Operation Manual
- 145 -
Gevorderd (Opname van beelden)
Voor details over [OPNAME] functiemenu, P28 raadplegen.
U kunt een beeld helder maken op donkere plekken door [KORTE SLUITERT.] langzamer
in te stellen. U kunt deze ook sneller instellen om de wazigheid van het onderwerp te
verminderen.
Toepasbare functies:
[AUTO], [1/250], [1/125], [1/60], [1/30], [1/15], [1/8], [1/4], [1/2], [1]
Aantekening
•
Deze moet normaal gesproken ingesteld zijn op [AUTO] om beelden te maken. (Wanneer u
een minimum sluitertijd selecteert die verschilt van [AUTO], verschijnt [ ] links onderaan het
scherm.)
• Als [AUTO] geselecteerd is, kan de sluitersnelheid tot 1 seconde ingesteld worden als het
toestel niet erg bewogen wordt, wat met [STABILISATIE] gecorrigeerd moet worden, of als
[STABILISATIE] op [OFF] staat.
• Het op een langzamere sluitertijd instellen van [KORTE SLUITERT.] zou de kans op
beeldbibber kunnen doen toenemen, daarom raden we het gebruik van een statief en de
zelfontspanner aan voor het maken van beelden.
• Het op een hogere snelheid instellen van [KORTE SLUITERT.] zou het beeld donkerder
kunnen maken, daarom raden we aan het beeld op te nemen in een goed verlichte zone. Als er
geen correcte belichting verkregen kan worden, zal [ ] in het rood knipperen wanneer de
ontspanknop tot de helft ingedrukt wordt.
Voor details over [OPNAME] functiemenu, P28 raadplegen.
Beelden met een scherp profiel en een scherpe resolutie kunnen gemaakt worden m.b.v.
de Intelligente Resolutietechnologie.
Toepasbare functies:
Aantekening
•
Lees P57 voor informatie over de Intelligente Zoom.
[KORTE SLUITERT.]
Instelling minimum sluitertijd 1/250 1
Helderheid Donkerder Helderder
Beweging Minder Meer
[I.RESOLUTIE]
[OFF]/[ON]
[i.ZOOM]: [I.RESOLUTIE] wordt geactiveerd en de zoomvergroting wordt ongeveer
1,3
k vergroot zonder merkbare achteruitgang in het beeld.