Operation Manual

196
n
1 NIKKOR-objectieven zijn uitsluitend voor gebruik met
Nikon 1 digitale camera’s voor verwisselbare objectieven. De
beeldhoek is equivalent aan een 35 mm-formaat objectief met een
brandpuntsafstand die circa 2,7× langer is. De 1 NIKKOR VR
10-30mm f/3.5-5.6 ondersteunt normale en actieve vibratiereductie
en vibratiereductie uit (0 127).
Gebruik de zoomring om in- en uit te zoomen.
A
Het objectief verwijderen
Trek eerst het objectief in en schakel de camera
uit alvorens objectieven te verwijderen of
verwisselen (0 18). Houd om het objectief te
verwijderen, de objectiefontgrendeling (q)
ingedrukt terwijl u het objectief met de klok
meedraait (w). Plaats na het verwijderen van
het objectief de objectiefdoppen en de
bodydop terug op respectievelijk het objectief
en de camera.
A
Onderhoud van het objectief
Gebruikt u een optionele zonnekap, houd het objectief of de camera dan
niet alleen bij de zonnekap vast.
Houd de CPU-contacten schoon.
Verwijder stof en vuil op het objectiefglas met een blaasbalgje. Voor het
verwijderen van vlekken en vingerafdrukken brengt u een kleine
hoeveelheid ethanol of objectiefreiniger aan op een zachte, schone
katoenen doek of op een lensdoekje en veegt u vanuit het midden in een
cirkelvormige beweging naar de buitenkant over het objectiefglas. Zorg
ervoor dat u geen vegen achterlaat of het glas aanraakt met uw vingers.
Reinig het objectief nooit met organische oplosmiddelen zoals
verfverdunner of benzeen.
Om het voorste uiteinde van het objectief te beschermen kunt u een
zonnekap of NC-filter gebruiken.
Bevestig de objectiefdoppen aan weerszijden wanneer het objectief niet
in gebruik is.
Als het objectief gedurende langere tijd niet wordt gebruikt, bewaar het
objectief dan op een koele, droge plek om schimmel- en roestvorming te
voorkomen. Berg het objectief niet op met nafta- of kamfermottenballen
of waar het wordt blootgesteld aan direct zonlicht.
Houd het objectief droog. Roest van het interne mechanisme kan tot
onherstelbare schade leiden.
Als het objectief wordt blootgesteld aan extreme warmte, kunnen de
versterkte plastic onderdelen kromtrekken of beschadigd worden.