Installation Instructions

4.2.2 Storingsoorzaken en oplossingen
Onderstaande tabel geeft de mogelijke oorzaak van de storing uit tabel 4.2.1,
en een aanwijzing hoe de storing verholpen kan worden.
omschrijving van de oorzaak
De kamerthermostaat is niet goed aangesloten; let op juiste polariteits-
aansluiting!
De kamerthermostaat schakelt niet uit. Thermostaat of bedrading defect.
De boilersensor is kortgesloten of is defect.
De boilersensor heeft een los contact of een draadbreuk.
De driewegklep loopt niet om; er is een los contact in de kabelboom of in de
connector van de klep.
Er is lekkage in de driewegklep door vervuiling of slijtage of de driewegklep is
verkeerd aangesloten (cv-zijdig).
De kamerthermostaat is verkeerd ingesteld (anticipatieweerstand) of slecht
contact in kamerthermostaat (bij aan/uit thermostaat) of in de aansluitdraden.
Aanvoersensor is defect of niet aangesloten.
De aanvoertemperatuur-potmeter is te laag ingesteld (bij aan/uit-thermostaat)
of ModuLinekamerthermostaat verkeerd ingesteld.
Te weinig schoorsteentrek of RGA teveel weerstand ( verstopt ) of TTB
defect of niet goed aangesloten.
De testschakelaar op de UBA staat aan; zet deze terug in nulstand.
Te weinig radiatoren open of drukverschilregelaar niet goed ingesteld.
Er is teveel weerstand in het cv circuit b.v door dichtlopende thermostatische
radiatorkranen.
De aanvoersensor is defect/verlopen.
De pomp krijgt geen spanning; er is een los contact in de aansluitdraden of de
steker is niet goed in de UBA gemonteerd. de pomp zit vast, is defect of is
verkeerd gemonteerd.
Het waternivo in het cv- circuit is te laag. Controleer de drukmeter; contro-
leer of de automatische ontluchter één slag los gedraaid is.
De 11 kW jumper is uit de UBA verwijderd, of de deellast potmeter is te laag
ingesteld.
Er is teveel weerstand of lekkage in het luchtcircuit; controleer LTV/RGA-systeem,
inclusief branderdeksel en drukverschilschakelaar inclusief aansluitslangetjes.
De ventilator werkt niet naar behoren; controleer contacten, spanning op
connector UBA, aansluiting KIM.
De aanvoersensor heeft niet op tijd ingegrepen; controleer de sensor en aan-
sluiting ervan.
Maximaalthermostaat is geopend; controleer de thermostaat op schakeltem-
peratuur 105ºC en controleer aansluitingen.
De zekering F2 in de UBA is defect, veroorzaakt door sluiting in gasklep-cir-
cuit. Sluiting van maximaalthermostaat naar massa.
Neem connector van sensor los en druk reset. Bij dezelfde storing is er slui-
ting in de kabelboom of de UBA is defect. Anders sensor defect.
Sensor defect of contacten en aansluitingen niet goed.
De aansluitdraden van de gloeiplug maken geen contact of gloeiplug is defect.
UBA moet in ontsteekfase 120 V geven op connector van gloeiplug.
4.
DIAGNOSE TOESTELGEDRAG
Installatie-instructie Nefit EcomLine VR-toestellen
4-6
oorzaak nr.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25