Gebruiksaanwijzing voor geavanceerde Kenmerken Digitale camera Model Nr. DMC-FP7 DMC-FP5 Lees alvorens gebruik deze aanwijzingen goed door.
Inhoud Vóór gebruik Voorzorgsmaatregelen.............................. 4 Standaard accessoires.............................. 6 Namen van de onderdelen........................ 7 Hoe u het aanraakpaneel gebruikt............ 8 Voorbereiding De batterij opladen.................................. 10 • Geschatte bedrijfstijd en aantal opnamen dat kan worden gemaakt.... 13 De kaart (optioneel) / de batterij plaatsen en verwijderen....................... 14 Over het ingebouwde geheugen / de kaart...................
• [Nachtportret].................................... 64 • [Nachtl. schap]................................... 64 • [Voedsel]........................................... 65 • [Party]................................................ 65 • [Kaarslicht]........................................ 65 • [Baby1] / [Baby2]............................... 66 • [Huisdier]........................................... 66 • [Zonsonderg.].................................... 67 • [H. gevoeligh.]....................................
Vóór gebruik Voorzorgsmaatregelen Wat u wel en niet moet doen met dit toestel  Trek de strook plakband A helemaal van de lenskap voordat u de camera in gebruik neemt. Schud niet met de camera en stoot er niet tegen aan. Stel de camera niet bloot aan sterke druk. • Bij gebruik onder de volgende omstandigheden kunnen storingen optreden, kunt u mogelijk geen opnamen maken of kan de lens, de LCD-monitor of de behuizing beschadigd raken. ––Als u de camera laat vallen of ergens tegenaan stoot.
Vóór gebruik Over condens (als de lens beslagen is) • Condens doet zich voor bij verandering van de omgevingstemperatuur of vochtigheidsgraad. Wees voorzichtig als u condens waarneemt, omdat condens leidt tot vlekken op de lens, schimmels en storingen in de camera. • Bij condens moet u de camera uitzetten en deze circa 2 uur uitgeschakeld houden. De condens verdwijnt op natuurlijke wijze als de temperatuur van de camera dicht in de buurt van de omgevingstemperatuur komt.
Vóór gebruik Standaard accessoires Controleer of alle accessoires zijn meegeleverd voordat u de camera in gebruik neemt. • De accessoires en de vorm hiervan zijn afhankelijk van het land of de regio waar de camera is gekocht. Raadpleeg de Basisgebruiksaanwijzing voor bijzonderheden over de accessoires. • In de tekst wordt naar de batterijen verwezen als de batterijen of de batterij. • De batterijoplader wordt in de tekst aangeduid met batterijoplader of oplader.
Vóór gebruik Namen van de onderdelen 1 2 3 4 5 6 Flitser (P51) Microfoon Lens (P5, 120) Lenskap (P18) Indicator voor zelfontspanner (P57) AF-hulplicht (P85) Oogje voor handriem • Vergeet niet de handriem te monteren om zeker te weten dat u de camera niet per ongeluk laat vallen.
Vóór gebruik Hoe u het aanraakpaneel gebruikt Het aanraakpaneel is drukgevoelig. U kunt de camera bedienen door de pictogrammen of opnamen op de LCD-monitor (het aanraakpaneel) rechtstreeks aan te raken met uw vinger of de meegeleverde stylus. Aanraken Het aanraakpaneel aanraken en loslaten. Slepen Een beweging waarbij de vinger contact houdt met het aanraakpaneel. Selecteer zo pictogrammen of opnamen, of geef instellingen op.
Vóór gebruik Opmerking • Als u een in de handel verkrijgbare LCD-beschermfolie gebruikt, volgt u de aanwijzingen voor gebruik bij die folie. (Afhankelijk van het materiaal kunnen de zichtbaarheid en bediening bemoeilijkt worden.) • Druk iets steviger bij het aanraken als u gebruikmaakt van een in de handel verkrijgbare beschermingsfolie, of als u het idee hebt dat het aanraakpaneel niet goed reageert. • Het aanraakpaneel werkt niet goed als de hand waarmee u het toestel vasthoudt het aanraakpaneel raakt.
Voorbereiding De batterij opladen Over batterijen die u kunt gebruiken met dit apparaat Met deze camera kunt u gebruik maken van de bijgeleverde batterij of specifieke optionele batterijen. Het blijkt dat op sommige markten batterijen in omloop zijn gebracht die sterk gelijken op het echte product, maar in feite nagemaakt zijn. Niet alle batterijen van dit soort zijn op gepaste wijze beschermd met een interne bescherming om te voldoen aan de eisen van de geldende veiligheidsnormen.
Voorbereiding  Steek de stekker van het opladersnoer in het stopcontact. Insteektype • Er wordt begonnen met opladen zodra het lampje [CHARGE] A groen oplicht. Connectortype  [CHARGE]-lampje licht op: Opladen dooft: O pladen voltooid (koppel de oplader los van het stopcontact en haal de batterij uit de oplader als de batterij is opgeladen.) • Als het [CHARGE]-lampje knippert ––De temperatuur van de batterij is te hoog of te laag.
Voorbereiding Oplaadtijd Oplaadtijd (Bij het opladen van een lege batterij) Bijgeleverde batterij Optionele batterij Circa 115 min Circa 120 min Batterijaanduiding De batterijaanduiding verschijnt op de LCD-monitor. (Alleen als de batterij wordt gebruikt.) • Laad de batterij op of vervang hem als het lampje knippert. Opmerking • De oplaadtijd voor een batterij kan bij lage of hoge temperaturen of na langdurig niet gebruiken, langer zijn dan normaal.
Voorbereiding Geschatte bedrijfstijd en aantal opnamen dat kan worden gemaakt Opname van stilstaand beeld (op basis van de CIPA-standaard bij gebruik van de normale beeldfunctie) DMC-FP7 DMC-FP5 Bijgeleverde batterij Optionele batterij Bijgeleverde batterij Optionele batterij Capaciteit 660 mAh 680 mAh 660 mAh 680 mAh Aantal opnamen dat kan worden gemaakt Circa 240 beelden Circa 245 beelden Circa 260 beelden Circa 265 beelden Opnametijd Circa 120 min Circa 122 min Circa 130 min Circa 1
Voorbereiding De kaart (optioneel) / de batterij plaatsen en verwijderen • Controleer of het toestel uit staat. • We raden een kaart van Panasonic aan. Schuif het schuifknopje in de richting van de [OPEN] en open de batterij / kaartklep. • Gebruik altijd echte Panasonic-batterijen. • Als u andere batterijen gebruikt, garanderen wij de kwaliteit van dit product niet. Schuif de batterij en de kaart helemaal naar binnen.
Voorbereiding Opmerking • Haal de batterij uit het toestel na gebruik. • Schakel de camera uit en wacht tot de “LUMIX”-weergave van het scherm verdwijnt voordat u de kaart of de batterij uit het toestel haalt. (Anders werkt dit apparaat mogelijk niet meer normaal en kan de kaart zelf beschadigd raken of zouden de opgenomen beelden verloren kunnen gaan.
Voorbereiding Over het ingebouwde geheugen / de kaart Als een kaart is geplaatst, worden opnamen op de kaart opgeslagen. Als er geen kaart is geplaatst, worden opnamen opgeslagen in het ingebouwde geheugen [1]. Ingebouwd geheugen U kunt de gemaakte opnamen kopiëren naar een kaart. (P104) Geheugengrootte: Circa 70 MB Bewegende beelden die kunnen worden gemaakt: Alleen QVGA (320 × 240 pixels) Het ingebouwde geheugen kan worden gebruikt als tijdelijke opslagruimte als de kaart vol raakt.
Voorbereiding Communiceren met het ingebouwde geheugen of de kaart De geheugen aanduiding wordt rood. [2] (Ingebouwd geheugen) / [3] (Kaart) Als het lampje brandt, worden bewerkingen uitgevoerd, zoals het lezen of schrijven van opnamegegevens, verwijderen van opnamen of het formatteren van geheugen of kaart. Schakel op dat moment het toestel niet uit, verwijder de batterij niet, evenmin als de kaart of de AC-adapter (optioneel).
Voorbereiding De datum / tijd instellen (Klokinstelling) • De klok is in de fabriek nog niet ingesteld. Open de lenskap. • De camera wordt ingeschakeld. • Als het taalselectiescherm niet wordt afgebeeld, ga dan verder met stap 4. Raak het pictogram voor de taalselectie op het scherm aan. Selecteer de taal. • Het bericht [Aub klok instellen] verschijnt. Raak [Klokinst.] aan.
