Operation Manual
2. Opstarten/Basisbediening
38
U kunt uitzoomen om landschappen, enz. op te nemen met groothoek (Wide) of inzoomen
om mensen en voorwerpen dichterbij te laten lijken (Tele).
• Raadpleeg P145 voor details over soorten zoom en functies.
Bediening zoom
Met de zoomring Met de langzame zoom
Draai aan de zoomring. Druk op [Fn1] of [Fn2].
• U kunt inzoomen met een snelheid die lager
is dan de gewone zoomsnelheid.
• Als fabrieksinstelling is [Slow Zoom T] aan
[Fn1] toegekend en [Slow Zoom W] aan
[Fn2].
• U kunt de werking en de instellingen van de
langzame zoom in [Inst. Slow Zoom-knop],
[Slow Zoom-snh] en [Geleidelijke zoom]
veranderen in het [Voorkeuze]-menu.
Met het zoomhendeltje
Draai aan de zoomhendel. De draaihoek is groot: De zoomsnelheid is
hoog
De draaihoek is klein: De zoomsnelheid is
laag
• De werking van het zoomhendeltje wordt
aangeduid zoals hieronder in deze instructies
getoond wordt.
Draai aan het zoomhendeltje:
T
W
Fn1
Fn2
W
T
T
W