Operation Manual

Gevorderd (Opnamen maken)
- 54 -
Sluitertijd voor elke itsinstelling
Flitsinstelling Sluitertijd (Sec.)
q
1/60 tot 1/1600
@
t
`
Flitsinstelling Sluitertijd (Sec.)
[
1 tot 1/1600
1 of 1/4 tot 1/1600
o
¼
De sluitertijd wordt maximaal 1 seconde in de volgende gevallen.
Als de optische beeldstabilisator ingesteld is op [OFF].
Als de camera heeft geconstateerd dat er weinig cameratrilling is wanneer de optische
beeldstabilisator is ingesteld.
Bij gebruik van de Intelligente Auto-modus is de sluitertijd afhankelijk van de
geïdenticeerde scène.
Bij gebruik van de scènefunctie zal de sluitertijd verschillen van die in de bovenstaande
tabel.
Opmerking
Als u de itser te dicht bij een voorwerp brengt, wordt het voorwerp mogelijk vervormd
of verkleurd door de hitte of het licht van de its.
Als u een opname maakt buiten het itsbereik, wordt het onderwerp mogelijk verkeerd
belicht en kan de opname te donker of te licht zijn.
Wanneer de itser wordt opgeladen, knippert het itspictogram rood en kunt u geen
opname maken, zelfs niet wanneer u de ontspanknop helemaal indrukt.
De witbalans wordt mogelijk niet goed ingesteld als het itsniveau niet toereikend is voor
het onderwerp.
Bij gebruik van [Flitsburst] met de scènefunctie of een snelle sluitertijd, is het itseffect
mogelijk niet toereikend.
Het kan even duren om de itser op te laden als u opnieuw een opname wilt maken.
Maak de opname nadat de geheugen aanduiding is verdwenen.
Het effect van rode-ogencorrectie verschilt van persoon tot persoon. Als het onderwerp
ver van de camera stond of niet naar de eerste its keek, is het effect mogelijk niet
aanwezig.