Operation Manual

191
9. De menufuncties gebruiken
Toepasbare modi:
U kunt effecten selecteren om af te stemmen op het soort beeld dat u wenst te maken.
Het is mogelijk de items zoals kleur of beeldkwaliteit van het effect naar uw wens af te
stellen.
¢1 Dit wordt uitgeschakeld als Intelligent Auto Plus modus geselecteerd wordt.
¢2 Deze kunnen alleen ingesteld worden in de Creatieve Video-modus.
¢3 Als de daadwerkelijke helderheid en de helderheid die opgenomen moet worden, ingesteld
worden op ieder helderheidsniveau, zal het verband tussen deze twee helderheden als een
niet-lineaire curve geplot worden. Dit wordt de gammacurve genoemd.
[Fotostijl]
> [Opname] > [Fotostijl]
[Standaard] Dit is de standaard instelling.
[Levendig]
¢1
Prachteffect met hoge verzadiging en contrast.
[Natuurlijk]
¢1
Zacht effect met laag contrast.
[Zwart-wit] Monochroom effect zonder kleurschaduwen.
[Landschap]
¢1
Een effect dat geschikt is voor landschappen met levendige
blauwe luchten en groen.
[Portret]
¢1
Een effect dat geschikt is voor een portret met gezond
uitziende en mooie huidtint.
[Custom]
¢1
Gebruik de instelling die u van tevoren registreert.
[Cinelike dynamisch bereik]
¢2
Geeft prioriteit aan het dynamische bereik, door gebruik te
maken van een gammacurve
¢3
die ontworpen is om
film-achtige beelden te creëren. Geschikt voor het opmaken
van beelden.
[Cinelike video]
¢2
Geeft prioriteit aan het contrast, door gebruik te maken van een
gammacurve
¢3
die ontworpen is om film-achtige beelden te
creëren.
[V-Log L]
¢2
Een gammacurve-effect
¢3
ontworpen voor
postproductie-montage. Dit stelt u in staat om tijdens een
postproductie-montage een rijke gradatie aan de beelden toe
te voegen.
Deze functie wordt beschikbaar nadat u deze inschakelt in
[Activeren] (P237) met gebruik van een softwarecode voor
upgraden (DMW-SFU1: optioneel).
In de Intelligent Auto Plus modus zal de instelling opnieuw op [Standaard] gezet worden
wanneer de camera op een andere opnamemodus gezet wordt of wanneer dit toestel in- en
uitgeschakeld wordt.
MENU