Gebruiksaanwijzing voor geavanceerde kenmerken Digitale Camera Model Nr. DMC-FZ2000 Lees deze instructies zorgvuldig door voordat u dit product gebruikt en bewaar deze handleiding, zodat u deze later kunt raadplegen.
De benodigde informatie vinden In deze “Gebruiksaanwijzing voor geavanceerde kenmerken” kunt u de informatie die u nodig heeft op de volgende pagina’s vinden. Door op een paginanummer te klikken, kunt u naar de aangekoppelde pagina springen en snel de informatie vinden. Zoeken vanuit de “Inhoud” Klik op deze icoon om naar “Inhoud” te springen.
Gebruik van deze handleiding Over de aanduiding van de toepasbare modus Toepasbare modi: De iconen duiden op de modussen die voor de functie beschikbaar zijn. • Zwarte iconen: toepasbare modussen • Grijze iconen: niet beschikbare modussen [ ] geeft aan dat de beschikbare functies variëren afhankelijk van de geregistreerde opnamemodus. ∫ De symbolen in de tekst : MENU Wi-Fi Geeft aan dat het menu ingesteld kan worden door op de [MENU/SET]-toets te drukken.
Inhoud De benodigde informatie vinden ...............................................................................2 Gebruik van deze handleiding ..................................................................................3 Inhoudsopgave van de functies ................................................................................9 1. Voor Gebruik Zorgdragen voor de fotocamera .............................................................................12 Standaardaccessoires....................
3. Opnamemodussen Beelden maken m.b.v. de automatische functie (Intelligent Auto modus) ..........................................................................................60 • Opnemen van nachtelijke taferelen ([iHandh. nachtop.]) ...............................63 • Combineren van beelden in een enkel beeld met een rijke gradatie ([iHDR]) ..........................................................................................................
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Selecteer een drive-modus ................................................................................... 113 Opnamen maken met de burstfunctie ...................................................................114 4K-foto's maken .................................................................................................... 117 Beelden in een 4K-burst-bestand selecteren en bewaren ....................................121 • Opmerkingen over de 4K-fotofunctie..
• Opnemen van Snap Movies .........................................................................165 Films opnemen met gebruik van diverse effecten en geavanceerde instellingen (Creatieve Video-modus) ......................................................................................168 • De frame-snelheid veranderen tijdens het opnemen van een film ([Slow/Quick])...............................................................................................
• Afspelen van beelden in de camera .............................................................268 • Beelden bewaren die in de camera opgeslagen zijn ....................................268 • Beelden in de camera naar een SNS versturen ...........................................269 • Toevoegen van locatie-informatie afkomstig van de smartphone/tablet op beelden die in de camera opgeslagen zijn...................................................
Inhoudsopgave van de functies Opnemen Opnemen Opnamefunctie ................................ P40 [Voorvertoning] ................................ P71 Panorama Shot-modus ................... P73 Macro-opname .............................. P111 [Intervalopname]............................ P134 [Stop-motionanimatie] ................... P136 Lensopening Bracket..................... P141 Focus Bracket ............................... P142 [Multi-belicht.] ................................ P202 [Stille modus] .....
Films Films [Opname-indeling] .........................P159 [Opn. kwaliteit] ............................... P159 Films in 4K.....................................P157 Foto’s maken terwijl u een film opneemt ........................................ P164 [Snapfilm] ...................................... P165 Audio [Micr. instellen] ...............................P216 [Microfoon begrenzer] ....................P216 [Uitsch. geluid vd wind] ..................P217 [Windreductie]................................
Wi-Fi Verbinden “Image App” .................................. P262 [WPS (knop)] .........................P291, 293 Directe verbinding ......................... P293 In combinatie met andere apparatuur Afspelen van beelden op een TV ..................................................P272 Beelden afdrukken.........................P278 Beelden naar een AV-apparaat versturen........................................P279 Beelden naar een PC versturen ....P280 Versturen van beelden naar een web service............
1. Voor Gebruik Zorgdragen voor de fotocamera Niet blootstellen aan sterke trillingen, schokken of druk. • De lens, de monitor of de ombouw kunnen beschadigd worden bij gebruik onder de volgende omstandigheden. Hierdoor kunnen ook storingen ontstaan of kan het zijn dat het beeld niet wordt opgenomen, indien u: – Het toestel laten vallen of er tegen stoten. – Hard op de lens of op de monitor duwt. Houd de body van de lens niet vast wanneer u fotografeert.
1. Voor Gebruik Standaardaccessoires Controleer of alle accessoires bijgeleverd zijn alvorens het toestel in gebruik te nemen. • De accessoires en de vorm ervan kunnen verschillen, afhankelijk van het land of het gebied waar u de camera hebt gekocht. Raadpleeg voor details over de accessoires “Beknopte gebruiksaanwijzing”. • Batterijpak wordt aangegeven als batterijpak of batterij in de tekst. • De SD-geheugenkaart, de SDHC-geheugenkaart en de SDXC-geheugenkaart worden aangegeven als kaart in de tekst.
1.
1. Voor Gebruik 32 33 34 35 36 31 43 44 45 46 47 48 49 37 38 39 40 41 42 31 Aanraakscherm (P48)/monitor (P316) 47 Batterijklep (P24) 32 Oogdop (P337) 48 Vrijgavehendeltje (P24) 33 Zoeker (P36) Montagedeel statief (P341) • Het is niet mogelijk een statief met een 49 schroeflengte van 5,5 mm of meer veilig op de camera te bevestigen en vast te zetten. Dit kan de camera beschadigen. 34 Oogsensor (P37) 35 [AF/AE LOCK]-knop (P102) 36 Hendel focusmodus (P87, 100) [Q.
2. Opstarten/Basisbediening Bevestigen van de lenskap Bij fel zonlicht of fel achtergrondlicht zal de lenskap de efecten van lens flare en ghosting minimaliseren. De lenskap houdt overmatig licht tegen en zorgt voor een betere beeldkwaliteit. • Houd de lenskap niet vast zodat deze vervormd raakt of buigt. • Controleer dat het toestel uitstaat. • Sluit de flits. 1 Lijn het montageteken onder de lange zijde van de lenskap uit op het naar buiten stekende montagedeel op de rand van de lens.
2. Opstarten/Basisbediening • Als u flitsopnamen maakt terwijl de lenskap op de camera zit, kan het onderste gedeelte van de foto donker worden (vignetteneffect) en wordt de flits uitgeschakeld omdat deze bedekt wordt door de lenskap. Verwijder in dit geval de lenskap. • Als de lenskap tijdelijk losgemaakt en meegenomen moet worden, raden wij aan hem omgekeerd aan te brengen. Zet hem weer in de gewone stand wanneer u gaat fotograferen. • Let op dat uw vinger, enz.
2. Opstarten/Basisbediening Bevestiging van de lensdop • Als u de camera uitzet of vervoert, maakt u lensdop erop vast om het lensoppervlak te beschermen. • Hang dit toestel niet op aan het koord van de lensdop en zwaai het toestel niet rond aan het koord van de lensdop. • Wees er zeker van dat de lensdop losgemaakt is als u het toestel inschakelt. • Zorg ervoor dat het koord van de lensdop niet met de schouderriem verward raakt. 1 Voer het koord door het oog van de schouderriem A op de camera.
2. Opstarten/Basisbediening Het bevestigen van de Schouderriem • We raden aan de schouderriem te bevestigen wanneer u het toestel gebruikt om het vallen ervan tegen te gaan. 1 Haal de schouderriem door het lusje van de schouderriem op het toestel. A: Lusje voor schouderriem 2 3 4 Haal het uiteinde van de schouderriem door de ring in de richting van de pijl en haal het vervolgens door de stopper. Haal het uiteinde van de schouderriem door het gat aan de andere kant van de stopper.
2. Opstarten/Basisbediening Opladen van de Batterij ∫ Over batterijen die u voor dit toestel kunt gebruiken Er is geconstateerd dat namaakbatterijpakketten, die sterk op het originele product lijken, in omloop gebracht worden op bepaalde markten. Niet alle batterijpakketten van dit soort zijn op gepaste wijze beschermd met een interne bescherming om te voldoen aan de eisen van de toepasselijke veiligheidstandaards. Er is een mogelijkheid dat deze batterijpakketten tot brand of explosie kunnen leiden.
2. Opstarten/Basisbediening ∫ Over het [CHARGE]-lampje Aan: Opladen bezig. Uit: Opladen is voltooid. (Sluit de lader af van het stopcontact en verwijder de batterij als het laden geheel klaar is.) • Als het [CHARGE]-lampje knippert – De batterijtemperatuur is te hoog of te laag. Er wordt aanbevolen om de batterij opnieuw te laden bij een omgevingstemperatuur tussen 10 oC en 30 oC. – De polen op de lader of op de batterij zijn vuil. Wrijf ze in dit geval schoon met een droge doek.
2. Opstarten/Basisbediening Uitvoertijd en aantal te maken beelden bij benadering Volgens de CIPA (Camera & Imaging Products Association)-standaard Als een SDHC-geheugenkaart van Panasonic en de bijgeleverde batterij gebruikt worden.
2.
2. Opstarten/Basisbediening Plaatsen/Verwijderen van de batterij 1 1: Schuif de vrijgavehendel in de richting van de pijl (naar de kant OPEN). 2: Open het batterijdeurtje. • Altijd echte Panasonic batterijen gebruiken. • Als u andere batterijen gebruikt, garanderen wij de kwaliteit van dit product niet. 2 Let op bij de richting van plaatsing van de batterij en plaats hem volledig naar binnen, tot u een blokkeergeluid hoort. Controleer dan of hendel A de batterij vergrendeld heeft.
2. Opstarten/Basisbediening Invoering en verwijdering van de Kaart (optioneel) • Controleer dat dit toestel uitstaat. 1 2 Schuif het kaartklepje open. Duw er net zolang tegen tot u een “klik” hoort en let op de richting waarin u de kaart plaatst. Om de kaart uit te nemen, op de kaart duwen tot deze “klikt” en de kaart vervolgens rechtop uitnemen. A: De verbindingsuiteinden van de kaart niet aanraken. B: Controleer de richting van de kaart. 3 1: Sluit het kaartklepje.
2. Opstarten/Basisbediening Kaartinformatie De volgende kaarten, die overeenstemmen met de SD-standaard, kunnen gebruikt worden met dit toestel. (Deze kaarten worden aangeduid als kaart in de tekst.) • Dit toestel is compatibel met UHS-I UHS Snelheidsklasse 3 standaard SDHC/SDXC-geheugenkaarten. • De werking van de links aangeduide kaarten is bevestigd met kaarten van Panasonic.
2. Opstarten/Basisbediening • Gelieve deze informatie op de volgende website bevestigen. http://panasonic.jp/support/global/cs/dsc/ (Deze site is alleen in het Engels.) Toegang tot de kaart De toegangsaanduiding wordt rood als beelden op de kaart opgenomen worden. • Tijdens de toegang (schrijven van beelden, lezen en wissen, formatteren, enz.) dit toestel niet uitschakelen, de batterij of de kaart niet verwijderen of de (optionele) netadapter afsluiten.
2. Opstarten/Basisbediening Formatteren van de kaart (initialisatie) Formatteer de kaart alvorens beelden met dit toestel op te nemen. Aangezien de gegevens na het formatteren niet teruggewonnen kunnen worden, dient u van te voren een back-up van de benodigde gegevens te maken. Selecteer het menu. (P51) MENU > [Set-up] > [Formatteren] • Gebruik een batterij met voldoende batterijstroom of de netadapter (optioneel) wanneer u formatteert. Zet het toestel niet uit tijdens het formatteren.
2. Opstarten/Basisbediening ∫ Beschikbare opnametijd (om bewegende beelden op te nemen) • “h” is een afkorting voor uur, “m” voor minuut en “s” voor seconde. • De opneembare tijd is de totale tijd van alle films die opgenomen zijn. • [AVCHD] [Opn.
2. Opstarten/Basisbediening • [MP4 (LPCM)] [Opn.
2. Opstarten/Basisbediening • Afhankelijk van de opname-omstandigheden en het type kaart kunnen het aantal opneembare beelden en de beschikbare opnametijd variëren. • [AVCHD]: U kunt zelfs zonder onderbreking doorgaan met opnemen als het bestandsformaat groter is dan 4 GB maar het filmbestand zal gesplitst worden. • [MP4] (met een [Opn.
2. Opstarten/Basisbediening Openen van de monitor/Instellen van de monitor Op het moment van aankoop van deze camera bevindt de monitor zich in de camera body. Haal de monitor tevoorschijn zoals hieronder getoond wordt. 1 Open de monitor. (Maximum 180o) 2 Deze kan 180o vooruit gedraaid worden. 3 De monitor terugzetten in zijn originele positie. • Draai de monitor pas nadat hij ver genoeg geopend is en zorg ervoor geen overmatige kracht uit te oefenen omdat dan beschadiging kan ontstaan.
2. Opstarten/Basisbediening De datum en de tijd instellen (Klokinstelling) • De klok is niet ingesteld wanneer het toestel vervoerd wordt. 1 Zet het toestel aan. • Als de camera ingeschakeld wordt, zal het controlelampje van de status 1 groen gaan branden. • Als het taalselectiescherm niet wordt afgebeeld, overgaan op stap 4. 2 3 4 5 Op [MENU/SET] drukken. Druk op 3/4 om de taal te selecteren en druk op [MENU/SET]. Op [MENU/SET] drukken.
2. Opstarten/Basisbediening 7 8 9 Wanneer [De klokinstelling is voltooid.] weergegeven wordt, druk dan op [MENU/SET]. Wanneer [Gelieve de thuiszone instellen] weergegeven wordt, druk dan op [MENU/SET]. Druk op 2/1 om de thuiszone te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. De klok opnieuw afstellen Selecteer [Klokinst.] in het [Set-up]-menu. (P51) • De klok kan opnieuw ingesteld worden, zoals getoond wordt in de stappen 5 en 6 op P33. • De klokinstelling wordt behouden gedurende 3 maanden m.b.v.
2. Opstarten/Basisbediening Basisbediening Tips om mooie opnamen te maken Het toestel voorzichtig vasthouden met beide handen, armen stil houden en uw benen een beetje spreiden. • Dek de flitser, het AF Assist-lampje A, de microfoon B of de luidspreker C niet af met uw vingers of andere voorwerpen. • Wanneer u foto's maakt, zorg er dan voor dat u stabiel staat en u niet tegen iemand of iets anders in de nabijheid kan botsen. • Houd de body van de lens niet vast wanneer u fotografeert.
2. Opstarten/Basisbediening Gebruik van de zoeker Diopter afstellen Stel het diopter zo in dat u de karakters die in de zoeker getoond worden, duidelijk kunt zien. Schakelen tussen Monitor/Zoeker Druk op [LVF] om tussen de monitor en de zoeker te schakelen. A [LVF]-knop B Oogsensor • U kunt de knop ook als een functieknop gebruiken. (P55) 7 Druk op [LVF].
2. Opstarten/Basisbediening ∫ Opmerkingen over automatisch schakelen tussen zoeker/monitor Het automatisch schakelen tussen zoeker/monitor stelt de oogsensor in staat de weergave automatisch naar de zoeker te schakelen als u uw oog of een voorwerp er vlakbij brengt. • De oogsensor werkt mogelijk niet goed afhankelijk van de vorm van uw brillenglazen, de manier waarop u de camera vasthoudt of fel licht rondom het oculair. Druk in dat geval op [LVF] om de weergave om te schakelen.
2. Opstarten/Basisbediening Bediening zoom U kunt uitzoomen om landschappen, enz. op te nemen met groothoek (Wide) of inzoomen om mensen en voorwerpen dichterbij te laten lijken (Tele). • Raadpleeg P145 voor details over soorten zoom en functies. Met de zoomring Draai aan de zoomring. Met de langzame zoom Druk op [Fn1] of [Fn2]. T Fn1 Fn2 W • U kunt inzoomen met een snelheid die lager is dan de gewone zoomsnelheid.
2. Opstarten/Basisbediening Sluiterknop (foto's maken) De sluiterknop werkt in twee stappen. Druk erop om een foto te maken. De ontspanknop tot de helft indrukken om scherp te stellen. A Lensopening B Sluitertijd C Aanduiding scherpstelling • De diafragmawaarde en de sluitersnelheid worden weergegeven. (Het zal rood knipperen als de correcte belichting niet bereikt wordt, tenzij de flitser ingesteld is.) • Is het onderwerp eenmaal scherp gesteld, dan wordt de aanduiding voor de scherpstelling weergegeven.
2. Opstarten/Basisbediening Filmknop (films opnemen) Start het opnemen door op de bewegend beeldknop te drukken. • Laat de videoknop onmiddellijk na het indrukken los. Stop het opnemen door weer op de bewegend beeldknop te drukken. Modusknop (voor selectie van een opnamemodus) Selecteer de functie door de functieknop te draaien. • Draai de functieknop langzaam om de gewenste functie te selecteren.
2. Opstarten/Basisbediening Modusknop op de voorkant/Modusknop op de achterkant Draaien: De selectie van items of de instelling van waarden wordt uitgevoerd tijdens de diverse instellingen. Modusknop op de voorkant Modusknop op de achterkant • Deze gebruiksaanwijzing beschrijft de bediening van de modusknop op de voorkant/achterkant als volgt: b.v.: Terwijl u de modusknop op de voorkant naar links of rechts draait: b.v.
2. Opstarten/Basisbediening 2 Draai aan de modusknoppen op de voor-/achterkant terwijl de gids weergegeven wordt. WB ISO • De instellingen van de aan de knoppen toegekende items zullen veranderen. 3 98 0 Druk op [MENU/SET] en stel in. • U kunt deze stap ook uitvoeren door een van onderstaande handelingen te verrichten.
2. Opstarten/Basisbediening ∫ Instellen van de werkmethoden van de modusknop op de voorkant en de modusknop op de achterkant MENU > [Voorkeuze] > [Instellingen wieltje] [Wieltje toewijzen (F/SS)] Kent de bediening van de lensopeningwaarde en de sluitertijd toe in de handmatige belichtingsmodus. [ F SS]: Kent de lensopeningwaarde toe aan de modusknop op de voorkant en de sluitertijd aan de modusknop op de achterkant.
2. Opstarten/Basisbediening [ND FILTER]-schakelaar (schakelt naar de instelling van het ND-filter) Door de [ND FILTER]-schakelaar te gebruiken, kunt u de instelling van het ingebouwde optische ND-filter omschakelen. (Het filter regelt de hoeveelheid licht.) • Gebruik deze functie als een helder onderwerp buiten opgenomen wordt, onder een heldere lucht, waardoor het scherm wit lijkt. [AUTO] ND FILTER AUTO 1/64 1/16 1/4 OFF Regelt het ND-filter automatisch al naargelang de opname-omstandigheden.
2. Opstarten/Basisbediening Cursorknoppen/[MENU/SET] knop Op de cursorknop drukken: Voert de selectie van items of de instelling van waarden, enz., uit. Op [MENU/SET] drukken: De instellingsinhouden, enz., worden bevestigd. • Deze gebruiksaanwijzing geeft de op-, neer-, links- en rechtsbeweging van de cursorknop weer als 3/4/2/1. • Door [Cursortoets vergrend.] aan een functieknop toe te kennen, kunt u de cursorknoppen en de [MENU/SET]-knop uitschakelen. (P55) [DISP.
2.
2. Opstarten/Basisbediening ∫ Over de weergave van de kantelsensor Met de kantelsensor afgebeeld, is het makkelijk om de kanteling van de camera, enz. te corrigeren. A Horizontale richting: B Verticale richting: Kanteling naar links toe corrigeren Corrigeren neerwaartse kanteling • Wanneer de kanteling van de camera klein is, verandert de indicator naar groen. • Zelfs na het corrigeren van de kanteling, zou er nog steeds een fout kunnen blijven bestaan van ongeveer n1°.
2. Opstarten/Basisbediening Aanraakpaneel (Aanraakbediening) Het aanraakpaneel van dit toestel is capacitatief. Raak het paneel rechtstreeks aan met uw blote vinger. ∫ Aanraken Aanraken en loslaten van het aanraakscherm. Fn8 Fn9 Fn10 Fn11 SNAP Fn12 ∫ Verslepen Een beweging zonder het aanraakscherm los te laten. A ∫ Knijpen (vergroten/verkleinen) Spreid het aanraakpaneel met twee vingers uiteen (vergroten) of knijp het samen (verkleinen). B 2.0X • Raak het paneel aan met een schone, droge vinger.
