Operation Manual

123
i
Kies de bestandsindeling voor Bewegingssnapshots (0 53).
Kies hoe de camera de belichting instelt.
Bestandsindeling
NMS-
bestanden
Bewegingssnapshots worden als 4 sec. MOV-bestand en JPEG-
afbeelding opgenomen. Bewegingssnapshots kunnen alleen op
de camera of met behulp van ViewNX 2 worden bekeken (0 93).
MOV-
bestand
Bewegingssnapshots worden als 10 sec. MOV-bestanden
opgeslagen die met behulp van verschillende
computerapplicaties kunnen worden bekeken. Het
Bewegingssnapshot wordt niet automatisch weergegeven zodra
de opname eindigt (0 54); voor informatie over het bekijken van
Bewegingssnapshot-films, zie pagina 65.
Lichtmeting
L Matrix
De camera meet een breed gebied van het beeld en past
contrast (verdeling van de toonwaarden), kleur, compositie
en onderwerpafstand aan, waarbij in de meeste situaties
natuurlijke resultaten worden geproduceerd.
M Centrumgericht
De camera meet het gehele beeld maar wijst het grootste
gewicht toe aan het middelste veld. Dit is de klassieke
meter voor portretten en wordt aanbevolen als u filters met
een belichtingsfactor (filterfactor) hoger dan 1× gebruikt.
N Spot
De camera meet het huidige scherpstelveld; gebruik het
voor het meten van onderwerpen uit het midden (als
Automatisch veld wordt geselecteerd voor AF-veldstand
zoals beschreven op pagina 133, meet de camera het
midden van het scherpstelveld, terwijl tijdens
gezichtprioriteit de camera het scherpstelveld meet dat
zich het dichtst bij het midden van het geselecteerde
gezicht bevindt; 0 26). Spotmeting zorgt ervoor dat het
onderwerp juist wordt belicht, zelfs wanneer deze tegen
een veel helderder of donkerder achtergrond is
gekadreerd.
A
Lichtmeting- en opnamestand
In de automatische stand en de stand Beste moment vastleggen en in
andere creatieve standen dan P, S, A en M, en wanneer h Auto
onderwerpselectie (0 119) is gekozen in de stand Bewegingssnapshot,
wordt de lichtmeting automatisch aangepast aan het onderwerp.