Operation Manual

5. Instellingen van brandpunt en helderheid (belichting)
144
Toepasbare modi:
Op deze manier kunt u de focusmethode gebruiken die bij de posities en het aantal te
selecteren onderwerpen past.
1
Druk op 2 ().
2
Druk op 2/1 om de AF-modus te selecteren
en druk vervolgens op [MENU/SET].
Selecteren van de Auto Focusmodus
([Gezicht/ogen
detecteren])
De camera detecteert automatisch iemands gezicht
en ogen.
Het oog dat zich het dichtst bij de camera bevindt
zal scherp gesteld zijn terwijl de belichting voor het
gezicht geoptimaliseerd wordt.
(Als [Meetfunctie] op [ ] gezet is)
Er kunnen tot 15 gezichten gedetecteerd worden. Alleen de ogen van
een scherp gesteld gezicht kunnen gedetecteerd worden.
U kunt het oog dat scherp gesteld moeten worden veranderen. (P146)
De positie en de maat van de AF-zone kunnen veranderd worden. (P151)
([Tracking])
De camera stelt scherp op het onderwerp dat u
aangeeft.
De belichting zal voor dat onderwerp
geoptimaliseerd worden.
(Als [Meetfunctie] op [ ] gezet is.)
De scherpstelling en de belichting zullen het
onderwerp zelf blijven volgen als dit beweegt (dynamic tracking). (P147)
([49-zone])
Er kunnen tot 49 AF-zones scherp gesteld worden.
Dit is zelfs werkzaam als een onderwerp zich niet in
het midden van het scherm bevindt.
U kunt de zones selecteren die scherp gesteld
moeten worden. (P151)
, enz.
([Voorkeur multi])
U kunt uit de 49 AF-zones de optimale vorm van de
AF-zone voor het onderwerp vrij instellen. (P148)