2. Opstarten/Basisbediening Foto’s maken met gebruik van de aanraakfunctie Foto’s maken met gebruik van de Touch Shutter functie Toepasbare modi: Door het scherp te stellen onderwerp slechts aan te raken, zal het scherp gesteld worden en wordt de foto automatisch gemaakt. 1 Raak [ ] aan. 2 Raak [ ×] aan. • De icoon zal in [ ] veranderen en het wordt mogelijk een foto te maken met de Touch Shutter-functie. AE 3 Raak het scherp te stellen onderwerp aan en neem de foto.
2. Opstarten/Basisbediening Eenvoudig optimaliseren van de helderheid van een bepaalde zone (Touch AE) Toepasbare modi: U kunt de helderheid van een aangeraakte positie gemakkelijk optimaliseren. Als het gezicht van het onderwerp donker lijkt, kunt u het scherm helderder maken overeenkomstig de helderheid van het gezicht. 1 Raak [ ] aan. 2 Raak [ AE ] aan. • Het instellingenscherm voor de optimaliseringspositie van de helderheid wordt weergegeven.
2. Opstarten/Basisbediening Menuonderdelen instellen U kunt of de knoppen bedienen of de monitor aanraken om menu-items in te stellen. 1 Op [MENU/SET] drukken. [Opname] (P190) In dit menu kunt u de beeldverhouding, het aantal pixels, 4K-foto's en andere aspecten van de beelden die u aan het opnemen bent instellen. [Bewegend beeld] (P212) Dit menu laat u de [Opname-indeling], [Opn. kwaliteit], en andere aspecten voor filmopnames instellen.
2. Opstarten/Basisbediening 3 Druk op 3/4 van de cursorknop om de instelling te selecteren en druk op [MENU/SET]. • U kunt de instelling ook selecteren door aan de modusknop op de achterkant te draaien. • Afhankelijk van het menuitem kan het zijn dat de instelling ervan niet verschijnt, of dat deze op een andere manier wordt weergegeven. (bij aanraakbediening) Raak de in te stellen instelling aan.
2. Opstarten/Basisbediening Snel oproepen van veelgebruikte menu's (Quick Menu) M.b.v. het snelle menu, kunnen sommige menu-instellingen gemakkelijk gevonden worden. • De kenmerken die afgesteld kunnen worden m.b.v. het Snelle Menu worden bepaald door de functie of een weergavestijl waar het toestel zich in bevindt. 1 Druk op [Q.MENU] om het Snelmenu weer te geven. • U kunt de knop ook als een functieknop gebruiken. (P55) 2 MOV Draai aan de modusknop op de voorkant om het menu-item te selecteren.
2. Opstarten/Basisbediening Aanpassen van de instellingen van het Snelmenu Als [Q.MENU] (P228) in het [Voorkeuze]-menu op [CUSTOM] gezet is, kan het Quick Menu naar wens veranderd worden. Er kunnen tot 15 items in het Quick Menu ingesteld worden. 1 Druk op 4 om [ ] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. 3:2 L 2 3 AFS Druk op 3/4/2/1 om het menu-item in de bovenste rij te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET].
2. Opstarten/Basisbediening Toekennen van veelgebruikte functies aan de knoppen (functieknoppen) U kunt opnamefuncties, enz., aan specifieke knoppen en iconen toekennen. • Sommige functies kunnen niet toegekend worden, afhankelijk van de functieknop. • Sommige functies zijn mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de modus of het weergegeven beeldscherm. 1 Selecteer het menu.
2. Opstarten/Basisbediening Gebruik van de functieknoppen tijdens het opnemen U kunt de toegekende functies gebruiken door tijdens de opname op een functieknop te drukken. ∫ Gebruik van de functieknoppen met aanraakhandelingen 1 Raak [ ] aan. 2 Raak [Fn8], [Fn9], [Fn10], [Fn11] of [Fn12] aan. • [Fn8], [Fn9], [Fn10], [Fn11] en [Fn12] kunnen niet gebruikt worden wanneer de zoeker in gebruik is.
2. Opstarten/Basisbediening Menu [Bewegend beeld] – [4K Live Bijsnijden] (P171) – [Foto/film] (P164) – [Snapfilm] (P165): [Fn11]¢ – [Synchro scan] (P178) – [Filmopname-indeling] (P159) – [Tijdcodeweergave] (P213) – [Filmopname kwaliteit] (P159) – [Mic.veld aanpassen] (P313) – [Variabele beeldfreq.] (P173) – [Kleurenbalken] (P218) [Voorkeuze]-menu/[Set-up]-menu – [Stille modus] (P220) – [Opn.
2. Opstarten/Basisbediening Gebruik van de functieknoppen tijdens het afspelen U kunt een toegekende functie rechtstreeks op een geselecteerd beeld instellen door tijdens het afspelen op de functieknop te drukken. Voorbeeld: Wanneer [Fn5] op [Favorieten] gezet is 1 2 Op 2/1 drukken om het beeld te kiezen. Druk op [Fn5] en stel het beeld vervolgens in als [Favorieten].
2. Opstarten/Basisbediening Tekst Invoeren 1 Op 3/4/2/1 drukken om tekst te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET] om te registreren. • Beweeg de cursor naar [ ] en druk vervolgens op [MENU/SET] om de tekst om te schakelen tussen [A] (hoofdletters), [a] (kleine letters), [1] (nummers) en [&] (speciale lettertekens).
3. Opnamemodussen Beelden maken m.b.v. de automatische functie (Intelligent Auto modus) Opnamefunctie: In deze modus maakt de camera optimale instellingen voor het onderwerp en de scène, dus wordt het aanbevolen als u wenst de instellingen aan de camera over te laten zonder erover na te moeten denken. 1 Zet de modusknop op [¦]. • De camera zal schakelen naar de meest recentelijk gebruikte van de Intelligent Auto Plus modus of de Intelligent Auto modus.
3. Opnamemodussen De camera detecteert scènes automatisch (scènedetectie) ( : Tijdens het maken van foto's, : Tijdens het maken van films) [i-Portret] [i-Landschap] [iHandh. nachtop.]¢2 ¦ [i-Macro] [i-Nachtportret]¢1 [i-Nachtl.schap] [i-Voedsel] [i-Baby]¢3 [i-Zonsonderg.] [i-Zacht licht] ¢1 Alleen weergegeven als de ingebouwde flitser geopend is. ¢2 Alleen weergegeven als [iHandh. nachtop.] op [ON] staat. (P63) ¢3 Als [Gezicht herk.
3. Opnamemodussen ∫ Auto Focus, Gezichts-/Oogdetectie en Gezichtsherkenning De Auto Focusmodus wordt automatisch op [š] gezet. Als u het onderwerp aanraakt, zal de functie AF Tracking werken. De functie AF Tracking (P93) zal ook werken als u op 2 drukt en de sluiterknop vervolgens tot halverwege indrukt. • Wanneer [Gezicht herk.] op [ON] gezet is en een gezicht gedetecteerd wordt dat lijkt op het geregistreerde gezicht, dan wordt [R] weergegeven op de rechter bovenkant van [ ], [ ] en [ ].
3. Opnamemodussen Opnemen van nachtelijke taferelen ([iHandh. nachtop.]) Opnamefunctie: Als [ ] gedetecteerd wordt terwijl nachtelijke handheld-opnames gemaakt worden, zullen de beelden van de nachtelijke opname met een hoge burst-snelheid gemaakt worden en uit een enkel beeld bestaan. Deze modus is nuttig als u prachtige nachtopnames wilt maken met zo weinig mogelijk beweging en ruis van het toestel en zonder een statief te gebruiken. MENU > [Opname] > [iHandh. nachtop.
3. Opnamemodussen Combineren van beelden in een enkel beeld met een rijke gradatie ([iHDR]) Opnamefunctie: Is er bijvoorbeeld een sterk contrast tussen de achtergrond en het onderwerp, dan worden meerdere foto's met verschillende belichtingen opgenomen en gecombineerd voor de creatie van één enkele foto met een rijke gradatie. [iHDR] werkt automatisch zoals vereist wordt. [ ] wordt dan op het scherm weergegeven. MENU > [Opname] > [iHDR] > [ON]/[OFF] • De gezichtshoek zal iets smaller worden.
3. Opnamemodussen Fotograferen met de instellingen voor aangepaste kleur, defocus en helderheid Opnamefunctie: ∫ Kleurinstelling 1 Druk op 1 om het instellingenscherm weer te geven. 2 Draai aan de modusknop op de achterkant om de kleur in te stellen. • Druk op [MENU/SET] om naar het opnamescherm terug te keren. • De instelling voor kleur zal opnieuw de fabriekswaarden (centrumpunt) aannemen wanneer dit toestel uitgeschakeld wordt of als de camera op een andere opnamemodus gezet wordt.
3. Opnamemodussen Foto's maken met automatisch ingestelde lensopening en sluitertijd (Programma AE-modus) Opnamefunctie: Het toestel stelt automatisch de sluitertijd en de lensopening in volgens de helderheid van het object. U kunt beelden maken in grote vrijheid door verschillende instellingen in [Opname] menu te veranderen. 1 2 Zet de modusknop op [ ]. Druk de sluiterknop tot halverwege in om de diafragmawaarde en de waarde van de sluitersnelheid op het beeldscherm weer te geven. 2.
3. Opnamemodussen Opnamen maken door het diafragma/de sluitertijd te specificeren Opnamefunctie: (voorbeeld: in de handmatige belichtingsmodus) SS F 8 15 30 2.8 4.0 5.6 5.6 30 0 60 125 8.0 11 Lensopeni ngwaarde Klein Het wordt gemakkelijker om de achtergrond onscherp te maken. +3 A Belichtingsmeter B Lensopeningwaarde C Sluitertijd Groot Het wordt gemakkelijk om de scherpstelling te handhaven tot aan de achtergrond. Sluitertijd Langzaam Het wordt gemakkelijker om beweging uit te drukken.
3. Opnamemodussen Lensopening-Prioriteit AE-modus Als u de lensopeningwaarde instelt, zal de camera de sluitertijd voor de helderheid van het onderwerp automatisch optimaliseren. 1 2 Stel de functieknop in op [ ]. Stel de lensopeningwaarde in door aan de modusknop op de voorkant of op de achterkant te draaien. SS F A Lensopeningwaarde B Belichtingsmeter 60 4.0 30 5.6 15 8.0 8 4 11 8.0 Beschikbare lensopeningwaarde¢ Sluitertijd (Sec.) F2.
3. Opnamemodussen Handmatige Belichtingsmodus Bepaalde belichting door handmatig de opening en de sluitertijd in te stellen. 1 2 Stel de functieknop in op [ ]. Draai aan de modusknop op de achterkant om de sluitertijd in te stellen en draai aan de modusknop op de voorkant om de lensopeningwaarde in te stellen. A B C D SS F Belichtingsmeter Lensopeningwaarde Sluitertijd Hulp bij handmatige belichting 8 15 30 60 125 2.8 4.0 5.6 8.0 11 5.
3. Opnamemodussen ∫ Over [B] (Bol) Als u de sluitertijd op [B] zet, zal de sluiter openblijven terwijl de sluiterknop volledig ingedrukt wordt (tot ongeveer 120 seconden). De sluiter sluit als u de ontspanknop loslaat. Gebruik deze functie als u de sluiter open wilt laten voor een lange tijd om opnamen van vuurwerk, nachtscènes enz. te maken. • Het kan alleen gebruikt worden in de Manuele Belichtingsfunctie.
3. Opnamemodussen Controleer de effecten van diafragma en sluitertijd (Preview-functie) Toepasbare modi: De effecten van de lensopening en de sluitersnelheid kunnen met gebruik van de preview-modus gecontroleerd worden. • Bevestig de effecten van de lensopening: U kunt de velddiepte (daadwerkelijk focusbereik) controleren voordat u een foto neemt door de diafragma-lamellen te sluiten op de waarde van de lensopening die u instelt.
3. Opnamemodussen Gemakkelijk de sluitertijd/sluitertijd voor geschikte belichting (OnPush AE) instellen Toepasbare modi: Wanneer de belichtingsinstelling te helder of te donker is, kunt u één druk-AE gebruiken om een geschikte belichtingsinstelling te verkrijgen. Hoe te weten als de belichting niet geschikt is • Als de lensopeningwaarden en de sluitertijd rood knipperen wanneer de sluiterknop tot de helft ingedrukt wordt.
3. Opnamemodussen Panoramafoto's maken (Panorama Shot-modus) Opnamefunctie: Er worden continu beelden gemaakt terwijl u het toestel horizontaal of verticaal beweegt en deze worden gecombineerd om een enkel panoramabeeld te maken. 1 Zet de modusknop op [ ]. • Na het beeldscherm waarin u gevraagd wordt om de opnamerichting te controleren weergegeven is, zullen de horizontale/verticale richtlijnen weergegeven worden. 2 3 Druk de sluiterknop tot halverwege in om scherp te stellen.
3. Opnamemodussen ∫ Veranderen van de opnamerichting en de gezichtshoek (beeldformaat) van panoramafoto's MENU > [Opname]>[Panorama-instellingen] [Richting] [Fotoresolutie] Stelt de opnamerichting in. Stelt de gezichtshoek in (beeldformaat). [STANDARD]/[WIDE] • Het aantal opnamepixels in de horizontale en verticale richtingen van het panoramabeeld varieert afhankelijk van het beeldformaat, de opnamerichting en het aantal gecombineerde beelden. Het maximale aantal pixels wordt hieronder afgebeeld.
3. Opnamemodussen ∫ Over afspelen Door op 3 te drukken, zal het afspelen automatisch in dezelfde richting als die van de opname langs gelopen worden. 1/98 • De volgende handelingen kunnen uitgevoerd worden tijdens het langslopen. 3 Start panorama afspelen/Pauze¢ 4 Stop ¢ Als het afspelen gepauzeerd wordt, kunt u vooruit en achteruit scrollen door het scherm te verslepen. Als de schuifbalk aangeraakt wordt, springt de afspeelpositie naar de aangeraakte positie. • De zoompositie is vastgezet op Wide.
3. Opnamemodussen Foto's maken die overeenkomen met de scène die opgenomen wordt (Scene Guide modus) Opnamefunctie: Als u een scène selecteert die overeen moet komen met het onderwerp en de opname-omstandigheden, zal de camera de optimale belichting, kleur en focus instellen en u zo in staat stellen een opname te maken die passend is voor de scène. 1 2 Zet de modusknop op [ ]. Druk op 2/1 om de scène te selecteren.
3. Opnamemodussen Soorten Scene Guide modussen Weergave van de beschrijving van iedere scène en opnametips Druk op [DISP.] terwijl het scherm voor de selectie van de scène weergegeven wordt. • Wanneer het op weergave van de gids ingesteld is, worden een gedetailleerde uitleg en tips weergegeven.
3. Opnamemodussen [Glinsterend water] [Heldere nachtopname] • Het sterrenfilter dat op deze wijze gebruikt wordt, kan glinstering veroorzaken op onderwerpen anders dan wateroppervlakken. [Koele nachtopname] [Warme nachtopname] [Artistieke nachtopname] [Fonkelende verlichting] [Nachtop. uit hand] [Nachtportret] • Beweeg het toestel niet tijdens het continu fotograferen nadat op de sluiterknop gedrukt is. • De gezichtshoek zal iets smaller worden.
3. Opnamemodussen Foto's maken met verschillende beeldeffecten (Creative Control modus) Opnamefunctie: In deze modus maakt u opnames met extra beeldeffecten. U kunt de effecten die u wilt toevoegen instellen door de voorbeeldbeelden te selecteren en deze op het scherm na te kijken. 1 2 Stel de functieknop in op [ ]. Druk op 3/4 om de beeldeffecten (filters) te selecteren. A Weergave voorvertoning • U kunt de beeldeffecten (filters) ook selecteren door de voorbeeldbeelden aan te raken.
3. Opnamemodussen Soorten beeldeffecten Weergave van de beschrijving van ieder beeldeffect Druk op [DISP.] terwijl het scherm voor de selectie van het beeldeffect weergegeven wordt. • Wanneer het op weergave van de gids ingesteld is, wordt een uitleg van ieder beeldeffect weergegeven.
3. Opnamemodussen ∫ Instelling van het type defocus ([Miniatuureffect]) 1 Na het aanraken van [ 2 Druk op 3/4 of 2/1 om het in-focus gedeelte te verplaatsen. 3 4 ], raakt u [ ] aan. • U kunt het in-focus gedeelte ook bewegen door het scherm van het opnamescherm aan te raken. • Raak [ ] aan om de richting van de opname in te stellen (defocus richting). Draai aan de modusknop op de achterkant om de grootte van het in-focus gedeelte te veranderen.
3. Opnamemodussen ∫ Instelling van de positie en de grootte van de lichtbron ([Zonneschijn]) 1 Na het aanraken van [ 2 Druk op 3/4/2/1 om de middelste positie van de lichtbron te bewegen. ], raakt u [ ] aan. • De positie van de lichtbron kan ook bewogen worden door het scherm aan te raken. Punt waarop het midden van de lichtbron geplaatst kan worden Er kan een natuurlijker aanblik gecreëerd worden door het midden van de lichtbron buiten het beeld te plaatsen.
3. Opnamemodussen [Zwart-wit] Kleur [Dynamisch zwart/ Contrast wit] Gele tint Blauwe tint Laag contrast Hoog contrast [Ruw zwart-wit] Zanderigheid Minder zanderig Zanderiger [Zacht zwart-wit] Mate van defocus Zwakke defocus Sterke defocus [Expressieve indruk] Frisheid Zwart-wit Popkleuren Zwart-wit Popkleuren [Hoge dynamiek] Frisheid [Kruisproces] Kleur Groene tint/Blauwe tint/Gele tint/Rode tint [Speelgoedcam.
3. Opnamemodussen Foto's maken met een wazige achtergrond (Defocus Control) 1 Druk op [Fn6] om het instellingenscherm weer te geven. Draai aan de modusknop op de achterkant om in te stellen. 2 • Als u op [MENU/SET] drukt, kunt u terugkeren naar het opnamescherm. • Door op het scherm voor de instelling van de wazigheid op [Fn6] te drukken zal de instelling gewist worden. SS F 250 125 60 30 15 2.8 4.0 5.
3. Opnamemodussen Registreren van uw favoriete instellingen (Voorkeuzemode) Opnamefunctie: Registratie van eigen menu-instellingen (registratie van klantinstellingen) Er kunnen 3 reeks van huidige camera-instellingen geregistreerd worden met gebruik van [Geh voorkeursinst.]. ( , , ) • Begininstelling van de AE-programmafunctie is aan het begin geregistreerd als de standaard instellingen.
3. Opnamemodussen Opnemen m.b.v. geregistreerde gebruikelijke instelling U kunt gemakkelijk de instellingen die u geregistreerd heeft met [Geh voorkeursinst.] oproepen. Zet de modusknop op [ ]. • De voorkeurinstelling die u de laatste keer gebruikte, zal opgeroepen worden. ∫ Een gebruikelijk instelling veranderen 1 2 3 Zet de modusknop op [ ]. Druk op [MENU/SET] om het menu af te beelden. Druk op 2/1 om de standaardinstelling te selecteren die u wilt gebruiken en druk vervolgens op [MENU/SET].
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Automatisch instellen van het brandpunt Door de Focusmodus of de Auto Focusmodus voor het onderwerp of de opnamesituatie optimaal in te stellen, kunt u de camera verschillende scènes automatisch scherp laten stellen. 1 Zet de hendel van de focusmodus op [AFS/ AFF] of [AFC]. • De Focusmodus zal ingesteld worden. (P89) 2 3 Druk op 2 ( ). Druk op 2/1 om de AF-modus te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET].
