Operation Manual

Voor Gebruik
4
VQT0Y27
Over de Lens
Niet hard op de lens drukken.
Het toestel niet met de lens naar de zon
toe laten aangezien dit voor het slecht
gaan werken van het toestel kan zorgen.
Verder voorzichtig zijn wanneer u het
toestel buiten laat of dicht bij een raam.
Over condens (Als de lens bedampt is)
Condens doet zich voor wanneer de
omgevingstemperatuur of vochtigheid
wijzigt zoals hieronder beschreven wordt.
Op condens letten omdat het vlekken op
de lens, schimmel of storing veroorzaakt.
Wanneer het toestel naar binnen wordt
gebracht van de kou naar een warme
kamer.
Wanneer het toestel verplaatst wordt
van buiten de auto naar de auto met
airconditioning aan.
Wanneer koele wind van een
airconditioner etc. direct op het toestel
geblazen wordt.
Op vochtige plekken.
Om condensatie te voorkomen, het
toestel in een plastic zak stoppen totdat
de temperatuur van het toestel dicht bij
die van de omgevingstemperatuur is. Als
er zich condensatie voordoet, het toestel
uitzetten en het ongeveer 2 uren met rust
laten. De mist zal op natuurlijke wijze
verdwijnen wanneer de temperatuur van
het toestel dicht in de buurt komst van die
van de omgevingstemperatuur.
Wanneer u het toestel niet gebruikt
gedurende een lange tijdsperiode
De batterij in een koele en doge plaats
met een relatief stabiele temperatuur
opbergen.
[Aanbevolen temperatuur:
15 oC tot 25 oC,
Aanbevolen vochtigheid: 40% tot 60%]
De batterijen en de kaart altijd uit het
toestel verwijderen.
Als de batterijen in het toestel gelaten
worden zullen ze ontladen zelfs als het
tostel uitstaat. Als de batterijen nog langer
in het toestel blijven, zullen ze te veel
leegraken en kunnen ze onbruikbaar
worden, zelfs wanneer ze opgeladen
worden.
Wanneer de batterijen voor een lange tijd
opgeslagen worden, raden we aan ze
eens per jaar op te laden. De batterijen uit
het toestel verwijderen en ze weer
opslaan nadat ze helemaal leeg geraakt
zijn.
We raden aan het toestel op te slaan met
een droogmiddel (kwartsglas gel)
wanneer u deze in een kast bewaart.
Over kaarten die gebruikt kunnen
worden in dit apparaat
U kunt een SD-geheugenkaart, een 
SDHC-geheugenkaart en een 
MultiMediaCard gebruiken.
Wanneer de term kaart gebruikt wordt in
deze gebruiksaanwijzing verwijst dit naar
de volgende types Geheugenkaarten.
SD-geheugenkaart (8 MB tot 2 GB)
SDHC-geheugenkaart (4 GB)
MultiMediaCard
Meer specifieke informatie over kaarten die
gebruikt kunnen worden met dit apparaat.
U kunt alleen een SDHC-geheugenkaart
gebruiken als u kaarten gebruikt met
4 GB of meer vermogen.
Een 4 GB-geheugenkaart zonder een
SDHC-logo is niet gebaseerd op de SD-
standaard en zal niet in dit product
werken.
De LCD-monitor wordt geproduceerd
met hoge-precisietechnologie. Toch
kunnen er donkere of lichte punten op
het scherm staan (rood, blauw of
groen). Dit is geen defect. De LCD-
monitors hebben meer dan 99,99%
effectieve pixels met nauwelijks 0,01%
van de pixels die niet actief zijn of altijd
oplichten. Deze puntjes worden niet
opgenomen op de beelden op een
kaart.