User manual

xii
Inleiding
Opmerkingen voor het gebruik van de camera onder
water
Houd rekening met de volgende voorzorgsmaatregelen om te voorkomen
dat er water in de camera binnensijpelt.
Duik met de camera niet in water dat dieper is dan 30 m.
Gebruik de camera niet continu gedurende 60 minuten of langer onder water.
Gebruik de camera in water met een temperatuur van 0 °C tot 40 °C wanneer u de
camera onder water gebruikt.
Gebruik de camera niet in warmtebronnen.
Open of sluit het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf niet onder
water.
Stel de camera niet bloot aan schokken wanneer u deze onder water gebruikt.
Spring niet in het water met de camera en stel de camera niet bloot aan hoge
waterdruk zoals in een stroomversnelling of onder een waterval.
Deze camera drijft niet in water. Laat de camera onder water niet vallen.
Reiniging na gebruik van de camera onder water
Binnen de 60 minuten nadat u de camera onder water of aan het strand heeft
gebruikt, veegt u alle zand, stof of zout af met een zachte doek die lichtjes werd
bevochtigd met zoet water, waarna u de camera grondig droogt.
Als u de camera in natte toestand achterlaat waarbij zoutdeeltjes of andere vreemde
stoffen zich aan de camera kunnen vasthechten, kan dit leiden tot schade,
verkleuring, corrosie, een slechte geur of afname van de waterdichtheid.
De hierna beschreven reinigingsprocedure is aanbevolen om lang te kunnen
genieten van uw camera.
Voor u de camera reinigt, dient u waterdruppels, zand, zoutdeeltjes of andere
vreemde stoffen grondig te verwijderen van uw handen, lichaam en haar.
Het is aan te bevelen de camera binnenshuis te reinigen, zodat de camera niet
kan blootstaan aan waterspatten of zand.
Open het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf niet vooraleer alle
vreemde voorwerpen afgespoeld zijn met water en alle vocht afgeveegd is.