Voorbereiding Raak de items die u wilt instellen (jaar / maand / dag / uren / minuten) aan en stel ze in met [e] / [r]. Aq Bw A : De tijd in uw woongebied B : De tijd van uw reisbestemming • U kunt van het ene item naar het andere gaan door [e] / [r] aan te raken. • Raak [:] om het instellen van datum en tijd af te breken zonder een datum en een tijd op te geven. Weergave volgorde en tijdnotatie instellen.
Basiskennis Opnamen maken Open de lenskap. De camera wordt aangezet in de opnamefunctie. (Bij deze instelling kunt u opnamen maken.) A Ontspanknop Selecteer de opnamestand. 1 Raak [w1] aan. 2 Raak het functiepictogram aan. • Na de eerste keer aanraken wordt de beschrijving weergegeven. • Als u begint in de weergavestand, raakt u eerst [1] aan om over te schakelen naar de opnamestand en voert u vervolgens stap 1 uit.
Basiskennis Maak de opname. Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen en druk de knop vervolgens helemaal in om de opname te maken. (Zie P22 voor meer informatie.) Sluit de lenskap. De camera wordt uitgeschakeld. • U kunt de camera ook uitschakelen door op de ON/OFF schakelaar te drukken. Opnamen weergeven Raak [9] aan. (Zie P31 voor meer informatie.) • Raak [1] aan om terug te keren naar de opnamestand.
Basiskennis [Opname]-stand: 4 Opnamen maken met de automatische functie (4: Intelligente Auto-modus) Alle instellingen van de camera worden aangepast aan het onderwerp en de opnameomstandigheden, dus raden wij deze manier van opnemen dus aan voor beginners of als u de instellingen wenst over te laten aan de camera om gemakkelijker opnamen te maken. A Ontspanknop • De volgende functies worden automatisch geactiveerd: ––Scènedetectie / [Stabilisatie] / [Slimme ISO] / Gezichtsherkenning / [i.
Basiskennis Opnamen maken met behulp van de flitser (P51) • Als [w] is geselecteerd, wordt [w], [e] , [r] of [{] ingesteld, afhankelijk van het soort onderwerp of de helderheid van het onderwerp. • Als [e] of [r] is ingesteld, wordt Digitale rode-ogencorrectie geactiveerd. • De sluitertijd wordt langzamer tijdens [r] of [{]. • Selecteer [o] wanneer u de flitser niet wilt gebruiken.
Basiskennis Opmerking • Onder bepaalde omstandigheden, zoals hieronder genoemd, wordt voor hetzelfde onderwerp mogelijk een andere scène geïdentificeerd.
Basiskennis Instellingen van de intelligente automatische functie [Opname]-functiemenu ––[Flitser] / [Zelfontspanner] / [Fotoresolutie] / [Burstfunctie] / [Kleurfunctie] • In de [Kleurfunctie] kunnen de kleureneffecten [STD.], [Happy], [B/W] en [SEPIA] worden ingesteld. Bij selectie van [Happy] kan een automatische opname gemaakt worden waarbij glans, helderheid en levendigheid van de kleuren intenser zijn.
Basiskennis [Opname]-stand: 1 Opnamen maken met voorkeursinstellingen (1: Normale Opnamemodus) Het toestel stelt automatisch de sluitertijd en de lensopening in volgens de helderheid van het onderwerp. U kunt met grotere vrijheid opnamen maken door de diverse instellingen in het [Opname]-menu te wijzigen. Raak [w1] aan in de opnamestand. • Als u begint in de weergavestand, raakt u eerst [1] aan om over te schakelen naar de opnamestand en raakt u vervolgens [w1] aan. Raak [1] aan.
Basiskennis Opnamegegevens voor bijvoorbeeld scherpstelling en sluitertijd controleren  A B Wanneer er scherp gesteld is op het onderwerp Wanneer er niet scherp gesteld is op het onderwerp Aanduiding voor de scherpstelling Aan Knippert AF-zone Wit"Groen Wit"Rood Geluid 2 pieptonen 4 pieptonen Focus C D EFG A Aanduiding voor de scherpstelling B AF-kader (normaal) C AF-kader (wanneer u de digitale zoom gebruikt of wanneer het donker is) D Focusbereik1 E ISO-gevoeligheid F Diafragmawaarde2
Basiskennis Golfbeweging (cameratrilling) voorkomen Als een golfbewegingswaarschuwing [0] wordt weergegeven, maak dan gebruik van [Stabilisatie] (P86), een statief of de zelfontspanner (P57). • De sluitertijd zal vooral in de volgende gevallen langzamer zijn. Houd het toestel stil vanaf het moment dat u de ontspanknop indrukt totdat het beeld op het scherm verschijnt. We raden in dit geval het gebruik van een statief aan.
Basiskennis [Opname]-stand: 4 1 < 5 / De sluiter ontspannen door het scherm aan te raken (functie Touch sluiter) Als u het onderwerp op het scherm aanraakt om een opname te maken, kunnen scherpstelling en ontspannen van de sluiter automatisch worden uitgevoerd. • U kunt Touch AF/AE (P30) en AF Tracking (P24) niet tegelijkertijd gebruiken. Raak [Q] aan. [R]: Opnamen maken met Touch sluiter ingeschakeld [Q]: Opnamen maken met Touch sluiter uitgeschakeld Raak het onderwerp aan waarop u wilt scherpstellen.
Basiskennis [Opname]-stand: 4 1 < 5 / Scherpstelling en belichting door het scherm aan te raken (Touch AF/AE) Als u het onderwerp op het scherm aanraakt om een opname te maken, kunnen scherpstelling en belichting automatisch worden uitgevoerd. Dit is bijvoorbeeld handig wanneer het onderwerp zich niet in het midden van het scherm bevindt.
Basiskennis [Weergave]-functie: 5 Opnamen weergeven ([Normaal afsp.]) Als een kaart is geplaatst, worden op de kaart opgeslagen opnamen weergegeven. Als geen kaart is geplaatst, worden opnamen in het ingebouwde geheugen weergegeven. Raak [9] aan in de opnamestand. • Als u [9] aanraakt in de opnamestand keert u automatisch terug naar de normale weergave. Geef vorige of volgende opnamen weer door het scherm horizontaal te verslepen (P8).
Basiskennis Meerdere opnamen weergeven (Weergave van meerdere opnamen) Raak [[] aan om de weergave van 12 opnamen te activeren. • Steeds als u het scherm aanraakt, wordt een andere weergave geactiveerd. [9] 1 opname, [[] 12 opnamen, []] 30 opnamen, [t] Kalender (P90) • U kunt ook de zoomknop naar [6] (W) of naar [7] (T) schuiven. • U kunt een volgende of een vorige set opnamen weergeven door de schuifbalk A omhoog of omlaag te slepen (P8).
Basiskennis De afspeel zoom gebruiken Raak het deel van het scherm aan waarop u wilt inzoomen. A 1"2"4"8"16 • U kunt ook inzoomen door de zoomknop naar [7] (T) te schuiven. • Bij in- en uitzoomen wordt circa 1 seconde lang de aanduiding A van de zoomstand weergegeven. • De kwaliteit van een opname neemt af naarmate u verder inzoomt. U kunt een ander deel van een uitvergrote opname weergeven door de opname te verslepen (P8).
Basiskennis [Opname]-stand: 6 Bewegende beelden opnemen Hiermee kunt u bewegende beelden met geluid opnemen. (Bewegende beelden kunnen niet worden opgenomen zonder geluid.) Raak [w1] aan in de opnamestand. Raak [6] aan. A Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen en druk deze vervolgens helemaal in om te beginnen met opnemen. B A Beschikbare opnametijd B Opnamesituatie C Verstreken opnametijd C • Laat de ontspanknop onmiddellijk los nadat u deze volledig hebt ingedrukt.
Basiskennis Opmerking • De flitsfunctie wordt vast ingesteld op [o]. • Het verdient aanbeveling een kaart te gebruiken met een SD Speed Class van “Class 6” of hoger als u bewegende beelden wilt opnemen. • De beschikbare opnametijd die afgebeeld wordt op het scherm, neemt mogelijk niet op regelmatige wijze af. • Afhankelijk van het type kaart kan het gebeuren dat na het opnemen van bewegende beelden korte tijd de geheugen aanduiding verschijnt. Dit is geen storing.
Basiskennis [Weergave]-functie: 5 Bewegende beelden weergeven Selecteer het pictogram van bewegende beelden en raak [5] aan om het afspelen te starten. A Pictogram Bewegende beelden B De opnametijd van bewegende beelden • Nadat het afspelen is gestart, wordt de verstreken afspeeltijd op het scherm getoond. Bijvoorbeeld 8 minuten en 30 seconden wordt afgebeeld als [8m30s].
Basiskennis [Weergave]-functie: 5 Opnamen wissen Opnamen kunnen niet worden teruggehaald zodra deze zijn gewist. • Opnamen in het ingebouwde geheugen of op de kaart, die worden weergegeven, worden gewist. Eén enkele opname wissen Selecteer de te wissen opname en raak vervolgens [4] aan. Raak [Apart wissen] aan. Raak [Ja] aan.
