 mm 15 mm (1/2) 15 mm 22 mm 221005 Fig. 1.3.2.2 Inlaatcombinatie 1.3.2 Tapwatercircuit Alle Nefit EcomLine VRC toestellen hebben aansluitingen voor koud en warm tapwater. Deze bevinden zich aan de achterzijde van het toestel (Zie fig.1.3.2.1). De koudwaterleiding moet volgens de geldende voorschriften (AVWI NEN 1006, art. 12) worden aangesloten.
1. INSTALLEREN 1.3.3 Pompschakeling Fig. 1.3.2.4 Pompschakeling Type UBA 4000 Max. safety time: 10 sec. 230 Vac 50 Hz DIN DVGW nr: 93.01bNF "S" display service reset reset pump pump 1 In het besturingssysteem van de Nefit EcomLine VRC toestellen is een pompschakeling ingebouwd. De nadraaitijd van de pomp voor cv is 5 minuten (stand 1 van de pompschakelaar op de UBA) of 24 uur (stand 2).
1. INSTALLEREN Fig. 1.4.2.1 Locatie kroonsteen 1.4 Elektrische aansluitingen 1.4.1 Aansluiting netspanning Het toestel is reeds uitgevoerd met een randaarde steker. Het toestel moet dan ook op een wandcontactdoos met randaarde worden aangesloten. De Elektrische installatie dient te voldoen aan NEN 1010 en plaatselijk geldende voorschriften. 1.4.2 Aansluiting kamerthermostaat Het toestel werkt met alle gangbare (klok)ruimteregelingen. Bij gebruik van een normale zgn.
2. IN BEDRIJF STELLEN Fig. 2.1.1 Vul & aftapkraan 211085 2.1 Om het cv-circuit met water te vullen moeten de volgende handelingen verricht worden: 1. Haal de steker uit het wandcontactdoos. 2. Sluit een slang aan op de waterleiding en laat deze vol met water lopen, zodanig dat er geen lucht meer in de slang zit, en sluit de slang aan op de vulkraan (zie fig. 2.1.1) van de installatie. 3. Controleer of de dop van de automatische ontluchter (rechtsonder in toestel, zie fig. 2.1.
2. IN BEDRIJF STELLEN 2.2 In bedrijf stellen Fig. 2.2.1 Ontluchting gasleiding Hiertoe moet u achtereenvolgens de volgende handelingen verrichten: 1. Controleer de stand van de drukmeter. Als de druk lager is dan 0,8 bar moet eerst de installatie bijgevuld worden. 2. Vul sanitair gedeelte. 3. Open de gaskraan op de gasleiding onder het toestel. Als er zich lucht in de gasleiding bevindt deze eerst ontluchten (zie fig. 2.2.1). 4. Steek de steker in de wandcontactdoos. 5.
2. IN BEDRIJF STELLEN 2.3.2 Voordruk controleren Fig. 2.3.2 Meten voordruk Vervolgens moet de voordruk gecontroleerd worden. Zet de testschakelaar in de bovenste stand en zorg dat het toestel brandt. Meet de voordruk door een geschikte drukmeter op de inlaatdruk-meetnippel aan te sluiten (zie fig. 2.3.2). De voordruk behoort nominaal 25 mbar te zijn. Wanneer deze druk meer dan 5 mbar afwijkt, controleer dan het leidingnet of neem contact op met het gasbedrijf over de afstelling van de huisdrukregelaar.
2. IN BEDRIJF STELLEN Fig. 2.3.5 Meten ionisatiestroom 2.3.4 Meten ionisatiestroom Meten ionisatiestroom: 1. Maak het toestel spanningsloos. 2. Neem de stekerverbindingen in de ionisatiekabel los en sluit op beide stekers in serie de meetapparatuur aan. 3. Breng het toestel weer onder spanning. 4. Geef warmtevraag zodat het toestel gaat branden. FLUKE 73 mA 5 Meet de ionisatiestroom de waarde hiervan moet > 1 µA zijn.
2. IN BEDRIJF STELLEN 2.5 Aftappen Om de gehele installatie af te tappen moet u het volgende doen: 1. Open op het laagste punt in de cv-installatie de aftapkraan (zie fig. 2.5.1) 2. Open alle ontluchtingskraantjes op de radiatoren. 3. Als de gehele cv-installatie leeg is, moet vervolgens het toestel worden afgetapt. 4. Draai hiertoe de wartel linksonder (naast de driewegklep) en de wartel rechtsonder (naast de luchtafscheider) in het toestel los. Het toestel wordt nu cv-zijdig geleegd. 5.
