Operation Manual

89
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon
Toepasbare modi:
De methode wordt ingesteld om scherp te stellen als de sluiterknop tot halverwege
ingedrukt wordt.
[AFS/AFF] van de hendel van de Focusmodus
In [AFS/AFF] in het [Opname]-menu of het [Bewegend beeld]-menu, kunt u [AFS] of [AFF]
aan [AFS/AFF] van de hendel van de Focusmodus toekennen.
Focusmodus (AFS/AFF/AFC)
Onderdeel Scène (aanbevolen)
[AFS/
AFF]
[AFS]
(Auto
Focus
Single)
Onderwerp staat stil
(Landschaps-, verjaardagsfoto, enz.)
“AFS” is een afkorting van “Auto Focus Single”.
De scherpte wordt automatisch ingesteld als de
sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt. De
scherpstelling wordt vastgezet als de knop tot halverwege ingedrukt wordt.
[AFF]
(Auto
Focus
Flexible)
Beweging kan niet voorzien worden
(Kinderen, huisdieren, enz.)
“AFF” is een afkorting van “Auto Focus Flexible”.
In deze modus, wordt het scherpstellen automatisch
uitgevoerd wanneer de ontspanknop tot de helft
ingedrukt wordt.
Als het onderwerp beweegt terwijl de ontspanknop tot de helft ingedrukt
wordt, wordt de focus gecorrigeerd om automatisch overeen te komen met
de beweging.
[AFC]
(Auto Focus
Continuous)
Het onderwerp beweegt
(Sport, treinen, enz.)
“AFC” is een afkorting van “Auto Focus Continuous”.
In deze modus wordt het scherpstellen, terwijl de
ontspanknop tot de helft ingedrukt gehouden wordt, constant uitgevoerd om
overeen te komen met de beweging van het onderwerp.
Wanneer het onderwerp beweegt, wordt het scherpstellen uitgevoerd door
de positie van het onderwerp te voorspellen op het moment van opname.
(Bewegingsvoorspelling)
[MF] Stel handmatig scherp. (P100)