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon • De brandpuntaanduiding wordt als [ LOW ] in een donkere omgeving weergegeven en het scherpstellen kan langer duren dan normaal. • Als de camera na de weergave van [ LOW ] sterren in de nachtlucht detecteert, zal Starlight AF geactiveerd worden.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Focusmodus (AFS/AFF/AFC) Toepasbare modi: De methode wordt ingesteld om scherp te stellen als de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt. Onderdeel [AFS] (Auto Focus Single) Scène (aanbevolen) Onderwerp staat stil (Landschaps-, verjaardagsfoto, enz.) “AFS” is een afkorting van “Auto Focus Single”. De scherpte wordt automatisch ingesteld als de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Wanneer u opneemt met gebruik van [AFF], [AFC] • In [AF-Gevoeligheid] in het [Voorkeuze]-menu kunt u de brandpuntgevoeligheid instellen die geschikt is voor de beweging van uw onderwerp. (P222) • Het kan enige tijd duren om scherp te stellen als u het zoomhendeltje van Wide naar Tele zet of plotseling van een onderwerp dat ver weg is op een onderwerp dichtbij scherpstelt.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Auto Focusmodus Toepasbare modi: Op deze manier kunt u de focusmethode gebruiken die bij de posities en het aantal te selecteren onderwerpen past. ([Gezicht/ogen detecteren]) ([Tracking]) ([49-zone]) , enz. ([Voorkeur multi]) ([1-zone]) ([Spot]) De camera detecteert automatisch iemands gezicht en ogen. Het oog dat zich het dichtst bij de camera bevindt zal scherp gesteld zijn terwijl de belichting voor het gezicht geoptimaliseerd wordt.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon ∫ Beperkingen van de Auto Focusmodus • In de volgende gevallen is de AF-modus vastgezet op [Ø]. – Bij het gebruik van de digitale zoom – [Miniatuureffect] (Creative Control modus) • De Auto Focusmodus wordt vastgezet op [š] als [4K Live Bijsnijden] ingesteld is. • De Auto Focusmodus kan in de volgende gevallen niet ingesteld worden.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Over [š] ([Gezicht/ogen detecteren]) Als de camera een gezicht detecteert, zullen de AF-zone en het teken dat aangeeft dat het oog scherp gesteld is, weergegeven worden. A Oog dat scherp gesteld moeten worden Geel: Wanneer de ontspanknop tot de helft ingedrukt wordt, wordt de frame groen wanneer het toestel scherpgesteld heeft. Wit: Afgebeeld wanneer er meer dan één gezicht gevonden wordt.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Instellen van de vorm van de AF-zone ([Voorkeur multi]) U kunt uit de 49 AF-zones de optimale vorm van de AF-zone voor het onderwerp vrij instellen. 1 2 3 Druk op 2 ( ). Selecteer een Custom Multi icoon ([ ], enz.) en druk op 3. Druk op 2/1 om een instelling te selecteren. A De huidige vorm van de AF-zone ([Horizontaal patroon]) ([Verticaal patroon]) ([Cent.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Wanneer u [ ]/[ ]/[ ] selecteert Knopbediening Aanraakbediening 3/4/2/1 Aanraken / Open-/ dichtknijpen [DISP.] [Reset] Wanneer u [ ヤヒ ]/[ ヤビ ]/[ ヤピ Beschrijving van de bediening Beweegt de positie Verandert het formaat (3 niveaus) Stelt opnieuw de fabrieksinstelling in ] selecteert Aanraakbediening Sleep uw vinger over de delen die u als AF-zones wilt instellen.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Instellen van de positie van de AF-zone/veranderen van de maat van de AF-zone Toepasbare modi: Als [š], [ ], [Ø] of [ ] in de Auto Focusmodus geselecteerd is, kunt u de positie en het formaat van de AF-zone veranderen. • Doe dit na de Touch-sluiterfunctie te hebben geannuleerd. • U kunt het instellingenscherm van de AF-zone ook weergeven door het opnamescherm aan te raken (als [Touch AF] van [Touch inst.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Wanneer u [ ] selecteert U kunt de brandpuntpositie instellen door de groep AF-zones te selecteren. De 49 AF-zones zijn in groepen verdeeld waarvan ieder uit 9 zones bestaat (uit 6 of 4 zones op de rand van het scherm). 1 2 3 4 Voorbeelden van een Druk op 2 ( ). Selecteer [ ] en druk op 4. Druk op 3/4/2/1 om een AF-zonegroep te selecteren. Op [MENU/SET] drukken om in te stellen.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Instelling van de positie van de AF-zone met de touch pad Toepasbare modi: U kunt de AF-zone die op de zoeker weergegeven wordt verplaatsen door de monitor aan te raken. MENU > [EXACT] [OFFSET] [Voorkeuze] > [Touch inst.] > [Touchpad AF] Verplaatst de AF-zone van de zoeker door aanraking van de gewenste positie op de touchpad. Verplaatst de AF-zone van de zoeker met de afstand waarover u de touchpad versleept.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Optimaliseren van het brandpunt en de helderheid van een aangeraakte positie Toepasbare modi: U kunt de scherpstelling en de helderheid van de positie die u aangeraakt heeft optimaliseren. 1 Selecteer het menu. (P51) MENU 2 > [Voorkeuze] > [Touch inst.] > [Touch AF] > [AF+AE] Raak het onderwerp aan waarvoor u de helderheid wilt optimaliseren.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Handmatig instellen van het brandpunt Toepasbare modi: Gebruik deze functie als u een vaste scherpstelling wenstof als de afstand tussen de lens en het object vast is en u de automatische scherpstelling niet wenst te gebruiken. 1 2 3 Zet de hendel van de focusmodus op [MF]. Druk op 2 ( ). Druk op 3/4/2/1 om de brandpuntpositie in te stellen en druk op [MENU/SET]. • Het hulpscherm wordt weergegeven dat de zone vergroot.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon U kunt de volgende handelingen verrichten: Knopbediening Aanraakbediening 3/4/2/1 Slepen Beschrijving van de bediening Beweegt de vergrote zone. Open-/ dichtknijpen Vergroot/verkleint het scherm met kleine stappen. s Vergroot/verkleint het scherm met grote stappen. Schakelt naar de vergrote weergave (venstermodus/volledig scherm). s [DISP.] [Reset] Zet de te vergroten AF-zone weer terug op het midden.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Vastzetten van het brandpunt en de belichting (AF/AE-vergrendeling) Toepasbare modi: Dit is handig wanneer u een opname wilt maken van een onderwerp dat zich buiten de AF-zone bevindt of wanneer het contrast te sterk is en u niet de juiste belichting vindt. 1 2 Lijn het scherm uit met het onderwerp. Houd [AF/AE LOCK] ingedrukt om de focus of de belichting vast te zetten. • Als u [AF/AE LOCK] loslaat, zal AF/AE-vergrendeling gewist worden.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Belichtingscompensatie Toepasbare modi: Gebruik deze functie wanneer u de geschikte belichting niet kunt verkrijgen wegens het verschil in helderheid tussen het object en de achtergrond. 1 Druk op [ ]. • U kunt de knop ook als een functieknop gebruiken. (P55) 2 Draai de functieknop om de belichting te compenseren. A Belichting Bracket B Belichtingscompensatie C [Flitser instel.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon • U kunt de waarde van de belichtingscompensatie instellen binnen het bereik tussen j5 EV en i5 EV. De instellingen kunnen gemaakt worden binnen het bereik van j3 EV tot i3 EV tijdens het opnemen van films, 4K-foto's of opnames met [Post Focus]. • Als [Auto. belichtingscomp.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon De lichtgevoeligheid instellen Toepasbare modi: Hiermee kan de gevoeligheid voor het licht (ISO-gevoeligheid) worden ingesteld. Als u deze hoger zet, kunnen ook op donkere plaatsen opnamen worden gemaakt zonder dat de opnamen donker worden. 1 2 Druk op 3 ( ). Selecteer de ISO-gevoeligheid door aan de modusknop op de achterkant te draaien.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon AUTO De ISO-gevoeligheid wordt automatisch aangepast op basis van de helderheid. • Maximum [ISO3200] (Met de flitser op [ISO1600])¢1 Het toestel spoort de beweging van het onderwerp op en stelt de optimale ISO-gevoeligheid en sluitertijd vervolgens automatisch in zodat deze zo goed mogelijk bij de beweging van het onderwerp en de helderheid van de scène passen, om het schommelen van het onderwerp te minimaliseren.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon De witbalans instellen Toepasbare modi: In zonlicht, onder gloeilampen of in andere soortgelijke toestanden waar de kleur van wit naar roodachtig of blauwachtig gaat, past dit item zich aan de kleur van wit aan die het dichtst in de buurt zit van wat gezien wordt door het oog in overeenkomst met de lichtbron. 1 2 Druk op 1 ( ). Draai aan de modusknop op de achterkant of de voorkant om de witbalans te selecteren.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon 1 2 3 4 / / / U kunt de kleurtemperatuur met de hand instellen om natuurlijke foto's in verschillende belichtingsomstandigheden te maken. 6500K 1 Druk op 3. 2 Druk op 3/4 om de kleurtemperatuur te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. • U kunt de kleur temperatuur instellen van [2500K] tot [10000K]. ¢ Als u begint met het opnemen van een film zal [AWB] geselecteerd worden.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon De witbalans fijn afstellen U kunt de witbalans fijn instellen als u de gewenste tint niet krijgt met de gewone witbalans. 1 2 3 Selecteer de witbalans en druk vervolgens op 4. Druk op 3/4/2/1 om de witbalans fijn in te stellen. 2 : A (AMBER: ORANJE) A 1 : B (BLAUW: BLAUWACHTIG) 3 : G (GROEN: GROENACHTIG) 4 : M (MAGENTA: ROODACHTIG) • U kunt ook een fijnere afstelling maken door de grafiek van de witbalans aan te raken. • Door op [DISP.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Witbalans Bracket Bracket wordt ingesteld op basis van de afstellingen van de witbalansfijnafstelling; met één druk op de sluiterknop worden automatisch 3 opnamen ineens met verschillende kleuren gemaakt. 1 2 Verricht de fijnafstelling van de witbalans in stap 2 van “De witbalans fijn afstellen” en stel vervolgens de bracket in door aan de modusknop op de achterkant te draaien.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Close-up’s maken Toepasbare modi: Deze functie laat het u toe beelden van dichtbij te maken van een onderwerp, bijv. wanneer u beelden maakt van bloemen. 1 2 Druk op 4 [AF#]. Druk op 2/1 om het item te kiezen en druk vervolgens op [MENU/SET]. [ U kunt beelden maken tot op een afstand van 3 cm vanaf de lens, door de zoomhendel helemaal naar Wide (1k) te draaien.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon • Houd rekening met de volgende punten als u close-ups maakt: – Als de afstand tussen het toestel en het object buiten het focusbereik van het toestel ligt, zou het beeld niet op de juiste manier scherpgesteld kunnen worden zelfs als de focusaanduiding brandt. – Wij raden u aan een statief en de zelfontspanner te gebruiken. – Wij raden aan de flitser op [Œ] te zetten (de flitser te sluiten).
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Selecteer een drive-modus Toepasbare modi: U kunt veranderen wat de camera zal doen wanneer u op de sluiterknop drukt. Draai aan de drive-modusknop. [Enkel] Als op de sluiterknop gedrukt wordt, wordt slechts één beeld opgenomen. [Burstfunctie] (P114) Er worden achtereenvolgende opnames gemaakt terwijl de sluiterknop ingedrukt is. [4K-FOTO] (P117) Als op de sluiterknop gedrukt wordt, wordt een 4K-foto gemaakt.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Opnamen maken met de burstfunctie Toepasbare modi: Beelden worden continu gemaakt terwijl de ontspanknop ingedrukt wordt. 1 Zet de modusknop van de drive op [ 2 Stel scherp op het onderwerp en maak een beeld. ]. MOV 24p 3:2 L AFS H • De ontspanknop helemaal ingedrukt houden om de burstfunctie te activeren. ∫ Veranderen van de burst-snelheid Selecteer het menu. MENU > [Opname] > [Burstsnelh.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive ∫ Het maximum aantal beelden dat continu opgenomen kan worden Als u de sluiterknop tot halverwege indrukt, zal het maximum aantal beelden dat u continu kunt opnemen verschijnen. U kunt 0 200 controleren hoeveel beelden bij benadering opgenomen kunnen worden voordat de burst-snelheid afneemt. Voorbeeld: als 20 beelden opgenomen kunnen worden: [r20] r20 20 • Is de opname eenmaal van start gegaan, dan zal het maximum aantal beelden dat opgenomen kan worden afnemen.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive • We raden aan de afstandsbediening van de sluiter (DMW-RSL1: optioneel) te gebruiken als u de sluiterknop volledig ingedrukt wilt houden wanneer u foto's maakt in de burst-modus. Raadpleeg P315 voor informatie over de afstandsbediening van de sluiter. • Als de burst-snelheid op [H] gezet is, kan de continue opnamesnelheid verlaagd worden wanneer een groot aantal beelden achterelkaar opgenomen wordt.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive 4K-foto's maken Toepasbare modi: De camera stelt u in staat burst-foto's van (ongev.) 8 miljoen pixels te maken met 30 frames/seconde. Nadat deze foto's genomen zijn, kunt u het gewenste moment opslaan, dat uit het burst-bestand geëxtraheerd wordt. • Gebruik een kaart met UHS-snelheidsklasse 3 om 4K-foto's te maken. (P26) 1 Zet de modusknop van de drive op [ 2 Selecteer het menu. (P51) ].
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive 4 Maak een 4K-foto. 1 2 [ ] 1 [ A Op drukken in ingedrukt houden B Het opnemen wordt uitgevoerd Druk de sluiterknop volledig in en houd hem ingedrukt zo lang als u wilt dat de opname uitgevoerd wordt. • Druk de knop kort van te voren volledig in. De opname start ongeveer 0,5 seconde nadat de knop volledig ingedrukt werd. • Als u Auto Focus gebruikt, zal [Continu AF] werken tijdens de opname. Het brandpunt zal continu bijgesteld worden.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Druk de ontspanknop geheel in. [ ] [4K-voorburst] F Ongeveer 1 seconde G Het opnemen wordt uitgevoerd • Auto Focus stelt het brandpunt continu bij en stelt ook de belichting continu bij, behalve in de handmatige belichtingsmodus. • De beelden zien er mogelijk niet vloeiend uit zoals ze op een gewoon opnamescherm doen. • Als [ ] ([4K-voorburst]) ingesteld is, raakt de batterij sneller leeg en stijgt de temperatuur van de camera.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive ∫ Instellen van Loop-opnamen ([4K-burst (S/S)]) Met [ ] ([4K-burst (S/S)]) kunt u opnames maken terwijl de oudste gegevens die opgenomen zijn gewist worden zodat u kunt blijven opnemen terwijl u op een fotomoment wacht, zonder dat het nodig is de kaart te vervangen. • Wanneer u de opname eenmaal start, zal het 4K-burst-bestand opgenomen worden en om de ongeveer 2 minuten gesplitst worden.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Beelden in een 4K-burst-bestand selecteren en bewaren Dit deel beschrijft hoe beelden in het 4K-burst-bestand geselecteerd en bewaard worden. Raadpleeg P117 voor informatie over hoe 4K-burst-bestanden opgenomen moeten worden. 1 Selecteer een beeld met de [ druk op 3. ]-icoon op het afspeelscherm en • U kunt dezelfde handeling ook uitvoeren door aanraking van de icoon [ ]. • Als het beeld opgenomen was met [ ] ([4K-voorburst]), ga dan verder met stap 3.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Positie van het weergegeven frame Fn4 Fn5 Knopbediening Aanraakbediening Slepen 2/1 Selecteer / > [MENU/SET] Geeft de vorige of de volgende 45 frames als diavoorstelling weer. • Door opnieuw op dezelfde knop te drukken, zullen de frames weergegeven worden die op de volgende frames volgen dan wel de frames die aan de vorige voorafgaan.
5.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive ∫ Selecteren en bewaren van beelden op het TV-scherm • Zet [HDMI-functie (afspelen)] op [AUTO] of [4K]. Als verbinding gemaakt wordt met een TV die geen 4K-films ondersteunt, selecteer dan [AUTO]. • Zet [VIERA link] in [TV-verbinding] op [OFF]. • Als u 4K-burst-bestanden op een TV weergeeft die met de camera verbonden is, zullen ze alleen op het 4K-burst-afspeelscherm weergegeven worden.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive ∫ Instelling voor de 4K Photo-functie van de camera De instelling van de camera wordt automatisch geoptimaliseerd voor de 4K Photo-opname.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive • Als 4K-foto's gemaakt worden, is de gezichtshoek smaller. • De volgende veranderen treden op als 4K-foto's gemaakt worden: – De [I.resolutie]-instelling verandert van [EXTENDED] in [LOW]. – [Bestemming] in [Reisdatum] kan niet opgenomen worden. – [Gelijktijdig zond. filter] is niet beschikbaar. – Het is niet mogelijk de HDMI-uitgang te gebruiken. • Als een opname gemaakt wordt met [ ] ([4K-voorburst]), is [Stapsg. zoom] uitgeschakeld.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Het brandpunt na de opname controleren (Post Focus/Focus Stacking) Toepasbare modi: De camera stelt u in staat 4K-burst-foto's te nemen terwijl het brandpunt naar verschillende zones verschoven wordt. Nadat deze foto's genomen zijn, kunt u de gewenste focuszone selecteren. Deze functie is geschikt voor het opnemen van stilstaande objecten. Het is ook mogelijk meerdere focuszones te selecteren en een enkel samengevoegd beeld te creëren.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive 3 Druk de sluiterknop volledig in om de opname te starten. • Het brandpunt verandert automatisch tijdens het opnemen. Als de icoon (B) verdwijnt, wordt de opname automatisch beëindigd. Vanaf het moment dat de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt tot het einde van de opname. • Handhaaf dezelfde afstand tot het onderwerp en dezelfde compositie. • Er zal een film in [MP4] opgenomen worden. (Er zal geen audio opgenomen worden.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Selecteren van het gewenste scherpstelgebied en bewaren van de foto 1 Selecteer een beeld met de [ druk op 3. ]-icoon op het afspeelscherm en • U kunt dezelfde handeling ook uitvoeren door aanraking van de icoon [ ]. 2 Selecteer en raak een scherpstelgebied aan. • Als een scherp gesteld beeld niet beschikbaar is voor het geselecteerde gebied zal een rood kader weergegeven worden. In dit geval kunt u het beeld niet bewaren.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Meer beelden samenvoegen om het focusbereik te verbreden (Focus Stacking) A Focus B Focus: dichterbij C Focus: verder weg 1 2 Raak [ ] in stap 2 van “Selecteren van het gewenste scherpstelgebied en bewaren van de foto” aan. • U kunt dezelfde handeling ook uitvoeren door op [Fn4] te drukken. Raak de samenvoegingsmethode aan.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive 3 (Wanneer [Bereik samenvoegen] geselecteerd is) Raak het gewenste focusgebied aan. • Specificeer minstens twee gebieden. • De in-focus-gebieden tussen de twee gebieden zullen ook geselecteerd worden en het gecombineerde in-focus-gebied zal aangeduid worden. • De grijze gebieden duiden op gebieden die, indien geselecteerd, tot gevolg kunnen hebben dat het samengevoegde beeld er onnatuurlijk uitziet, en op gebieden die niet geselecteerd kunnen worden.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Foto's maken met de Zelfontspanner Toepasbare modi: 1 Zet de modusknop van de drive op [ 2 ]. Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen en druk de knop helemaal in om de opname te maken. • De focus en de belichting zullen ingesteld worden als de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt. • Na het knipperen van het controlelampje van de zelfontspanner gaat de opname van start. ∫ Veranderen van de tijdinstelling van de zelfontspanner Selecteer het menu.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Foto's maken met Time Lapse Shot/Stop Motion Animatie U kunt foto's maken met Time Lapse Shot of met Stop-motion-animatie. Bovendien kunnen de gemaakte foto's in een film samengevoegd worden. • Voer van tevoren de datum- en tijdinstellingen uit. (P33) • De opgenomen beelden worden weergegeven als een reeks groepsbeelden. (P187) • Als [Systeemfrequentie] op [24.00 Hz (CINEMA)] gezet is, kunt u foto's maken maar kunt u daar geen film van creëren.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Automatisch beelden opnemen met ingestelde tijdsintervallen ([Intervalopname]) Toepasbare modi: De camera kan automatisch onderwerpen opnemen zoals dieren en planten, terwijl de tijd verstrijkt, en een film creëren. 1 2 Zet de modusknop van de drive op [ ]. Laat het instellingenscherm weergeven. (P133) • Schakel naar [Intervalopname] als die niet geselecteerd is.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive • Handelingen tijdens stand-by van de opname (de camera is ingeschakeld) Knopbediening Aanraakbediening [Fn5] Beschrijving van de bediening Geeft een selectiescherm weer waarin u de opname kunt pauzeren of stoppen Geeft een selectiescherm weer waarin u de opname kunt hervatten of stoppen (tijdens pauze) • Nadat de opname gestopt is, zal een bevestigingsscherm weergegeven worden waarin u gevraagd wordt of u verder wilt gaan met de creatie van een film.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Creëren van stopmotion-beelden ([Stop-motionanimatie]) Toepasbare modi: Een stop-motionbeeld wordt gecreëerd door beelden samen te voegen. 1 2 Zet de modusknop van de drive op [ ]. Laat het instellingenscherm weergeven. (P133) • Schakel naar [Stop-motionanimatie] als die niet geselecteerd is. (P133) [Automatische opname] [Opname-interval] 3 [ON] Maakt automatisch foto's volgens een ingesteld tijdsinterval.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive 4 5 Druk de ontspanknop geheel in. • Er kunnen tot 9999 frames opgenomen worden. Beweeg het onderwerp om de compositie te bepalen. • Herhaal de opname op dezelfde manier. • Als dit toestel tijdens het opnemen uitgeschakeld wordt, zal een bericht voor het hervatten van de opname weergegeven worden wanneer het toestel ingeschakeld word. Door [Ja] te selecteren, kunt u de opname voorzetten vanaf het punt van onderbreking.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Creëren van films uit opgenomen foto's Om films te creëren nadat foto's genomen zijn, volg dan onderstaande stappen. 1 Selecteer de methode voor de creatie van een film. • Het opnameformaat is op [MP4] gezet. [Opn. kwaliteit] [Beeldfrequentie] [Serie] 2 Stelt de kwaliteit van de film in. Stelt het aantal frames per seconde in. Hoe groter het aantal hoe soepeler de filmbeelden in elkaar overgaan. [NORMAL]: Voegt beelden samen in de opnamevolgorde.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Foto's maken terwijl een instelling automatisch aangepast wordt (Bracket opname) Toepasbare modi: U kunt meerdere foto's maken terwijl een instelling automatisch aangepast wordt door op de sluiterknop te drukken. 1 Selecteer het menu. (P51) MENU > [Opname] > [Bracket]> [Type Bracket] (Belichting Bracket) (Lensopening Bracket)¢ (Focus Bracket) (Witbalans Bracket) Druk op de sluiterknop om de opname uit te voeren terwijl de belichting aangepast wordt.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive In deze gevallen niet beschikbaar: • De bracket-opname wordt in de volgende gevallen uitgeschakeld. – [Glinsterend water]/[Fonkelende verlichting]/[Nachtop. uit hand]/[Bloemen] (Scene Guide modus) – [Ruw zwart-wit]/[Zacht zwart-wit]/[Miniatuureffect]/[Zachte focus]/[Sterfilter]/[Zonneschijn] (Creative Control modus) – Bij opnames met gebruik van de flitser (behalve voor de witbalansbracket).
