Operation Manual

- 77 -
Opnemen
Sluitertijd voor elke flitsfunctie
¢1 Deze kan variëren afhankelijk van de [Korte sluitert.] instelling.
¢2 Wanneer [Korte sluitert.] ingesteld is op [Auto].
¢3 Wanneer [Gevoeligheid] op [ ] gezet is.
¢2, 3: De sluitertijd wordt maximaal 1 seconde in de volgende gevallen.
Wanneer de optische beeldstabilisator ingesteld is op [Uit].
Wanneer het toestel heeft bepaald dat er weinig beeldbibber is wanneer de optische
beeldstabilisator ingesteld is op [Aan].
In intelligente automatische functie, verandert de sluitertijd afhankelijk van de geïdentificeerde
scène.
In Scènefunctie, zal de sluitertijd verschillen van de bovenstaande tabel.
Aantekening
Als u de flits te dicht bij een voorwerp brengt, kan dit worden vervormd of verkleurd door de
hitte of het licht van de flits.
Een onderwerp opnemen vanaf te dichtbij of zonder voldoende flits zal onvoldoende
belichtingsniveau bieden en zou een foto die te wit of te donker ia tot gevolg kunnen hebben.
Tijdens het opladen van de flits knippert het lampje van de flitsaanduiding en wordt het rood; u
kunt in dit geval geen opname maken, zelfs niet wanneer u de ontspanknop helemaal indrukt.
Als u een onderwerp opneemt zonder voldoende flits, zou de Witbalans niet voldoende
afgesteld kunnen worden.
De effecten van de flits zouden in onvoldoende mate bereikt kunnen worden onder de
volgende omstandigheden.
Wanneer [Burstfunctie] ingesteld is op [ ]
Als de sluitertijd te snel is
Het kan even duren om de flitser te laden als u herhaaldelijk foto's maakt. Neem de foto nadat
de toegangsaanduiding verdwijnt.
Het effect van de rode-ogenreductie verschilt van mens tot mens. Als de persoon bovendien
ver van de camera stond of niet naar de eerste flits keek, kan dit effect ook minder evident zijn.
Flitsinstelling Sluitertijd (Sec.) Flitsinstelling Sluitertijd (Sec.)
1/60
¢1
tot 1/1600
1
¢1
tot 1/1600
1 of 1/8 tot 1/1600
¢2
1 of 1/4 tot 1/1600
¢2, 3
‰Œ