3. ONDERHOUD Fig. 3.1 Verwijderen deksel ventilatiekast 3.1 Nefit EcomLine VRC 24 V Minstens 1x per jaar dient een onderhoudsbeurt uitgevoerd te worden, waarbij de brander en warmtewisselaar gecontroleerd en gereinigd worden, en alle instellingen gecontroleerd worden. Ga hiervoor als volgt te werk: 1. Zet de kamerthermostaat laag, haal de steker uit de wandcontactdoos en verwijder de mantel van het toestel. 2. Sluit de gaskraan onder het toestel. 129007 Fig. 3.2 Verwijderen deksel rookkast 3.
3. ONDERHOUD Fig. 3.5 Verwijderen stralingsplaat en voordeksel verbrandingskamer. 3.2 Nefit EcomLine VRC 24 VS Minstens 1 x per jaar dient een onderhoudsbeurt uitgevoerd te worden, waarbij de brander en warmtewisselaar gecontroleerd en gereinigd worden, en alle instellingen gecontroleerd worden Ga hiervoor als volgt te werk: 1. Zet de kamerthermostaat laag, haal de steker uit de wandcontactdoos en verwijder de mantel van het toestel. 2. Sluit de gaskraan onder het toestel. 3.
4. DIAGNOSE TOESTELGEDRAG 4.1 Fig. 4.1.1 Display en servicecode Bedrijfsfuncties 4.1.1 Algemene verklaring display- en servicecodes Type UBA 4000 Max. safety time: 10 sec. 230 Vac 50 Hz DIN DVGW nr: 93.01bNF "S" 1 211040 2 Op de UBA bevindt zich een LED, welke met behulp van een display-code aangeeft wat de huidige - globale - bedrijfstoestand van het toestel is. Door op de serviceknop te drukken verschijnt er een tweede code.
4. DIAGNOSE TOESTELGEDRAG 4.1.
4. DIAGNOSE TOESTELGEDRAG 4.2 Storingen en oorzaken 4.2.1 Storingsdiagnose Door de getoonde display en servicecode te combineren met het gedrag van het toestel en/of installatie kan de oorzaak van de storing achterhaald worden. In de onderstaande tabel kunt u de belangrijkste combinaties van codes en toestelgedrag terugvinden. In de kolom "oorzaken" wordt met een nummer verwezen naar tabel 4.2.2, waarin u terug kunt vinden wat de storing veroorzaakt en hoe u de storing op kunt lossen.
4. DIAGNOSE TOESTELGEDRAG Onderstaande storingen treden op bij niet werkende toestel. displaycode servicecode toestelgedrag oorzaken 1 L TTB open. Temperatuur naast rookgasafvoer te hoog (VRC 24 VS ) 10 3 A De luchtdrukverschilschakelaar opent tijdens branden ( VRC 24 V ) 18/19 3 C De luchtdrukverschilschakelaar sluit niet binnen 5 minuten na aanvang warmtevraag. 4 A De aanvoersensor is te warm (>100ºC) 4 C De cv-aanvoertemperatuur is hoger dan 105ºC De maximaalthermostaat is geopend.
4. DIAGNOSE TOESTELGEDRAG displaycode servicecode toestelgedrag oorzaken 9 A UBA defect 40 9 C UBA ziet geen KIM/tapvat select 36 9 F Fout m.b.t.
4. DIAGNOSE TOESTELGEDRAG 4.2.2 Storingsoorzaken en oplossingen Onderstaande tabel geeft de mogelijke oorzaak van de storing uit tabel 4.2.1, en een aanwijzing hoe de storing verholpen kan worden. oorzaak nr. 1 omschrijving van de oorzaak De kamerthermostaat is niet goed aangesloten; let op juiste polariteitsaansluiting! 2 De kamerthermostaat schakelt niet uit. Thermostaat of bedrading defect. 3 De boilersensor is kortgesloten of is defect.
4. DIAGNOSE TOESTELGEDRAG 26 Teveel weerstand over maximaalthermostaat en/of TTB ( VRC 24 VS ) beide maximaal 3 Ω, inclusief aansluitingen. ( bij meten spanning van toestel nemen of connector los halen). 27 De 1e en/of 2e gasklep opent niet, controleer of er tijdens de ontsteekfase 24V-spanning is, zo niet vervang UBA. 28 De brander krijgt geen gas; controleer voordruk. Eventueel gasleiding ontluchten Indien ook andere punten o.k, vervang gasblok.