Basiskennis Meerdere opnamen (maximaal 50) of alle opnamen wissen Raak [4] aan. Raak [Multi wissen] of [Alles wissen] aan. • [Alles wissen]: [Alles wissen] " stap 5. • Indien u [Alles wissen behalvez] selecteert nadat [Alles wissen] is gekozen, zullen alle beelden worden gewist, uitgezonderd de beelden die als favorieten zijn gemarkeerd. (Bij selectie van [Multi wissen].) Raak de opname aan die u wilt wissen. (herhaal deze stap) • [b] wordt weergegeven op de geselecteerde opnamen.
Basiskennis Het menu instellen Met behulp van het menu kunt u voorkeursinstellingen voor opnemen en weergeven, en basisinstellingen voor de camera opgeven. In dit gedeelte wordt beschreven hoe dat werkt aan de hand van een voorbeeld met het instellen van de [AF mode] op [3] (Gezichtsherkenning) in het opnamemenu. Selecteer Normale Opnamemodus. 1 Raak [w1] aan. 2 Raak [1] aan. • In het weergavemenu raakt u [9] aan om over te schakelen naar de weergavestand. Raak [MENU] aan.
Basiskennis Menu’s 1 Opnamemenu (alleen in de opnamestand) Opnamen maken met uw voorkeursinstellingen (P76 tot P86) • Instellen van kleurtint, gevoeligheid, resolutie, etc. 9 Weergavemenu (alleen in de weergavestand) Genieten van opnamen en opnamen gebruiken (P95 tot P104) • U kunt opnamen bewerken en beveiligen, afdrukinstellingen opgeven, etc.
Basiskennis Veelgebruikte instellingen snel oproepen (Snelkopp. inst.) U kunt altijd uw favoriete menu-items van het opnamemenu en het weergavemenu weergeven op het LCD-scherm. U kunt 2 items vastleggen voor het opnamemenu en 2 items voor het weergavemenu. Een menu-item voor het snelmenu registeren 1 Roep het scherm op met het opnamemenu of het weergavemenu. (Stap 1 tot en met 3 op P39) 2 Raak [Me] aan. • De beschrijving wordt 5 seconden getoond. (Raak het scherm aan om de beschrijving eerder te wissen.
Basiskennis Voer de volgende instellingen uit indien dat nodig is. Over het Set-up-menu [Klokinst.], [Autom. uit] en [Auto review] zijn belangrijke items. Controleer de instellingen hiervan voordat u de items gebruikt. Raadpleeg P39 voor meer informatie over het selecteren van instellingen in het menu [Set-up]. [Klokinst.] De datum / tijd instellen. • Raadpleeg P18 voor meer informatie. Stel de tijd van uw woongebied en reisbestemming in.
Basiskennis Deze menu-instellingen maken het gemakkelijker voor u om de LCD-monitor te zien wanneer u op heldere plaatsen bent of wanneer u het toestel hoog boven uw hoofd houdt. [LCD mode] x [Auto power LCD]: De helderheid wordt automatisch aangepast, afhankelijk van hoe helder het om het toestel heen is. c [Power LCD]: De LCD-monitor wordt helderder en gemakkelijker zichtbaar, ook tijdens het maken van opnamen in de buitenlucht. y [Gr.
Basiskennis [Auto review] Stel in hoeveel tijd na de opname het beeld op het scherm verschijnt. [1 SEC.] / [2 SEC.] / [HOLD] (De opnamen worden afgebeeld totdat er op een knop gedrukt wordt.) / [OFF] • [Auto review] wordt, ongeacht de instelling hiervan, geactiveerd als gebruik wordt gemaakt van [Hi-speed burst], [Flitsburst] en [Foto frame] van de scènefunctie en [Burstfunctie]. • In de Intelligente Auto-modus staat Auto Review vast ingesteld op [2 SEC.].
Basiskennis [Lcd roteren] Deze stand biedt u de mogelijkheid automatisch beelden verticaal af te beelden als deze gemaakt zijn met het toestel verticaal gehouden. [F] (automatisch ingesteld in de Staand stand) [G] (alleen bij weergave op TV ingesteld op staand) [OFF] [Versie disp.] Het is mogelijk te controleren welke firmware versie op de camera wordt gebruikt. [Formatteren] Het ingebouwde geheugen of de kaart wordt geformatteerd.
Basiskennis Pas de instelling van het aanraakscherm aan als er iets anders wordt geselecteerd dan wat u hebt aangeraakt of als aanraken geen respons oplevert. [Kalibreren] 1 Raak [Start] aan. 2 Raak achter elkaar de 5 oranje [4] markeringen op het scherm aan met de meegeleverde stylus. • Als de positie is ingesteld, wordt een melding weergegeven. • Sluit het menu na het instellen. • Er wordt geen kalibratie uitgevoerd als u niet de juiste positie aanraakt. Raak in dat geval de [4] markering opnieuw aan.
Gevorderd (Opnamen maken) Over de LCD-monitor Raak [DISP.] aan om over te schakelen. • Als u bewegende beelden weergeeft of een diashow kunt u tijdens Afspeel zoom alleen “Normaal display D” of “Geen display F” selecteren.
Gevorderd (Opnamen maken) [Opname]-functie: 4 1 < 5 / 6 Opnamen maken met de zoom Gebruik van de optische zoom / gebruik van de extra optische zoom (EZ) / gebruik van de Intelligente Zoom / gebruik van de digitale zoom Met de optische zoom is 4x vergroting mogelijk. Reductie van de opnameresolutie activeert de extra optische zoom waarmee 9,0x vergroten mogelijk wordt voor de DMCFP7 en 8,4x voor de DMC-FP5. Om nog meer in te zoomen, kunt u de intelligente zoom of digitale zoom gebruiken.
Gevorderd (Opnamen maken) Eigenschap Maximale vergroting Foto kwaliteit Condities Intelligente zoom Ongeveer 1,3× van de optische zoom of de extra optische zoom Geen waarneembaar kwaliteitsverlies Digitale zoom 4× optische zoom, extra optische zoom of intelligente zoom Hoe hoger het vergrotingsniveau, hoe groter de verslechtering. [I.resolutie] (P82) in het [Opname]- [Dig. zoom] (P83) in het menu menu wordt ingesteld op [i.ZOOM]. [Opname] wordt ingesteld op [ON]. Schermweergave B [i.
Gevorderd (Opnamen maken) Opmerking • De aangegeven zoomvergroting is een schatting. • “EZ” is een afkorting van “Extra Optical Zoom”. • De intelligente zoom gebruikt een superresolutie-technologie waarmee de zoomratio kan worden vergroot maar de beeldkwaliteit echter niet merkbaar slechter wordt. • Wanneer u de digitale zoom gebruikt, raden wij het gebruik van een statief en de zelfontspanner (P57) aan om opnamen te maken. • [I.resolutie] wordt vast ingesteld op [i.
Gevorderd (Opnamen maken) [Opname]-stand: 4 1 < 5 / Opnamen maken met de ingebouwde flitser A Flitser Bedek de flitser niet met uw vingers of andere voorwerpen. De geschikte flitsinstelling selecteren De flitser afstemmen op de opnameomstandigheden. Selecteer [Flitser] in het opnamemenu. (P39)  Selecteer een flitsinstelling.
Gevorderd (Opnamen maken) Item Beschrijving van instellingen q: AUTO De flitser wordt automatisch geactiveerd wanneer dit nodig is voor de opnameomstandigheden. @: AUTO / Rodeogen-correctie De flitser wordt automatisch geactiveerd wanneer dit nodig is voor de opnameomstandigheden. De flits wordt één keer geactiveerd vóór de eigenlijke opname om het rode-ogeneffect (ogen van het onderwerp die rood worden op het beeld) te verminderen en vervolgens opnieuw geactiveerd voor de eigenlijke opname.
Gevorderd (Opnamen maken) Beschikbare flitsinstellingen voor de opnamefuncties De beschikbare flitsinstellingen zijn afhankelijk van de opnamefuncties.
Gevorderd (Opnamen maken) Sluitertijd voor elke flitsinstelling Flitsinstelling Sluitertijd (Sec.) Flitsinstelling q [ @ o 1/60 tot 1/1600 Sluitertijd (Sec.) 1 tot 1/1600 1 of 1/4 tot 1/1600 t ` De sluitertijd wordt maximaal 1 seconde in de volgende gevallen. ––Als de optische beeldstabilisator ingesteld is op [OFF]. ––Als de camera heeft geconstateerd dat er weinig cameratrilling is wanneer de optische beeldstabilisator is ingesteld.
