Operation Manual

Gevorderd (Opname van beelden)
- 96 -
[OPNAME] Functie:
Beelden maken die met de scène die opgenomen
wordt overeenkomen (Scènefunctie)
Als u een scènefunctie kiest om een opname te maken van een beeld in een bepaalde
situatie zal de camera automatisch de optimale belichting instellen en aanpassen voor de
gewenste opname.
Stel de functieknop in op [ ].
Op 3/4/2/1 drukken om het gewenste
scènemenu te kiezen.
Als op [DISPLAY] gedrukt wordt terwijl een Scènefunctie
geselecteerd wordt, wordt uitleg over iedere Scènefunctie
verstrekt.
U kunt ook naar de menuschermen overschakelen in een
menu-onderdeel door het zoomhendeltje te verplaatsen.
Druk op [MENU/SET] om de instelling te bewaren.
Het menuscherm schakelt over naar het opnamescherm in de ingestelde scènefunctie.
Aantekening
Om de Scènefunctie te veranderen, op [MENU/SET] drukken en vervolgens op 1 drukken.
Keer nu terug naar bovenstaande stap
2
(wanneer [MENU HERVAT.] (P39) op [OFF] staat).
De flitsinstelling van de scènefunctie wordt weer op de begininstelling gezet wanneer de
scènefunctie veranderd wordt.
Wanneer u een opname maakt met een scènefunctie dat niet geschikt is voor dat doeleinde,
kan de tint van het beeld verschillen van de werkelijke scène.
De volgende items kunnen niet ingesteld worden in de scènefunctie omdat het toestel ze
automatisch op de optimale instelling zet.
[OPN. MODE]/[GEVOELIGHEID]/[ISO-LIMIET]/[MEETFUNCTIE]/[I. EXPOSURE]/
[KORTE SLUITERT.]/[I.RESOLUTIE]/[FLITS-SYNCHRO]