Operation Manual

267
12. Gebruik van de Wi-Fi-functie
1 Selecteer het menu.
2 Selecteer [Via netwerk] of [Direct] en maak de verbinding. (P288)
3 Selecteer een apparaat waarmee u verbinding wilt maken.
Als de verbinding gemaakt is, wordt het scherm weergegeven. Om de instelling voor het
versturen te veranderen, drukt u op [DISP.]. (P296)
4 Selecteer [Enkelvoudig select.] of [Multi selecteren].
Om de instelling te veranderen of om af te sluiten, drukt u op [Wi-Fi]. (P252)
Versturen van geselecteerde beelden ([Afbeeldingen versturen van camera])
> [Nieuwe verbinding] > [Afbeeldingen versturen van camera] >
[Smartphone]
Op uw smartphone
Wanneer u verbindt met [Via netwerk]:
1 Schakel de Wi-Fi-functie in.
2 Selecteer het draadloze toegangspunt waarmee u verbinding wilt maken en
stel in.
3 Start “Image App”. (P254)
Wanneer u verbinding maakt met [Wi-Fi Direct] of [WPS-verbinding] in [Direct]:
1 Start “Image App”. (P254)
Wanneer u verbinding maakt met [Handmatig. verbinden.] in [Direct]:
1 Schakel de Wi-Fi-functie in.
2 Selecteer de SSID die overeenkomt met de SSID die weergegeven wordt op
het scherm van dit toestel en voer vervolgens het password in.
3 Start “Image App”. (P254)
[Enkelvoudig select.] instelling
1 Selecteer de opname.
2 Op [MENU/SET] drukken.
[Multi selecteren] instelling
1 Selecteer de opname. (herhalen)
De instelling wordt gewist als het beeld opnieuw
geselecteerd wordt.
2 Selecteer [Uitvoer.].
Het aantal beelden dat door [Multi selecteren]
verzonden kan worden, is beperkt.
Het bevestigingsscherm wordt afgebeeld. Dit gebeurt wanneer [Ja] geselecteerd wordt.
Wi-Fi
8LWYRHU