Gevorderd (Opnamen maken) [Opname]-stand: 1 Close-ups maken Selecteer [Macro stand] in het opnamemenu. (P39)  Selecteer een flitsinstelling. • [a] wordt weergegeven in de AF Macrostand en [.] wordt weergegeven in de Macro-zoomstand. • Selecteer [OFF] om de functie uit te schakelen. Macro-AF Met deze functie kunt u close-up’s maken van een onderwerp, bijv. wanneer u opnamen van bloemen maakt.
Gevorderd (Opnamen maken) Macro zoom U kunt een opname maken met de digitale zoom tot 3× terwijl u voor de uiterste groothoekstand de afstand tot het onderwerp handhaaft [10 cm]. • Het focusbereik is 10 cm tot 7 in de macro-zoomstand, ongeacht de zoompositie. • Het zoombereik wordt blauw weergegeven. (Digitaal zoombereik A) • De beeldkwaliteit is slechter dan wanneer opnamen op normale wijze worden gemaakt. • De macrozoomfunctie kan niet worden gebruikt wanneer [7] in [AF mode] is ingesteld.
Gevorderd (Opnamen maken) [Opname]-stand: 4 1 < 5 / Opnamen maken met de zelfontspanner Selecteer [Zelfontspanner] in het opnamemenu. (P39)  Selecteer een instelling. • Sluit het menu na het instellen. Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen en druk de knop vervolgens helemaal in om de opname te maken. • Het zelfontspannerlampje A knippert en de ontspanknop wordt na ongeveer 10 seconden (of 2 seconden) geactiveerd.
Gevorderd (Opnamen maken) [Opname]-stand: 1 < 5 / 6 Belichtingscompensatie Gebruik deze functie wanneer een juiste belichting niet mogelijk is vanwege het verschil in helderheid tussen het onderwerp en de achtergrond. Bekijk de volgende voorbeelden. Onderbelichting Juiste belichting Overbelichting  De belichting positief compenseren. De belichting negatief compenseren. Selecteer [Belichting] in het opnamemenu. (P39) Raak de schuifbalk aan om de belichting te corrigeren.
Gevorderd (Opnamen maken) [Opname]-stand: < Opnamen maken met aangepaste textuur van de huid (<: Cosmetische modus) U kunt opnamen maken waarbij rekening wordt gehouden met de textuur en de helderheid van de huid. Raak [w1] aan in de opnamestand. Raak [<] aan. Raak het item aan en de intensiteit van de functie. Item [Zachte huid] [Natuurlijke huid] [Zomers tintje] Effect Opname maken met een zachte huid. De oorspronkelijke schoonheid van de huid vastleggen.
Gevorderd (Opnamen maken) [Opname]-functie: 5 / Opnamen maken die overeenkomen met de scène die wordt opgenomen (5: Scènefunctie) Als u een scènefunctie kiest die overeenkomt met het onderwerp en de opnameomstandigheden, zal de camera automatisch de optimale belichting en tint instellen. Raak [w1] aan in de opnamestand. Raak [5] aan. Raak de in te stellen scène aan. • Als u [w] / [q] aanraakt, roept u de vorige of de volgende pagina van de lijst met scènes op.
Gevorderd (Opnamen maken) De meest gebruikte scène snel instellen (/: Mijn scène mode) Als u de scène die u het vaakst gebruikt, registreert als Mijn scène-mode kunt u snel opnamen maken. 1 Raak in de opnamestand [w1] aan " raak [/] aan. 2 Raak de scène aan. De geselecteerde scène wordt geregistreerd als Mijn scène. • Vanaf dat moment hoeft u alleen [Mijn scène mode] te selecteren om opnamen te maken met de geregistreerde scène.
Gevorderd (Opnamen maken) [Zelfportret] Selecteer deze optie als u van uzelf opnamen wilt maken. Techniek voor zelfportretten • Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen. De zelfontspanneraanduiding begint te branden zodra u scherp in beeld staat. Houd de camera stil en druk de ontspanknop helemaal in om de opname te maken. • Het onderwerp is niet scherp gesteld als het zelfontspannerlampje knippert. Druk de ontspanknop opnieuw half in om scherp te stellen.
Gevorderd (Opnamen maken) [Panorama assist] U kunt opnamen maken met verbindingsstroken voor het maken van panoramabeelden. De opnamerichting instellen 1 Selecteer de richting voor het fotograferen. • De horizontale / verticale richtlijn wordt weergegeven. 2 Maak de opname. • U kunt de opname opnieuw maken door [Nieuw] te selecteren. 3 Raak [Volg.] aan. • Een deel van de opname wordt transparant weergegeven.
Gevorderd (Opnamen maken) [Sport] Selecteer deze functie wanneer u opnamen wilt maken van sportscènes of andere snel bewegende objecten. Opmerking • De sluitertijd bedraagt maximaal 1 seconde. • Met deze functie kunt u opnamen maken van onderwerpen op een afstand van 5 m of meer. • [,] wordt geactiveerd, en het maximale ISO-gevoeligheidsniveau wordt [ISO1600]. [Nachtportret] Hiermee kunt u opnamen maken van een persoon en achtergrond met een helderheid die vrijwel gelijk is aan die van de werkelijkheid.
Gevorderd (Opnamen maken) [Voedsel] Met deze functie kunt u opnamen maken van bijvoorbeeld voedsel dat er natuurlijk uitziet zonder de hinderlijke invloed van omgevingslicht in restaurants, etc. [Party] Selecteer deze functie als u opnamen wilt maken op een bruiloft, een feest binnenshuis, etc. Hiermee kunt u opnamen maken van mensen en achtergronden met een helderheid die vrijwel overeenkomt met die van de werkelijkheid. Technieken voor het maken van opnamen tijdens feesten • Gebruik de flitser.
Gevorderd (Opnamen maken) [Baby1] / [Baby2] Met deze functie kunt u van een baby opnamen maken met een mooie huidkleur. Als u de flitser gebruikt, is het licht van de flits zwakker dan anders. Voor [Baby1] en [Baby2] kunnen verschillende geboortedata en namen worden ingesteld. U kunt ervoor kiezen om de geboortedatum en naam af te beelden als u de opnamen weergeeft of om deze op de gemaakte opname te stempelen met gebruik van [Tekst afdr.] (P96).
Gevorderd (Opnamen maken) [Zonsonderg.] Selecteer deze functie als u opnamen wilt maken van een zonsondergang. U kunt op deze manier levendige opnamen maken van de rode kleur van de zon. [H. gevoeligh.] Deze functie minimaliseert het trillen van de onderwerpen, en stelt u in staat opnamen te maken van deze onderwerpen in zwak verlichte kamers. (Selecteer deze functie voor verwerking van hoge gevoeligheid. De gevoeligheid wordt automatisch ingesteld tussen [ISO1600] en [ISO6400].
Gevorderd (Opnamen maken) [Flitsburst] Met deze functie worden met gebruik van de flitser continu foto’s gemaakt. Deze functie komt van pas als u op donkere plaatsen continu foto’s wilt maken. Beeldformaat instellen 3M (4:3), 2,5M (3:2), 2M (16:9) en 2,5M (1:1) worden ingesteld als beeldformaat. • Er worden continu foto’s gemaakt door de ontspanknop volledig ingedrukt te houden. Aantal opnamen dat kan worden gemaakt max. 5 opnamen Opmerking • [I.resolutie] is vast ingesteld op [OFF].
Gevorderd (Opnamen maken) [Vuurwerk] Met deze functie kunt u mooie opnamen maken van vuurwerk tegen een nachthemel. Technieken voor het maken van opnamen van vuurwerk • Omdat de sluitertijd langer wordt, raden we het gebruik van een statief aan. Opmerking • Deze functie werkt het beste wanneer het onderwerp 10 m of meer van het toestel verwijderd is. • De sluitertijd wordt ingesteld op 1/4 van een seconde of op 2 seconden. • U kunt de sluitertijd wijzigen door de belichting te corrigeren.
Gevorderd (Opnamen maken) [Luchtfoto] Met deze functie maakt u opnamen door het raam in een vliegtuig. Techniek voor het maken van luchtfoto’s • Het verdient aanbeveling deze techniek te gebruiken als het moeilijk is scherp te stellen wanneer u opnamen maakt van wolken, etc. Richt de camera op iets met een hoog contrast, druk de ontspanknop half in om de scherpstelling te vergrendelen en richt de camera vervolgens op het onderwerp en druk de ontspanknop volledig in om de opname te maken.
Gevorderd (Opnamen maken) [Hoge dynamiek] U kunt met deze functie goed opnamen maken waarin zowel donkere als helder verlichte gedeelten van de scène voldoende helder worden weergegeven bij het maken van opnamen tegen de zon in, bij nacht of onder vergelijkbare omstandigheden. Het effect instellen [STD.] : Natuurlijk kleureffect [ART] : Opvallende effect met nadruk op kleur en contrast [B&W] : Zwart/wit effect Opmerking • De ISO-gevoeligheid wordt vast ingesteld op [ISO400].
