Operation Manual

Gevorderd (Opnamen maken)
- 81 -
Over [7] (AF Tracking)
Als het onderwerp op het scherm wordt aangeraakt, wordt
het onderwerp het doelwit bij AF tracking.
Het AF-kader (het kader voor AF tracking) wordt geel
weergegeven. Zelfs als de camera daarna wordt
bewogen, wordt continu scherpgesteld op het onderwerp
en wordt de belichting steeds navenant aangepast.
Raak [T] aan en voer de handeling opnieuw uit als u een
nieuw onderwerp wilt kiezen.
Opmerking
Afhankelijk van de opnameomstandigheden en de eigenschappen van het onderwerp
kan de functie Gezichtsherkenning weigeren, het spoor van de bewegingen verliezen, of
een ander onderwerp gaan volgen.
Het onderwerp is te klein
Het onderwerp beweegt te snel
Het onderwerp trilt te veel
Er is te weinig of te veel licht voor het maken van een opname
De achtergrond heeft dezelfde of bijna dezelfde kleur als het onderwerp
Bij gebruik van de zoom
Het kader voor AF tracking knippert rood en wordt dan niet meer weergegeven als het
aangeraakte onderwerp niet wordt herkend. Probeer het opnieuw.
De opname zal worden gemaakt met [9] in [AF mode] als AF Tracking niet werkt.
AF Tracking werkt niet bij gebruik van de functie Touch sluiter (P29).
Onder de volgende omstandigheden kan de functie niet worden ingesteld op [7]
Bij [Panorama assist], [Sterrenhemel], [Vuurwerk], [Speldenprik], [Zandstraal] en [Hoge
dynamiek] van de scènefunctie.
Bij [B/W], [SEPIA], [COOL] en [WARM] in de kleurmodus.
Het focusbereik is 10 cm (Groothoek) / 50 cm (Tele) tot 7.
[Macro stand]
Raadpleeg P55 voor meer informatie.