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Lensopening Bracket Opnamefunctie: ∫ Over [Meer instellen] (stap 2 in P139) [3], [5]: neemt een gespecificeerd aantal foto's met verschillende lensopeningwaarden binnen het bereik dat op de beginwaarde van de lensopening gebaseerd is. [ALL]: neemt foto's met gebruik van alle lensopeningwaarden.
5. Instellingen voor 4K Photo en Drive Focus Bracket ∫ Over [Meer instellen] (stap 2 in P139) Stelt het interval tussen de brandpuntposities in. [Stap] [Aantal beelden]¢ [Serie] • De afstand waarmee de brandpuntpositie verplaatst in elke stap zal korter zijn als de beginpositie dichter bij een onderwerp is en andersom als de beginpositie verder van een onderwerp af ligt, zal de afstand groter zijn. Stelt het aantal te nemen foto's in.
6. Stabilisator, zoom en flitser Beeldstabilisator Toepasbare modi: Detecteert automatisch jitter en voorkomt het. Voor het opnemen van films is de Hybride Beeldstabilisatorfunctie met 5 assen beschikbaar. Deze maakt zowel gebruik van de optische stabilisator van de lens als van de elektronische stabilisator van de camerasensor. Het corrigeert verschillende soorten jitter, met inbegrip van jitter die optreedt tijdens zoomopnames en tijdens het lopen. Selecteer het menu.
6. Stabilisator, zoom en flitser Golfstoring (camerabeweging) Als de alert voor het bibberen van het beeld [ een driepoot of de zelfontspanner (P132). ] verschijnt, gebruik dan [Stabilisatie], • De sluitertijd zal vooral in de volgende gevallen langzamer zijn. Houdt het toestel stil vanaf het moment dat u de ontspanknop indrukt totdat het beeld op het scherm verschijnt. We raden in dit geval het gebruik van een statief aan. – Langzame synchr.
6. Stabilisator, zoom en flitser Beelden maken met de zoom Soorten zoom en gebruik Optische zoom Toepasbare modi: Zoomt in zonder verslechtering van de beeldkwaliteit. Maximum vergroting: 20k In deze gevallen niet beschikbaar: • Deze functie is in de volgende gevallen niet beschikbaar: – Opnemen met Zoom Macro Extra optische zoom Toepasbare modi: Deze functie werkt als een van de beeldformaten geselecteerd wordt (P196) die aangeduid wordt met .
6. Stabilisator, zoom en flitser Intelligente Zoom Toepasbare modi: U kunt tot twee keer verder inzoomen dan de oorspronkelijke zoomvergroting terwijl de verslechtering van de beeldkwaliteit geminimaliseerd wordt. MENU > [Opname]/ [Bewegend beeld] > [i.Zoom] Instellingen: [ON]/[OFF] In deze gevallen niet beschikbaar: • Deze functie is in de volgende gevallen niet beschikbaar: – [Nachtop. uit hand] (Scene Guide modus) – [Expressieve indruk]/[Speelgoedcam.
6. Stabilisator, zoom en flitser Zoomen met gebruik van aanraakbediening (Touch zoom) 1 2 Raak [ ] aan. Raak [ ] aan. • De schuifbalk wordt afgebeeld. AE 3 Voer de zoomhandelingen uit door de schuifbalk te verslepen. • De zoomsnelheid varieert afhankelijk van de aangeraakte positie. [ ]/[ ] Zoomt langzaam [ ]/[ ] Zoomt snel • Raak [ ] opnieuw aan om de aanraakbediening van de zoom te eindigen.
6. Stabilisator, zoom en flitser Foto’s maken met de flitser Toepasbare modi: ∫ Openen/Sluiten van de ingebouwde flitser Fotograferen met de flitser wordt mogelijk door de ingebouwde flitser te openen. A De flits openen Verschuif de hendel voor het openen van de flitser. B De flits sluiten Druk op de flits totdat deze klikt. • Het geforceerd sluiten van de flitser kan de camera schade berokkenen. • Sluit de ingebouwde flitser altijd als u deze niet gebruikt.
6. Stabilisator, zoom en flitser ∫ Beschikbaar flitsbereik (bij benadering) De randen van geflitste foto's die gemaakt zijn zonder het gebruik van de zoom op korte afstand (vlakbij de groothoekstand) kunnen donker lijken. Dit kan verbeterd worden door iets meer in te zoomen. Breed Tele [AUTO] in 0,5 m tot 13,2 m [Gevoeligheid] 1,0 m tot 7,9 m • Dit is het bereik wanneer [ISO-limiet] (P205) ingesteld is op [OFF]. • Zet de flits niet te dicht bij objecten en sluit de flits niet als hij moet werken.
6. Stabilisator, zoom en flitser Instelling van de flitserfuncties Veranderen van de afvuurmodus Toepasbare modi: Selecteer of u wilt dat het afvuren van de flitser automatisch of handmatig plaatsvindt. 1 Selecteer het menu. (P51) MENU > [TTL] [MANUAL] 2 De camera zal de flitser-output automatisch instellen. Stelt de lichtsterkteratio van de flitser handmatig in.
6. Stabilisator, zoom en flitser Veranderen van de flitsermodus Toepasbare modi: De flits instellen voor opnamen. Selecteer het menu. (P51) MENU ‰ > [Opname] > [Flitser] > [Flitserfunctie] ([Flitser altijd aan]) ([Gdw. aan/rode-og])¢ ([Langz. sync.]) ([Lngz. sync./ rode-og])¢ Œ ([Gedwongen uit]) De flits wordt altijd geactiveerd ongeacht de opnamecondities. • Gebruik deze functie wanneer uw object achtergrondbelichting heeft of onder fluorescent licht staat.
6. Stabilisator, zoom en flitser ∫ Beschikbare flitsinstellingen voor de opnamefuncties De beschikbare flitsinstellingen zijn afhankelijk van de opnamefuncties.
6. Stabilisator, zoom en flitser ∫ Sluitertijd voor elke flitsfunctie Flitsinstelling Sluitertijd (Sec.) ‰ Flitsinstelling 1/60¢1 tot 1/4000 Sluitertijd (Sec.) 1 tot 1/16000 Œ 60¢2 tot 1/16000 ¢1 Dit wordt 60 seconden in de sluiter-prioriteit-AE-modus en B (Bulb) in de Handmatige Belichtingsfunctie. ¢2 Dit wordt B (Bulb) in de Handmatige Belichtingsfunctie. • In de Intelligent Auto modus ( of ) verandert de sluitertijd, afhankelijk van de geïdentificeerde scène.
6. Stabilisator, zoom en flitser De flitsoutput aanpassen Toepasbare modi: Regel de helderheid van de flitser als de beelden die met de flitser gemaakt zijn over- of onderbelicht zijn. 1 Selecteer het menu. (P51) MENU 2 > [Opname] > [Flitser] > [Flitser instel.] Druk op 2/1 om de flitsoutput in te stellen en druk vervolgens op [MENU/SET]. • U kunt van [j3 EV] tot [i3 EV] in stappen van 1/3 EV instellen. • Selecteer [n0] om terug te keren naar de oorspronkelijke flitser-output.
6. Stabilisator, zoom en flitser Fotograferen met draadloze flitsers Toepasbare modi: Door flitsers te gebruiken die de draadloze bediening ondersteunen (DMW-FL200L, DMW-FL360L, DMW-FL580L: optioneel) kunt u het afgaan van de flitser die op de hete schoen van dit toestel bevestigd is en drie flitsergroepen, afzonderlijk regelen. ∫ Plaatsen van draadloze flitsers Breng de draadloze flitser in positie met de draadloze sensor in de richting van de camera gekeerd.
6. Stabilisator, zoom en flitser 3 Druk op 3/4 om een item te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. • Druk op [DISP.] om een testflits af te vuren. A Afvuurmodus B Flitser-output C Lichtsterkteratio [Flitser functie] [TTL]: De camera stelt de output automatisch in. [AUTO]¢: [Interne flitser]/ [Externe flitser] De flitser-output wordt door de externe flitser ingesteld. [MANUAL]: Stel de lichtsterkteratio van de externe flitser met de hand in.
7. Films opnemen Opnemen van films/4K-films Toepasbare modi: De camera kan volledig hoge definitie films opnemen die compatibel zijn met de AVCHD-standaard of 4K-films in MP4 of MOV-formaat (P160, 161). De audio wordt stereo opgenomen. 1 Start het opnemen door op de bewegend beeldknop te drukken. A Verstreken opnametijd B Beschikbare opnametijd • Het is mogelijk om geschikte video’s voor iedere functie op te nemen.
7. Films opnemen • Het werkgeluid kan opgenomen worden tijdens het opnemen van films als bijvoorbeeld de zoom bediend wordt of knoppen of schakelaars gebruikt worden. • Als de Extra optische zoom gebruikt wordt voordat u op de filmknop gedrukt heeft, zullen deze instellingen geannuleerd worden. Het bereik zal aanzienlijk veranderen. • De zoomsnelheid neemt af tijdens de opname van een film. • Afhankelijk van het type kaart, kan de kaartaanduiding even verschijnen na het maken van bewegende beelden.
7. Films opnemen Instelling van formaat, grootte en frame-snelheid van de opname 1 Selecteer het menu. (P51) MENU > [Bewegend beeld] > [Opname-indeling] Dit gegevensformaat is geschikt voor afspelen op een high-definition TV, enz. [AVCHD] [MP4] Dit gegevensformaat is geschikt voor afspelen op een PC, enz. [MP4 (LPCM)] Het gegevensformaat MP4 voor beeldbewerking. [MOV] 2 Gegevensformaat voor beeldbewerking. Druk op 3/4 om [Opn. kwaliteit] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET].
7.
7.
7. Films opnemen • Hoe hoger de waarde van de “Bitsnelheid” is, hoe hoger de beeldkwaliteit wordt. Omdat de camera gebruik maakt van de “VBR”-opnamemethode, wordt de bitsnelheid automatisch veranderd afhankelijk van het op te nemen onderwerp. Als resultaat wordt de opnametijd korter wanneer een snel bewegend onderwerp opgenomen wordt. • Als [Miniatuureffect] voor de Creative Control modus geselecteerd is, kunt u niet de items selecteren die voor 4K-films gebruikt worden.
7. Films opnemen Scherpstellen tijdens het opnemen van een video ([Continu AF]) Toepasbare modi: Het scherpstellen verandert, afhankelijk van de instelling van de focusmodus (P89) en de instelling van [Continu AF] in het [Bewegend beeld]-menu. Focusmodus [AFS]/[AFF]/ [AFC] [MF] [Continu AF] Beschrijving van instellingen [ON] De camera zal tijdens het opnemen automatisch op onderwerpen blijven scherpstellen.¢ [OFF] De camera handhaaft de brandpuntpositie bij de start van de opname.
7. Films opnemen Foto’s maken terwijl u een film maakt Toepasbare modi: Er kunnen foto’s gemaakt worden terwijl u een film opneemt (simultaan opnemen). Druk de sluiterknop tijdens de opname van de video volledig in om een foto te maken. • De simultane opname-indicator wordt weergegeven tijdens het maken van de foto’s. • Opnemen terwijl ook de Touch Shutter-functie (P49) beschikbaar is. 13 ∫ Instelling van de filmprioriteit- of fotoprioriteitmodus Toepasbare modi: Selecteer het menu.
7. Films opnemen Opnemen van Snap Movies Toepasbare modi: U kunt de opnametijd van tevoren specificeren en films opnemen alsof u fotografeert. De functie stelt u ook in staat de scherpstelling aan het begin van de opname te verplaatsen en van tevoren infade/outfade-effecten toe te voegen. • De instelling van [Opn. kwaliteit] die voor de opname gebruikt is, wordt als volgt bepaald door de instelling van [Systeemfrequentie]: – Met [59.94Hz(NTSC)]: [FHD/20M/30p] in [MP4] – Met [50.
7. Films opnemen ∫ Veranderen van de Snap Movie-instellingen Selecteer het menu. (P51) MENU > [Opnametijd] [Trekfocus] [Fade] [Bewegend beeld] > [Snapfilm] > [SET] Stelt de opnametijd van films in. Maakt dramatische beeldexpressie mogelijk door de focus aan het begin van de opname geleidelijk te verplaatsen. (P167) Voegt een fade-in-effect (geleidelijke verschijning) aan beeld en audio toe als de opname start, of voegt een fade-out-effect (geleidelijk verdwijnen) eraan toe als de opname eindigt.
7. Films opnemen Instellen [Trekfocus] Stel de frames in die de posities specificeren waar de [Trekfocus] start (eerste positie) en stopt (tweede positie). Knopbediening 1 2 3 Druk op 2. Druk op 3/4/2/1 om het kader van de AF-zone te verplaatsen en druk op [MENU/SET]. (Eerste positie) • Als u op [DISP.] drukt voordat u op [MENU/SET] drukt, zal het kader naar het midden terugkeren. Herhaal stap 2. (Tweede positie) • Als u op [MENU/SET] drukt, zullen de instellingen van het kader gewist worden.
7. Films opnemen Films opnemen met gebruik van diverse effecten en geavanceerde instellingen (Creatieve Video-modus) Opnamefunctie: [Slow/Quick] (P169) Het is mogelijk om tijdens de filmopname naar slow of quick motion te schakelen. [Dolly Zoom] (P170) Stelt u in staat beelden op te nemen die alleen de gezichtshoek in de achtergrond veranderen terwijl de grootte van het onderwerp (persoon) constant blijft. De beelden worde afgespeeldmet een quick motion-effect van k2.
7. Films opnemen De frame-snelheid veranderen tijdens het opnemen van een film ([Slow/ Quick]) 1 2 Zet de modusknop op [ ]. Selecteer een item dat [Variabele beeldfreq.] ondersteunt. (P168) MENU > [Bewegend beeld] > [Opname-indeling] • [MP4] ondersteunt geen [Variabele beeldfreq.]. MENU > [Bewegend beeld] > [Opn. kwaliteit] • De items die beschikbaar zijn voor opnames met een [Variabele beeldfreq.] worden op het scherm aangeduid als [VBF beschikbaar]. 3 Selecteer het menu.
7. Films opnemen Opnemen van films waarvan alleen de gezichtshoek op de achtergrond continu verandert ([Dolly Zoom]) 1 2 Zet de modusknop op [ ]. Selecteer een item dat [Variabele beeldfreq.] ondersteunt. (P168) MENU > [Bewegend beeld] > [Opname-indeling] • [MP4] ondersteunt geen [Variabele beeldfreq.]. MENU > [Bewegend beeld] > [Opn. kwaliteit] • De items die beschikbaar zijn voor opnames met een [Variabele beeldfreq.] worden op het scherm aangeduid als [VBF beschikbaar]. 3 Selecteer het menu.
7. Films opnemen Films opnemen die pannen en zoomen terwijl een vaste camerapositie gehandhaafd blijft ([4K Live Bijsnijden]) • Houd de camera stevig op zijn plaats terwijl u de opname maakt. • De opname zal uitgevoerd worden met een filmformaat van [FHD]. Panning 1 2 Inzoomen Zet de modusknop op [ ]. Selecteer het menu. (P51) MENU > [Bewegend beeld] > [4K Live Bijsnijden] > [40SEC]/[20SEC] • De gezichtshoek wordt smaller. 3 Stel het beginframe voor het bijsnijden in.
7. Films opnemen 4 Herhaal stap 3 en stel vervolgens het eindframe voor het bijsnijden in. B Eindframe voor het bijsnijden • De instelling van de Auto Focusmodus schakelt naar [š]. (het oog waarop scherp gesteld moet worden, wordt niet aangeduid). 5 ュリヴヱハ 5HVHW ,QVW Druk op de filmknop (of op de sluiterknop) om de opname te starten. C Verstreken opnametijd D Ingestelde werktijd • Laat de filmknop (of de sluiterknop) onmiddellijk los na deze ingedrukt te hebben.
7. Films opnemen Films opnemen met een handmatig ingestelde lensopeningwaarde/ sluitertijd/ISO-gevoeligheid ([Belicht.stand]) 1 2 Zet de modusknop op [ ]. Selecteer het menu. (P51) MENU > [Bewegend beeld] > [Belicht.stand] > [P]/[A]/[S]/[M] • De handeling die nodig is voor het veranderen van de lensopeningwaarde, de sluitertijd of de ISO-gevoeligheid is dezelfde als voor het instellen van de modusknop op , , of .
7. Films opnemen 1 2 Zet de modusknop op [ ]. Selecteer een item dat [Variabele beeldfreq.] ondersteunt. (P168) MENU > [Bewegend beeld] > [Opname-indeling] • [MP4] ondersteunt geen [Variabele beeldfreq.]. MENU > [Bewegend beeld] > [Opn. kwaliteit] • De items die beschikbaar zijn voor opnames met een [Variabele beeldfreq.] worden op het scherm aangeduid als [VBF beschikbaar]. 3 Selecteer het menu. (P51) MENU 4 > [Bewegend beeld] > [Variabele beeldfreq.
7. Films opnemen • Auto Focus werkt niet. • De audio wordt niet opgenomen. • Als u een frame-snelheid instelt waarvan het aantal frames groter is dan 60fps kan het zijn dat de beeldkwaliteit verslechtert. • Als u [Variabele beeldfreq.] toekent aan [Fn knopinstelling] (P55) in het [Voorkeuze]-menu en op de toegekende functieknop drukt, zal het scherm voor de instelling van de frame-snelheid weergegeven worden. (Alleen wanneer [Variabele beeldfreq.] op [ON] gezet is) • Om films die met [Variabele beeldfreq.
7. Films opnemen Minimaliseren van werkgeluiden tijdens een filmopname Het bedrijfsgeluid van de zoom of knopwerking zou opgenomen kunnen worden wanneer deze gehanteerd worden tijdens de opname van een bewegend beeld. Het gebruik van de aanraakiconen maakt de stille werking tijdens het opnemen van films mogelijk. 1 2 3 Start de opname. Raak [ ] aan. Raak de icoon aan.
7. Films opnemen Regelen van het zwarte luminantieniveau ([Niveau masterpedestal]) U kunt de zwarte kleur instellen, die als referentie voor de beelden dient, in 31 stappen. Zwart wordt de masterpedestal genoemd omdat het als referentie voor luminantiesignalen dient. Door het bereik in te stellen dat als zwart gedefinieerd wordt, kunt u niet alleen instellen hoe de zwarte kleur verschijnt, maar ook de luminantiebalans van het gehele beeld. j kant Deze kant creëert een scherp beeld met een hoog contrast.
