Operation Manual
- 85 -
Opnemen
∫ Over [š] ([Gezichtsdetectie])
De volgende AF-zoneframes worden afgebeeld wanneer het toestel
de gezichten vindt.
Geel:
Wanneer de ontspanknop tot de helft ingedrukt wordt, wordt de
frame groen wanneer het toestel scherpgesteld heeft.
Wit:
Weergegeven als meer dan één gezicht gedetecteerd wordt. Andere gezichten, die zich
op dezelfde afstand bevinden als de gezichten met de gele AF-zones, worden ook
scherpgesteld.
Aantekening
•
Onder bepaalde omstandigheden van beelden maken, inclusief de volgende gevallen, zou de
gezichtsherkenningsfunctie niet kunnen werken, en dit maakt het onmogelijk om gezichten op
te sporen. [AF mode] wordt geschakeld naar [ ] ([Ø] terwijl er video’s gemaakt worden).
– Wanneer het gezicht niet naar het toestel gericht is
– Wanneer het gezicht op een hoek is
– Wanneer het gezicht extreem helder of donker is
– Wanneer de gezichten weinig contrast hebben
– Wanneer de gezichtstrekken verborgen zijn achter een zonnebril enz.
– Wanneer het gezicht klein lijkt op het scherm
– Wanneer er een snelle beweging is
– Wanneer het onderwerp geen menselijk wezen is
– Wanneer het toestel schudt
– Wanneer de digitale zoom gebruikt wordt
• Als het toestel iets anders dan iemand’s gezicht registreert, verander de instellingen dan en zet
deze op iets anders dan [
š].