Gevorderd (Opnamen maken) [Opname]-functie: 4 1 < 5 / 6 Nuttige functies op reisbestemmingen Opslaan op welke dag van uw vakantie u de opname maakt Raadpleeg P39 voor meer informatie over de instellingen van het menu [Set-up]. Als u de vertrekdatum of de reisbestemming van de vakantie vooraf instelt, wordt bij het maken van de opname het aantal dagen opgeslagen (welke dag van de vakantie het is) dat is verstreken sinds de vertrekdatum.
Gevorderd (Opnamen maken)  Raak [SET] aan. Voer de locatie in. • Raadpleeg "Tekst invoeren" op P87 voor meer informatie over het invoeren van tekst. • Sluit het menu na het instellen. Reisdatums annuleren De reisdatums worden automatisch geannuleerd als de huidige datum na de terugkeerdatum ligt. Als u reisdatums wilt annuleren voor het einde van de vakantie, raakt u [OFF] aan op het scherm in stap 3 of 7.
Gevorderd (Opnamen maken) Opnamedatums / tijden op overzeese reisbestemmingen (wereldtijd) Raadpleeg P39 voor meer informatie over de instellingen van het menu [Set-up]. U kunt de plaatselijke tijden op de reisbestemmingen afbeelden en deze opnemen op de opnamen die u maakt. • Selecteer [Klokinst.] om vooraf de huidige datum en tijd in te stellen. (P18) Selecteer [Wereldtijd] in het menu [Set-up].
Gevorderd (Opnamen maken)  Raak [Bestemming] aan. • Afhankelijk van de instelling wordt op het scherm de tijd van uw vakantiebestemming of uw thuiszone weergegeven. Raak [w] of [q] aan om de zone van de reisbestemming te selecteren en raak vervolgens [Inst.] aan. C Huidige tijd in de bestemmingszone D Tijdsverschil • Als zomertijd [z] geldt in de reisbestemmingszone, raakt u [z] aan. (De tijd wordt één uur vooruit gezet.) Raak [z] opnieuw aan als u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke tijd.
Gevorderd (Opnamen maken) Gebruik van het [Opname]-menu [Flitser] Raadpleeg P51 voor meer informatie. [Zelfontspanner] Raadpleeg P57 voor meer informatie. [Fotoresolutie] Raadpleeg P39 voor meer informatie over de instellingen van het [Opname]-menu. Stel het aantal pixels en de hoogte/breedteverhouding van de opnamen in. Hoe hoger het aantal pixels, hoe fijner het detail van de opnamen is, zelfs wanneer deze worden afgedrukt op grote vellen.
Gevorderd (Opnamen maken) [Opn. kwaliteit] Raadpleeg P34 voor meer informatie. [Gevoeligheid] Raadpleeg P39 voor meer informatie over de instellingen van het [Opname]-menu. Dit laat het aan de gevoeligheid voor licht (ISO-gevoeligheid) toe ingesteld te worden. Het instellen op een hoger figuur, stelt u in staat ook op donkere plekken beelden te maken zonder dat de beelden donker worden.
Gevorderd (Opnamen maken) [Witbalans] Raadpleeg P39 voor meer informatie over de instellingen van het [Opname]-menu. Onder zonlicht, gloeilampen of vergelijkbare omstandigheden waarbij de kleur van wit naar roodachtig of blauwachtig neigt, wordt met deze functie de kleur van wit gekozen die het meest overeenkomt met hetgeen het oog waarneemt bij die lichtbron.
Gevorderd (Opnamen maken) Automatische witbalans Afhankelijk van de omstandigheden waaronder opnamen worden gemaakt, kunnen de opnamen een roodachtige of blauwachtige tint aannemen. De automatische witbalans werkt bovendien mogelijk ook niet goed als er meerdere lichtbronnen worden gebruikt of er niets is met een kleur die in de buurt komt van wit. Selecteer voor de witbalans in dat geval een andere instelling dan [AWB]. 1 In dit bereik werkt automatische witbalans.
Gevorderd (Opnamen maken) Over [3] (Gezichtsherkenning) De volgende AF-zonekaders worden afgebeeld wanneer het toestel gezichten detecteert. Geel: Wanneer u de ontspanknop tot de helft indrukt, wordt het kader groen als de camera scherp gesteld heeft. Wit: Wordt afgebeeld wanneer er meer dan één gezicht gedetecteerd is. Er wordt ook scherp gesteld op andere gezichten die zich op dezelfde afstand bevinden als gezichten binnen de gele AF-zones.
Gevorderd (Opnamen maken) Over [7] (AF Tracking) Als het onderwerp op het scherm wordt aangeraakt, wordt het onderwerp het doelwit bij AF tracking. • Het AF-kader (het kader voor AF tracking) wordt geel weergegeven. Zelfs als de camera daarna wordt bewogen, wordt continu scherpgesteld op het onderwerp en wordt de belichting steeds navenant aangepast. • Raak [T] aan en voer de handeling opnieuw uit als u een nieuw onderwerp wilt kiezen.
Gevorderd (Opnamen maken) [Belichting] Raadpleeg P58 voor meer informatie. [i. Exposure] Raadpleeg P39 voor meer informatie over de instellingen van het [Opname]-menu. Contrast en belichting worden automatisch aangepast als er een groot verschil is in helderheid tussen het onderwerp en de achtergrond. Toepasbare functies: 1 6 [ON] / [OFF] Opmerking • Zelfs als de [Gevoeligheid] is ingesteld op [ISO100], kan [Gevoeligheid] hoger worden ingesteld dan [ISO100] als de opname wordt gemaakt terwijl [i.
Gevorderd (Opnamen maken) [Dig. zoom] Raadpleeg P39 voor meer informatie over de instellingen van het [Opname]-menu. U kunt hiermee voorwerpen sterker vergroten dan met gebruik van de optische zoom, extra optische zoom of intelligente zoom. Toepasbare functies: 1 < 5 / [ON] / [OFF] Opmerking • Raadpleeg P49 voor meer informatie. • Bij gebruik van de macro-zoomfunctie staat de digitale zoom vast ingesteld op [ON]. • [Dig. zoom] kan niet worden geselecteerd bij gebruik van de functie voor bewegende beelden.
Gevorderd (Opnamen maken) Opmerking • Schakel de camera niet uit en neem de kaart niet uit het toestel voordat de toegang aanduiding dooft. • De burstsnelheid wordt halverwege langzamer. De exacte timing hiervan hangt af van het kaarttype, de beeldgrootte en de kwaliteit. • De scherpstelling wordt vergrendeld nadat de eerste opname is gemaakt. • Telkens als u een opname maakt, worden de belichting en witbalans bijgesteld.
Gevorderd (Opnamen maken) [AF ass. lamp] Raadpleeg P39 voor meer informatie over de instellingen van het [Opname]-menu. Het is voor de camera gemakkelijker om bij weinig licht scherp te stellen als u het onderwerp verlicht. Toepasbare functies: 1 < 5 / [ON] : Wanneer u opnamen maakt op donkere plaatsen, zal de AF-hulplamp gaan branden als u de ontspanknop tot de helft indrukt. (Er worden dan grotere AFzones afgebeeld.) [OFF]: Het AF-hulplicht wordt niet gebruikt.
Gevorderd (Opnamen maken) [Stabilisatie] Raadpleeg P39 voor meer informatie over de instellingen van het [Opname]-menu. Hiermee worden automatisch trillingen gedetecteerd en gecompenseerd. Toepasbare functies: 1 < 5 / [ON] / [OFF] Opmerking • De stabilisatiefunctie is in de volgende gevallen mogelijk niet effectief. ––Bij veel trillingen en een hoge zoomfactor. ––In het digitale zoombereik. ––Bij het maken van opnamen terwijl u een bewegend object volgt.
Gevorderd (Opnamen maken) Tekst invoeren U kunt de namen van baby’s en huisdieren, als ook de namen van reisbestemmingen bij opnamen in te voeren. (Er kunnen alleen alfabetische karakters en symbolen worden ingevoerd.) U kunt de (meegeleverde) stylus gebruiken als het lastig is om tekst met de vingers in te voeren. Open het tekstinvoerscherm. • U kunt het tekstinvoerscherm op de volgende manieren openen. ––[Naam] van [Baby1] / [Baby2] of [Huisdier] in de scènefunctie.
Geavanceerd (weergeven) [Weergave]-functie: 5 Opnamen opeenvolgend weergeven (diashow) U kunt in combinatie met muziek de opnamen weergeven die u hebt gemaakt, en u kunt dit opeenvolgend doen met een vast ingestelde pauze tussen de weergave van de verschillende opnamen. Ook kunt u de opnamen gezamenlijk gegroepeerd per categorie weergeven of alleen de opnamen weergeven die u als favoriet hebt ingesteld als diashow.