7. Films opnemen Reduceren van flikkeren en horizontale strepen op de beelden ([Synchro scan]) Door de sluitertijd nauwkeurig in te stellen kunt u het flikkeren en de horizontale strepen die op het beeld van de camera verschijnen reduceren wanneer u het scherm van een TV of een PC opneemt. • Deze functie is alleen beschikbaar als [Belicht.stand] in de Creatieve Video-modus op [S] of [M] gezet is. 1 Selecteer het menu.
7. Films opnemen Omschakelen van de waarde-eenheden ([SS/gain bediening]) U kunt de waarde-eenheden van de sluitertijd en de gain (gevoeligheid) omschakelen. Selecteer het menu. (P51) MENU > [Bewegend beeld] > [SS/gain bediening] [SEC/ISO] Geeft de sluitertijd weer in seconden en de gain in ISO. 2.8 60 0 200 R5m04s [ANGLE/ISO] Geeft de sluitertijd weer in graden en de gain in ISO.
7. Films opnemen Opnemen tijdens het bekijken van de camerabeelden Toepasbare modi: U kunt foto's of films opnemen terwijl het camerabeeld via HDMI op een extern apparaat weergegeven wordt, zoals op een monitor. • Het camerabeeld zal afgespeeld worden met gebruik van de instelling die geselecteerd is voor [Opn. kwaliteit] in het opnamemenu voor films. • Raadpleeg P300 voor informatie over de verbinding.
7. Films opnemen Stel in of u al dan niet bedieningsinformatie voor het starten/stoppen van de opname naar externe apparaten, die op de HDMI-aansluiting aangesloten zijn, wilt versturen. [ON]/[OFF] • [HDMI-opnamebedien.] kan alleen ingesteld worden als [HDMI-tijdcode-uitvoer] in de Creatieve Video-modus op [ON] gezet is. [HDMI-opnamebedien.
8. Afspelen en bewerken van beelden Opnamen terugspelen 1 Druk op [(]. 2 Druk op 2/1. 1/98 2: De vorige opname terugspelen 1: De volgende opname terugspelen • Als u 2/1 ingedrukt houdt, kunt u de beelden achter elkaar afspelen. • De beelden kunnen ook voor- of achteruit langs gelopen worden door aan de modusknop op de voorkant te draaien of door het scherm horizontaal te verslepen.
8. Afspelen en bewerken van beelden Bewegende beelden terugspelen Dit toestel is ontworpen voor het afspelen van films met gebruik van AVCHD, MP4 en MOV formaten. • Bewegende beelden worden weergegeven met de filmicoon ([ ]). Druk op 3 om af te spelen. 12s A Opnametijd film • Nadat het afspelen gestart is, wordt de verstreken afspeeltijd op het scherm weergegeven. 8 minuten en 30 seconden wordt bijvoorbeeld weergegeven als [8m30s]. • Sommige informatie (opname-informatie, enz.
8. Afspelen en bewerken van beelden • U kunt de films afspelen op een PC met “PHOTOfunSTUDIO” (P304). In deze gevallen niet beschikbaar: • Films die met een andere [Systeemfrequentie] opgenomen werden, kunnen niet afgespeeld worden. (P236) Creëren van foto’s uit een video U kunt een scène van een film als een foto bewaren. 1 Op 3 drukken om het terugspelen van bewegend beeld op pauze te zetten. • U kunt het punt van splitsing precies instellen door op 2/1 te drukken terwijl de film gepauzeerd is.
8. Afspelen en bewerken van beelden Omschakelen van de afspeelwijze De terugspeelzoom gebruiken Beweeg het zoomhendeltje naar de [T]-zijde. 1k 2k 4k 8k 2.0X 16k • Als u het zoomhendeltje na het vergroten van het display naar de [W]-zijde draait, zal de uitvergroting verkleind worden. • U kunt het beeld ook vergroten/verkleinen door het deel dat u wilt vergroten (P48) samen te knijpen/te spreiden. • U kunt het vergrote deel bewegen door op 3/4/2/1 te drukken of door het scherm te verslepen.
8. Afspelen en bewerken van beelden Beelden afspelen op opnamedatum (Calender Playback) 1 Draai het zoomhendeltje naar de [W]-zijde om het kalenderscherm weer te geven. 2 Druk op 3/4/2/1 om de opnamedatum te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. • Alleen de beelden die op die datum opgenomen zijn zullen weergegeven worden. • Om terug te keren naar het kalenderscherm draait u het zoomhendeltje naar de [W]-zijde.
8. Afspelen en bewerken van beelden Afspelen van groepsbeelden Een beeldengroep bestaat uit meerdere beelden. U kunt beelden in een groep continu dan wel een voor een afspelen. • U kunt alle beelden in een groep in een keer bewerken of wissen. (als u bijvoorbeeld een beeldengroep wist, worden alle beelden in de groep gewist.) [ ]: Een beeldengroep die in één keer bewaard is met [4K-FOTO In Bulk Opslaan] (P244) [ ]: Een beeldengroep bestaande uit beelden die met Focusbracket gemaakt zijn.
8. Afspelen en bewerken van beelden Continu afspelen van groepsbeelden Druk op 3. • Dezelfde handeling kan uitgevoerd worden door aanraking van de icoon van het groepsbeeld ([ ], [ ], [ ]). • Tijdens het een voor een afspelen van groepsbeelden worden opties weergegeven. Selecteer na de selectie van [Burst afspelen] (of [Serie weergave]), een van de volgende afspeelmethoden: [Vanaf eerste foto]: De beelden worden continu afgespeeld, te beginnen met het eerste beeld van de groep.
8. Afspelen en bewerken van beelden Beelden wissen Is het beeld eenmaal gewist dan kan hij niet meer teruggehaald worden. Om een enkele opname uit te wissen 1 Selecteer het te wissen beeld in de afspeelmodus en druk vervolgens op [ • Dezelfde handeling kan uitgevoerd worden door [ aan te raken. 2 ]. ] Druk op 3 om [Apart wissen] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. Wissen van meer beelden of van alle beelden 1 2 3 Druk in de afspeelmodus op [ ].
9. De menufuncties gebruiken Menulijst [Opname] [Set-up] P190 P229 [Bewegend beeld] P212 [Afspelen] [Voorkeuze] P220 P237 • [Fotostijl], [Filterinstellingen], [AFS/AFF], [Meetfunctie], [Schaduw markeren], [Int.dynamiek], [I.resolutie], [Diffractiecompensatie], [i.Zoom], [Dig. zoom] en [Stabilisatie] zijn gemeenschappelijk voor zowel het [Opname]-menu als het [Bewegend beeld]-menu. Het veranderen van deze instellingen in een van de menu's wordt weerspiegeld in het andere menu.
9. De menufuncties gebruiken [Fotostijl] Toepasbare modi: U kunt effecten selecteren om af te stemmen op het soort beeld dat u wenst te maken. Het is mogelijk de items zoals kleur of beeldkwaliteit van het effect naar uw wens af te stellen. MENU > [Opname] > [Fotostijl] [Standaard] Dit is de standaard instelling. [Levendig]¢1 Prachteffect met hoge verzadiging en contrast. [Natuurlijk]¢1 Zacht effect met laag contrast. [Zwart-wit] Monochroom effect zonder kleurschaduwen.
9. De menufuncties gebruiken ∫ Bijstellen van de beeldkwaliteit 6WDQGDDUG • De beeldkwaliteit kan in de Intelligent Auto Plus modus niet afgesteld worden. 1 2 -5 ±0 ±0 DISP.カスタム登録 [s] Vermindert het verschil tussen de heldere en donkere vlakken op het beeld. [r] Het beeld is zeer scherp. [s] Het beeld is onscherp. [r] Versterkte geruisvermindering. De beeldresolutie kan een beetje minder worden. [s] Minder geruisvermindering. U kunt opnamen met een betere resolutie maken.
9. De menufuncties gebruiken 3 Op [MENU/SET] drukken. • Alleen de aanpassing van de beeldkwaliteit kan ingesteld worden in de Scene Guide modus. ∫ Registreren van instellingen op [Custom] Regel de beeldkwaliteit door stap 2 van “Bijstellen van de beeldkwaliteit” te volgen en druk vervolgens op [DISP.].
9. De menufuncties gebruiken • [Filterinstellingen] kunnen niet gebruikt worden in de volgende gevallen. – Wanneer [Slow/Quick] ingesteld is – Wanneer [Dolly Zoom] ingesteld is – Wanneer [4K Live Bijsnijden] ingesteld is – Wanneer [Variabele beeldfreq.] ingesteld is • [Ruw zwart-wit]/[Zacht zwart-wit]/[Zachte focus]/[Sterfilter]/[Zonneschijn] zijn in de volgende gevallen niet beschikbaar.
9. De menufuncties gebruiken ∫ Gelijktijdig met en zonder beeldeffect foto's maken ([Gelijktijdig zond. filter]) U kunt één keer op de sluiterknop drukken en gelijktijdig twee foto's nemen, een met een beeldeffect en een zonder. MENU > [Opname] > [Filterinstellingen] > [Gelijktijdig zond. filter] Instellingen: [ON]/[OFF] • Als dit item op [ON] gezet is, zal eerst een foto met beeldeffect genomen worden, gevolgd door een zonder beeldeffect.
9. De menufuncties gebruiken [Aspectratio] Toepasbare modi: Dit biedt u de mogelijkheid de aspectratio van de beelden te kiezen die het best bij het afdrukken of het terugspelen past. MENU > [Opname] > [Aspectratio] [4:3] [Aspectratio] van een 4:3 TV [3:2] [Aspectratio] van een 35 mm filmcamera [16:9] [Aspectratio] van een hoge-definitie TV, enz. [1:1] Vierkante aspectratio [Fotoresolutie] Toepasbare modi: Stel het aantal pixels in.
9. De menufuncties gebruiken [Kwaliteit] Toepasbare modi: De compressiesnelheid instellen waarop de beelden opgeslagen moeten worden. > MENU [Opname] > [Kwaliteit] Instellingen Bestandsformaat Een JPEG-beeld waarin prioriteit aan de beeldkwaliteit gegeven werd. [A] JPEG [›] [ ] [ ] [ Beschrijving van instellingen ] RAWiJPEG RAW Een JPEG-beeld met standaard beeldkwaliteit. Dit is nuttig voor het veranderen van het aantal opnames zonder het aantal pixels te verhogen.
9. De menufuncties gebruiken [Meetfunctie] Toepasbare modi: Type optische meting om helderheid te meten kan veranderd worden. MENU > [Opname] > [Meetfunctie] [ ] (Meervoudig) Dit is de methode waarbij de camera de beste belichting meet door de helderheid op het hele beeld automatisch te berekenen. Wij raden aan om zoveel mogelijk deze methode te gebruiken.
9. De menufuncties gebruiken [Schaduw markeren] Toepasbare modi: U kunt de helderheid van heldere en donkere gedeeltes van een beeld bijstellen terwijl u de helderheid op het scherm controleert. > MENU [Opname] > [Schaduw markeren] (Standaard) Er is een status zonder bijstellingen ingesteld. (Vergroot het contrast) Heldere zones worden helderder en donkere zones worden donkerder. (Verklein het contrast) Heldere zones worden donkerder en donkere zones worden helderder.
9. De menufuncties gebruiken [Int.dynamiek] Toepasbare modi: Contrast en belichting worden gecompenseerd als het verschil in helderheid tussen de achtergrond en het onderwerp groot is, enz. MENU > [Opname] > [Int.dynamiek] Instellingen: [AUTO]/[HIGH]/[STANDARD]/[LOW]/[OFF] In deze gevallen niet beschikbaar: • Het compensatie-effect wordt mogelijk niet verkregen afhankelijk van de opname-omstandigheden. • Deze functie is in de volgende gevallen niet beschikbaar: – Wanneer [HDR] op [ON] gezet is [I.
9. De menufuncties gebruiken [HDR] Toepasbare modi: U kunt 3 beelden met verschillende niveaus van belichting in een enkel beeld combineren met rijke schakeringen. U kunt het verlies aan gradatie minimaliseren in heldere en donkere zones, wanneer het contrast tussen de achtergrond en het onderwerp bijvoorbeeld groot is. Een door HDR gecombineerd beeld wordt in JPEG opgenomen.
9. De menufuncties gebruiken [Multi-belicht.] Toepasbare modi: Heeft een effect als multi-belichting tot gevolg. (equivalent aan tot 4 keer voor een afzonderlijk beeld) MENU 1 2 > [Opname] > [Multi-belicht.] Druk op 3/4 om [Start] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. Bepaal de samenstelling en maak het eerste beeld. • Na het maken van de foto de sluiterknop tot halverwege indrukken om de volgende foto te maken.
9. De menufuncties gebruiken ∫ Instellingen veranderen [Auto gain] Als u [OFF] selecteert, worden de belichtingsresultaten gesuperponeerd zoals ze zijn. Compenseer de belichting zoals nodig is, afhankelijk van het onderwerp. [Overlappen] Als u [ON] selecteert, kunt u Multi Belichting op eerder opgenomen beelden toepassen. Nadat [Start] geselecteerd is, zullen de beelden op de kaart weergegeven worden. Selecteer een RAW-beeld en druk op [MENU/SET] om op te nemen.
9. De menufuncties gebruiken [Sluitertype] Toepasbare modi: U kunt foto's maken met een van de twee sluiters: de mechanische sluiter of de elektronische sluiter. MENU > [AUTO] [Opname] > [Sluitertype] De sluitermodus schakelt automatisch om op grond van de opname-omstandigheden en de sluitertijd. [MSHTR] Gebruikt alleen de mechanische sluitermodus om een foto te maken. [ESHTR] Gebruikt alleen de elektronische sluitermodus om een foto te maken.
9. De menufuncties gebruiken [Rode-ogencorr] Toepasbare modi: Wanneer de rode-ogenreductie ([ ], [ ]) geselecteerd is, wordt de digitale rode-ogencorrectie telkens uitgevoerd wanneer de flitser gebruikt wordt. Het toestel spoort automatisch rode ogen op en corrigeert het beeld. MENU > [Opname] > [Rode-ogencorr] Instellingen: [ON]/[OFF] • [ ] wordt op de icoon weergegeven als [ON] ingesteld is. • Onder bepaalde omstandigheden, kan de rode ogenreductie niet gecorrigeerd worden.
9. De menufuncties gebruiken [Uitgebreide ISO] Toepasbare modi: U kunt de numerieke waarden uitbreiden die voor de ISO-gevoeligheid ingesteld kunnen worden. MENU > [Opname] > [Uitgebreide ISO] Instellingen: [ON]/[OFF] In deze gevallen niet beschikbaar: • Deze functie is in de volgende gevallen niet beschikbaar: – Bij 4K-foto-opnames – Tijdens opname met [Post Focus] [Lang sl.n.
9. De menufuncties gebruiken [Diffractiecompensatie] Toepasbare modi: De camera verhoogt de resolutie door de wazigheid te corrigeren die door diffractie veroorzaakt wordt wanneer de lensopening dichtgaat. MENU > [Opname] > [Diffractiecompensatie] Instellingen: [AUTO]/[OFF] • Het compensatie-effect wordt mogelijk niet verkregen afhankelijk van de opname-omstandigheden. • Beeldruis kan sterker worden met een hogere ISO-gevoeligheid.
9. De menufuncties gebruiken [Gezicht herk.] Toepasbare modi: Gezichtsdetectie is een functie waarmee een gezicht gevonden wordt dat op een geregistreerd gezicht lijkt en het scherpstellen en de belichting daarvan automatisch prioriteit geeft. Zelfs als de persoon zich enigszins op de achtergrond bevindt of aan het uiteinde van een rij op een groepsfoto staat, kan de camera toch een duidelijk beeld maken. KEN MENU > KEN [Opname] > [Gezicht herk.
9. De menufuncties gebruiken ∫ Gezichtsinstellingen U kunt informatie registreren zoals namen en verjaardagen voor gezichtsbeelden van maximaal 6 personen. Opnamepunt wanneer u de gezichtsbeelden registreert • Gezichtvoorkant met open ogen en mond gesloten, ervoor zorgend dat de uitlijn van het gezicht, de ogen of de wenkbrauwen niet bedekt worden door het haar wanneer u registreert. • Zorg ervoor dat er niet veel schaduw op het gezicht valt wanneer u registreert.
9. De menufuncties gebruiken 4 Selecteer het item. • U kunt t/m 3 gezichtsbeelden registreren. [Naam] Het is mogelijk namen te registreren. • Raadpleeg P59 voor informatie over hoe lettertekens ingevoerd moeten worden. [Leeftijd] Het is mogelijk de verjaardag te registreren. (Voeg Beelden toe) Extra gezichtsbeelden toevoegen. [Beeld toev.] 1 Selecteer het frame van de ongeregistreerde gezichtsdetectie en druk vervolgens op [MENU/SET]. 2 Voer stappen 3 in “Gezichtsinstellingen” uit.
9. De menufuncties gebruiken [Profiel instellen] Toepasbare modi: Als u de naam en verjaardag van uw kind of huisdier van tevoren instelt, dan kunt u hun naam en leeftijd in maanden en jaren op de foto's opnemen. U kunt deze bij het afspelen weergeven of op de opgenomen beelden stempelen met gebruik van [Tekst afdr.] (P249).
9. De menufuncties gebruiken : [Bewegend beeld]-menu • [Fotostijl] (P191) • [Filterinstellingen] (P193) • [Slow/Quick] (P169) • [Dolly Zoom] (P170) • [4K Live Bijsnijden] (P171) • [Snapfilm] (P165) • [Opname-indeling] (P159) • [Opn. kwaliteit] (P159) • [Belicht.stand] (P173) • [Variabele beeldfreq.] (P173) • [AFS/AFF] (P89) • [Foto/film] (P164) • [Continu AF] (P163) • [Uitgelijnde opname] (P212) • [Meetfunctie] (P198) • [Schaduw markeren] (P199) • [Int.
9. De menufuncties gebruiken [Helderheidsniveau] Toepasbare modi: Selecteer het luminantiebereik dat bij het gebruik van de video past. MENU > [Bewegend beeld] > [Helderheidsniveau] Instellingen: [0s255]/[16s235]/[16s255] • Deze functie werkt alleen voor films. Foto's (met inbegrip van de foto's die u tijdens het opnemen van een film maakt) zullen genomen worden met [0s255]. • Als [Opname-indeling] op [AVCHD] of [MP4] gezet is, zal [0-255] in [Helderheidsniveau] op [16-255] gezet worden.
9. De menufuncties gebruiken [Tijdcode waarde] Stelt het startpunt (starttijd) van de tijdcode in. [Reset]: Stelt 00:00:00:00 (uren: minuten: secondes: frames) in [Handmatige invoer]: Voor de handmatige invoering van uren, minuten, seconden en frames. [Huidige tijd]: Zet de uren, minuten en secondes op de huidige tijd en zet de frames op 00. Stelt de opnamemethode van de tijdcode in. [DF] (Drop Frame): De camera verandert het verschil tussen de opgenomen tijd en de tijdcode.
9. De menufuncties gebruiken [Antiflikkering] Toepasbare modi: De sluitersnelheid kan vastgezet worden om flikkeren van of strepen in het bewegende beeld te reduceren. MENU > [Bewegend beeld] > [Antiflikkering] Instellingen: [1/50]/[1/60]/[1/100]/[1/120]/[OFF] [Geluid ouput] Toepasbare modi: U kunt films opnemen terwijl u de geluiden die opgenomen worden hoort door een in de handel verkrijgbare koptelefoon op dit toestel aan te sluiten.
9. De menufuncties gebruiken [Micr. weerg.] Toepasbare modi: Toont het microfoonniveau op het opnamescherm. MENU > [Bewegend beeld] > [Micr. weerg.] Instellingen: [ON]/[OFF] • Wanneer [Microfoon begrenzer] ingesteld is op [OFF], staat [Micr. weerg.] op [ON]. [Micr. instellen] Toepasbare modi: Regel het geluidsingangsniveau op 19 verschillende niveaus (j12 dB tot i6 dB). MENU > [Bewegend beeld] > [Micr. instellen] • De weergegeven dB-waarden zijn bij benadering.
9. De menufuncties gebruiken [Uitsch. geluid vd wind] Toepasbare modi: Dit zal de windruis verlagen die van de interne microfoon afkomstig is terwijl de geluidskwaliteit gehandhaafd blijft. MENU > [Bewegend beeld] > [Uitsch. geluid vd wind] Instellingen: [HIGH]/[STANDARD]/[OFF] • [HIGH] verlaagt daadwerkelijk de windruis door het lage geluid te minimaliseren als sterke wind gedetecteerd wordt. • [STANDARD] extraheert en verlaagt de windruis, zonder de geluidskwaliteit te verslechteren.
