Operation Manual

- 15 -
Voor Gebruik
De lensbescherming gebruiken
Bij fel zonlicht of fel achtergrondlicht zal de lensbescherming de effecten van lens flare en
ghosting minimaliseren. De lensbescherming houdt overmatig licht tegen en zorgt voor
een betere beeldkwaliteit.
Controleer dat het toestel uitstaat.
Sluit de flits.
1 Plaats de lenskap op de lens, met de korte zijden boven en onder.
2 Draai de lenskap in de richting van de pijl tot hij stopt met een “klik”.
3 Controleer of de tekens A op de lenskap en de lensromp zelf op één lijn staan.
Controleer of de lenskap stevig vastgezet is en niet op het beeld verschijnt.
De lensbescherming tijdelijk opbergen
1 Maak de lensbescherming los door deze in de richting van de pijl te draaien.
2 Keer de lenskap om en plaats de lenskap vervolgens op de lens, met de korte
zijden boven en onder.
Schroef de lenskap op de lensromp, in de richting die aangeduid wordt door de pijl, en
controleer of de twee delen correct op elkaar passen.
3 Draai de lenskap in de richting van de pijl tot hij stopt.
Bevestig de lensdop.
Wanneer u de lensbescherming tijdelijk opbergt, controleert u dan dat deze stevig vastzit.
Aantekening
Als u flitsopnamen maakt terwijl de lensbescherming op de camera zit, kan het onderste
gedeelte van de foto donker worden (vignetteneffect) en wordt de flits uitgeschakeld omdat
deze bedekt wordt door de lensbescherming. Verwijder in dit geval de lensbescherming.
Als u de AF-lamp gebruikt voor donkere situaties, verwijder dan de lensbescherming.
Voor details over hoe u de MC-beveiliging, de ND-filter en de PL-filter te bevestigen, P204
raadplegen.
123
123