Operation Manual

19
s
5
Zet de camera aan.
Druk op de hoofdschakelaar om de
camera in te schakelen. Het aan/uit-
lampje brandt korte tijd groen en de
monitor schakelt in. Vergeet niet de
objectiefdop te verwijderen alvorens
foto’s te maken.
A
De camera uitschakelen
Druk nogmaals op de hoofdschakelaar om de camera uit te schakelen.
De monitor schakelt uit.
A
Automatisch uitschakelen
Als er ongeveer een minuut geen handelingen worden uitgevoerd,
schakelt het scherm uit en begint het aan/uit-lampje te knipperen
(indien gewenst kan de vertraging voordat het scherm automatisch
uitschakelt worden gewijzigd met behulp van de optie Automatisch
uitschakelen in het setup-menu; 0 158). De camera kan opnieuw
worden geactiveerd door de ontspanknop te bedienen. Als er ongeveer
drie minuten na het uitschakelen van het scherm geen handelingen
worden uitgevoerd, zal de camera automatisch uitschakelen.
A
Objectieven bevestigen en verwijderen
Zet de camera uit alvorens objectieven te bevestigen of verwijderen.
Merk op dat wanneer de camera wordt uitgeschakeld, de
sensorbeschermbarrière in het objectief zal sluiten, zodat de
beeldsensor van de camera wordt beschermd.
A
Objectieven met knoppen voor de intrekbare objectiefcilinder
Indien u een objectief met een knop voor een intrekbare
objectiefcilinder (0 18) gebruikt, schakelt de camera automatisch in
wanneer de vergrendeling van de intrekbare objectiefcilinder wordt
ontgrendeld; bovendien, als het beeld door het objectief wordt
weergegeven of wanneer de monitor uit is, schakelt de camera uit
wanneer de objectiefcilinder is vergrendeld (in het geval van
1 NIKKOR VR 10-30mm f/3.5-5.6 en 1 NIKKOR VR 30-110mm
f/3.8-5.6 objectieven, is firmwareversie 1.10 of hoger vereist als het
vergrendelen van het objectiefcilinder de camera moet uitschakelen
wanneer de monitor uit is; bezoek de Nikon-website van uw regio voor
informatie over het updaten van firmware voor uw objectief).