9. De menufuncties gebruiken [Kleurenbalken] Toepasbare modi: U kunt kleurenbalken laten weergeven hetgeen nuttig is voor het regelen van instellingen zoals de beeldkwaliteit van een externe monitor. Als u kleurenbalken weergeeft, zal ook een testtoon klinken. • De helderheid en de kleurtoon die op de monitor of de zoeker van de camera verschijnen, kunnen verschillen van die welke op een ander apparaat verschijnen, zoals op een externe monitor.
9. De menufuncties gebruiken • Als u op [MENU/SET] drukt terwijl u kleurenbalken als een film opneemt, zullen de kleurenbalken verdwijnen maar kunt u de opname voortzetten. Dit stelt u in staat kleurenbalken aan het begin van een film op te nemen. • Als u [Kleurenbalken] aan [Fn knopinstelling] (P55) toekent in het [Voorkeuze]-menu kunt u iedere keer dat op de functieknop gedrukt wordt waaraan de instelling toegkend is de kleurenbalken weergeven of verbergen.
9. De menufuncties gebruiken : MENU [Voorkeuze]-menu > [Voorkeuze] [Geh voorkeursinst.] [Stille modus] Registreert de huidige camera-instellingen als standaardinstelling. Schakelt werkgeluiden en verlichting in een keer uit. • De audio van de luidspreker zal op mute gezet worden en de flitser en het AF Assist-lampje zullen uitgeschakeld worden. De volgende instellingen worden vastgezet. – [Sluitertype]: [ESHTR] – [Flitserfunctie]: [Œ] (flitser gedwongen uitgeschakeld) – [AF ass.
9. De menufuncties gebruiken MENU > [Voorkeuze] [Quick AF] [Oogsensor AF] Zolang de camera stevig vastgehouden wordt, zal de camera het brandpunt automatisch aanpassen en zal de brandpuntregeling sneller zijn als op de sluiterknop gedrukt wordt. • De batterij raakt sneller op dan normaal. • Deze functie is in de volgende gevallen niet beschikbaar: – In de preview-modus – In situaties met weinig licht De camera stelt het brandpunt automatisch in als de oogsensor actief is.
9. De menufuncties gebruiken MENU > [Voorkeuze] Verplaatst de AF-zone of MF-assist m.b.v. de cursorknop wanneer u opneemt. [Direct focuspunt] • Als [š], [ ], [ ], of [Ø] geselecteerd is, kan de AF-zone verplaatst worden; als [ ] geselecteerd is, kan de uitvergrote positie verplaatst worden. • Om de onderdelen in te stellen die gebruik maken van de cursorknoppen, zoals [Witbalans] of [Gevoeligheid] kunt u in plaats daarvan het Quick Menu (P53) gebruiken.
9. De menufuncties gebruiken MENU > [Voorkeuze] Stelt de weergavemethode van MF Assist in (vergroot scherm). [MF assist] [MF assist weergave] [MF-gids] • MF Assist wordt niet weergegeven in de volgende gevallen: – Wanneer u bewegende beelden opneemt – Als opnames gemaakt worden met [ ] ([4K-voorburst]) van de 4K-fotofunctie – Bij het gebruik van de digitale zoom Stelt in of MF Assist (vergroot scherm) in een venster op het scherm weergegeven wordt dan wel op het volledige scherm.
9. De menufuncties gebruiken MENU > [Voorkeuze] Dit biedt u de mogelijkheid om het histogram wel of niet af te beelden. U kunt de positie instellen door op 3/4/2/1 te drukken. • Bediening door rechtstreekse aanraking is ook mogelijk vanuit het opnamescherm. [Histogram] [Richtlijnen] • Een Histogram is een grafiek die helderheid langs de horizontale as (zwart of wit) en het aantal pixels bij elk helderheidniveau op de verticale as afbeeld. Hiermee controleert u snel de belichting van een beeld.
9. De menufuncties gebruiken MENU > [Voorkeuze] Wanneer de automatische overzichtfunctie geactiveerd is of wanneer u terugspeelt, verschijnen er witte verzadigde zones die in het zwart en wit knipperen. [Highlight] • Als er wit verzadigde zones zijn, raden we aan de belichting naar negatief te compenseren (P103), onder raadpleging van het histogram (P224) en het beeld dan opnieuw te maken. Het beeld kan zo een betere kwaliteit krijgen.
9. De menufuncties gebruiken MENU > [Voorkeuze] U kunt het opnamescherm in zwart-wit laten weergeven. Deze functie is handig omdat het met een zwart-witscherm gemakkelijker is scherp te stellen met de manuele focus. [Zwart-wit Live View] [Constant preview] • Zelfs als u tijdens de HDMI-uitgave tijdens het opnemen gebruikt, zal deze functie voor het aangesloten apparaat niet werken. • De opgenomen beelden zullen hier niet door beïnvloed worden.
9. De menufuncties gebruiken MENU > [Voorkeuze] Schakelt de beeldschermen om naar die welke geschikt zijn voor het opnemen van bewegende beelden. [Video prioriteit menu] [Auto review] • De weergave van de waarde van de belichtingscompensatie zal omgeschakeld worden binnen het beschikbare bereik voor films. Als u de belichtingscompensatie regelt, zal het bereik dat alleen voor foto's beschikbaar is als [ ] weergegeven worden.
9. De menufuncties gebruiken MENU > [Voorkeuze] [Geleidelijke zoom] U kunt de zoomsnelheid instellen om geleidelijker te veranderen wanneer u het zoomen start en/of stopt. • Als u [Slow Zoom-snh] op [L] zet, zal [Geleidelijke zoom] vast op [OFF] staan. s [Lenspositie Hervatten] Onthoudt de zoompositie en de focuspositie wanneer de camera uitgeschakeld wordt. s [Lens Intrekken] Trekt de lenscilinder een beetje in nadat het afspeelscherm verschenen is. s [Q.
9. De menufuncties gebruiken : MENU [Set-up]-menu > [Set-up] [Online handleiding] [URL weergeven]/[QR-code weergeven] [Klokinst.] De datum en de tijd instellen. s P33 Stelt de tijden in voor de regio waar u woont en uw vakantiebestemming. • [Bestemming] kan ingesteld worden na het instellen van [Home]. Druk na de selectie van [Bestemming] of [Home] op 2/1 om een gebied te selecteren en druk op [MENU/SET] om het in te stellen.
9. De menufuncties gebruiken MENU > [Set-up] [Reisdatum] (wordt vervolgd) [Wi-Fi] [Toon] • U kunt het aantal verstreken dagen en de reisbestemming weergeven tijdens het afspelen of ze op de opgenomen beelden stempelen in [Tekst afdr.] (P249). • Het aantal dagen dat verstreken is sinds de vertrekdatum kan afgedrukt worden met gebruik van de software “PHOTOfunSTUDIO” (P304). • De reisdatum wordt berekend aan de hand van de manier waarop de klok is ingesteld en de vertrekdatum die u hebt ingevoerd.
9. De menufuncties gebruiken MENU > [Set-up] De helderheid, kleur of de rode of blauwe tint van de monitor/zoeker worden ingesteld. 1 [Scherm]/[Zoeker] 2 Selecteer de instellingen door op 3/4 te drukken en stel bij met 2/1. • Het bijstellen kan ook uitgevoerd worden door aan de modusknop op de achterkant te draaien. Op [MENU/SET] drukken om in te stellen. s • Het zal de monitor bijstellen als de monitor gebruikt wordt en de zoeker als de zoeker gebruikt wordt.
9. De menufuncties gebruiken MENU > [Set-up] [Slaapsmodus]: De camera wordt automatisch uitgeschakeld als hij camera niet gebruikt wordt gedurende de in de instelling geselecteerd tijd. [Slaapsmodus (Wi-Fi)]: De camera wordt automatisch uitgeschakeld als hij niet met een Wi-Fi-netwerk verboden is en niet gebruikt is gedurende (ongev.) 15 minuten. [Auto LVF/scherm uit]: De monitor/zoeker wordt automatisch uitgeschakeld als de camera niet gebruikt wordt gedurende de in de instelling geselecteerd tijd.
9. De menufuncties gebruiken MENU > [Set-up] [HDMI-functie (afspelen)]: Stelt het uitgangsformaat van het beeld in. [TV-verbinding] [AUTO]: De outputresolutie wordt automatisch ingesteld op basis van de informatie die wordt verkregen van de aangesloten TV. [C4K]: De progressieve methode met 2160 beschikbare scanlijnen wordt voor de uitgave gebruikt. Het uitgaveformaat is op 4096k2160 gezet.
9. De menufuncties gebruiken MENU > [Set-up] [VIERA link]: [TV-verbinding] (wordt vervolgd) Als u [ON] selecteert, worden de werking van de camera en de VIERA Link-compatibele apparatuur die met een HDMI-microkabel met de camera verbonden is, automatisch gekoppeld zodat u in staat gesteld wordt de camera te bedienen met de afstandsbediening van de VIERA Link-compatibele apparatuur. P302 [Menu hervatten] Bewaart voor ieder menu de locatie van het laatste gebruikte menu-item.
9. De menufuncties gebruiken MENU > [Set-up] De volgende instellingen worden weer op de fabriekswaarden gezet: – Opname-instellingen (behalve voor de instellingen van [Gezicht herk.] en [Profiel instellen]) – Opname-instellingen ([Gezicht herk.] en [Profiel instellen] instellingen) – Setup-/standaardinstellingen [Resetten] • Als de instellingen van instellingen/custom gereset worden, worden de volgende instellingen ook gereset.
9. De menufuncties gebruiken MENU > [Set-up] U kunt de systeemfrequentie van bewegende beelden die u op de camera opneemt en afspeelt veranderen. [59.94 Hz (NTSC)]: Voor regio's waar het TV-zendsysteem NTSC is. [50.00 Hz (PAL)]: Voor regio's waar het TV-zendsysteem PAL is. [24.00 Hz (CINEMA)]: Deze systeemfrequentie dient voor de creatie van films. • Na de instelling gecontroleerd te hebben, schakelt u de camera uit en weer in.
9. De menufuncties gebruiken MENU > [Set-up] [Corr.]: [Niveaumeting Aanp.] Houd de camera horizontaal en druk op [MENU/SET]. De niveaumeter zal aangepast worden. s [Waarde Niveaum. Resetten]: Stelt opnieuw de fabrieksinstelling van de niveau meter in. [Activeren] Gebruik een (DMW-SFU1: optionele) software-upgrade-code om de uitgebreide functies van de camera in te schakelen. s [Serienr exporteren]/[Act. code importeren]/ [Activatielijst] [Demo Modus] U kunt scherpstellen, verscherpen, enz.
9. De menufuncties gebruiken ∫ Selecteren van (een) beeld(en) na de selectie van [Enkel] of [Multi] • Als [Enkel] en [Multi] niet beschikbaar zijn, selecteer dan een beeld o dezelfde manier waarop [Enkel] geselecteerd wordt. Instelling [Enkel] 1 Op 2/1 drukken om het beeld te kiezen. 2 Op [MENU/SET] drukken. • Als [Inst./annul] rechtsonder op het scherm weergegeven wordt, wordt de instelling gewist wanneer opnieuw op [MENU/SET] gedrukt wordt.
9. De menufuncties gebruiken [Diashow] U kunt de beelden afspelen die u gemaakt heeft in synchronisatie met muziek en u kunt dit doen in opeenvolging terwijl u een vastgestelde pauze laat tussen elk van de beelden. U kunt tevens een diavoorstelling samenstellen die bestaat uit alleen foto’s, alleen films, enz. We raden deze functie aan wanneer u uw beelden bekijkt d.m.v. het aansluiten van het toestel aan een TV.
9. De menufuncties gebruiken ∫ De diavoorstellinginstellingen veranderen U kunt de instellingen veranderen voor afspelen van diavoorstelling door [Effect] of [Set-up] te selecteren op het diavoorstellingmenuscherm. Dit biedt u de mogelijkheid de schermeffecten te selecteren wanneer u van het ene naar het andere beeld schakelt. [Effect] [Duur] • [Duur] kan alleen ingesteld worden wanneer [OFF] geselecteerd is als de [Effect] instelling.
9. De menufuncties gebruiken [Locatie vermelden] U kunt de locatie-informatie die van een smartphone verstuurd is (breedtegraad en lengtegraad) op beelden schrijven. • U kunt locatie-informatie versturen en deze op beelden schrijven met gebruik van een smartphone. (P269) • U dient “Panasonic Image App” op uw smartphone te installeren. (P262) • Lees de [Help] in het “Image App”-menu voor meer details over hoe te werk te gaan. Voorbereiding: Locatie-informatie naar de camera versturen vanaf de smartphone.
9. De menufuncties gebruiken [RAW-verwerking] U kunt de beelden die in het RAW-formaat opgenomen zijn verwerken. De verwerkte beelden zullen in JPEG-formaat bewaard worden. MENU 1 2 > [Afspelen] > [RAW-verwerking] Selecteer RAW-beelden met 2/1 en druk vervolgens op [MENU/SET]. Druk op 3/4 om een item te selecteren. • U kunt de volgende items instellen. De instellingen die u voor de opname gebruikte worden geselecteerd als u deze items begint in te stellen. [Witbalans] [Belichtingscomp.
9. De menufuncties gebruiken 3 4 5 Druk op [MENU/SET] en stel in. • Raadpleeg “Instellen van de items” op P243. Op [MENU/SET] drukken. • Deze handeling brengt u terug naar het scherm van stap herhaalt u de stappen 2 tot 4. 2. Om andere items in te stellen, Selecteer [Start verwerking] met 3/4 en druk vervolgens op [MENU/SET]. ∫ Instellen van de items Als u een item selecteert, zal het instellingenscherm weergegeven worden. Knopbediening Aanraakb ediening 2/1 / Slepen Selecteert een instelling.
9. De menufuncties gebruiken Instelling [Set-up] Als u een item selecteert, zal het scherm weergegeven worden waarin u gevraagd wordt [Aanpassingen herstellen], [Kleurruimte] of [Fotoresolutie] weer te geven. 1 Druk op 3/4 om een item te selecteren en druk op [MENU/SET]. • Als u [Aanpassingen herstellen] selecteert, zal een bevestigingsscherm weergegeven worden. Door [Ja] te selecteren zal de handeling uitgevoerd worden en keert u terug naar het scherm voor de selectie van het item.
9. De menufuncties gebruiken [Lichtcompositie] Selecteer meervoudige frames uit de 4K-burst-bestanden die u wenst te combineren. Delen van het beeld die helderder zijn dan het vorige frame zullen over het vorige frame heen geplaatst worden om de frames tot één foto te combineren. MENU 1 2 > [Afspelen] > [Lichtcompositie] Druk op 2/1 om de 4K-foto-burst-bestanden te selecteren en druk op [MENU/ SET]. Kies de samenvoegmethode en druk vervolgens op [MENU/SET]. [Samengesteld samenv.
9. De menufuncties gebruiken [Bereik samenvoegen] instelling Selecteer de eerste en de laatste frames van de tussenliggende frames waarvan de helderder delen over elkaar heen geplaatst moeten worden. 1 Selecteer het frame van de eerste foto en druk op [MENU/SET]. De selectiemethode is dezelfde als die in stap 1 van de [Samengesteld samenv.]-instelling. 2 Selecteer het frame van de laatste foto en druk op [MENU/SET]. 3 Selecteer [Ja] op het bevestigingsscherm en druk vervolgens op [MENU/SET].
9. De menufuncties gebruiken [Retouche wissen] • Het wissen kan alleen uitgevoerd worden door aanraking. [Retouche wissen] schakelt automatisch de aanraakbediening in. [Afspelen] > MENU > [Retouche wissen] 1 2 Druk op 2/1 om een beeld te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. Sleep uw vinger over het deel dat u wilt wissen. • De te wissen delen zijn gekleurd. • Door [Onged. maken] aan te raken, worden de gekleurde delen opnieuw op de vorige status gezet.
9. De menufuncties gebruiken [Titel bew.] U kunt tekst (commentaar) toevoegen aan beelden. Nadat er tekst geregistreerd is, kan het afgedrukt worden bij het printen m.b.v. [Tekst afdr.] (P249). MENU 1 2 > [Afspelen] > [Titel bew.] Selecteer de opname. (P238) • [’] wordt afgebeeld voor beelden met al geregistreerde titels. De tekst invoeren. (P59) • Om de titel te wissen, alle tekst in het scherm van tekstinvoer weghalen.
9. De menufuncties gebruiken [Tekst afdr.] U kunt opname-informatie op de opgenomen beelden stempelen. LISA MENU 1 2 > [Afspelen] > [Tekst afdr.] Selecteer de opname. (P238) • [‘] verschijnt op het scherm als het beeld afgedrukt wordt met tekst. Druk op 3/4 om [Inst.] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. [Opnamedatum] Drukt de opnamedatum af. [Naam] [Locatie] [Reisdatum] [Titel] 3 4 [ ] ([Gezichtsherkenning]): De in [Gezicht herk.] geregistreerde naam zal gestempeld worden.
9. De menufuncties gebruiken [Splits video] De opgenomen video kan in twee delen gesplitst worden. Dit wordt aanbevolen wanneer u een deel dat u nodig heeft wilt afsplitsen van een deel dat u niet nodig heeft. Het splitsen van een video is permanent: Denk goed na voordat u splitst! MENU > [Afspelen] > [Splits video] 1 Druk op 2/1 om de te splitsen video te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. 2 Druk op 3 op het punt waarop u wilt splitsen.
9. De menufuncties gebruiken [Intervalvideo] Deze functie stelt u in staat om een film te creëren uit een beeldengroep die opgenomen is met [Intervalopname]. De zo gecreëerde film wordt in het MP4-opnameformaat bewaard. MENU 1 2 > [Afspelen] > [Intervalvideo] Selecteer de [Intervalopname] beeldgroep met 2/1, en druk vervolgens op [MENU/SET]. Creëer een film door de creatiemethode te selecteren. • Raadpleeg P138 voor details. Raadpleeg ook de opmerkingen op P135 voor de gecreëerde films.
9. De menufuncties gebruiken [Nw. rs.] Om gemakkelijk posten naar webpagina's, bijlagen naar email enz. toe te laten, wordt de beeldresolutie (aantal pixels) gereduceerd. MENU > [Afspelen] > [Nw. rs.] Selecteer het beeld en het formaat. Instelling [Enkel] 1 Op 2/1 drukken om het beeld te selecteren en vervolgens op [MENU/SET] drukken. 2 Druk op 3/4 om de grootte te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET].
9. De menufuncties gebruiken [Bijsnijden] U kunt eerst uitvergroten en dan een belangrijk deel van de opname kiezen. MENU 1 2 > [Afspelen] > [Bijsnijden] Op 2/1 drukken om het beeld te selecteren en vervolgens op [MENU/SET] drukken. Gebruik het zoomhendeltje en druk op 3/4/2/1 om de te bewerken delen te selecteren. W W • U kunt ook [ 3 T Zoomhendeltje (W): Reductie Zoomhendeltje (T): Vergroting 3/4/2/1: Verplaats T ]/[ ] aanraken om het deel te vergroten/verkleinen.
9. De menufuncties gebruiken [Roteren] (Het beeld wordt handmatig gedraaid.) Draai beelden handmatig in stappen van 90o. • De [Roteren]-functie wordt uitgeschakeld als [Scherm roteren] op [OFF] gezet is. MENU 1 2 > [Afspelen] > [Roteren] Op 2/1 drukken om het beeld te selecteren en vervolgens op [MENU/SET] drukken. Selecteer de draairichting. : Het beeld draait steeds 90o met de wijzers van de klok mee. : Het beeld draait steeds 90o tegen de wijzers van de klok in.
9. De menufuncties gebruiken [Favorieten] U kunt het volgende doen als er een markering toegevoegd is aan opnamen en deze ingesteld zijn als favorieten. • Alle foto's wissen die niet ingesteld zijn als favorieten. ([Alles wissen behalve Favoriet]) MENU > [Afspelen] > [Favorieten] Selecteer de opname. (P238) ∫ Alle [Favorieten] instellingen annuleren Druk op 3/4 om [Annul] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. • In de [Afspeelfunctie] is [Annul] uitgeschakeld.
