Operation Manual

10. Gebruik van de Wi-Fi-functie
296
[Wi-Fi setup] Menu
Configureer de instellingen die nodig zijn voor de Wi-Fi-functie.
De instellingen kunnen niet veranderd worden als er een Wi-Fi-verbinding is.
Selecteer het menu. (P51)
Als [ON] geselecteerd is, kunt u ook een verbinding instellen door een QR-code te scannen.
(P264)
Raadpleeg P59 voor informatie over hoe lettertekens ingevoerd moeten worden.
Als u een PC met standaardinstellingen gebruikt, is het niet nodig om de werkgroep te
veranderen.
> [Set-up] > [Wi-Fi] > [Wi-Fi setup]
[Wi-Fi-wachtwoord]
U kunt de veiligheid verbeteren door de invoering van het
password in te schakelen voor een directe verbinding met een
smartphone.
[ON]:
Verbindt de camera met de smartphone met gebruik van een
SSID en een password. (P264)
[OFF]:
Verbindt de camera met de smartphone met gebruik van een
SSID. (P263)
[LUMIX CLUB]
Verwerft of verandert de “LUMIX CLUB”-login-ID. (P286)
[PC-verbinding]
U kunt de werkgroep instellen.
Om beelden naar een PC te sturen, wordt een verbinding met
dezelfde werkgroep als de PC van bestemming vereist.
(De fabrieksinstelling is “WORKGROUP”.)
[Werkgroepnaam wijzigen]:
Voer de werkgroep van de PC in waarmee de verbinding gemaakt
wordt.
[Terug naar standaard]:
Herstelt de status van de fabrieksinstellingen.
[Toestelnaam]
U kunt de naam (SSID) van dit toestel veranderen.
1 Druk op [DISP.].
2 De gewenste inrichtingsnaam invoeren.
Raadpleeg P59 voor informatie over hoe lettertekens ingevoerd
moeten worden.
Er kunnen maximaal 32 tekens ingevoerd worden.
MENU