Operation Manual

12. Overige
328
Het beeld kan er witachtig uitzien als de lens vuil wordt met vingerafdrukken of gelijkaardig vuil.
> Als de lens vuil is, schakelt u het toestel uit en veegt u de lens vervolgens zachtjes schoon
met een zachte, droge doek.
Als de AE-vergrendleling (P102) onjuist toegepast?
Controleer de instelling van de drive-modus. (P113)
Bent u de bracket-functie aan het gebruiken? (P139)
Het onderwerp ligt buiten het brandpuntbereik van de camera.
Is [Prio. focus/ontspan] in het [Voorkeuze]-menu op [RELEASE] gezet? (P222)
Is [Sluiter-focus] in het [Voorkeuze]-menu op [OFF] gezet? (P220)
Is de AF-vergrendeling (P102) onjuist toegepast?
De sluitertijd zal langer worden en de beeldstabilisatorfunctie kan mogelijk niet naar behoren
werken als foto's gemaakt worden, met name op donkere plaatsen.
> We raden het gebruik van een statied en de zelfontspanner aan (P132) wanneer foto's met
een lange sluitertijd genomen worden.
Probeer het volgende:
> Verlaag de ISO-gevoeligheid. (P105)
> Verhoog de instelling voor [Ruisreductie] in [Fotostijl] of verlaag de instelling voor ieder van
de items behalve [Ruisreductie]. (P192)
> Zet [Lang sl.n.red] op [ON]. (P206)
Als u een bewegend onderwerp opneemt met gebruik van de elektronische sluiter, of als u een
film of een 4K-foto opneemt, kan het onderwerp vervormd op het beeld verschijnen. Dit is een
kenmerk van MOS-sensoren die als de pickup-sensoren van het toestel werken. Het is geen
storing.
Het opgenomen beeld is witachtig.
Het beeld is te licht of te donker.
Er worden in één keer meervoudige beelden opgenomen.
Het object is niet goed scherp.
Het opgenomen beeld is wazig.
De beeldstabilisator is niet doeltreffend.
Het opgenomen beeld ziet er onafgewerkt uit.
Er verschijnt ruis op het beeld.
Het onderwerp verschijnt vervormd op het beeld.