Operation Manual

Het opnemen van opnamen (basis)
39
Afstellen van de flitsoutput
Stel de flitsoutput af wanneer het
onderwerp klein is of de reflectieratio
extreem hoog of laag is.
1 Druk op 3 verschillende keren
totdat [ FLASH] verschijnt en
stel vervolgens de flitsoutput in.
U kunt dit afstellen vanaf j2EV tot
i2 EV in stappen van 1/3 EV.
• De bepaalde flitsoutput wordt opgeslagen
zelfs als de fotocamera uitstaat.
In bewegende beeldenfunctie [ ],
[SCENERY], [NIGHT SCENERY] of
[FIREWORKS] in scènefunctie (P56),
kunt u de flitsoutput niet afstellen.
Als de ISO gevoeligheid ingesteld is op
[AUTO], wordt deze automatisch afgesteld
van [ISO100] op [ISO400] wanneer u de
flits gebruikt (behalve wanneer de
flitsfunctie ingesteld is op Langzame
synchr./Reductie rode-ogeneffect
[ ]). Om ruis te voorkomen, de ISO
gevoeligheid af doen nemen.
Bij [NIGHT PORTRAIT] in scènefunctie
(P56) staat de flitsinstelling vast op
Langzame synchr./Reductie
rode-ogeneffect [ ].
In bewegende beeldenfunctie [ ],
[SCENERY], [NIGHT SCENERY] of
[FIREWORKS] in scènefunctie (P56),
staat de flitsfunctie vast op de
Gedwongen UIT [ ] zelfs als de flits
geopend is.
Niet naar de fotoflits staren vanaf
dichtbij wanneer u de flits gebruikt.
Indien u de flits te dicht bij de
onderwerpen brengt, kunnen deze
vervormd of verkleurd worden door de
hitte en verlichting ervan.
De fotoflits niet bedekken met uw
vingers of andere items.
Wanneer u een opname maakt buiten het
bereik van de flitsbediening, zou de
belichting niet juist afgesteld kunnen zijn
en zou de opname helder of donker
kunnen worden.
Wanneer u het maken van een opname
herhaalt, zou het opnemen buiten werking
gesteld kunnen worden zelfs als de flits
geactiveerd is. Maak een foto nadat het
lampje van de kaarttoegang verdwijnt.
Wanneer de golfstoring-alert verschijnt,
raden we aan de flits te gebruiken.
Bij het instellen van de burstfunctie of auto
bracket wordt slechts 1 opname gemaakt
bij iedere keer flitsen.
De flitsaanduiding wordt rood wanneer de
flits geactiveerd wordt en de ontspanknop
tot de helft ingedrukt wordt.
Tijdens het opladen van de flits knippert
het lampje van de flitsaanduiding rood; u
kunt dan geen foto maken, zelfs niet
wanneer u de sluiterknop helemaal indrukt.
Wanneer u een opname maakt met de
flits, raden we aan de lenskap te
verwijderen. In sommige gevallen zou
het niet aan de scène toe kunnen laten
goed verlicht te worden.
De flits niet sluiten vlak nadat de flits
geactiveerd is voordat u foto’s maakt
wegens AUTO/Rode-ogenreductie etc. Dit
veroorzaakt storing.
• Wanneer u een foto maakt met flits, wordt de
witbalans automatisch afgesteld [behalve bij
[ ] (Daglicht) en [ ] (Flits)], maar bij
onvoldoende flitslicht kan het zijn dat de
witbalans niet goed wordt afgesteld.
Wanneer de sluitertijd snel is, zou het
flitseffect niet voldoende kunnen zijn.
Om opnameruizen te voorkomen, raden
we aan [NOISE REDUCTION] in
[PICT.ADJ.] in te stellen op [HIGH] of de
items behalve [NOISE REDUCTION] in te
stellen op [LOW] om opnamen te maken.
(P73)
Verwijzen naar P68 voor de ISO
gevoeligheid.
FLASH
SELECT
EXIT
FZ20-Dutch.book 39 ページ 2005年1月11日 火曜日 午前11時12