Operating Instructions

NEDERLANDS
47
OPMERKINGEN
OPMERKINGEN
PATR
O
L/
,
POWERFUL/
QUIET
,
AUT
O
COMFORT
,
POWERFUL/
QUIET
,
AUT
O
COMFORT
,
Kan worden geactiveerd in alle standen en kan worden
uitgeschakeld door de betreffende knop weer in te
drukken.
Kunnen niet tegelijkertijd worden geselecteerd.
Kan niet worden geactiveerd zolang de bedieningshandeling
MILD DROOG KOELEN is geactiveerd.
6
OM TE GENIETEN VAN ZUIVERE & FRISSE
LUCHT
PATROL/
PATROL
NORMAL
PATROL -
Luchtkwaliteit controleren
Detecteert de luchtkwaliteit; E-ionwerking wordt
geactiveerd wanneer de luchtkwaliteit slecht is.
Kan ook worden geactiveerd als de unit is uitgeschakeld.
De controle start automatisch, zodra het apparaat
aangeschakeld wordt met
OFF/ON
.
- Voor het verfrissen en
zuiveren van de lucht
Genereert negatieve ionen om een frisluchteffect te
produceren en trekt stofdeeltjes aan, die dan opgevangen
worden in de positief geladen e-ion lters.
Kan ook worden geactiveerd als de unit is uitgeschakeld.
In deze stand kunnen de ventilatorsnelheid en de
spreiding van de lucht niet worden aangepast.
7
OM HET VOCHTIGHEIDSNIVEAU TE
VERBETEREN
Deze bedieningshandeling maakt de lucht minder droog
en biedt u een comfortabele leefomgeving, alleen in de
stand KOELEN.
Wanneer u de richting van de verticale luchtstroom instelt
op AUTO, wordt gestopt bij een lagere stand zodat de
koude lucht u niet raakt. U kunt echter de stand van de
lamellen met de hand aanpassen.
8
OVERSCHAKELEN TUSSEN
MET KRACHT EN RUSTIG
POWERFUL/QUIET
POWERFUL/
QUIET
QUIETPOWERFUL NORMAL
WERFUL
SNEL TEMPERATUUR BEREIKEN
Deze functie stopt automatisch na 20
minuten.
Q
UIET
GENIETEN VAN EEN STILLE WERKING
Deze bedrijfsfunctie reduceert het geruis van
de luchtstroom.
Als deze operatie geactiveerd wordt, zal de
helderheid van de indicator grijs worden.
9
10
VOOR ENERGIEBESPARING & COMFORT LETTEN
OP MENSELIJKE AANWEZIGHEID & ACTIVITEIT
Om energiebesparing te
optimaliseren
AUTO
COMFORT
Voor maximaal comfort
AUTO COMFORT
Wanneer men het apparaat activeert, zal de unit gedurende
1 minuut met initialiseren beginnen. De ECO-sensorindicator
knippert achtereenvolgens.
Na initialisatie zal de sensor voor menselijke activiteit beginnen
met het opmerken van het niveau van de hittebron en de
beweging. De unit past de temperatuur en de luchtstroom aan
om u steeds op uw gemakt te stellen.
+1
kraan
*
+2°C
-1°C
+1°C
+1 kraan
-2°C
-2°C
+0.3°C
Warmtebron & Beweging
Normaal
HoogLaag
Stand KOELEN/DROOG
Ingestelde temperatuur
Geen
Ingestelde
Ventilatorsnelheid
Middelste
ventilator
VERWARM-INGSMODUS
Ingestelde temperatuur
Ingestelde
Ventilatorsnelheid
*
Gedurende de eerste 15 minuten of totdat de ingestelde
temperatuur is bereikt.
De sensor voor menselijke activiteit zal ook zoeken naar de
ruimte van de hittebron en de beweging in een ruimte.
Indicator menselijke
activiteit
Warmtebron & Beweging
In linkerruimte van de kamer
In rechterruimte van de kamer
In het middengebied of meerdere
gebieden van de kamer
De unit zal de hittebron en de hotspot van beweging bepalen
en automatisch de richting van de horizontale luchtstroom
aanpassen of op een vooraf bepaalde positie vastleggen of naar
links/rechts draaien.
Opmerkingsgebied (bovenaanzicht)
7m
120º
Wanneer handmatige AIR SWING geselecteerd is, zal de werking
als ECONAVI en AUTO COMFORT geannuleerd worden.
De sensor zal misschien bewegende voorwerpen die meer dan 7
meter zijn verwijderd of die zich buiten de detectiehoek bevinden, niet
detecteren.
De gevoeligheid van de sensor wordt beïnvloed door de plaatsing, de
bewegingssnelheid, het temperatuurbereik, enz. van de binnenunit.
De sensor zal misschien ten onrechte huisdieren, zonlicht, bepaalde
verlichting, wapperende gordijnen of lichtre ecties interpreteren als mensen.