9. De menufuncties gebruiken ∫ De datum afdrukken Na het instellen van het aantal afdrukken, kunt u het afdrukken met opnamedatum instellen/wissen door op 1 te drukken. • Afhankelijk van de fotograaf of de printer, zou de datum niet afgedrukt kunnen worden zelfs als u instelt op het afdrukken van de datum. Voor verdere informatie raadpleegt u uw fotograaf of de gebruiksaanwijzing van uw printer. • Het kenmerk van de datumafdruk is uitgeschakeld voor beelden die met tekst bedrukt worden.
9. De menufuncties gebruiken [Beveiligen] U kunt een beveiliging instellen voor opnames waarvan u niet wilt dat ze per ongeluk gewist kunnen worden. MENU > [Afspelen] > [Beveiligen] Selecteer de opname. (P238) ∫ Alle [Beveiligen] instellingen annuleren Druk op 3/4 om [Annul] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. Zelfs als u beelden niet beveiligt op een kaart, kunnen deze niet gewist worden wanneer de Schrijfbeveiligingschakelaar van de kaart ingesteld staat op [LOCK].
9. De menufuncties gebruiken [Foto's sorteren] U kunt de volgorde instellen waarmee de camera de beelden tijdens het afspelen weergeeft. MENU > [Afspelen] > [Foto's sorteren] [FILE NAME] Geeft de beelden weer op mapnaam/bestandsnaam. Dit weergaveformaat stelt u in staat de beelden op de kaart gemakkelijk te lokaliseren. [DATE/TIME] Geeft de beelden weer op opnamedatum. Als de kaart beelden bevat die met meer dan een camera genomen werden, is dit weergaveformaat handig om beelden op te zoeken.
10.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie Functies Wi-Fi ∫ Voor Gebruik • Voer van tevoren de datum- en tijdinstellingen uit. (P33) • Om de Wi-Fi-functie op dit toestel te gebruiken, wordt een draadloos toegangspunt vereist, dan wel een bestemmingstoestel dat uitgerust is met de draadloze LAN-functie.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie Na verbinding gemaakt te hebben met een Wi-Fi-netwerk, kunt u de volgende handelingen uitvoeren door op [Wi-Fi] te drukken: [Verbinding beëindigen] ¢1 [Doelapparaat wijzigen] [Instellingen wijzigen voor versturen]¢2 [Huidig apparaat in favorieten registreren]¢1 [Netwerkadres] Eindigt de Wi-Fi-verbinding. Eindigt de Wi-Fi-verbinding en stelt u in staat om een andere Wi-Fi-verbinding te kiezen. Raadpleeg P275 voor details.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie Bediening met een smartphone/tablet Met een smartphone kunt u op afstand beelden opnemen, beelden op de camera afspelen of ze op de smartphone bewaren. • U moet de “Panasonic Image App” (van nu af “Image App” genoemd) op uw smartphone installeren. Installeren van de “Image App” app voor smartphone/tablet De “Image App” is een applicatie die door Panasonic verstrekt wordt. • OS App voor AndroidTM: Android 4.0 of hoger App voor iOS: iOS 7.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie Verbinden met een smartphone/tablet Verbinding maken zonder het password U kunt eenvoudig een rechtstreekse verbinding met uw smartphone instellen zonder een password in te voeren. Op de camera Selecteer het menu. (P51) MENU > [Set-up] > [Wi-Fi] > [Wi-Fi-functie] > [Nieuwe verbinding] > [Op afstand opnemen en weergeven] A SSID • Als de camera gereed is om met de smartphone verbonden te worden, wordt de SSID weergegeven.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie Gebruik van een password om een verbinding tot stand te brengen Verbinding maken met een password zorgt voor meer veiligheid. U kunt een QR-code scannen of een password handmatig invoeren om een verbinding tot stand te brengen. Voorbereiding: (Op de camera) Zet het [Wi-Fi-wachtwoord] op [ON]. (P296) ∫ Gebruik van de QR-code voor het tot stand brengen van een verbinding Op de camera Selecteer het menu.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie ∫ Handmatig invoeren van een password om een verbinding tot stand te brengen Op de camera Selecteer het menu. (P51) MENU > [Set-up] > [Wi-Fi] > [Wi-Fi-functie] > [Nieuwe verbinding] > [Op afstand opnemen en weergeven] A SSID en password B QR-code • Als de camera gereed is om met de smartphone verbonden te worden, worden de QR-code, SSID en het password weergegeven. • U kunt de informatie ook weergeven door op de camera op [Wi-Fi] te drukken.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie Als verbinding gemaakt wordt via een draadloos toegangspunt ([Via netwerk]): Op de camera 1 Selecteer [Via netwerk]. • Volg de verbindingsprocedure die beschreven wordt op P291 om de camera verbinding met een draadloos toegangspunt te laten maken. Op uw smartphone 2 3 4 Schakel de Wi-Fi-functie in. Verbind de smartphone met het draadloze toegangspunt waarmee de camera verbonden is. Start “Image App”.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie Fotograferen via een smartphone/tablet (remote opname) 1 2 Maak verbinding met een smartphone. (P263) Bedien de smartphone. 1 Selecteer [ ]. 2 Neem een beeld op. • De opgenomen beelden worden in de camera bewaard. • Sommige instellingen zijn niet beschikbaar. • Als met de smartphone met 4K-voorburst opgenomen wordt, beëindig de verbinding dan alleen nadat naar de 4K-burst-opname geschakeld is, door op de camera op [ ] te drukken.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie Afspelen van beelden in de camera 1 2 Maak verbinding met een smartphone. (P263) Bedien de smartphone. 1 Selecteer [ ]. • U kunt de weer te geven beelden omschakelen door de icoon (A) linksboven op het scherm te selecteren. Om de beelden weer te geven die in de camera opgeslagen zijn, selecteert u [LUMIX]. 2 Raak het beeld aan om het te vergroten. • Als u een film afspeelt, zendt de camera het naar de “Image App” met een gereduceerd gegevensformaat.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie Beelden in de camera naar een SNS versturen 1 2 Maak verbinding met een smartphone. (P263) Bedien de smartphone. 1 Selecteer [ ]. • U kunt de weer te geven beelden omschakelen door de icoon (A) linksboven op het scherm te selecteren. Om de beelden weer te geven die in de camera opgeslagen zijn, selecteert u [LUMIX]. 2 Raak een beeld aan, blijf het aanraken en versleep het om het naar een SNS, enz. te sturen.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie ∫ Opnemen van locatie-informatie en beelden 1 Start het opnemen van locatie-informatie met de smartphone. 1 2 3 4 2 3 Start “Image App”. (P262) Selecteer [ ]. Selecteer [Geogr. labell.]. Selecteer [ ] om het opnemen van de locatie-informatie te starten. Neem beelden op met de camera. Stop het opnemen van de locatie-informatie met de smartphone. 1 Selecteer [ ] om het opnemen van de locatie-informatie te stoppen.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie Samenvoegen van films die met Snap Movie op een smartphone/tablet opgenomen zijn en uw voorkeur hebben Door een smartphone te gebruiken, kunt u films samenvoegen die opgenomen zijn met de [Snapfilm]-functie van de camera (P165). Aan de samen te voegen films kan muziek toegevoegd worden. Bovendien kunt u de samengevoegde film bewaren of naar een webdienst uploaden. A B C D E Neem films op met [Snapfilm]. Verzend de opgenomen films. Bewerk de films.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie Weergeven van beelden op een TV U kunt beelden op de TV weergeven als deze de Digital Media Renderer (DMR) -functie van de DLNA-standaard ondersteunt. Voorbereiding Zet de TV op de DLNA-wachtmodus. • Lees de gebruiksaanwijzing van uw TV. 1 Selecteer het menu. (P51) MENU > [Set-up] > [Wi-Fi] > [Wi-Fi-functie] > [Nieuwe verbinding] > [Weergeven op tv] 2 3 4 Selecteer [Via netwerk] of [Direct] en maak de verbinding.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie Verzenden van beelden Als u beelden verstuurt, selecteer dan de methode om ze te versturen na [Nieuwe verbinding] te hebben geselecteerd. Nadat de verbinding tot stand gekomen is, kunnen de instellingen voor het versturen, zoals de beeldgrootte, ook veranderd worden.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie Beelden verzenden tijdens de opname Een foto kan automatisch naar een gespecificeerde apparaat gezonden worden telkens wanneer u de foto neemt. • Wanneer verbinding gemaakt is met [Afbeeldingen versturen tijdens opname], wordt [ ] op het opnamescherm weergegeven en wordt [ ] weergegeven terwijl het bestand verzonden wordt.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie • Details van het afspeelmenu [Favorieten] of [Print inst.] instellingen zullen niet verstuurd worden. In deze gevallen niet beschikbaar: • Sommige beelden die met een andere camera gemaakt zijn zouden niet verstuurd kunnen worden. • Beelden die gemodificeerd of bewerkt zijn met een computer zouden niet verstuurd kunnen worden. Veranderen van de instellingen om beelden te versturen Door op [DISP.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie Verzenden van beelden naar een smartphone/ tablet Voorbereiding • Installeer van tevoren “Image App”. (P262) 1 Selecteer het menu. (P51) MENU > [Set-up] > [Wi-Fi] > [Wi-Fi-functie] > [Nieuwe verbinding] > [Afbeeldingen versturen tijdens opname] of [Afbeeldingen versturen van camera] > [Smartphone] 2 Selecteer [Via netwerk] of [Direct] en maak de verbinding. (P290) Op uw smartphone Wanneer u verbindt met [Via netwerk]: 1 Schakel de Wi-Fi-functie in.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie 3 4 Selecteer een apparaat waarmee u verbinding wilt maken. Kijk de verzonden instellingen na en selecteer [Inst.]. • Om de verzonden instelling te veranderen, drukt u op [DISP.]. (P275) 5 Wanneer [Afbeeldingen versturen tijdens opname] geselecteerd is Maak foto's. (P274) Wanneer [Afbeeldingen versturen van camera] geselecteerd is Selecteer de opname.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie Draadloos afdrukken U kunt beelden naar een compatibele printer versturen en ze draadloos afdrukken. Voorbereiding U kunt de opgenomen beelden draadloos afdrukken met een printer die PictBridge (draadloos LAN)¢ ondersteunt. ¢ In overeenstemming met de DPS over IP standaards. • Neem voor details over de PictBridge printer (compatibel met draadloos LAN) contact op met het bedrijf in kwestie. 1 Selecteer het menu.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie Versturen van beelden naar een AV-inrichting U kunt foto's en films naar AV-apparatuur in uw huis versturen (AV-thuisapparatuur). A Draadloos toegangspunt B AV-apparaat thuis Voorbereiding Als u een foto naar AV-apparatuur stuurt, zet uw apparaat dan op de DLNA-wachtmodus. • Lees de instructiehandleiding van het apparaat in kwestie voor details. 1 Selecteer het menu.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie Versturen van beelden naar een PC U kunt foto's en films die met dit toestel opgenomen zijn naar een PC sturen. Voorbereiding (Op de camera) (Op uw PC) • Als de werkgroep van de PC van bestemming veranderd is en niet meer de standaardinstelling heeft, dan dient u ook de instelling van dit toestel te veranderen in [PC-verbinding]. (P296) • De computer inschakelen. • Maak mappen voor het ontvangen van de beelden op de PC gereed alvorens een beeld naar de PC te sturen.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie (Voor Mac) Ondersteund OS: OS X v10.5 tot v10.11 Voorbeeld: OS X v10.8 1 Selecteer een map die u wenst te gebruiken voor het ontvangen, klik vervolgens op de items in de volgende volgorde. [Archief] [Toon info] 2 Stel het delen van de map in werking. • Raadpleeg voor details de gebruiksaanwijzing van uw PC of de Hulp op het operatief systeem. Versturen van beelden naar een PC 1 Selecteer het menu.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie Gebruik van web-diensten U kunt foto's en films via “LUMIX CLUB” naar een SNS, enz., versturen. Door automatische overzettingen van foto's en films naar de Cloud Sync Service in te stellen, kunt u de overgezette foto's of films op een PC of smartphone ontvangen. LUMIX CLUB A Draadloos toegangspunt B Web-service C Cloud Sync Service Voorbereiding Om beelden naar een WEB-service of cloud-map te sturen, moet u zich registreren bij “LUMIX CLUB” (P286).
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie Registreren van web-services Wanneer u beelden verstuurd naar web-diensten, moet de gebruikte web-dienst geregistreerd worden bij de “LUMIX CLUB”. (P286) • Controleer de “FAQ / Contact” op de volgende site voor compatibele webservices. http://lumixclub.panasonic.net/ned/c/lumix_faqs/ Voorbereiding: Zorg ervoor dat u een account op de webservice gecreëerd heeft dat u wilt gebruiken en dat u de log-in informatie beschikbaar heeft.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie ∫ Met eenvoudige handelingen verzenden van beelden in de camera naar een webdienst Heeft u eenmaal een beeld verzonden, dan kunt u nog meer beelden naar een webdienst verzenden met eenvoudige smartphone-achtige handelingen in een omgeving waar een draadloze verbinding op een toegangspunt beschikbaar is. (Onderstaande instructies veronderstellen dat u al bij “LUMIX CLUB” geregistreerd bent en de camera een verbinding met een draadloos toegangspunt geregistreerd heeft.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie Wanneer u berichten verstuurt naar [Cloud-synchr. service] ∫ Gebruik van [Cloud-synchr. service] (Met ingang van september 2016) Voorbereiding U moet u registreren bij “LUMIX CLUB” (P286) en de instelling voor Cloud Sync. configureren om een foto naar een Cloud-map te sturen. Voor een PC gebruikt u “PHOTOfunSTUDIO” (P304) om de instellingen van Cloud Sync uit te voeren. Voor een smartphone gebruikt u “Image App” om de instellingen te maken.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie Registratie bij “LUMIX CLUB” Als u dit apparaat registreert bij de “LUMIX CLUB”, kunt u beelden synchroniseren tussen de inrichtingen die u gebruikt of deze beelden overzetten naar webservices. Gebruik de “LUMIX CLUB” wanneer u beelden upload naar web-diensten. Over de [LUMIX CLUB] Verkrijg een “LUMIX CLUB” login ID (gratis). • U kunt dezelfde “LUMIX CLUB” login-ID voor dit toestel en een smartphone instellen. (P288) Raadpleeg de “LUMIX CLUB”-site voor details.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie 4 5 Voer een password in. • Voer een combinatie in van 8 tot 16 karakters en nummer voor het wachtwoord. • Raadpleeg P59 voor informatie over hoe lettertekens ingevoerd moeten worden. Controleer de login-ID en selecteer [OK]. • Zorg ervoor een aantekening te maken van de login ID en het wachtwoord. • De login ID (12-cijferig nummer) zal automatisch afgebeeld worden. Wanneer u met een computer inlogt bij “LUMIX CLUB”, hoeft u slechts de nummers in te voeren.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie Instellen van dezelfde login-ID voor de camera en de smartphone/tablet Het instellen van dezelfde login-ID voor dit toestel en de smartphone is handig voor het versturen van beelden, die in dit toestel zitten, naar andere apparatuur of web-services. Wanneer of dit toestel of de smartphone/tablet de login-ID verworven heeft: 1 2 Verbind dit toestel met de smartphone. (P263) Stel de gemeenschappelijke login-ID in vanuit het “Image App”-menu.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie Wis uw login ID en account vanuit de “LUMIX CLUB” Wis de login ID van de camera wanneer u deze overzet naar een derde of deze weggooit. U kunt tevens uw “LUMIX CLUB”-account wissen. 1 Selecteer het menu. (P51) MENU 2 3 4 > [Set-up] > [Wi-Fi] > [Wi-Fi setup] > [LUMIX CLUB] > [Verwijder account] • Het bericht wordt weergegeven. Selecteer [Volgende]. Selecteer [Ja] in het bevestigingscherm van het wissen van de login ID. • Het bericht wordt weergegeven.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie Verbindingen Als u [Nieuwe verbinding] geselecteerd heeft, selecteer dan eerst een Wi-Fi-functie en bestemming en selecteer daarna een verbindingsmethode. Als u [Selecteer doelapparaat uit geschiedenis] of [Selecteer doelapparaat uit favorieten] geselecteerd heeft, kunt u verbinding maken door dezelfde instellingen van de Wi-Fi-verbinding te gebruiken die u eerder gebruikte. In dit gedeelte worden de verbindingsmethoden beschreven.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie Verbinden via een draadloos toegangspunt (via het netwerk) U kunt de methode selecteren om verbinding met een draadloos toegangspunt te maken. ¢ WPS verwijst naar een functie die u in staat stelt de instellingen van de verbinding en van de veiligheid van LAN-apparatuur gemakkelijk te configureren. Om te controleren of het draadloze toegangspunt dat u gebruikt compatibel is met WPS dient u de handleiding van het draadloze toegangspunt te raadplegen.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie Als u niet zeker bent over de compatibiliteit met WPS (verbinden met [Uit lijst]) Zoek naar beschikbare draadloze toegangspunten. • Bevestig encryptiesleutel van het geselecteerde draadloze toegangspunt als de netwerkauthenticatie gecodeerd is. • Wanneer u verbindt d.m.v. [Handmatige invoer], bevestig SSID, encryptietype, encryptiesleutel van het draadloze toegangspunt dat u gebruikt. 1 2 Selecteer het draadloze toegangspunt waarmee u verbinding maakt.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie • Controleer de handleiding van de draadloze toegangspunten en instellingen wanneer u een draadloos toegangspunt opslaat. • Als er geen verbinding vastgesteld kan worden, zouden de radiogolven van het draadloze toegangspunt te zwak kunnen zijn. Raadpleeg “Waarschuwingen op het scherm” (P325) en “Problemen oplossen” (P327) voor details. • Afhankelijk van uw omgeving kan het zijn dat de zendsnelheid tussen de camera en het draadloze toegangspunt mogelijk afneemt.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie Snel verbinding maken met dezelfde instellingen als voorheen ([Selecteer doelapparaat uit geschiedenis]/[Selecteer doelapparaat uit favorieten]) Als de Wi-Fi-functie gebruikt wordt, wordt een record in de historie bewaard. U kunt de records als favorieten registreren. Met gebruik van de geschiedenis of de favorietenlijst kunt u gemakkelijk verbinding maken met dezelfde instellingen die u eerder gebruikte.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie Bewerken van de geschiedenis die in favorieten geregistreerd is 1 Selecteer het menu. (P51) MENU > [Set-up] > [Wi-Fi] > [Wi-Fi-functie] > [Selecteer doelapparaat uit favorieten] 2 Selecteer de favoriete geschiedenis die u wilt bewerken en druk vervolgens op 1. [Verwijderen uit favorieten] [Volgorde van favorieten wijzigen] [Geregistreerde naam wijzigen] — Selecteer de bestemming. • Raadpleeg P59 voor informatie over hoe lettertekens ingevoerd moeten worden.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie [Wi-Fi setup] Menu Configureer de instellingen die nodig zijn voor de Wi-Fi-functie. De instellingen kunnen niet veranderd worden als er een Wi-Fi-verbinding is. Selecteer het menu. (P51) MENU > [Set-up] > [Wi-Fi] > [Wi-Fi setup] U kunt de veiligheid verbeteren door de invoering van het password in te schakelen voor een directe verbinding met een smartphone. [Wi-Fi-wachtwoord] [ON]: Verbindt de camera met de smartphone met gebruik van een SSID en een password.
10. Gebruik van de Wi-Fi-functie Om incorrecte hantering of gebruik van de Wi-Fi functie door derden te voorkomen en om opgeslagen informatie te beschermen, wordt het aanbevolen dat u de Wi-Fi functie met een wachtwoord beschermt. Instellen van een wachtwoord zal automatisch het [Wi-Fi-functievergrend.] wachtwoord-invoerscherm weergeven wanneer de Wi-Fi functie gebruikt wordt. [Instellen]: Voer een 4-cijferig nummer in als het wachtwoord.
11. Aansluiten op andere apparatuur 4K-films op een TV bekijken/ 4K-films op een PC of recorder bewaren Kijken naar films in 4K ∫ Afspelen op een TV-scherm Door de camera op een TV aan te sluiten die films in 4K ondersteunt en films af te spelen die opgenomen zijn terwijl het filmformaat in [Opn. kwaliteit] op [4K] of [C4K] gezet was, kunt u genieten van fijn gedetailleerde films in 4K.
11. Aansluiten op andere apparatuur ∫ Films kijken op een PC Gebruik voor het afspelen op een PC van films die opgenomen zijn met [Opn. kwaliteit] van [4K] of [C4K] de software “PHOTOfunSTUDIO ” (P304) • Om films in 4K af te spelen en te bewerken, heeft u een PC-omgeving met een hoge performance nodig. • Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van “PHOTOfunSTUDIO” (PDF). Opslaan van 4K-films ∫ Opslaan op een PC Raadpleeg P303 voor details.