Geavanceerd (weergeven) Bedieningshandelingen die tijdens de diashow kunnen worden uitgevoerd Roep het bedieningspaneel op door het scherm aan te raken. • Het pictogram voor bewerken verdwijnt weer als gedurende 2 seconden geen bewerkingen zijn uitgevoerd. [q/h]: Weergave/pauze [g]: Stop [i]: Volgende beeld (tijdens pauze) [u]: Vorige beeld (tijdens pauze) [:]: Het instellingenscherm wordt opnieuw weergegeven. [4] [3]: Volume regelen • U kunt het volume ook regelen met de zoomknop.
Geavanceerd (weergeven) [Weergave]-functie: 5 Opnamen selecteren en weergeven [Kalender] U kunt opnamen weergeven per opnamedatum. Raak [w9] aan in de weergavestand. Raak [0] aan. • U kunt ook de zoomknop een aantal malen naar [6] (W) schuiven om het zoekscherm van de kalender weer te geven. Raak [e] / [r] aan om de maand die u wilt weergeven te selecteren. • Als er gedurende een maand geen opnamen zijn gemaakt, zal die maand niet worden weergegeven.
Geavanceerd (weergeven) [Categorieselectie] Deze functie biedt u de mogelijkheid opnamen te zoeken per scènefunctie of andere categorieën (zoals [Portret], [Landschap] of [Nachtl. schap]) en opnamen te sorteren in elk van de categorieën. U kunt dan de opnamen in elke categorie weergeven. Raak [w9] aan in de weergavestand. Raak []] en [;] aan. Raak de af te spelen categorie aan. • Als er geen opnamen zijn in de geselecteerde categorie, wordt een bericht weergegeven en wordt er niets weergegeven.
Geavanceerd (weergeven) [Favorieten] U kunt de opnamen weergeven die u hebt ingesteld als [Favorieten] (P100) (alleen als u opnamen hebt ingesteld als [Favorieten]). Raak [w9] aan in de weergavestand. Raak []] en [z] aan.
Geavanceerd (weergeven) [Weergave]-functie: 5 Portretten verfijnen (Schoonheidseffect) (alleen voor DMC-FP7) U kunt de gezichten van personen na het fotograferen retoucheren met make-up effecten, veranderingen voor de huid, etc. zodat een persoon aantrekkelijker op de foto staat. Controleer of er genoeg ruimte is in het ingebouwde geheugen of op de kaart voordat u begint met het transformeren van opnamen. Raak [B] aan in de weergavestand.
Geavanceerd (weergeven) Raak [OK] aan. • De beelden van vòòr en na het retoucheren worden naast elkaar getoond. Raak [OK] aan. • Het scherm van stap 3 verschijnt weer. • Als vervolgens nog meer onderwerpen wilt transformeren, raakt u andere gezichten aan en herhaalt u de procedure vanaf stap 3. Raak [Opsl.] aan. Raak [Ja] aan. Opmerking • Als de camera een gezicht niet kan herkennen, wordt na stap 3 een bericht weergegeven. Selecteer dan een ander onderwerp of een andere opname.
Geavanceerd (weergeven) [Weergave]-functie: 5 Gebruik van het [Afspelen]-menu Er zijn diverse weergavefuncties bijvoorbeeld voor het uploaden van opnamen naar websites voor het delen van foto’s, het aanpassen van de grootte van opnamen, het beveiligen van opnamen, etc. • Als u de functies [Tekst afdr.], [Nw. rs.] of [Bijsnijden] gebruikt, wordt een nieuwe opname gemaakt. U kunt geen nieuwe opname creëren als er geen vrije ruimte is in het ingebouwde geheugen of op de kaart.
Geavanceerd (weergeven) Alle instellingen voor [Uploadinstelling] annuleren Selecteer [Uploadinstelling] [CANCEL (Annul)] [Ja] op het weergavemenu. Opmerking • U kunt geen kaarten gebruiken met een capaciteit van minder dan 512 MB. • Mogelijk kunt u geen opnamen uploaden die zijn gemaakt met andere apparatuur. • U kunt geen opnamen gebruiken die 10 MB of groter zijn. Selecteer een andere opname of voer de functie [Nw. rs.] uit (P98). [Tekst afdr.
Geavanceerd (weergeven) Selecteer de items die u wilt stempelen. Item [Opnamedatum] [Naam] [Locatie] [Reisdatum] Instelling [DATE]: Hiermee wordt het jaar, de maand en de datum op de opnamen gestempeld. [TIME]: Hiermee wordt het jaar, de maand, de dag, het uur en de minuten op de opnamen gestempeld. [OFF] [w/d]: Stempelen van namen uit de naaminstellingen voor [Baby1] / [Baby2] of [Huisdier] in de scènefunctie. [OFF] [ON] : Stempelen van de reisbestemmingsnaam ingesteld bij [Locatie].
Geavanceerd (weergeven) [Nw. rs.] het beeldformaat (aantal pixels) reduceren U kunt de beeldgrootte van de gemaakte opname(n) reduceren om de opnamen als bijlage te kunnen meesturen met e-mail of op een website te kunnen publiceren. Selecteer [Nw. rs.] in het menu [Afspelen]. (P39) Raak [S (Enkel)] of [M (Multi)] aan.  Selecteer de opname(n) en grootte(s). [Enkel]-instelling 1 Versleep het scherm horizontaal om een opname te selecteren en raak vervolgens [Inst.] aan.
Geavanceerd (weergeven) [Bijsnijden] U kunt een belangrijk deel van een gemaakte opname vergroten en vervolgens uitsnijden. Selecteer [Bijsnijden] in het menu [Afspelen]. (P39)  Versleep het scherm horizontaal om een opname te selecteren en raak vervolgens [Inst.] aan. • Zie P31 voor meer informatie over het selecteren van opnamen. Selecteer het gedeelte dat u wilt uitsnijden.
Geavanceerd (weergeven) [Favorieten] U kunt opnamen die u hebt ingesteld als favorieten als groep weergeven en afdrukken. U kunt ook alle opnamen wissen met uitzondering van de favorieten. Selecteer [Favorieten] in het menu [Afspelen]. (P39) Raak [S (Enkel)] of [M (Multi)] aan. Selecteer de opname. • [z] wordt weergegeven op opnamen die al als favoriet zijn aangemerkt. • Zie P31 voor meer informatie over het selecteren van opnamen.
Geavanceerd (weergeven) [Print inst.] DPOF (“Digital Print Order Format”) is een systeem waarmee u kunt selecteren welke opnamen u wilt afdrukken, hoeveel kopieën u van elke opname wilt afdrukken en of de opnamedatum wel of niet moet worden afgedrukt als u een DPOF-compatibele printer gebruikt of de opnamen laat afdrukken door een fotowinkel. Neem contact op met de fotowinkel voor verdere bijzonderheden.
Geavanceerd (weergeven) De datum printen Raak [Datum] aan om het afdrukken met datum in te stellen of uit te schakelen, nadat u het aantal afdrukken hebt opgegeven. • Afhankelijk van de fotowinkel of printer wordt de datum mogelijk niet afgedrukt, ook al hebt u de camera zo ingesteld dat de datum moet worden afgedrukt. Neem voor verdere informatie contact op met de fotowinkel of raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw printer. • De datum kan niet worden afgedrukt op opnamen met een tekststempel.
Geavanceerd (weergeven) [Beveiligen] U kunt opnamen beveiligen om te voorkomen dat ze per abuis worden gewist. Selecteer [Beveiligen] in het menu [Afspelen]. (P39) Raak [S (Enkel)] of [M (Multi)] aan. Selecteer de opname. [Enkel]-instelling Versleep het scherm horizontaal om een opname te selecteren en raak vervolgens [Set] aan. • Zie P31 voor meer informatie over het selecteren van opnamen. • Raak [Annul] aan om het instellen af te breken. [Multi]-instelling Raak de opname aan die u wilt beveiligen.
Geavanceerd (weergeven) [Kopie] Opnamen kopiëren van het ingebouwde geheugen naar een kaart U kunt de gegevens van de door u gemaakte opnamen kopiëren van het ingebouwde geheugen naar een kaart of van een kaart naar het ingebouwde geheugen. Selecteer [Kopie] in het menu [Afspelen]. (P39)  Raak de bestemming voor het kopiëren aan. N: Alle opnamen die in het ingebouwde geheugen zijn opgeslagen, worden in één keer gekopieerd naar de kaart. " stap 4.
