Operation Manual

Basiskennis
- 30 -
Als u het onderwerp op het scherm aanraakt om een opname te maken, kunnen
scherpstelling en belichting automatisch worden uitgevoerd. Dit is bijvoorbeeld handig
wanneer het onderwerp zich niet in het midden van het scherm bevindt.
Als [7] is ingesteld op [AF mode], en in de Intelligente Auto-modus is AF Tracking
tegelijkertijd actief en wordt continu scherpgesteld bij het bewegen van het onderwerp dat
is aangeraakt.
Schakel de functie Touch sluiter (P29) van tevoren uit.
Raak het onderwerp aan waarop u wilt
scherpstellen.
Het AF-kader wordt weergegeven om de
aangeraakte plek, er wordt scherpgesteld en de
belichting wordt ingesteld.
Als AF Tracking actief is, volgt de camera de
bewegingen van het onderwerp en wordt het AF-
kader mee verplaatst.
Raak [T] aan om de functie Touch AF/AE uit te schakelen.
Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen en druk de knop
vervolgens helemaal in om de opname te maken.
Opmerking
Als u de rand of het gebied rechts boven in het scherm aanraakt, wordt het AF-kader
misschien niet ingesteld.
In de Intelligente Auto-modus bepaalt de camera zelf welke scène het best past bij het
aangeraakte onderwerp.
Scherpstelling en belichting door het scherm aan
te raken
(Touch AF/AE)
[Opname]-stand: 4 1 < 5 /