11. Aansluiten op andere apparatuur Beelden terugspelen op een TV-scherm U kunt beelden op een TV-scherm zijn door uw camera met uw TV te verbinden met de HDMI-microkabel. Voorbereidingen: schakel dit toestel en de TV uit. 1 Sluit het toestel en de TV op elkaar aan. • Controleer de richting van de aansluitingen en steek de stekker, die u vasthoudt, recht naar binnen/naar buiten.
11. Aansluiten op andere apparatuur • Als [Systeemfrequentie] op een ander zendsysteem dan dat van uw regio gezet is, kan het zijn dat beelden niet correct afgespeeld worden. • Afhankelijk van de [Aspectratio] kunnen er zwarte stroken afgebeeld worden bovenaan en onderaan of links en rechts van de beelden. • Verander het beeldscherm op uw TV als het beeld met afgesneden boven- of onderkant weergegeven wordt.
11. Aansluiten op andere apparatuur Gebruik van VIERA Link (HDMI) Wat is VIERA Link (HDMI) (HDAVI Control™)? • Deze functie biedt u de mogelijkheid uw afstandsbediening voor de Panasonic-TV te gebruiken voor gemakkelijk uit te voeren handelingen wanneer dit toestel verbonden is met een VIERA Link-compatibele inrichting, met gebruik van een HDMI-microkabel voor automatisch verbonden bedieningen. (Niet alle handelingen zijn mogelijk.
11. Aansluiten op andere apparatuur Bewaren van foto's en films op uw PC U kunt opnamen op een PC zetten door het toestel en de PC met elkaar te verbinden. • Sommige PC's kunnen direct van de kaart lezen die uit de camera gehaald is. Voor details, de handleiding raadplegen van uw PC. ∫ PC die gebruikt kan worden Het toestel kan op ongeacht welke PC aangesloten worden die in staat is massa-opslagapparatuur te herkennen. • Ondersteuning van Windows: Windows 7/Windows 8/Windows 8.
11. Aansluiten op andere apparatuur Software downloaden Download en installeer de te bewerken software en speel de beelden af met een PC. PHOTOfunSTUDIO 9.9 XE Deze software stelt u in staat beelden te beheren. U kunt bijvoorbeeld foto's en films naar een PC sturen en ze sorteren op opnamedatum of modelnaam. U kunt ook handelingen verrichten zoals het schrijven van beelden naar een DVD, het verwerken en corrigeren van beelden en het opmaken van films.
11. Aansluiten op andere apparatuur SILKYPIX Developer Studio SE Dit is software voor het bewerken van beelden in RAW-formaat. Bewerkte beelden kunnen opgeslagen worden in een formaat (JPEG, TIFF, enz.) dat afgebeeld kan worden op een personal computer. Controleer onderstaande site om de software te downloaden en te installeren. http://www.isl.co.jp/SILKYPIX/english/p/ • Besturingsomgeving OS Windows WindowsR 7, WindowsR 8, WindowsR 8.1, WindowsR 10 Mac Mac OS X v10.6 tot v10.
11. Aansluiten op andere apparatuur Beelden naar de PC overbrengen Voorbereiding: Installeer “PHOTOfunSTUDIO” op de PC. (P304) 1 Verbind de computer en de camera met de USB-aansluitkabel (bijgeleverd). • Schakel dit toestel en uw PC in alvorens de aansluiting te maken. • Controleer de richting van de aansluitingen en steek de stekker, die u vasthoudt, recht naar binnen/naar buiten.
11. Aansluiten op andere apparatuur ∫ Naar een PC kopiëren zonder gebruik van “PHOTOfunSTUDIO ” (Voor Mac) Zelfs als u een Mac gebruikt, of in iedere situatie waarin “PHOTOfunSTUDIO ” niet geïnstalleerd kan worden, kunt u nog steeds bestanden en mappen kopiëren door de camera met de computer te verbinden en de bestanden en mappen vervolgens te verslepen en te laten vallen. • De inhoud (mapstructuur) op de kaart van dit toestel is als volgt.
11. Aansluiten op andere apparatuur Bewaren van foto's en films op een recorder Als u een kaart, met inhouden die met dit toestel opgenomen zijn, in een Panasonic recorder plaatst, kunt u de inhoud naar een Blu-ray disc of een DVD, enz. dubben. De methoden om foto's en films naar andere apparatuur te exporteren, zullen afhankelijk zijn van het bestandsformaat. (JPEG, RAW, AVCHD, MP4 of MOV). • Zie de handleiding van de recorder voor details over het kopiëren en het afspelen.
11. Aansluiten op andere apparatuur Beelden afdrukken Als u de camera aansluit op een printer die PictBridge ondersteunt, kunt u de af te drukken beelden selecteren en opdracht geven dat het printen van start gaat op de monitor van de camera. • Groepsbeelden zullen niet als groepsbeelden maar als enkele beelden weergegeven worden. • Sommige printers kunnen direct van de kaart afdrukken die uit de camera gehaald is. Voor details, de handleiding raadplegen van uw printer.
11. Aansluiten op andere apparatuur • De USB-aansluitkabel losmaken na het afdrukken. • Een batterij met voldoende batterijstroom of de netadapter (optioneel) gebruikenen. Als de resterende batterijstroom laag wordt terwijl het toestel en de printer aangesloten zijn, knippert het statuslampje en hoort u een alarm. Als dit gebeurt tijdens het afdrukken, het afdrukken onmiddellijk stopzetten. Als u niet aan het afdrukken bent, de USB-aansluitkabel loskoppelen.
11. Aansluiten op andere apparatuur ∫ Afdrukinstellingen Selecteer de items zowel op het scherm in stap 2 van de procedure “Een beeld kiezen en uitprinten” en in stap 3 van de procedure “Meerdere beelden kiezen en uitprinten” en stel ze in. [Print met dat.] Stelt de datumafdruk in. [Aantal prints] Stelt het aantal af te drukken beelden in (tot 999 beelden). [Papierafmeting] Stelt het papierformaat in.
12. Overige Optionele accessoires • Bepaalde optionele accessoires kunnen niet beschikbaar zijn in bepaalde landen. Externe Flits (optioneel) Na het bevestigen van de flits (DMW-FL200L, DMW-FL360L, DMW-FL580L: optioneel), zal het effectieve bereik vergroot worden wanneer deze vergeleken wordt met de ingebouwde flits van het toestel. Voorbereiding: • Zet het toestel uit en sluit de ingebouwde flits.
12. Overige • Als een externe flitser aangesloten is, zijn de volgende functies beschikbaar naast de functies die beschikbaar zijn met de ingebouwde flitser. – Lensopening Bracket – Focus Bracket • U kunt de openingswaarde, de sluitertijd en de ISO-gevoeligheid op het toestel instellen zelfs wanneer de externe flits erop gezet wordt. • Als u op korte afstand opneemt met een brede hoek, zou er licht geblokkeerd kunnen worden door de lens, wat het onderste gedeelte van het scherm donker maakt.
12. Overige [STEREO] [LENS AUTO] Stelt u in staat op te nemen binnen het bereik dat automatisch ingesteld wordt op grond van de gezichtshoek van de lens. [SHOTGUN] Maakt het mogelijk om vanuit één richting op te nemen door de achtergrond- en omgevingsgeluiden buiten te sluiten. [S. SHOTGUN] [MANUAL] 3 Maakt het mogelijk om het geluid van een groot gebied stereo op te nemen. Stelt u in staat op te nemen binnen een zelfs smaller bereik dan dat van de [SHOTGUN].
12. Overige afstandsbediening sluiter (optioneel) Als u de sluiter met afstandbediening gebruikt (DMW-RSL1: optioneel), kunt u trillingen vermijden (schudden van de camera) als een statief gebruikt wordt en kunt u de sluiter volledig indrukken voor het fotograferen met [B] (bol) of met de burst-modus. De sluiter met afstandsbediening werkt net zo als de sluiterknop op de camera. • Gebruik altijd een originele Panasonic afstandsbediening voor sluiters (DMW-RSL1: optioneel).
12. Overige Display Monitor/Display Zoeker • De volgende afbeeldingen zijn voorbeelden van wanneer het displayscherm in de monitor op [ ] (monitorstijl) gezet is. In Opname MOV 24p 3:2 BKT L AFS ラュン Fn8 Fn9 × F MINI SS Fn10 Fn11 SNAP BKT AEL 2.
12.
12.
12. Overige In Opname Opname-informatie op de monitor 3 F 2.8 1/60 Enkel (P113) 0 ISO AUTO AFS Burst (P114) 0 0 3:2 L Wi-Fi Fn 98 AWB 4K-foto (P117) Zelfontspanner (P132) 1 AFS AFF AFC MF Focusmodus (P89, 100) š Ø AF-functie (P91) Kwaliteit (P197) A› C1 1 3:2 Opnamemodus (P40) EXPS Beeldformaat/Beeldverhouding (P196) L Wi-Fi F2.
12. Overige In Opname Opname-informatie op de monitor ([Video prioriteit menu]) 3 FPS IRIS SHUTTER 48 F 2.8 1/60 M TC NDF 0 R00h05m04s 00:00:00:00 ISO MOV ISO MIC 24p L Photo Style (P191) R WB AWB 1 AWB VÐî 1 Ñ 2500K Frame-snelheid opname (P159)/Variabele frame-snelheid (P173) IRIS Lensopening (P39) F 2.
12. Overige In Terugspelen 2 3:2 1 L 1/98 Langzaam/Snel (P169) Dolly Zoom (P170) IRWR 100% ( '$* PQG GJ F2.8 60 0 200 AWB MOV FHD 100M IPB 12/24.
12.
12. Overige In Terugspelen Weergave van gedetailleerde informatie 60 F2.8 0 WB ISO AWB 200 AFS P STD. 2016.12.
12. Overige In Terugspelen Weergave histogram F2.8 60 0 ISO200 1 1/98 100-0001 3 1/98 Histogram (P47) 2 Beeldnummer/Totaal opnamen 100-0001 Map/bestandsnummer (P307) Opname-informatie ¢1 h: uur, m: minuut, s: seconde ¢2 Dit wordt alleen weergegeven als [Video prioriteit menu] (P227) in het [Voorkeuze]-menu op [ON] gezet is. ¢3 Dit wordt afgebeeld in de volgorde van [Titel], [Locatie], [Naam] ([Baby1]/[Baby2], [Huisdier]), [Naam] ([Gezicht herk.]).
12. Overige Waarschuwingen op het scherm Soms verschijnen op het scherm bevestigingen of foutmeldingen. De belangrijkste meldingen worden hieronder beschreven. [Sommige foto's kunnen niet gewist worden]/[Deze foto kan niet gewist worden] • Dit kenmerk kan alleen gebruikt worden voor beelden die aan de DCF-standaard voldoen. Voer het formatteren (P28) op dit toestel uit na de benodigde gegevens op een PC, enz., bewaar te hebben. [Kan op deze foto niet ingesteld worden] • [Titel bew.], [Tekst afdr.
12. Overige [Opname bew. beelden geann. schrijfsnelheid kaart te beperkt] • Afhankelijk van het [Opname-indeling] en de [Opn. kwaliteit] van een film wordt een andere snelheidsklasse van de kaart vereist. Het maken van 4K-foto's vereist een kaart die aan een speciale snelheidsklasse moet voldoen. Gebruik een kaart die aan de snelheid voldoet. Raadpleeg voor details “Film-/4K-foto-opnames en snelheidsklassen” op P26.
12. Overige Problemen oplossen Probeer als eerste de volgende procedures (P327 tot P335). Als het probleem niet verholpen is, kan het verbeterd worden door de selectie van [Resetten] (P235) in het [Set-up]-menu. Batterijen en stroom Het toestel kan niet bediend worden zelfs wanneer het aanstaat. Het toestel gaat uit onmiddellijk nadat het aangezet is. • De batterij is op. Laad de batterij op. (P20) Dit toestel wordt automatisch uitgeschakeld. • [Besparing] is ingeschakeld.
12. Overige Het opgenomen beeld is witachtig. • Het beeld kan er witachtig uitzien als de lens vuil wordt met vingerafdrukken of gelijkaardig vuil. > Als de lens vuil is, schakelt u het toestel uit en veegt u de lens vervolgens zachtjes schoon met een zachte, droge doek. Het beeld is te licht of te donker. • Als de AE-vergrendleling (P102) onjuist toegepast? Er worden in één keer meervoudige beelden opgenomen. • Controleer de instelling van de drive-modus.
12. Overige Er kunnen strepen of beeldflikkering verschijnen onder verlichting zoals fluorescente verlichting en LED-verlichting-inrichting. • Dit is kenmerkend voor MOS-sensoren die dienst doen als de pickupsensoren van de camera. Dit is geen storing. • Als de elektronische sluiter (P204) gebruikt wordt, zal het verlagen van de sluitertijd het effect van de horizontale strepen verkleinen.
12. Overige Bewegende beelden Opnemen video's is niet mogelijk. • Als u dezelfde kaart blijft gebruiken na [Systeemfrequentie] (P236) veranderd te hebben, worden mogelijk geen bewegende beelden opgenomen. Om met dezelfde kaart op te nemen, zet u de [Systeemfrequentie] opnieuw op de oorspronkelijke instelling. Probeer het volgende om films met de huidige instelling op te nemen: – Voer het formatteren (P28) op dit toestel uit na de benodigde gegevens op een PC, enz., bewaar te hebben.
12. Overige Monitor/Zoeker De monitor/zoeker gaat uit hoewel het toestel ingeschakeld is. • Als gedurende de ingestelde tijdsduur geen handelingen uitgevoerd worden, wordt [Auto LVF/ scherm uit] (P232) geactiveerd en schakelt de monitor/zoeker uit. • Als een voorwerp of uw hand zich vlakbij de oogsensor bevinden, kan het zijn dat de monitorweergave naar de zoekerweergave overschakelt. (P37) Het kan even flikkeren of de helderheid van het beeldscherm kan even aanzienlijk veranderen.
12. Overige Kan geen films afspelen. • Films die met een andere [Systeemfrequentie] opgenomen werden, kunnen niet afgespeeld worden. (P236) > Zet de instelling van [Systeemfrequentie] op die welke u tijdens de opname gebruikte. Rood gedeelte van het gemaakte beeld is zwart geworden. • Wanneer het rode-ogen-effect verwijderd wordt ([ ] of [ ]) uitgevoerd wordt, kunnen de rode gedeeltes gecorrigeerd worden in zwart.
12. Overige Als ik probeer een Wi-Fi-verbinding tot stand te brengen met een PC met Windows 8, worden mijn gebruikersnaam en password niet herkend dus kan ik geen verbinding met de PC maken. • Sommige versies besturingssystemen, met inbegrip van Windows 8, maken gebruik van twee soorten accounts: een locale account en een Microsoft account. Controleer of u de gebruikersnaam en het password van de locale account gebruikt. De PC wordt niet herkend als ik een Wi-Fi-verbinding gebruik.
12. Overige TV, PC en printer Het beeld verschijnt niet op de televisie. • Is het toestel correct op de TV aangesloten? (P300) > De TV-input instellen op extern. VIERA Link werkt niet. • Staat [VIERA link] op dit toestel op [ON]? (P234) > Controleer de instelling van VIERA Link op het aangesloten apparaat. > Schakel dit toestel uit en in. > Controleer de [Systeemfrequentie]-instelling. (P236) Kan niet met de PC communiceren. • Zet op [PC] in [USB mode]. (P232, 306) • Schakel dit toestel uit en in.
12. Overige Overige De lensgroep maakt geluid. • Er is een geluid van de lensbeweging of van de lensopening wanneer dit toestel in- of uitgeschakeld wordt. Dit is geen storing. • Het geluid dat door de automatische instelling van de lensopening veroorzaakt wordt, klinkt als de helderheid veranderd werd door bijvoorbeeld het zoomen of het bewegen van de camera. Dit is geen storing. Het inzoomen stopt onmiddellijk. • Wanneer u een Extra Optische Zoom gebruikt, zal de zoomactie tijdelijk stoppen.
12. Overige Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik Wat u wel en niet moet doen met dit toestel Houd dit toestel zo ver mogelijk uit de buurt van elektromagnetische apparatuur (zoals magnetrons, televisie, videospelletjes, enz.). • Indien u dit toestel op of naast een televisie gebruikt, kunnen beeld en/of geluid op dit toestel onderbroken worden door de straling van de elektromagnetische golven. • Gebruik dit toestel niet in de buurt van een mobiele telefoon.
12. Overige Schoonmaken Voordat u het toestel reinigt, dient u de batterij of de DC-koppelaar te verwijderen (optioneel), of de stekker uit het stopcontact te trekken. Wrijf het toestel vervolgens met een droge zachte doek. • Wanneer het toestel vuil is, kan het schoongemaakt worden door het vuil eraf te wrijven met een uitgewrongen natte doek en vervolgens met een droge doek. • Geen schoonmaakmiddelen gebruiken zoals benzeen, verdunner, alcohol, keukenschoonmaakmiddelen, enz.
12. Overige Batterij De batterij is een oplaadbare lithium-ionbatterij. De stroom wordt opgewekt door de chemische reactie in de batterij. Deze reactie wordt beïnvloed door de temperatuur en de vochtigheid. Door te hoge of te lage temperaturen gaan batterijen minder lang mee. Haal de batterij altijd uit het toestel na gebruik. • Doe de verwijderde batterij in een plastic zak en verplaats of bewaar deze ver van metalen voorwerpen (paperclips, enz.).
12. Overige Kaart De kaart niet op plaatsen met een hoge temperatuur bewaren, waar makkelijk elektromagnetische golven of statische elektriciteit opgewekt kunnen worden, of op plaatsen die blootgesteld zijn aan direct zonlicht. De kaart niet plooien of laten vallen. • De kaart kan beschadigd worden of de opgenomen inhoud zou beschadigd of uitgewist kunnen worden. • De kaart in de kaarthoes of het zakje doen na gebruik en wanneer u de kaart opslaat of vervoert.
12. Overige Over de persoonlijke informatie Als een naam of verjaardag ingesteld is voor [Profiel instellen]/functie voor gezichtsherkenning, dan wordt deze persoonlijke informatie in het toestel bewaard en in het beeld opgenomen. Wij raden aan dat u [Wi-Fi-wachtwoord] en [Wi-Fi-functievergrend.] inschakelt om persoonlijke informatie te beveiligen.
12. Overige Over de Beeldgegevens • Opgenomen gegevens kunnen worden beschadigd of zoek raken als de camera kapot gaat omdat er verkeerd mee wordt gewerkt. Panasonic is niet aansprakelijk voor schade die is veroorzaakt door het verlies van opgenomen gegevens. Over statieven met drie poten of met één poot • Zet het statief goed vast als u het toestel erop bevestigt.
12. Overige ∫ Gebruik de camera niet in zones met magnetische velden, statische elektriciteit of interferentie • Gebruik de camera niet in zones met magnetische velden, statische elektriciteit of interferentie, zoals in de buurt van magnetronovens. Hierdoor kunnen de radiogolven onderbroken worden.
12. Overige • SDXC logo is een handelsmerk van SD-3C, LLC. • “AVCHD”, “AVCHD Progressive” en het logo “AVCHD Progressive” zijn handelsmerken van Panasonic Corporation en Sony Corporation. • Geproduceerd onder licentie van Dolby Laboratories. Dolby en het dubbele-D-symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories. • De begrippen HDMI, HDMI High-Definition Multimedia Interface en het HDMI-logo zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC in de Verenigde Staten en andere landen.
12. Overige • QuickTime en het QuickTime-logo zijn merken of geregistreerde merken van Apple Inc. en worden onder licentie gebruikt. • Het Wi-Fi CERTIFIED™ Logo is een certificatiemerk van de Wi-Fi AllianceR. • Het Wi-Fi Protected Setup™ identificatieteken is een certificatiemerk van Wi-Fi AllianceR. • “Wi-FiR” is een gedeponeerd handelsmerk van Wi-Fi AllianceR. • “Wi-Fi Protected Setup™”, “WPA™”, en “WPA2™” zijn handelsmerken van Wi-Fi AllianceR.
Het ontdoen van oude apparatuur en batterijen. Enkel voor de Europese Unie en landen met recycle systemen. Deze symbolen op de producten, verpakkingen en/of begeleidende documenten betekenen dat gebruikte elektrische en elektronische producten en batterijen niet samen mogen worden weggegooid met de rest van het huishoudelijk afval.