Aansluiten op andere apparatuur [Weergave]-functie: 5 Opnamen weergeven op een TV-scherm Opnamen weergeven met de AV-kabel (bijgeleverd) Voorbereiding: Stel de [Output] in. (P44) Schakel de camera en de televisie uit. 1 Geel: naar de videoaansluiting 2 Wit: naar de geluidsaansluiting A Lijn de markeringen uit en sluit de connectors aan. (U kunt ze niet in omgekeerde richting aansluiten.
Aansluiten op andere apparatuur Opmerking • Afhankelijk van de hoogte/breedteverhouding worden er aan de boven- en onderzijde of linker- en rechterzijde mogelijk zwarte stroken weergegeven. • Gebruik geen andere AV-kabels dan de bijgeleverde kabel. • Lees de gebruiksaanwijzing van de TV. • Als u een opname verticaal weergeeft, kan het wazig zijn. • U kunt opnamen bekijken op TV’s in andere landen (regio’s) die gebruik maken van een NTSC- of PAL-systeem als u [Video uit] in het menu [Set-up] instelt.
Aansluiten op andere apparatuur Aansluiting op een PC U kunt opnamen op een PC zetten door het toestel en de PC met elkaar te verbinden. • Sommige PC’s kunnen een kaart die uit de camera is genomen direct lezen. Raadpleeg voor details de handleiding van de PC. • U kunt de opnamen die u hebt geïmporteerd gemakkelijk afdrukken of per e-mail versturen. Het gebruik van de gebundelde software “PHOTOfunSTUDIO” op de CDROM (bijgeleverd) is een handige manier om dit te doen.
Aansluiten op andere apparatuur Sluit de camera aan op de PC met de USB-kabel A. • Gebruik geen andere USB-kabels dan de bijgeleverde kabel. Gebruik van andere kabels dan de bijgeleverde USB-kabel zou een storing kunnen veroorzaken.  Raak [PC] aan. • Wanneer het toestel aangesloten wordt op de PC terwijl [USB mode] is ingesteld op [PictBridge(PTP)], wordt mogelijk een bericht op de PC weergegeven. Selecteer [Cancel] om het scherm te sluiten, en koppel het toestel los van de PC.
Aansluiten op andere apparatuur De inhoud bekijken van het ingebouwde geheugen of de kaart met behulp van de PC (mapsamenstelling) • Ingebouwd geheugen • Kaart 1 Mapnummer 2 Bestandsnummer 3 JPG: Opnamen MOV: Bewegende beelden MISC: DPOF-print Favorieten AD_LUMIX: Voor Uploadinstelling LUMIXUP.EXE: h ulpprogramma voor upload (LUMIX Image uploader) Er wordt een nieuwe map aangemaakt als opnamen worden gemaakt in de volgende situaties.
Aansluiten op andere apparatuur Opnamen uploaden naar sites voor het delen van foto’s Met behulp van het hulpprogramma voor upload (LUMIX Image Uploader) kunt u opnamen of bewegende beelden uploaden naar websites voor het delen van foto’s en film (Facebook, YouTube). U hoeft geen beelden naar de computer te importeren of software te installeren. U kunt alleen opnamen uploaden met een computer die verbinding kan maken met internet.
Aansluiten op andere apparatuur De opnamen afdrukken Als u het toestel aansluit op een printer die PictBridge ondersteunt, kunt u op de LCDmonitor van de camera de af te drukken opnamen selecteren en aangeven dat moet worden begonnen met afdrukken. • Sommige printers kunnen direct afdrukken van de kaart als die uit het toestel is genomen. Raadpleeg voor details de handleiding van de printer. Voorbereiding: Zet het toestel en de printer aan.
Aansluiten op andere apparatuur Opmerking • Gebruik geen andere USB-kabels dan de bijgeleverde kabel. Gebruik van andere kabels dan de bijgeleverde USB-kabel zou storing kunnen veroorzaken. • Zet het toestel uit voordat u de AC-adapter (optioneel) aansluit of loskoppelt. • Voordat u een kaart in het toestel plaatst of hieruit verwijdert, moet u het toestel uitzetten en de USB-kabel loskoppelen. • U kunt geen opgenomen bewegende beelden afdrukken.
Aansluiten op andere apparatuur Item Beschrijving van instellingen [Multi selecteren] Er worden tegelijkertijd meerdere opnamen afgedrukt. • Selecteer een andere scherm door [e] / [r] aan te raken als die worden weergegeven op de schuifbalk. • Raak de opnamen aan; [2] wordt weergegeven op de opnamen die worden afgedrukt. (Wanneer u de geselecteerde opname opnieuw aanraakt, wordt de instelling ongedaan gemaakt.) • Raak [Inst.] aan nadat de opnamen zijn geselecteerd.
Aansluiten op andere apparatuur [Print met dat.] Item Beschrijving van instellingen [ON] Datum wordt afgedrukt. [OFF] Datum wordt niet afgedrukt. • Als de printer geen ondersteuning biedt voor het afdrukken van de datum, kan de datum niet op de opname worden afgedrukt. • Aangezien de instellingen van de printer prioriteit kunnen hebben over het afdrukken met de datuminstelling, moet u ook de instelling van de afdruk met datum van de printer controleren.
Aansluiten op andere apparatuur [Lay-out pagina] (Layouts voor afdrukken die kunnen worden ingesteld met dit toestel) Item Beschrijving van instellingen h Prioriteit wordt gegeven aan de instellingen op de printer 3 1 opname zonder kader op 1 pagina 4 1 opname met een kader op 1 pagina 5 2 opnamen op 1 pagina 6 4 opnamen op 1 pagina • U kunt een item niet selecteren als de printer geen ondersteuning biedt voor de paginaopmaak.
Overige Scherm display Tijdens het maken van opnamen Opnamen maken met de normale opnamefunctie [1] (Begininstelling) 1 Opnamestand 2 Beeldformaat (P76) Opnamekwaliteit (P34) Flitsfunctie (P51) Optische beeldstabilisator (P86) Bewegingswaarschuwing (P28): 0 3 Focus (P27) 4 AF-zone (P27) 5 AF Macro (P55) Macrozoom (P56) AF-functie (P79) 6 Batterijaanduiding (P12) 7 Ingebouwd geheugen (P16) Geheugenaanduiding (P17): 2, 3 Aantal opnamen dat kan worden gemaakt (P135) (Als het aantal opnamen dat kan worden g
Overige Tijdens het maken van opnamen (na het instellen) 15 Belichtingscompensatie (P58) 16 Witbalans (P78) Kleurmodus (P84) 17 Burstfunctie (P83) 18 Intelligent Exposure (P82):AF-hulplicht (P85):W 19 Snelmenuvak (P41) 20 Verstreken opnametijd (P34): 8m30s1 21 Zoom / Extra optische zoom (P48) / Intelligente zoom (P49) / Digitale zoom (P49, 83) 22 Huidige datum en tijd /w: Instelling reisbestemming2 (P74) / Leeftijd3 (P66) / Naam3 (P66) / Locatie2 (P72) / Aantal verstreken dagen sinds de vertrekdat
Overige Tijdens weergave 1 Weergavestand (P31) 2 Opnamekwaliteit (P34) Kleurmodus (P84) Beveiligde opname (P103) Favorieten (P100) Gestempeld met een tekst (P96) Beeldformaat (P76) 3 Afspelen van bewegende beelden (P36) 4 Opnamenummer / Totaal aantal opnamen Verstreken weergavetijd (P36): 00h00m00s 5 Batterijaanduiding (P12) 6 Geretoucheerd aanduiding (P93) Aantal afdrukken (P114) LCD mode (P43) 7 Ingebouwd geheugen (P16) Waarschuwingspictogram Kabel ontkoppeld (P111):1 Map- / bestandsnummer (P109) 8 O
Overige Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik Houd het toestel zo ver mogelijk uit de buurt van elektromagnetische apparatuur (zoals magnetrons, televisie, videospelletjes, enz.). • Indien u het toestel op of naast een televisie gebruikt, kunnen de beelden en de geluiden van de toestel onderbroken worden door elektromagnetische straling. • Gebruik het toestel niet in de buurt van een mobiele telefoon omdat het geluid ervan een nadelige invloed kan hebben op de beelden en de geluiden.
Overige Schoonmaken Voordat u het toestel schoonmaakt, moet u de batterij of het DC-koppelstuk verwijderen (optioneel), of de stekker uit het stopcontact halen. Wrijf het toestel vervolgens schoon met een droge zachte doek. • Wanneer het toestel vuil is, kan dit worden schoongemaakt door het vuil eraf te wrijven met een uitgeknepen vochtige doek en daarna met een droge doek. • Gebruik geen schoonmaakmiddelen zoals benzeen, thinner, alcohol, keukenschoonmaakmiddelen, etc.
