Operation Manual

5.2 HTTPS-instellingen
94 Gebruikershandleiding
5.2 HTT PS-inst ellingen
De camera ondersteunt HTTPS-verbindingen. Wanneer u de camera oproept via HTTPS, worden gegevens
die uitgewisseld worden tussen de computer en de camera gecodeerd als een extra
beschermingsmaatregel. Zie pagina 95 om de camera op te roepen via HTTPS.
1. Klik op het tabblad [Configuratie].
2. Klik op [HTTPS] aan de linkerkant van het scherm, onder [Basic].
3. Stel de volgende parameters naar wens in.
a. Bij [HTTPS] selecteert u [Use HTTPS] als u de HTTPS-functie wilt gebruiken.
b. Als [HTTPS] ingesteld is op [Use HTTPS], voert u bij [Certificate Information] het IP-adres of de
hostnaam in van de server die de SSL-sleutel bevat.
*1
Meestal kan hier gewoon het IP-adres van de camera worden ingevoerd.
4. Klik op [Save].
Het kan tot 5 minuten duren voor de SSL-sleutel wordt ontvangen. De camera kan niet via HTTPS
worden opgeroepen zolang de SSL-sleutel niet werd ontvangen.
5. Klik op [Restart] als de melding [Success!] wordt weergegeven.
Alle gebufferde beelden in het interne geheugen worden verwijderd als de camera wordt herstart.
Opmerking
Wanneer de camera geconfigureerd is voor toegang via HTTPS, kunt u deze niet oproepen via HTTP.
Wanneer de camera geconfigureerd is voor toegang via HTTP ([HTTPS] is ingesteld op [Use HTTP]),
kunt u deze evenmin oproepen via HTTPS.
Wanneer u de camera configureert voor toegang via het internet, voert u naast [Camera IP Address
or Host Name] het IP-adres of de hostnaam in die wordt gebruikt om de camera op te roepen via het
internet. In dat geval wordt een beveiligingswaarschuwing weergegeven wanneer u de camera
oproept via het lokale netwerk.
Wanneer u de camera oproept via HTTPS verlaagt de framesnelheid en verhoogt de responstijd van
de camera.
*1 [Spatie], ["], ['], [&], [<] en [>] kunnen niet worden gebruikt.
5.2 HTTPS-instellingen