Operation Manual

Opnemen
- 122 -
Het functiemenu [OPNAME] gebruiken
Voor details over [OPNAME] functiemenu, P57 raadplegen.
[FOTOSTIJL], [FOCUSFUNCTIE], [MEETFUNCTIE], [INT.DYNAMIEK] en [DIG. ZOOM] maken
onderdeel uit van zowel het [OPNAME] functiemenu als [BEWEGEND BEELD] functiemenu.
Het veranderen van deze instellingen in één van deze menu’s wordt weerspiegeld in het
andere menu.
Er kunnen 6 soorten effecten geselecteerd worden om overeen te komen met het beeld
dat u wenst op te nemen. Het is mogelijk de items zoals kleur of beeldkwaliteit van het
effect naar uw wens af te stellen.
Toepasbare functies:
¢1 Dit wordt uitgeschakeld als Intelligent Automatische (ñ of ) Modus of Scènemodus
geselecteerd is.
¢2 Kleur- en beeldkwaliteit zijn ongeveer dezelfde als in de [LANDSCHAP] en [PORTRET] in
Scènefunctie, maar deze kan bijgesteld worden op de gewenste beeldkwaliteit m.b.v. de
beeldkwaliteit-afstelling, witbalans, enz.
[FOTOSTIJL]
[STANDAARD] Dit is de standaard instelling.
[LEVENDIG]
¢1
Prachteffect met hoge verzadiging en contrast
[NATUURLIJK]
¢1
Zacht effect met lage verzadiging
[ZWART-WIT] Monochroom effect zonder kleurschaduwen
[LANDSCHAP]
¢1, 2
Een effect dat geschikt is voor landschappen met
levendige blauwe luchten en groen
[PORTRET]
¢1, 2
Een effect dat geschikt is voor een portret met gezond
uitziende en mooie huidtint
[CUSTOM]
¢1
Gebruik de instelling die u van tevoren registreert.