Operation Manual

231
9. De menufuncties gebruiken
[Scherm]/[Zoeker]
De helderheid, kleur of de rode of blauwe tint van de
monitor/zoeker worden ingesteld.
1 Selecteer de instellingen door op 3/4 te
drukken en stel bij met 2/1.
Het bijstellen kan ook uitgevoerd worden door aan
de modusknop op de achterkant te draaien.
2 Op [MENU/SET] drukken om in te stellen.
Het zal de monitor bijstellen als de monitor gebruikt wordt
en de zoeker als de zoeker gebruikt wordt.
Het kan zijn dat sommige onderwerpen op de monitor er
anders uitzien dan in werkelijkheid. Dit heeft echter geen
effect op de opgenomen beelden.
s
[Helderheid scherm]
[AUTO]:
De helderheid wordt automatisch aangepast afhankelijk
van hoe helder het licht rondom het toestel is.
[MODE1]:
Maakt de monitor helderder.
[MODE2]:
Zet de monitor op de standaardhelderheid.
[MODE3]:
Maakt de monitor donkerder.
Het kan zijn dat sommige onderwerpen op de monitor er
anders uitzien dan in werkelijkheid. Dit heeft echter geen
effect op de opgenomen beelden.
De monitor keert na 30 seconden automatisch terug naar
de standaardhelderheid als geen handelingen uitgevoerd
worden en u opneemt in [MODE1]. De monitor zal
opnieuw helder oplichten bij bediening van een knop of bij
aanraking.
Als [AUTO] of [MODE1] ingesteld is, wordt de gebruikstijd
korter.
[AUTO] is alleen beschikbaar in de opnamemodus.
Bij het gebruik van de netadapter (optioneel) is de
begininstelling [MODE2].
s
> [Set-up]
MENU
1
2
3