Operation Manual

133
4. Instellen van beeldkwaliteit en kleurtoon
Instellen van de beeldkwaliteit en -grootte
Toepasbare modi:
Dit biedt u de mogelijkheid de aspectratio van de beelden te kiezen die het best bij het
afdrukken of het terugspelen past.
De uiteinden van de opgenomen beelden kunnen er afgeknipt worden bij het afdrukken,
controleer daarom voordat u afdrukt/laat afdrukken. (P392)
Als u tijdens de opname de HDMI-uitgave gebruikt, wordt de instelling vastgezet op [16:9].
Toepasbare modi:
Stel het aantal pixels in.
Hoe hoger het aantal pixels, hoe fijner het detail van de beelden zal blijken zelfs wanneer
ze afgedrukt worden op grote vellen.
Instellen van de beeldverhouding
> [Opname] > [Aspectratio]
[4:3] [Aspectratio] van een 4:3 TV
[3:2] [Aspectratio] van een 35 mm filmcamera
[16:9] [Aspectratio] van een hoge-definitie TV, enz.
[1:1] Vierkante aspectratio
Instellen van het aantal pixels
> [Opname] > [Fotoresolutie]
Wanneer de aspectratio [4:3] is. Wanneer de aspectratio [3:2] is.
Instellingen Beeldformaat Instellingen Beeldformaat
[L] (20M) 5184k3888 [L] (17M) 5184k3456
[M] (10M) 3712k2784 [M] (9M) 3712k2480
[S] (5M) 2624k1968 [S] (4,5M) 2624k1752
Wanneer de aspectratio [16:9] is. Wanneer de aspectratio [1:1] is.
Instellingen Beeldformaat Instellingen Beeldformaat
[L] (14,5M) 5184k2920 [L] (14,5M) 3888k3888
[M] (8M) 3840k2160 [M] (7,5M) 2784k2784
[S] (2M) 1920k1080 [S] (3,5M) 1968k1968
MENU
MENU