Operation Manual

- 119 -
Gevorderd (Opname van beelden)
Druk op 2/1 om een film te selecteren.
Druk op 3/4, selecteer een item en druk op 2/1
om het aan te passen.
Opgeslagen instellingen blijven bewaard, zelfs als de camera
uitgezet wordt.
Op 3/4 drukken om [GEHEUGEN] te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET] drukken.
U kunt 2 instellingen bewaren. ([MIJN FILM 1] en [MIJN FILM 2])
(Na het opslaan wordt de eerder opgeslagen naam van de
filmfunctie weergegeven.)
[STANDAARD] is geregistreerd in [MIJN FILM 1] en
[STANDAARD] ( ) is geregistreerd in [MIJN FILM 2] op het moment van aankoop.
Aantekening
Er zou ruis zichtbaar kunnen worden wanneer u beelden maakt op donkere plekken. Om
beeldruis te voorkomen, raden we het instellen van [RUISREDUCTIE] naar [_] of het instellen
van items met uitzondering van [RUISREDUCTIE] naar [`] aan voor het maken van beelden.
Als u een Filmfunctie instelt, zal de icoon van de Filmfunctie op de LCD-monitor/zoeker oranje
worden.
U kunt [VERZADIGING] niet afstellen in de zwart en witinstellingen in filmfunctie.
Elke filmfunctie aanpassen bij de gewenste instellingen
Onderdeel Effect
[CONTRAST]
[r]
Verhoogt het verschil tussen de heldere en donkere vlakken op
het beeld.
[s]
Vermindert het verschil tussen de heldere en donkere vlakken
op het beeld.
[SCHERPTE]
[r] Het beeld is zeer scherp.
[s] Het beeld is onscherp.
[VERZADIGING]
[r] De kleuren van het beeld zijn levendig.
[s] De kleuren van het beeld zijn natuurlijker.
[RUISREDUCTIE]
[r]
Versterkte geruisvermindering. De beeldresolutie kan een beetje
minder worden.
[s]
Minder geruisvermindering. U kunt opnamen met een betere
resolutie maken.