Operation Manual

3
39
Indexmarkeringen
U kunt indexmarkeringen plaatsen in een
bestand tijdens
het opnemen of afspelen. Indexmarkeringen
worden gebruikt voor een snelle en gemakkelijke
identificatie van belangrijke onderdelen in het
bestand.
PLAY/OK
Een indexmarkering instellen
1
Terwijl de recorder opneemt of
in de afspeelmodus staat, drukt
u op de knop F3 (INDEX) om een
indexmarkering in te stellen.
Een indexnummer verschijnt op het scherm.
Een indexmarkering zoeken
2
Houd de knop 9 of 0 ingedrukt
tijdens het afspelen van een bestand.
De recorder stopt 1 seconde wanneer een
indexmarkering wordt bereikt.
Een indexmarkering wissen
3
Zoek de indexmarkering die u wilt
wissen.
4
Druk op de knop ERASE terwijl
het indexnummer gedurende
ca. 2 seconden op het scherm
verschijnt.
De indexmarkering wordt gewist.
Opmerkingen
U kunt tot 32 indexmarkeringen in een bestand
instellen.
Wanneer een bestand vergrendeld is of
als alleen -lezen is ingesteld, of wanneer de
SD-kaartvergrendeling is ingeschakeld, kan
er geen indexmarkering worden gewist. Wis
de instellingen voordat u begint te verwijderen.
Knop F3
Knop 9, 0
Knop ERASE
029
/ 030
INSERT
SPEED
INDEX
DS2400
QP DICT
3H 10 M 56 s
22M 40 s
Index 01 Set
029 / 030
INSERT
SPEED
INDEX
DS2400
QP DICT
3
H
10
M
56
s
22M 40 s
Index 01 Clear
029
/ 030
INSERT
SPEED
INDEX
DS2400
QP DICT
3H 10 M 56 s
22M 40 s
Index 01
Indexmarkeringen