Operation Manual

119
i
Selecteer Ja om de opties in het opnamemenu en andere opname-
instellingen terug te zetten naar de standaardwaarden (0 117, 178).
De opties in het menu voor de belichtingsstand bieden
verschillende instellingsniveaus voor sluitertijd en diafragma in de
stand Bewegingssnapshot (0 53).
Opname-opties herstellen
Belichtingsstand
h Auto onderwerpselectie
Een automatische “richten-en-schieten”-stand,
waarin de camera niet alleen de sluitertijd en het
diafragma selecteert, maar ook andere
instellingen aanpast aan het onderwerp
(
automatische onderwerpselectie;
0 25).
P Automatisch programma
De camera stelt de sluitertijd en het diafragma in
voor een optimale belichting (0 36). Aanbevolen
voor snapshots en in andere situaties waarbij er
weinig tijd is om de camera-instellingen aan te
passen.
S Sluitertijdvoorkeuze
U kiest de sluitertijd; de camera selecteert een
diafragma voor de beste resultaten (0 37).
Gebruik om beweging stil te zetten of onscherp te
maken.
A Diafragmavoorkeuze
U kiest het diafragma; de camera selecteert een
sluitertijd voor de beste resultaten (0 38). Gebruik
om de achtergrond onscherp te maken of om
zowel voorgrond als achtergrond scherp te
stellen.
M Handmatig
U regelt zowel de sluitertijd als het diafragma
(0 39). Stel sluitertijd in op “Bulb” voor lange
tijdopnamen.
A
ISO-gevoeligheid (standen P, S, A en M)
Wanneer er een “auto” optie is geselecteerd voor ISO-gevoeligheid
(0 147), past de camera automatisch de gevoeligheid aan binnen de
geselecteerde afstand indien optimale belichting niet tot stand kan worden
gebracht bij de geselecteerde sluitertijd of het geselecteerde diafragma.