Operation Manual

122
5.
Instellingen van beeld- en fotokwaliteit
Instellen van de beeldkwaliteit door een effect
toe te voegen
([Fotostijl])
Toepasbare modi:
U kunt effecten selecteren om af te stemmen op het soort beeld dat u wenst te maken.
U kunt de kleur- en beeldkwaliteit van de effecten aanpassen.
¢1 Dit wordt uitgeschakeld als Intelligent Auto Plus modus geselecteerd wordt.
¢2 Deze kunnen alleen ingesteld worden in de Creatieve Video-modus.
¢3 Als de daadwerkelijke helderheid en de helderheid die opgenomen moet worden, ingesteld
worden op ieder helderheidsniveau, zal het verband tussen deze twee helderheden als een
niet-lineaire curve geplot worden. Dit wordt de gammacurve genoemd.
In de Intelligent Auto Plus modus ( ) zal de instelling opnieuw op [Standaard] gezet worden
wanneer de camera op een andere opnamemodus gezet wordt of wanneer dit toestel in- en
uitgeschakeld wordt.
In de Scene Guide modus is een fotostijl vastgelegd die bij iedere scène past.
Deze menu-items worden gedeeld met het [Opname]-menu en het [Bewegend beeld]-menu.
Als de instelling van een van deze twee menu's veranderd wordt, wordt de instelling van het
andere menu ook veranderd.
> [Opname] > [Fotostijl]
[Standaard]
Dit is de standaard instelling.
[Levendig]
¢1
Prachteffect met hoge verzadiging en contrast.
[Natuurlijk]
¢1
Zacht effect met laag contrast.
[Zwart-wit]
Monochroom effect zonder kleurschaduwen.
[Landschap]
¢1
Een effect dat geschikt is voor landschappen met levendige
blauwe luchten en groen.
[Portret]
¢1
Een effect dat geschikt is voor een portret met gezond
uitziende en mooie huidtint.
[Custom]
¢1
Gebruik de instelling die u van tevoren registreert.
[Cinelike dynamisch
bereik]
¢1, 2
Geeft prioriteit aan het dynamische bereik, door gebruik te
maken van een gammacurve
¢3
die ontworpen is om
film-achtige beelden te creëren. Geschikt voor het opmaken
van beelden.
[Cinelike video]
¢1, 2
Geeft prioriteit aan het contrast, door gebruik te maken van een
gammacurve
¢3
die ontworpen is om film-achtige beelden te
creëren.
MENU