5. SPECIFICATIES 819033 819015 5.1 Werking Nefit EcomLine VRC-toestellen 5.1.1 Algemene constructie De Nefit EcomLine VRC toestellen zijn uitgevoerd als een zgn. Combi-toestel. Het water in het cv-circuit wordt hierbij gebruikt om zowel het huis als het sanitaire water te verwarmen. Het cv-water wordt in de warmtewisselaar verwarmd door de modulerende brander. Het sanitair warmwater wordt verwarmd d.m.v. een tapvat, waarin de warmte van het cv-water wordt overgedragen aan het warmwater-circuit.
5. SPECIFICATIES Brander Ontsteking Besturingssysteem Luchttoevoersysteem Rookgasafvoersysteem KIM Beveiligingen Randapparatuur: handterminal Randapparatuur: kamerthermostaten Modulerende brander. Ontsteking d.m.v. keramische gloeiplug, aangestuurd via een relais met 120 V. Gloeitemperatuur 1400 ºC. UBA (Universele Brander Automaat) stuurt en controleert alle toestelfuncties. Gedetailleerde toestel informatie d.m.v. display-en servicecode.
5. SPECIFICATIES 5.2 Technische specificaties Nefit EcomLine VR toestellen Toestelspecificaties nominale max. belasting b.w. nominale max. belasting o.w. nominaal vermogen modulerend vermogensgebied gasverbruik bij vollast NOx emissie waterinhoud cv-zijdig waterinhoud sanitair zijdig taphoeveelheid bij 60ºC taphoeveelheid bij 40ºC cv-watertemperatuur warmwatertemperatuur hoogte breedte diepte gewicht opgenomen electr.
5. SPECIFICATIES 5.
5. SPECIFICATIES 5.4 Elektrische schema's Nefit EcomLine VRC 24 V 20 polige connector 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 mod.
5. SPECIFICATIES 5.4.1 aanvoersensor ∆P schakelaar KIM handterminal voeding boilersensor analoge kamerthermostaat gasklep voeding (24 volt) gasklep modulatiespoel driewegklep aan/uit kamerthermostaat/ externe driewegklep buitenvoeler hoofdgasklep T.T.B.
5. SPECIFICATIES 5.
5.
BIJLAGE Benamingen: NEN 3028 Veiligheidseisen voor centrale verwarmingsinstallaties NEN 1078 Voorschriften voor aardgasinstallaties NEN 2757 Toevoer verbrandingslucht en afvoer van rook van verbrandingstoestellen NEN 1010 Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties VR 24 V 24 VS Verbeterd rendement combi Verticale opstelling ( gesloten ) Verticale opstelling met schoorsteenaansluiting ( open ) CLV Centrale lucht en verbrandingsgasafvoersysteem SFB Sociale fonds bouwnijverheid systeem
VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING volgens de EG-Richtlijn inzake machines (89/392/EEG, 91/386/EEG, 93/68/EEG) en de EG-Richtlijn inzake EMC (89/336/EEG, 91/263/EEG, 92/31/EEG, 93/68/EEG) Nefit Buderus B.V. Zweedsestraat 1 7418 BB Deventer verklaart hierbij dat zijn c.v.-ketels: merk type : EcomLine : VRC zijn geconstrueerd volgens de van toepassing zijnde bepalingen van de EG-richtlijn inzake machines en de EG-richtlijn inzake EMC. Hoogachtend, dr. ir. Th. P. M.
Paraaf : * Doorhalen wat niet van toepassing is Installateur / service organisatie : Datum inspectie: (11,1 mbar 29V en 10,0 mbar 29 VS) Minimale branderdruk (1,9 mbar) Maximale branderdruk (1,9 mbar) 9. 10. Instellen doorstroombegrenzer (6,5 ltr./min.) en / of gemeten 8. en / of gemeten Controle ionisatiestroom : norm 20 - 80 µA en / of gemeten 7. en / of gemeten Controle gasvoordruk : norm 25 mbar en / of gemeten 6.
992.0810-3283 11-2000 Nefit werkt continu aan verbeteringen van haar producten. Wijzigingen in de technische gegevens zijn dus mogelijk. Nefit houdt Nederland war m Nefit Buderus B.V., Postbus 3, 7400 AA Deventer. Consumenten Infolijn: 0570 - 67 85 00. Fax: 0570 - 67 85 86. E-mail: consument@nefit.nl Internet: www.nefit.