Operation Manual

- 163 -
Overige
Gebruik een kaart met SD-snelheidsklasse van “Klasse 4” of hoger wanneer u bewegende
beelden opneemt.
Afhankelijk van de kaart kan het opnemen halverwege stoppen.
> Als de opname van bewegend beeld stopt tijdens het gebruik van een kaart van minstens
“Klasse 4” of als u een kaart gebruikt die geformatteerd is op een PC of andere apparatuur,
is het schrijven van gegevens lager. In zulke gevallen, raden we aan dat u een back-up
maakt van de gegevens en vervolgens de kaart in dit apparaat formatteert (P51).
Als het onderwerp delen bevat waarvan de kleur afwijkt van de omringende kleur, raak deze
delen of de hoofdkleuren van het onderwerp dan aan om het AF-frame in te stellen (P55).
Als de camera langzaam bewogen wordt, heeft de camera aangenomen dat de
camerabeweging gestopt werd en de foto-opname beëindigd werd.
Als het toestel hevig geschud wordt in de opnamerichting terwijl de camera bewogen wordt,
wordt de opname beëindigd.
> Wanneer u opneemt met [Panorama-opname], beweeg de camera dan door te proberen
een kleine cirkel parallel aan de opnamerichting te trekken op een snelheid van ongeveer
8 seconden per revolutie (geschat).
Dekt uw vinger de luidspreker af? (P7)
Het is mogelijk dat het onderwerp enigszins vervorm is of dat de randen gekleurd worden,
afhankelijk van de zoomvergroting, wegens de kenmerken van de lens. De omlijningen van het
beeld zouden vervormd eruit kunnen zien omdat het perspectief verbeterd is wanneer de brede
hoek gebruikt is. Dit is geen storing.
Wanneer u beelden maakt of de sluiterknop half indrukt, zouden er roodachtige
strepen kunnen verschijnen op de LCD-monitor. Anders kan er een gedeelte of
de hele LCD-monitor roodachtig worden.
Dit is een kenmerk van CCDs en het verschijnt wanneer het
onderwerp een fel gedeelte heeft. Sommige oneffenheden kunnen
zich voordoen in de omliggende zones, maar dit is geen storing.
Dit wordt opgenomen in bewegende beelden maar wordt niet
opgenomen op stilstaande beelden.
Het wordt aangeraden dat u beelden maakt terwijl u erop let het
scherm niet bloot te stelen aan zonlicht of een andere bron van fel
licht.
Opnemen van bewegende beelden stopt halverwege.
Het onderwerp kan niet vergrendeld worden. (AF-opsporing lukt niet)
Opnemen d.m.v. [Panorama-opname] wordt beëindigd alvorens de afwerking.
Het operatiegeluid is gering.
Lens
Het opgenomen beeld zou vervormd kunnen worden of er zou zich een kleur om
het onderwerp kunnen bevinden die er niet hoort.