Operation Manual

233
9. De menufuncties gebruiken
[TV-verbinding]
[HDMI-functie (afspelen)]:
Stelt het uitgangsformaat van het beeld in.
[AUTO]:
De outputresolutie wordt automatisch ingesteld op
basis van de informatie die wordt verkregen van de
aangesloten TV.
[C4K]:
De progressieve methode met 2160 beschikbare
scanlijnen wordt voor de uitgave gebruikt. Het
uitgaveformaat is op 4096k2160 gezet.
[4K]:
Voor de uitvoer wordt de progressieve methode met
2160 beschikbare scanlijnen en een uitvoerresolutie
van 3840k2160 gebruikt.
[1080p]:
De progressieve methode met 1080 beschikbare
scanlijnen wordt gebruikt voor output.
[1080i]:
Voor de output wordt gebruikgemaakt van de
interlacemethode met 1080 beschikbare scanlijnen.
[720p]:
De progressieve methode met 720 beschikbare
scanlijnen wordt gebruikt voor output.
[576p]:
De progressieve methode met 576 beschikbare
scanlijnen wordt gebruikt voor output.
[480p]:
De progressieve methode met 480 beschikbare
scanlijnen wordt voor de output gebruikt.
De beschikbare instellingen verschillen en zijn afhankelijk
van de instelling van [Systeemfrequentie].
Dit werkt alleen tijdens het afspelen.
Als met [AUTO] geen beeld op de TV verschijnt, schakel
de instelling dan op een constante instelling die anders is
dan [AUTO] om een formaat in te stellen dat door uw TV
ondersteund wordt. (Lees de gebruiksaanwijzing van de
TV.)
P300
> [Set-up]
MENU