Operation Manual

- 45 -
Basiskennis
De helderheid van de beelden die afgebeeld worden op de LCD-monitor neemt toe zodat
sommige onderwerpen anders eruit zouden kunnen zien dan in werkelijkheid op de
LCD-monitor. Dit beïnvloedt echter niet de opgenomen beelden.
De LCD-monitor wordt weer normaal helder na 30 seconden als u opneemt met de
LCD-versterkingsfunctie. De monitor zal opnieuw helder oplichten bij bediening met knop of
aanraking.
Het aantal opneembare beelden neemt af in de [LCD mode].
Wanneer u het object uitlijnt op de horizontale en verticale richtlijnen of het kruispunt van deze
lijnen, kunt u opnamen maken met goed ontworpen compositie door de grootte, de helling en
de balans van het object te bekijken.
De instelling [Patroon] is vastgesteld op [ ] in Intelligente automatische functie.
In [Panorama-opname] of [Foto frame] in de scènemodus wordt de richtlijn niet weergegeven.
[LCD mode]
Deze menu-instellingen maken het gemakkelijker om de
LCD-monitor te zien wanneer u op heldere plekken bent.
[Auto power LCD]
¢
:
De helderheid wordt automatisch aangepast afhankelijk van hoe
helder het om het toestel heen is.
[Spanning LCD]:
De LCD-monitor wordt helderder en gemakkelijker zichtbaar
tijdens het opnemen ook buiten.
[Uit]
¢ Kan alleen ingesteld worden als de Opnamemodus ingesteld
is.
[Richtlijnen]
Stel het patroon van de richtlijnen in die afgebeeld worden
wanneer u beelden maakt. U kunt ook instellen of u de
opnameinformatie wel of niet afgebeeld wilt hebben wanneer de
richtlijnen afgebeeld worden.
[Opname info.]:
[Aan]
[Uit]
[Patroon]:
[]
[]