Operation Manual

Gevorderd (Opnamen maken)
- 84 -
Opmerking
Schakel de camera niet uit en neem de kaart niet uit het toestel voordat de toegang
aanduiding dooft.
De burstsnelheid wordt halverwege langzamer. De exacte timing hiervan hangt af van
het kaarttype, de beeldgrootte en de kwaliteit.
De scherpstelling wordt vergrendeld nadat de eerste opname is gemaakt.
Telkens als u een opname maakt, worden de belichting en witbalans bijgesteld.
Bij gebruik van de zelfontspanner wordt het aantal opnamen dat met de burstfunctie kan
worden gemaakt, vast ingesteld op 3.
De burstsnelheid (opnamen per seconde) kan afnemen al naargelang de opname-
omgeving zoals op donkere plaatsen, als de ISO-gevoeligheid hoog is, etc.
De burstfunctie wordt niet geannuleerd als u het toestel uitzet.
Als u met de burstfunctie opnamen maakt die moeten worden opgeslagen in het
ingebouwde geheugen, duurt het enige tijd om de beeldgegevens weg te schrijven.
[o] wordt ingesteld voor de itser als de burstfunctie is geactiveerd.
Onder de volgende omstandigheden kunt u geen gebruikmaken van de burstfunctie.
Bij [Panorama assist], [Hi-speed burst], [Flitsburst], [Sterrenhemel], [Vuurwerk],
[Speldenprik] en [Foto frame] van de scènefunctie
Bij het opnemen van bewegende beelden
[Kleurfunctie]
Raadpleeg P39 voor meer informatie over de instellingen van het [Opname]-menu.
Met de opties hieronder kunt u de opnamen scherper of zachter maken, de kleuren van
de beelden in sepiakleuren veranderen of andere kleureffecten bereiken.
Toepasbare functies: 4 1 6
[STD.] (standaard) / [Happy]
(helderheid en levendigheid) / [NAT] (zacht) / [VIVID]
(scherp) / [B/W] (zwart-wit) / [SEPIA] (sepia) / [COOL] (meer blauw) / [WARM] (meer rood)
¼
[Happy] kan alleen worden ingesteld bij gebruik van de Intelligente Auto-modus.
Opmerking
In de Intelligente Auto-modus kunnen alleen [STD.], [Happy], [B/W] en [SEPIA] worden
ingesteld.
Als op plaatsen met weinig licht ruis zichtbaar wordt, stelt u in op [NAT].