Overige Batterij De batterij is een oplaadbare lithium-ionbatterij. De stroom wordt opgewekt door de chemische reactie in de batterij. Deze reactie wordt beïnvloed door de omgevingstemperatuur en de vochtigheid. Door te hoge of te lage temperaturen gaan batterijen minder lang mee. Haal de batterij na gebruik altijd uit het toestel. • Doe een uit het toestel verwijderde batterij in een plastic zak om de batterij top te bergen of mee te nemen, en vermijd daarbij contact met metalen voorwerpen (clips o.i.d).
Overige Kaart Bewaar de kaart niet op plaatsen met een hoge temperatuur, waar gemakkelijk elektromagnetische golven worden gegenereerd of statische elektriciteit wordt opgewekt, of op plaatsen die blootgesteld zijn aan direct zonlicht. Verbuig de kaart niet en laat de kaart niet vallen. • Hierdoor kan de kaart beschadigd raken of wordt de opgenomen inhoud mogelijk beschadigd of gewist. • Berg de kaart na gebruik op in de kaarthoes of het opbergzakje. Doe dit ook als u de kaart opbergt of vervoert.
Overige Wanneer u het toestel lange tijd niet gebruikt • Berg de batterij op een koele en droge plaats op, in een ruimte met een relatief stabiele temperatuur: [Aanbevolen temperatuur: 15 oC tot 25 oC, Aanbevolen vochtigheid: 40% tot 60% relatieve luchtvochtigheid] • Verwijder de batterij en de kaart altijd uit het toestel. • Als de batterij in het toestel wordt gelaten, zal deze ontladen zelfs als het toestel uit staat.
Overige Waarschuwingen op het scherm Soms verschijnen op het scherm bevestigingen of foutmeldingen. De belangrijkste berichten worden hieronder beschreven. [Deze foto is beveiligd] ppWis de opname nadat u de beveiligingsinstelling hebt geannuleerd. (P103) [Deze foto kan niet gewist worden] / [Sommige foto’s kunnen niet gewist worden] • U kunt geen opnamen wissen die niet zijn gebaseerd op de DCF-standaard.
Overige [Storing geheugenkaart Kaart formateren?] • De kaart heeft een indeling die niet compatibel is met dit toestel. ppFormatteer de kaart opnieuw in de camera nadat u benodigde gegevens hebt opgeslagen op een PC, o.i.d. (P45) [Aub camera uit- en inschakelen] / [Systeemfout] • Dit bericht verschijnt wanneer het toestel niet goed werkt. ppSchakel het toestel uit en in. Neem contact op met de dealer of het dichtstbijzijnde servicecentrum als het bericht steeds terugkeert.
Overige [Creëren van een map niet mogelijk] • U kunt geen map aanmaken omdat er geen mapnummers meer zijn. (P109) ppFormatteer de kaart nadat benodigde gegevens zijn opgeslagen op een PC, o.i.d. (P45) [Beeld wordt weergegeven voor 4:3 TV] / [Beeld wordt weergegeven voor 16:9 TV] • De AV-kabel is aangesloten op de camera. ppSelecteer [TV-aspect] in het menu [Set-up] als u de hoogte/breedteverhouding van de TV wilt wijzigen. (P44) • De USB-kabel is alleen aangesloten op de camera.
Overige Problemen oplossen Probeer eerst het volgende (P127 tot P134). Als het probleem niet opgelost is, kunt u proberen het te verhelpen door bij het maken van opnamen de optie [Resetten] (P44) te selecteren in het menu [Set-up]. Batterij en stroombron Zelfs als de camera is ingeschakeld, kan deze niet worden bediend. • De batterij is leeg. De stroom werd tijdens gebruik onderbroken. • De batterij moet worden opgeladen. • De camera is op [Autom. uit] gesteld.
Overige Er worden tegelijkertijd 2 of 3 opnamen gemaakt. ppStel [Hi-speed burst] (P67), [Flitsburst] (P68) van de scènefunctie of [Burstfunctie] (P83) van het [Opname]-menu in op [OFF]. Het object is niet goed scherp. • Het focusbereik varieert afhankelijk van de opnamefunctie. ppSelecteer de juiste functie voor de afstand naar het onderwerp. • Het onderwerp ligt buiten het focusbereik van het toestel. • Er is doen zich camerabewegingen (trillingen) voor of het onderwerp beweegt enigszins.
Overige Het opnemen van bewegende beelden stopt halverwege. • Afhankelijk van de kaart kan het opnemen halverwege worden afgebroken. ppHet verdient aanbeveling een kaart te gebruiken met een SD Speed Class van “Class 6” of hoger als u bewegende beelden wilt opnemen. ppDe dataschrijfsnelheid is te laag wanneer wordt gestopt, ook al gebruikt u een “Class 6” kaart of hoger of een kaart die met een computer of andere apparatuur is geformatteerd.
Overige De LCD-monitor is te helder of te donker. • bij gebruik van de [LCD mode]. (P43) Er verschijnen zwarte, rode, blauwe en groene stippen op de LCD-monitor. • Dit is geen defect. Deze pixels worden niet opgenomen in de opnamen. Er verschijnt ruis op de LCD-monitor. • Op donkere plaatsen kan ruis optreden om de helderheid van de LCD-monitor te behouden. Dit heeft geen invloed op de opnamen die u maakt. Flitser De flitser wordt niet geactiveerd.
Overige Het mapnummer en het bestandsnummer worden afgebeeld als [—] en het scherm wordt zwart. • Is dit een andere opname dan een standaardopname, een opname die bewerkt is op een PC of een opname die gemaakt is met een camera van een ander merk? • Hebt u de batterij onmiddellijk na het maken van de opname verwijderd of hebt u een opname gemaakt met een batterij die bijna leeg was? ppFormatteer de gegevens om de bovengenoemde opnamen te wissen.
Overige TV, PC en printer De opname verschijnt niet op de televisie. • Is het toestel correct op de TV aangesloten? ppStel de TV-ingang in op externe invoer. De displayzones op het TV-scherm en de LCD-monitor van het toestel verschillen. • Afhankelijk van het TV-model worden de opnamen horizontaal of verticaal uitgetrokken of worden deze mogelijk afgebeeld met afgesneden randen. Bewegende beelden kunnen niet op een TV worden afgespeeld.
Overige De opname kan niet worden afgedrukt terwijl het toestel op een printer aangesloten is. • Opnamen kunnen niet worden afgedrukt met een printer die geen ondersteuning biedt voor PictBridge. • Selecteer [PictBridge(PTP)] bij [USB mode]. (P111) De uiteinden van de opnamen worden bij het afdrukken afgesneden. ppWanneer u een printer gebruikt met een snijfunctie (cropping) of een functie voor randloos afdrukken, dient u deze functie te annuleren voordat u de opname afdrukt.
Overige Wanneer u opnamen maakt met de zoom, worden deze enigszins vervormd en vertonen de gebieden rondom het onderwerp kleuren die er in het echt niet zijn. • Het kan vanwege de kenmerken van de lens voorkomen dat, afhankelijk van de zoomvergroting, het onderwerp enigszins vervormd is of de randen gekleurd zijn. Maar dit is geen storing. Zoomen wordt abrupt afgebroken. • Bij gebruik van de extra optische zoom of intelligente zoom, wordt het zoomen mogelijk tijdelijk gestopt. Dit duidt niet op een defect.
Overige Aantal opnamen dat kan worden gemaakt en de beschikbare opnametijd • Het aantal mogelijke opnamen en de beschikbare opnametijd zijn bij benadering gegeven. (deze zijn afhankelijk van de opnameomstandigheden en het kaarttype.) • Het aantal mogelijke opnamen en de beschikbare opnametijd variëren afhankelijk van de onderwerpen. Aantal opnamen dat kan worden gemaakt • Als het aantal opnamen dat kan worden gemaakt, groter is dan 99999, wordt het aantal op het scherm weergegeven als “+99999”.
Overige Beschikbare opnametijd (om bewegende beelden op te nemen) Opnamekwaliteit instelling Ingebouwd geheugen (Circa 70 MB) a x y – – 2 min 30 s 2 GB 10 min 10 s 21 min 40 s 1 h 2 min Kaart 4 GB 20 min 30 s 43 min 10 s 2 h 4 min 16 GB 1 h 23 min 2 h 56 min 8 h 28 min • Bewegende beelden kunnen continu opgenomen worden gedurende een maximum tijd van 15 minuten. Continu opnamen maken tot meer dan 2 GB is niet mogelijk.
Overige • SDXC logo is een handelsmerk van SD-3C, LLC. • QuickTime en het QuickTime-logo zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van Apple Inc. en worden onder licentie gebruikt. • YouTube is een handelsmerk van Google Inc. • Dit product maakt gebruik van “DynaFont” van DynaComware Corporation. DynaFont is een geregistreerd handelsmerk van DynaComware Taiwan Inc.